Generatie 22 - deel 9, Roaring Heights
Na wekenlang gezworven te hebben, besloot Daryl dat het misschien tijd was zich in ieder geval voor een poosje te settelen. Dat besluit werd mede ingegeven door het feit dat Roaring Heights - zoals de stad bleek te heten - indruk op hem maakte. De architectuur was bijzonder, de brede lanen zonnig en open, er was een langgerekt strand en het klimaat kwam overeen met dat van Cielo Insolar. Daar kwam bij dat hij en passant een aantal goed verzorgde, mooie vrouwen was tegengekomen en daar was het ook wel weer eens tijd voor vond hij.
Omdat het maar tijdelijk zou zijn, besloot hij in de krant te zoeken naar een niet al te duur appartement en dat was snel gevonden. Het bleek te worden verhuurd door een zure dame die bepaald niet aan Daryls romantische eisen voldeed en die zich afgebeten voorstelde als mevrouw Robinson. En die introductie meteen vergezeld liet gaan door de opmerking dat vriendinnetjes niet waren toegestaan en - met een schuin oog op Leo - honden ook niet.
"Maar hij hoort bij me", protesteerde Daryl.
"Dan kan het helaas niet doorgaan", antwoordde ze, terugdeinzend toen Leo haar nieuwsgierig wilde besnuffelen. Daryl besloot voorlopig maar akkoord te gaan. Hij zou wel zien in hoeverre hij de regels zou kunnen oprekken en als het hem echt niet beviel, was hij natuurlijk zo weer vertrokken. Zo vaak zou hij toch niet binnen zitten.Hij kreeg de sleutel en na een bits "achterlangs" begreep hij dat hij een eigen voordeur had. Of liever, een verborgen zijdeurtje dat naar het dak leidde. Leo was achter hem aan gedraafd en daar ging Daryl natuurlijk helemaal niks tegen doen.
"Als je maar stil bent", zei hij. "Geen geblaf want dan sta je buiten."
Vriendelijk keek Leo hem aan en ging op bed liggen. De volgende ochtend verliet Daryl zijn kamer samen met zijn vriend en besloot het park in te wandelen dat pal achter het huis lag. Al snel bereikte hij een vijver en niet veel later een hondenveldje waar hij Leo even wilde laten ronddraven, toen hij iets onaangenaams ontdekte. Vlooien. Stevig borstelen bleek niet te helpen en zorgde er alleen maar voor dat Daryl ze nu zelf ook had. Hij moest snel op zoek naar een bad, maar het sportcentrum waar hij zich net na aankomst had opgefrist, bleek helaas niet toegankelijk voor honden. "Honden moeten aan de lijn, meneer." "Honden moeten aan de lijn hoor." Tegen de avond en inmiddels gek van de jeuk, zag hij ineens een landhuis liggen dat zo te zien open was voor publiek. Je kon nooit weten, het viel te proberen, het bleek nog een uur voor sluitingstijd en hopelijk was dat genoeg. Ook hier waren honden uiteraard niet toegestaan maar gelukkig werd er niet erg op gelet omdat het al laat was. Hij kocht een kaartje en liep naar binnen. Binnen bleek het uitgestorven. De meeste toeristen waren al vertrokken. Daryl liep met Leo door de vertrekken en, zodra hij een trap zag, naar boven. Bij de slaapvertrekken zouden de badkamers zich wel bevinden. Hij had gelijk. Onderweg had hij in een dierenwinkel vlooienshampoo gekocht, dat zou hij ook maar voor zichzelf gebruiken. Daarna was Leo aan de beurt. "Gelukt makker! En nu lekker schoon naar huis." Toen ze buiten kwamen, begon het net te regenen. Daryl maalde er niet om, maar Leo had er een hekel aan. Niks aan te doen, ze hadden nog een lange wandeling voor de boeg dus ze moesten erdoorheen. Samen met de vlooienshampoo had hij een riem gekocht om verder gezeur te voorkomen, hopend dat Leo het zou accepteren. Dat bleek gelukkig het geval. En op dat moment begon het te onweren. Een felle flits die gedurende enkele seconden de stad in een fel licht baadde, vrijwel onmiddellijk gevolgd door een dreunende donderslag. Leo schrok zich wild en voordat Daryl er erg in had, rukte hij zich los en rende weg. Roepen had geen zin, het dier was duidelijk in paniek. Daryl begon ook maar te rennen, in de hoop dat Leo het appartement terug zou weten te vinden. Dat bleek het geval. Toen hij thuiskwam, zat Leo hem ineengedoken op te wachten.
"Goed gedaan jongen", zei Daryl opgelucht en aaide hem geruststellend over zijn kleddernatte rug. "Kom, hoog tijd om te gaan slapen, ik val om. En denk erom, geen geblaf of gejank. Mevrouw Zure Tang mag je niet horen." De volgende ochtend bleek het weer gelukkig opgeknapt, maar Daryl had geen haast. Wekenlang hadden Leo en hij op straat geleefd, het was wel weer eens prettig om een eigen bank te hebben en een dak boven je hoofd. Hij had een etensbak en voer gekocht voor Leo, dat hij voor de zekerheid verstopte toen hij het huis verliet. Voor het geval de hospita onuitgenodigd zou komen rondneuzen. Leo rende, zodra ze buiten kwamen, meteen richting het park en Daryl vertrouwde er maar op dat hij 's avonds terug zou keren. Zelf wilde hij vandaag naar het strand om daar eens een kijkje te nemen en misschien wat te zwemmen. Onderweg wandelde hij langs een Rent-a-Car en omdat hij eigenlijk wel wat meer van de stad wilde zien dan hij wandelend zou kunnen behappen, besloot hij een auto te huren. Er was een pier met een restaurant en na iets gedronken te hebben, liep hij het strand op. Hij wilde wel in zee, maar iets hield hem tegen. De laatste keer dat hij gedoken had in zout water waren er akelige, mysterieuze dingen gebeurd die hem nog steeds niet loslieten. Hij kon maar beter een beetje voorzichtig zijn.Intussen begon hij wel in rap tempo uit te drogen, dus toen hij langs een zwembad kwam, leek hem dat een prima alternatief. Hij had geen idee hoe er op zijn vissenstaart gereageerd zou worden, maar dat merkte hij vanzelf. Was die kerel nou... Okay, bijzonder. Er kwamen nog meer mensen, maar de bewoners van deze stad waren kennelijk wel wat gewend en niet snel onder de indruk. Niemand besteedde aandacht aan het feit dat er een zeemeermin tussen hen in zwom. Daryl vermaakte zich prima. Knoopte een praatje aan met verschillende mensen, dook, zwom en liep af en toe naar de bar als hij dorst kreeg en naar de wc als er iets geloosd moest worden. En aan het eind van de middag maakte hij kennis met Audrey. Zijn voorstel na afloop om gewoon vrienden te blijven, leverde geen gelazer op gelukkig. Audrey bleek namelijk getrouwd. Met een vrouw.
"Af en toe heb ik gewoon zin in een kerel", zei ze, "dus bedankt en tot ziens."Er woonde beslist apart volk hier in Roaring Heights. Ze waren niet bepaald conventioneel.Daryl at wat, ontstopte de wc, douchte zich en terwijl het buiten langzamerhand donker werd, begon hij zich licht bezorgd af te vragen waar Leo uithing. Het park was het eerste waar hij ging kijken en daarmee was zijn zoektocht meteen ten einde. Een tijdje volgde hij zijn vriend vanaf een afstandje en net wilde hij naar hem toe wandelen, toen hij een schreeuw hoorde. Alsof iemand pijn had. "Wat is er aan de hand?!", riep hij terwijl hij op de vrouw afrende die even daarvoor dubbel gebogen naast een boom had gestaan en nu wegwandelde alsof er niets aan de hand was. Toen hij haar naderde, herkende hij haar als een van de bezoekers van het zwembad eerder die dag."Niks, de weeën zijn begonnen", antwoordde ze, "ik moet naar het ziekenhuis, mijn auto staat hier vlakbij."
"Ben je mal, je gaat niet rijden, ik breng je even", protesteerde Daryl en liep met haar mee. Onderweg was ze constant aan het woord, zichzelf af en toe onderbrekend om een wee weg te puffen, en zelfs toen ze het ziekenhuis binnenliepen stond haar mond niet stil. "Zal ik je man bellen?", bood Daryl aan toen hij haar afleverde bij de receptie. Ze knikte dankbaar en gaf hem het telefoonnummer. Toen hij terugkeerde in het park, tuurde hij ingespannen over de vijver naar het vreemde witte paard dat hem al was opgevallen voordat zijn aandacht was afgeleid door de zwangere vrouw. Het werd omgeven door een stralend, bijna sprookjesachtig licht en... was dat nou een hoorn? Toen hij naar het dier toeliep, zag hij dat het gezelschap had. Hij groette, waarop zowel vrouw als paard wegdraafden. De vrouw kwam niet meer terug, maar het paard dook spoedig daarna vanachter een boom weer op en leek hem nieuwsgierig te observeren. Daarna galoppeerde het opnieuw weg, om zich een stukje verderop om te draaien en hem weer voorzichtig te laten naderen. Alsof schuwheid en nieuwsgierigheid om voorrang streden en de nieuwsgierigheid het toch telkens won. Daryl was verrukt, het dier was onmiskenbaar een eenhoorn. Hij bleef het heel voorzichtig benaderen en slaagde erin steeds een klein stukje dichterbij te komen. Tot het dier zelfs uit zijn hand at. Het liefst was hij de hele nacht opgebleven, zo onbeschrijfelijk genoot hij ervan zo dichtbij dit magische dier te zijn, dat zich in toenemende mate door hem liet aanhalen, maar rond een uur of 3 viel hij bijna letterlijk om van de slaap en Leo zat inmiddels zachtjes te janken."Kom", zei hij tegen zijn makker, "we moeten gaan slapen." Nog eenmaal aaide hij de zilveren manen en toen liepen ze naar huis, waar ze onmiddellijk in een diepe slaap vielen.
"Dan kan het helaas niet doorgaan", antwoordde ze, terugdeinzend toen Leo haar nieuwsgierig wilde besnuffelen. Daryl besloot voorlopig maar akkoord te gaan. Hij zou wel zien in hoeverre hij de regels zou kunnen oprekken en als het hem echt niet beviel, was hij natuurlijk zo weer vertrokken. Zo vaak zou hij toch niet binnen zitten.Hij kreeg de sleutel en na een bits "achterlangs" begreep hij dat hij een eigen voordeur had. Of liever, een verborgen zijdeurtje dat naar het dak leidde. Leo was achter hem aan gedraafd en daar ging Daryl natuurlijk helemaal niks tegen doen.
"Als je maar stil bent", zei hij. "Geen geblaf want dan sta je buiten."
Vriendelijk keek Leo hem aan en ging op bed liggen. De volgende ochtend verliet Daryl zijn kamer samen met zijn vriend en besloot het park in te wandelen dat pal achter het huis lag. Al snel bereikte hij een vijver en niet veel later een hondenveldje waar hij Leo even wilde laten ronddraven, toen hij iets onaangenaams ontdekte. Vlooien. Stevig borstelen bleek niet te helpen en zorgde er alleen maar voor dat Daryl ze nu zelf ook had. Hij moest snel op zoek naar een bad, maar het sportcentrum waar hij zich net na aankomst had opgefrist, bleek helaas niet toegankelijk voor honden. "Honden moeten aan de lijn, meneer." "Honden moeten aan de lijn hoor." Tegen de avond en inmiddels gek van de jeuk, zag hij ineens een landhuis liggen dat zo te zien open was voor publiek. Je kon nooit weten, het viel te proberen, het bleek nog een uur voor sluitingstijd en hopelijk was dat genoeg. Ook hier waren honden uiteraard niet toegestaan maar gelukkig werd er niet erg op gelet omdat het al laat was. Hij kocht een kaartje en liep naar binnen. Binnen bleek het uitgestorven. De meeste toeristen waren al vertrokken. Daryl liep met Leo door de vertrekken en, zodra hij een trap zag, naar boven. Bij de slaapvertrekken zouden de badkamers zich wel bevinden. Hij had gelijk. Onderweg had hij in een dierenwinkel vlooienshampoo gekocht, dat zou hij ook maar voor zichzelf gebruiken. Daarna was Leo aan de beurt. "Gelukt makker! En nu lekker schoon naar huis." Toen ze buiten kwamen, begon het net te regenen. Daryl maalde er niet om, maar Leo had er een hekel aan. Niks aan te doen, ze hadden nog een lange wandeling voor de boeg dus ze moesten erdoorheen. Samen met de vlooienshampoo had hij een riem gekocht om verder gezeur te voorkomen, hopend dat Leo het zou accepteren. Dat bleek gelukkig het geval. En op dat moment begon het te onweren. Een felle flits die gedurende enkele seconden de stad in een fel licht baadde, vrijwel onmiddellijk gevolgd door een dreunende donderslag. Leo schrok zich wild en voordat Daryl er erg in had, rukte hij zich los en rende weg. Roepen had geen zin, het dier was duidelijk in paniek. Daryl begon ook maar te rennen, in de hoop dat Leo het appartement terug zou weten te vinden. Dat bleek het geval. Toen hij thuiskwam, zat Leo hem ineengedoken op te wachten.
"Goed gedaan jongen", zei Daryl opgelucht en aaide hem geruststellend over zijn kleddernatte rug. "Kom, hoog tijd om te gaan slapen, ik val om. En denk erom, geen geblaf of gejank. Mevrouw Zure Tang mag je niet horen." De volgende ochtend bleek het weer gelukkig opgeknapt, maar Daryl had geen haast. Wekenlang hadden Leo en hij op straat geleefd, het was wel weer eens prettig om een eigen bank te hebben en een dak boven je hoofd. Hij had een etensbak en voer gekocht voor Leo, dat hij voor de zekerheid verstopte toen hij het huis verliet. Voor het geval de hospita onuitgenodigd zou komen rondneuzen. Leo rende, zodra ze buiten kwamen, meteen richting het park en Daryl vertrouwde er maar op dat hij 's avonds terug zou keren. Zelf wilde hij vandaag naar het strand om daar eens een kijkje te nemen en misschien wat te zwemmen. Onderweg wandelde hij langs een Rent-a-Car en omdat hij eigenlijk wel wat meer van de stad wilde zien dan hij wandelend zou kunnen behappen, besloot hij een auto te huren. Er was een pier met een restaurant en na iets gedronken te hebben, liep hij het strand op. Hij wilde wel in zee, maar iets hield hem tegen. De laatste keer dat hij gedoken had in zout water waren er akelige, mysterieuze dingen gebeurd die hem nog steeds niet loslieten. Hij kon maar beter een beetje voorzichtig zijn.Intussen begon hij wel in rap tempo uit te drogen, dus toen hij langs een zwembad kwam, leek hem dat een prima alternatief. Hij had geen idee hoe er op zijn vissenstaart gereageerd zou worden, maar dat merkte hij vanzelf. Was die kerel nou... Okay, bijzonder. Er kwamen nog meer mensen, maar de bewoners van deze stad waren kennelijk wel wat gewend en niet snel onder de indruk. Niemand besteedde aandacht aan het feit dat er een zeemeermin tussen hen in zwom. Daryl vermaakte zich prima. Knoopte een praatje aan met verschillende mensen, dook, zwom en liep af en toe naar de bar als hij dorst kreeg en naar de wc als er iets geloosd moest worden. En aan het eind van de middag maakte hij kennis met Audrey. Zijn voorstel na afloop om gewoon vrienden te blijven, leverde geen gelazer op gelukkig. Audrey bleek namelijk getrouwd. Met een vrouw.
"Af en toe heb ik gewoon zin in een kerel", zei ze, "dus bedankt en tot ziens."Er woonde beslist apart volk hier in Roaring Heights. Ze waren niet bepaald conventioneel.Daryl at wat, ontstopte de wc, douchte zich en terwijl het buiten langzamerhand donker werd, begon hij zich licht bezorgd af te vragen waar Leo uithing. Het park was het eerste waar hij ging kijken en daarmee was zijn zoektocht meteen ten einde. Een tijdje volgde hij zijn vriend vanaf een afstandje en net wilde hij naar hem toe wandelen, toen hij een schreeuw hoorde. Alsof iemand pijn had. "Wat is er aan de hand?!", riep hij terwijl hij op de vrouw afrende die even daarvoor dubbel gebogen naast een boom had gestaan en nu wegwandelde alsof er niets aan de hand was. Toen hij haar naderde, herkende hij haar als een van de bezoekers van het zwembad eerder die dag."Niks, de weeën zijn begonnen", antwoordde ze, "ik moet naar het ziekenhuis, mijn auto staat hier vlakbij."
"Ben je mal, je gaat niet rijden, ik breng je even", protesteerde Daryl en liep met haar mee. Onderweg was ze constant aan het woord, zichzelf af en toe onderbrekend om een wee weg te puffen, en zelfs toen ze het ziekenhuis binnenliepen stond haar mond niet stil. "Zal ik je man bellen?", bood Daryl aan toen hij haar afleverde bij de receptie. Ze knikte dankbaar en gaf hem het telefoonnummer. Toen hij terugkeerde in het park, tuurde hij ingespannen over de vijver naar het vreemde witte paard dat hem al was opgevallen voordat zijn aandacht was afgeleid door de zwangere vrouw. Het werd omgeven door een stralend, bijna sprookjesachtig licht en... was dat nou een hoorn? Toen hij naar het dier toeliep, zag hij dat het gezelschap had. Hij groette, waarop zowel vrouw als paard wegdraafden. De vrouw kwam niet meer terug, maar het paard dook spoedig daarna vanachter een boom weer op en leek hem nieuwsgierig te observeren. Daarna galoppeerde het opnieuw weg, om zich een stukje verderop om te draaien en hem weer voorzichtig te laten naderen. Alsof schuwheid en nieuwsgierigheid om voorrang streden en de nieuwsgierigheid het toch telkens won. Daryl was verrukt, het dier was onmiskenbaar een eenhoorn. Hij bleef het heel voorzichtig benaderen en slaagde erin steeds een klein stukje dichterbij te komen. Tot het dier zelfs uit zijn hand at. Het liefst was hij de hele nacht opgebleven, zo onbeschrijfelijk genoot hij ervan zo dichtbij dit magische dier te zijn, dat zich in toenemende mate door hem liet aanhalen, maar rond een uur of 3 viel hij bijna letterlijk om van de slaap en Leo zat inmiddels zachtjes te janken."Kom", zei hij tegen zijn makker, "we moeten gaan slapen." Nog eenmaal aaide hij de zilveren manen en toen liepen ze naar huis, waar ze onmiddellijk in een diepe slaap vielen.