Generatie 21 - deel 35, De woonboot
Nu Cameron besloten had niet meer op avontuur te gaan, moest ze bedenken hoe voortaan de eindjes aan elkaar te knopen. Terug naar de brandweer wilde ze niet en hoewel ze nog even vooruit kon met wat alle kunstschatten en edelstenen van haar laatste reis hadden opgebracht, een huishouden met vier monden om te voeden had een inkomen nodig.
Daryl had het intussen moeilijk. Makkertje was altijd zijn steun en toeverlaat geweest, een speelkameraadje dat altijd voor hem klaarstond, om de eenvoudige reden dat Daryl de enige was die hem kon zien en met hem kon spelen. Nu Makkertje niet langer een pop was, Paul heette en niet meer onzichtbaar was voor anderen, bleek dat ze elkaar weliswaar mochten maar tegelijkertijd een beetje uit elkaar groeiden. Dat kwam omdat Paul veel serieuzer en ijveriger was dan Daryl en dus eenvoudigweg vaak geen tijd had, maar het kwam ook omdat hij zich sneller leek te ontwikkelen. Waar Daryl het nog leuk vond om in het speeltuintje te spelen of tikkertje te doen, daar begon Paul dat op een geven moment te kinderachtig te vinden.
"Hoe kan het nou dat jij je verjaardag hebt gevierd en ik niet? Het zou allang zo ver moeten zijn en ze hebben ook gezegd dat jij en ik precies even oud zouden moeten zijn. Maar dat is niet zo. Hoe kan dat nou?"
Paul moest hem het antwoord schuldig blijven, hij snapte het ook niet. Jodie's beste vriendinnetje op school was haar halfzusje Esmeralda. Jodi speelde meestal bij haar thuis, omdat Esmeralda in het centrum woonde en niet zo ver van school, maar soms vonden ze het leuk de rollen om te draaien. Esmeralda was een dromerig en vriendelijk meisje en ook Daryl mocht haar graag. De ochtend van Jodie's verjaardag brak aan. Het kostte moeite Daryl uit bed te krijgen, hij was zo verdrietig. Wat was er toch mis met hem, waarom werd hij niet ouder? Eerlijk gezegd maakte ook Cameron zich zorgen, maar dat liet ze niet merken. Dat zou hem alleen maar dieper in de put helpen.
"Volgens de dokter ben je kerngezond", suste ze. "Je ontwikkeling gaat om de een of andere reden iets langzamer. Kom op, lekker taart eten, je hoort erbij. Anders krijg je achteraf spijt." Zoals op iedere verjaardag had zijn moeder ook voor Daryl een taart gebakken. Braaf blies hij de kaarsjes uit. En toen gebeurde er een wonder...! Op dit moment bestond er geen gelukkiger jongen op aarde dan Daryl Kobayne. Eindelijk mocht hij van die saaie lagere school af. Helaas bleek de middelbare school niet heel veel boeiender dan de basisschool. Ook daar moest je de hele dag in een broeierige klas doorbrengen, naar volwassenen luisteren die je van alles probeerden bij te brengen wat je geen lor interesseerde en als je dan eindelijk weg mocht, wachtte er bergen huiswerk. Terwijl Paul en Jodie zich daar vol ijver op stortten, raffelde Daryl het altijd een beetje af en ging dan snel leuke dingen doen. Soms nam hij niet eens de moeite naar huis te gaan maar deed zijn huiswerk zo'n beetje op het schoolplein, om er daarna op uit te trekken of naar het park te gaan. Ook solliciteerde hij met succes op een bijbaantje bij de supermarkt om de hoek. Op de vraag of hij een beetje flexibel inzetbaar was antwoordde hij bevestigend. "Ja hoor, wanneer u me maar nodig hebt." Voor zijn verjaardag had hij een fiets gekregen en daar koerste hij geregeld kris kras mee door Cielo Insolar. Hij kende de eilanden inmiddels op zijn duimpje. Op een middag besloot hij tijdens de schoollunch dat het voor vandaag welletjes was geweest, de buitenlucht lonkte. Hij liep naar buiten en fietste weg. Bij een parkje waar hij vaker kwam omdat het prachtig lag, zette hij zijn fiets op de standaard en wandelde het pad op om van het uitzicht te genieten. Iets wat hij vaker deed. Opeens had hij het gevoel dat er naar hem gekeken werd. Hij draaide zich om en zag een vrouw, die hem vanonder een parasol peinzend aankeek. Achter haar rug wapperden twee verblindend witte vleugels. Een elf! Daryl had nog nooit elfen gezien, maar wist dat een van zijn voorouders er een was geweest. Of liever: was. Elfen werden oud wist hij, vele malen ouder dan mensen, dus waarschijnlijk leefde ze nog. "Ik kwam eens een kijkje nemen", zei de elf vaag.
"Hoe bedoelt u?", vroeg Daryl, en liep naar haar toe.
"Voordat ik overstap. Kijken hoe jullie het maken." "Wie bedoelt u met jullie?"
"Jullie. Je moeder, jij en je zusje. Het is mooi dat onze liefde in jullie voortleeft, maak er iets moois van, je staat nog maar aan het begin. Jij bent een wilde, een halve zigeuner, laat niemand je ooit wijsmaken dat je dat moet beteugelen of verloochenen. De zelfdiscipline van je moeder stroomt ook door je aderen, dus het komt wel goed met je. Volg je eigen dromen."
Sprakeloos keek Daryl haar aan. Toen opende hij zijn mond. "Wie bent... u... Hoe kent u ons?"Dana Kobayne glimlachte haar dromerige lachje. Hetzelfde lachje dat Silas zoveel lange jaren geleden op slag betoverd had."Ben u echt een elf?", vroeg Daryl, toen een antwoord uitbleef. "Kunt u toveren?"
Dana giechelde, boog zich toen onverwacht naar voren en zwaaide even met haar hand. "Misschien", zei ze. "Doe je moeder maar de groeten, ik moet gaan. Ik ga Silas achterna. Vertel haar dat maar." Het volgende moment was ze verdwenen en danste er nog slechts heel even een fel lichtje voor zijn ogen, waarna het pijlsnel tussen de bomen wegschoot. Daryl haalde zijn schouders op en liep naar de rand van het park. Een tijdje genoot hij van wat dit eiland te bieden had. De diepblauwe zee die er nu stil en glad bij lag, de eilanden in de verte, de mistbanken die bij dit land hoorden als de palmbomen en de jacaranda's. Zijn oog viel op een oude woonboot, recht beneden hem. Hij had hem nooit eerder gezien, het ding kon bepaald een likje verf gebruiken. Misschien viel daar een centje mee bij te verdienen. Hij was halverwege het pad naar beneden, toen hij zonder enige aanleiding overspoeld werd door een plotseling opkomende misselijkheid. Hij greep naar zijn buik en haalde diep adem om het gevoel kwijt te raken, maar het hielp niet. Het volgende moment gaf hij over, midden op het pad. Althans, zo leek het, maar vreemd genoeg lag er nergens kots, hij zag alleen een kikker wegspringen. Zo snel als de misselijkheid was opgekomen, verdween hij ook weer en Daryl vervolgde zijn weg alsof er niets gebeurd was. Helaas bleek er niemand thuis, hij moest een andere keer maar terugkomen. Zo van dichtbij was het nog veel duidelijker dat deze boot in een armoedige staat verkeerde. Weer misselijk en wéér een kikker. Hij had warempel het idee dat het een met het ander te maken had, want wederom lag er nergens braaksel. Alleen een kikker die kwakend weghipte.Hij had op het punt gestaan naar huis te gaan, maar eigenlijk was hij nieuwsgierig naar de woonboot. Misschien kon hij even een kijkje nemen, nu de eigenaar toch van huis was. En als die onverhoopt terugkwam, kon hij alsnog onderhandelen over een bijbaantje. Wat leek het hem heerlijk om er eens echt op uit te varen, met je hele huis en alles wat je bezat bij je. Geen gezeur aan je hoofd, geen school, geen verplichtingen, klusjes doen zodat je net genoeg had om van te leven, meer had een mens toch niet nodig? En weer een kikker. Hij begon er nu wel van overtuigd te raken dat hij deze rare kwaal aan de mysterieuze elf te danken had. Misschien was het niet zo'n slim idee geweest haar te vragen of ze kon toveren. Hij wist niet bijzonder veel van elfen, maar wel dat ze van plagen hielden. Hij was al lang en breed thuis toen hij de allerlaatste ophoestte en de betovering kennelijk eindelijk was uitgewerkt. "Waar was je nou ineens vanmiddag?", vroeg Jodie. "Gonzalez was echt pissed, je zult er nog wel van horen. Bleef maar doorzeuren, alsof wij het konden helpen dat je ineens met de noorderzon vertrokken was."
"Gonzalez heeft niks te zeggen over waar ik wil uithangen", antwoordde Daryl. "Al dat geneuzel over plantjes en stampers en meeldraden en weet ik veel wat allemaal, dat leer ik wel uit het boek later, als we een toets hebben. Ik ben ze in het echt gaan bekijken, al die plantjes."
"Zo werkt het niet, Daryl", zuchtte Jodie. "Je moet aan je toekomst denken", zei Paul even later tegen hem. "Je wilt toch wat bereiken later?"
"Heb ik je wel eens over mijn vader verteld?", antwoordde Daryl. "Die heeft geen enkel diploma gehaald, nooit, in zijn hele leven niet. En toch woont hij nu in een villa. Niet dat ik dat per se wil trouwens, het enige dat ik bereiken wil is een leuk leven. En dat vind ik niet in de schoolbanken."
"Die schoolbanken zijn de route naar dat leuke leven", zei Paul droog.
"Dat vraag ik me af", schokschouderde Daryl. De volgende ochtend negeerde hij zijn wekker. Toen Jodie en Paul die middag thuiskwamen, vonden ze hun moeder in de speelkamer.
"Waar is je broer?", vroeg Cameron. "Ik ben gebeld door school."
Jodie zweeg.
"Je helpt hem niet door dingen voor me te verzwijgen", vervolgde Cameron. "Daryl en school gaan niet goed samen", kwam Paul tussenbeide. "Hij ziet het nut er niet van in." En toen tegen Jodie: "Zullen we tafelvoetballen?"Cameron reageerde niet en ging verder met het gooien van darts. Haar ogen stonden verdrietig. Daryl was intussen thuisgekomen, maar hij durfde niet zo goed naar binnen dus dat stelde hij nog even uit. Maar toen hij uiteindelijk wel naar binnen ging, zei Cameron helemaal niks. Überhaupt negeerde ze hem en dat vond hij eigenlijk nog erger dan wanneer hij een uitbrander had gekregen. Cameron zat er uiteraard enorm mee. Bij Columbine stortte ze haar hart uit. Dat ze heel bang was dat Daryl de genen van zijn vader had geërfd en voor galg en rad zou opgroeien. Ook een zwerver zou worden.
"Het is allemaal leuk en aardig dat Lance in een villa woont en met name River vindt dat blijkbaar uitermate gewichtig", hoonde ze, "maar dat was hem zonder een enorme dosis mazzel natuurlijk nooit gelukt. Het winnen van de loterij en het vinden van een lampgeest maken hem nou niet direct een lichtend voorbeeld. En ik ben bang dat zowel River als Daryl dat wel zo zien. Met haar andere vriendin Naomi liep de verhouding momenteel iets stroever, omdat Cameron via via had gehoord dat ze er een minnaar op nahield. Aan de ene kant besefte Cameron dat ze daar niets mee te maken had, niet in Naomi's en Emilio's privéleven kon kijken en dus niet kon oordelen. Aan de andere kant kon ze het niet helpen dat het een smet op de vriendschap en haar vertrouwen wierp. Ze zei niets tegen Emilio maar dat kostte haar moeite. Het stak haar ook een beetje dat Naomi haar niks vertelde en kennelijk geheimen voor haar had. Toen ze Emilio dus op een avond op een feestje zag, ontliep ze hem een beetje. Wat overigens niet moeilijk was, want tot haar verbijstering liep ze een andere gast tegen het lijf die haar volle aandacht trok."Komt u uit de toekomst?", vroeg ze plompverloren, zich maar al te goed het hologram van haar eigen moeder herinnerend jaren geleden. De man lachte raadselachtig.
"Dat zou je kunnen zeggen", antwoordde hij. "Laten we het erop houden dat ik tussen de tijden door zweef. Een beetje oog hou op hen die de reis gemaakt hebben." "Bent u de tijdreiziger?! Emit dinges? Mijn moeder heeft over u verteld. U gaat haar toch niet terughalen!?" "Je moeder woont hier toch helemaal niet?", was de droge reactie. "June doet het prima en jullie toekomstspiegel ligt er rustig bij. Ik zie geen ongeregeldheden of bedreigingen." "Hoeveel mensen lopen er eigenlijk rond die heen en weer gereisd zijn? Zou ik bijvoorbeeld een keer een kijkje daar kunnen nemen?"
"Laten we het erop houden dat ik er een dagelijkse klus aan heb de boel in goede banen te leiden. Maar ik ben geen reisbureau."En voor Cameron verder nog iets kon vragen klonk er een doffe mechanische piep en verdween het hologram.
Paul moest hem het antwoord schuldig blijven, hij snapte het ook niet. Jodie's beste vriendinnetje op school was haar halfzusje Esmeralda. Jodi speelde meestal bij haar thuis, omdat Esmeralda in het centrum woonde en niet zo ver van school, maar soms vonden ze het leuk de rollen om te draaien. Esmeralda was een dromerig en vriendelijk meisje en ook Daryl mocht haar graag. De ochtend van Jodie's verjaardag brak aan. Het kostte moeite Daryl uit bed te krijgen, hij was zo verdrietig. Wat was er toch mis met hem, waarom werd hij niet ouder? Eerlijk gezegd maakte ook Cameron zich zorgen, maar dat liet ze niet merken. Dat zou hem alleen maar dieper in de put helpen.
"Volgens de dokter ben je kerngezond", suste ze. "Je ontwikkeling gaat om de een of andere reden iets langzamer. Kom op, lekker taart eten, je hoort erbij. Anders krijg je achteraf spijt." Zoals op iedere verjaardag had zijn moeder ook voor Daryl een taart gebakken. Braaf blies hij de kaarsjes uit. En toen gebeurde er een wonder...! Op dit moment bestond er geen gelukkiger jongen op aarde dan Daryl Kobayne. Eindelijk mocht hij van die saaie lagere school af. Helaas bleek de middelbare school niet heel veel boeiender dan de basisschool. Ook daar moest je de hele dag in een broeierige klas doorbrengen, naar volwassenen luisteren die je van alles probeerden bij te brengen wat je geen lor interesseerde en als je dan eindelijk weg mocht, wachtte er bergen huiswerk. Terwijl Paul en Jodie zich daar vol ijver op stortten, raffelde Daryl het altijd een beetje af en ging dan snel leuke dingen doen. Soms nam hij niet eens de moeite naar huis te gaan maar deed zijn huiswerk zo'n beetje op het schoolplein, om er daarna op uit te trekken of naar het park te gaan. Ook solliciteerde hij met succes op een bijbaantje bij de supermarkt om de hoek. Op de vraag of hij een beetje flexibel inzetbaar was antwoordde hij bevestigend. "Ja hoor, wanneer u me maar nodig hebt." Voor zijn verjaardag had hij een fiets gekregen en daar koerste hij geregeld kris kras mee door Cielo Insolar. Hij kende de eilanden inmiddels op zijn duimpje. Op een middag besloot hij tijdens de schoollunch dat het voor vandaag welletjes was geweest, de buitenlucht lonkte. Hij liep naar buiten en fietste weg. Bij een parkje waar hij vaker kwam omdat het prachtig lag, zette hij zijn fiets op de standaard en wandelde het pad op om van het uitzicht te genieten. Iets wat hij vaker deed. Opeens had hij het gevoel dat er naar hem gekeken werd. Hij draaide zich om en zag een vrouw, die hem vanonder een parasol peinzend aankeek. Achter haar rug wapperden twee verblindend witte vleugels. Een elf! Daryl had nog nooit elfen gezien, maar wist dat een van zijn voorouders er een was geweest. Of liever: was. Elfen werden oud wist hij, vele malen ouder dan mensen, dus waarschijnlijk leefde ze nog. "Ik kwam eens een kijkje nemen", zei de elf vaag.
"Hoe bedoelt u?", vroeg Daryl, en liep naar haar toe.
"Voordat ik overstap. Kijken hoe jullie het maken." "Wie bedoelt u met jullie?"
"Jullie. Je moeder, jij en je zusje. Het is mooi dat onze liefde in jullie voortleeft, maak er iets moois van, je staat nog maar aan het begin. Jij bent een wilde, een halve zigeuner, laat niemand je ooit wijsmaken dat je dat moet beteugelen of verloochenen. De zelfdiscipline van je moeder stroomt ook door je aderen, dus het komt wel goed met je. Volg je eigen dromen."
Sprakeloos keek Daryl haar aan. Toen opende hij zijn mond. "Wie bent... u... Hoe kent u ons?"Dana Kobayne glimlachte haar dromerige lachje. Hetzelfde lachje dat Silas zoveel lange jaren geleden op slag betoverd had."Ben u echt een elf?", vroeg Daryl, toen een antwoord uitbleef. "Kunt u toveren?"
Dana giechelde, boog zich toen onverwacht naar voren en zwaaide even met haar hand. "Misschien", zei ze. "Doe je moeder maar de groeten, ik moet gaan. Ik ga Silas achterna. Vertel haar dat maar." Het volgende moment was ze verdwenen en danste er nog slechts heel even een fel lichtje voor zijn ogen, waarna het pijlsnel tussen de bomen wegschoot. Daryl haalde zijn schouders op en liep naar de rand van het park. Een tijdje genoot hij van wat dit eiland te bieden had. De diepblauwe zee die er nu stil en glad bij lag, de eilanden in de verte, de mistbanken die bij dit land hoorden als de palmbomen en de jacaranda's. Zijn oog viel op een oude woonboot, recht beneden hem. Hij had hem nooit eerder gezien, het ding kon bepaald een likje verf gebruiken. Misschien viel daar een centje mee bij te verdienen. Hij was halverwege het pad naar beneden, toen hij zonder enige aanleiding overspoeld werd door een plotseling opkomende misselijkheid. Hij greep naar zijn buik en haalde diep adem om het gevoel kwijt te raken, maar het hielp niet. Het volgende moment gaf hij over, midden op het pad. Althans, zo leek het, maar vreemd genoeg lag er nergens kots, hij zag alleen een kikker wegspringen. Zo snel als de misselijkheid was opgekomen, verdween hij ook weer en Daryl vervolgde zijn weg alsof er niets gebeurd was. Helaas bleek er niemand thuis, hij moest een andere keer maar terugkomen. Zo van dichtbij was het nog veel duidelijker dat deze boot in een armoedige staat verkeerde. Weer misselijk en wéér een kikker. Hij had warempel het idee dat het een met het ander te maken had, want wederom lag er nergens braaksel. Alleen een kikker die kwakend weghipte.Hij had op het punt gestaan naar huis te gaan, maar eigenlijk was hij nieuwsgierig naar de woonboot. Misschien kon hij even een kijkje nemen, nu de eigenaar toch van huis was. En als die onverhoopt terugkwam, kon hij alsnog onderhandelen over een bijbaantje. Wat leek het hem heerlijk om er eens echt op uit te varen, met je hele huis en alles wat je bezat bij je. Geen gezeur aan je hoofd, geen school, geen verplichtingen, klusjes doen zodat je net genoeg had om van te leven, meer had een mens toch niet nodig? En weer een kikker. Hij begon er nu wel van overtuigd te raken dat hij deze rare kwaal aan de mysterieuze elf te danken had. Misschien was het niet zo'n slim idee geweest haar te vragen of ze kon toveren. Hij wist niet bijzonder veel van elfen, maar wel dat ze van plagen hielden. Hij was al lang en breed thuis toen hij de allerlaatste ophoestte en de betovering kennelijk eindelijk was uitgewerkt. "Waar was je nou ineens vanmiddag?", vroeg Jodie. "Gonzalez was echt pissed, je zult er nog wel van horen. Bleef maar doorzeuren, alsof wij het konden helpen dat je ineens met de noorderzon vertrokken was."
"Gonzalez heeft niks te zeggen over waar ik wil uithangen", antwoordde Daryl. "Al dat geneuzel over plantjes en stampers en meeldraden en weet ik veel wat allemaal, dat leer ik wel uit het boek later, als we een toets hebben. Ik ben ze in het echt gaan bekijken, al die plantjes."
"Zo werkt het niet, Daryl", zuchtte Jodie. "Je moet aan je toekomst denken", zei Paul even later tegen hem. "Je wilt toch wat bereiken later?"
"Heb ik je wel eens over mijn vader verteld?", antwoordde Daryl. "Die heeft geen enkel diploma gehaald, nooit, in zijn hele leven niet. En toch woont hij nu in een villa. Niet dat ik dat per se wil trouwens, het enige dat ik bereiken wil is een leuk leven. En dat vind ik niet in de schoolbanken."
"Die schoolbanken zijn de route naar dat leuke leven", zei Paul droog.
"Dat vraag ik me af", schokschouderde Daryl. De volgende ochtend negeerde hij zijn wekker. Toen Jodie en Paul die middag thuiskwamen, vonden ze hun moeder in de speelkamer.
"Waar is je broer?", vroeg Cameron. "Ik ben gebeld door school."
Jodie zweeg.
"Je helpt hem niet door dingen voor me te verzwijgen", vervolgde Cameron. "Daryl en school gaan niet goed samen", kwam Paul tussenbeide. "Hij ziet het nut er niet van in." En toen tegen Jodie: "Zullen we tafelvoetballen?"Cameron reageerde niet en ging verder met het gooien van darts. Haar ogen stonden verdrietig. Daryl was intussen thuisgekomen, maar hij durfde niet zo goed naar binnen dus dat stelde hij nog even uit. Maar toen hij uiteindelijk wel naar binnen ging, zei Cameron helemaal niks. Überhaupt negeerde ze hem en dat vond hij eigenlijk nog erger dan wanneer hij een uitbrander had gekregen. Cameron zat er uiteraard enorm mee. Bij Columbine stortte ze haar hart uit. Dat ze heel bang was dat Daryl de genen van zijn vader had geërfd en voor galg en rad zou opgroeien. Ook een zwerver zou worden.
"Het is allemaal leuk en aardig dat Lance in een villa woont en met name River vindt dat blijkbaar uitermate gewichtig", hoonde ze, "maar dat was hem zonder een enorme dosis mazzel natuurlijk nooit gelukt. Het winnen van de loterij en het vinden van een lampgeest maken hem nou niet direct een lichtend voorbeeld. En ik ben bang dat zowel River als Daryl dat wel zo zien. Met haar andere vriendin Naomi liep de verhouding momenteel iets stroever, omdat Cameron via via had gehoord dat ze er een minnaar op nahield. Aan de ene kant besefte Cameron dat ze daar niets mee te maken had, niet in Naomi's en Emilio's privéleven kon kijken en dus niet kon oordelen. Aan de andere kant kon ze het niet helpen dat het een smet op de vriendschap en haar vertrouwen wierp. Ze zei niets tegen Emilio maar dat kostte haar moeite. Het stak haar ook een beetje dat Naomi haar niks vertelde en kennelijk geheimen voor haar had. Toen ze Emilio dus op een avond op een feestje zag, ontliep ze hem een beetje. Wat overigens niet moeilijk was, want tot haar verbijstering liep ze een andere gast tegen het lijf die haar volle aandacht trok."Komt u uit de toekomst?", vroeg ze plompverloren, zich maar al te goed het hologram van haar eigen moeder herinnerend jaren geleden. De man lachte raadselachtig.
"Dat zou je kunnen zeggen", antwoordde hij. "Laten we het erop houden dat ik tussen de tijden door zweef. Een beetje oog hou op hen die de reis gemaakt hebben." "Bent u de tijdreiziger?! Emit dinges? Mijn moeder heeft over u verteld. U gaat haar toch niet terughalen!?" "Je moeder woont hier toch helemaal niet?", was de droge reactie. "June doet het prima en jullie toekomstspiegel ligt er rustig bij. Ik zie geen ongeregeldheden of bedreigingen." "Hoeveel mensen lopen er eigenlijk rond die heen en weer gereisd zijn? Zou ik bijvoorbeeld een keer een kijkje daar kunnen nemen?"
"Laten we het erop houden dat ik er een dagelijkse klus aan heb de boel in goede banen te leiden. Maar ik ben geen reisbureau."En voor Cameron verder nog iets kon vragen klonk er een doffe mechanische piep en verdween het hologram.