Generatie 18, fotodagboek - deel 7, Bezoek
De volgende avond wandelde ik rustig naar het adres op het briefje - het bleek niet ver dan de herberg - en belde aan. Een nogal gezette dame deed open en meldde een beetje verbaasd dat Shun Guang helaas nog niet thuis was en of ik zeker wist dat ze deze avond had bedoeld. Ja, dat wist ik zeker, waarna ze vroeg of ik dan misschien even op haar wilde wachten.
Ik vond het maar raar allemaal en besloot dat maximaal een kwartiertje te doen en intussen de tijd te doden met een speelballetje. Dat bleek mijn gastvrouw kennelijk heel leuk te vinden en al snel deed ze vrolijk mee. Voor zo'n zwaarlijvig type was ze verrassend lenig.Op het moment dat ik besloot terug naar de herberg te gaan hoorde ik de voordeur dichtslaan.
"Jij hebt een gast vanavond?", vroeg de dikke dame met opgetrokken wenkbrauwen toen Shun binnen kwam wandelen, waarop die kort knikte en zich tot mij wendde."Het spijt me dat ik je liet wachten, ik werd opgehouden."
"Het geeft niet", zei ik, want dat zeg ik altijd in zo'n geval, terwijl ik me dan net een kwartier heb lopen ergeren en het dus eigenlijk wel geeft maar ja, wat heeft het voor zin de sfeer verder te verzieken.We aten iets samen en ik begon haar eigenlijk steeds mooier te vinden. Een echte dame, totaal anders dan de meiden op de campus, en ik moet bekennen dat ik daar een beetje verlegen van werd.Na het eten vroeg ze of ik bleef logeren en ik wilde eerlijk gezegd best meer met haar maar ik durfde simpelweg geen initiatief te nemen, bang dat ik haar zou beledigen. Zelfs niet toen ik op het punt stond het licht uit te doen en zij ineens mijn kamer in kwam en naast me op bed ging liggen. Ik begon wat te babbelen over schilderkunst en over, nou ja, weet ik niet meer, allerlei dingen en het was heel gezellig tot ik per ongeluk een keer gaapte. "Ben je moe?", vroeg ze lachend, "wil je gaan slapen?" Ik knikte maar, waarop ze me wat vreemd aankeek, zei dat dat goed was en vertrok. Wat me bezielde? Geen idee.De volgende ochtend was er nog niemand beneden toen ik wakker werd, dus ik maakte wat wafels voor mezelf en vertrok. Op het bord bij de herberg waren nieuwe briefjes toegevoegd en ik pakte er eentje die enorm spannend klonk. Nou kon het zijn dat de opdrachtgever het allemaal een beetje dik aanzette met zijn 'magische' relikwie en 'enorme keien te lijf gaan', maar dat maakte me niet uit.Het kostte een halve dag klimmen om de tombe te bereiken omdat die zich ergens hoog in de bergen bevond, maar dat vond ik niet erg. De uitzichten over het dal van Shang Simla waren adembenemend mooi dus dat pikte ik gratis even mee.De Hemelse Tempel zelf lag er prachtig bij maar ik besloot hem verder links te laten liggen. Om een tombe te bereiken moet je naar beneden dus ik had het gevoel dat ik beter in een van de bijgebouwtjes kon beginnen te zoeken naar een ingang en ik had gelijk. Via onderaardse tunnels bereikte ik een enorm doolhof en eigenlijk zag ik het relikwie al vrij snel hangen. Maar om er te komen was een tweede.Ik weet niet hoeveel trappen ik beklommen en afgedaald heb, maar je zult mij nooit meer horen klagen over de trappen bij de herberg. Uiteindelijk, toen ik werkelijk de moed begon op te geven, liep ik een hoek om en daar hing hij ineens, pal voor mijn neus.
Dolblij tilde ik hem meteen uit zijn hengsels en het volgende moment begint het te bliksemen en te donderen en dat ding te sidderen in mijn handen, ik liet hem bijna vallen.Toen wist ik dus dat die kerel helemaal niet had overdreven, dat ik wel degelijk iets magisch in handen had. En een klein moment twijfelde ik of ik hem überhaupt wel zou gaan afleveren. Ik wilde hem eigenlijk gewoon veel liever zelf houden.Maar toen bedacht ik dat dat bij nader inzien toch niet zo'n slim idee was. Dat de Chinezen me dan in het vervolg misschien zouden gaan wantrouwen en geen belangrijke opdrachten meer zouden geven. Dus vermande ik me en besloot het ding keurig te gaan overhandigen.Ik had alleen totaal geen zin om die hele wandeling in omgekeerde richting terug naar het dorp te gaan maken, dus zocht ik een rustig plekje om te mediteren en transporteerde mezelf een paar uurtjes later terug naar de herberg, waar mijn opdrachtgever net in een nogal verhit gesprek verwikkeld was met - zo bleek later - zijn vrouw, in wie ik onmiddellijk de illustere Hui Young Kim herkende.Ik onderbrak hun woordenwisseling en zijn reactie op de bijl was op zijn zachtst gezegd verrassend. Zodra ik hem wilde overhandigen maakte hij een afwerend gebaar en gaf aan dat het ding misschien beter af was in mijn bezit en dat hij in dat geval meteen een nieuwe opdracht voor me had om een relikwie te gaan zoeken in de Hete Bron.
"Een enorm rotsblok blokkeert de toegang, maar dat is nu geen probleem meer voor je."Eerlijk gezegd vroeg ik me af of dit niet vanaf het begin zijn bedoeling was geweest, maar als hij denkt dat hij de bijl nu ooit nog terugkrijgt van me vergist hij zich. Ik beschouw hem nu als een schenking van hem aan mij.De volgende ochtend ging ik meteen naar de Hete Bron, vond na enig zoeken het rotsblok en kleunde hem in een simpele slag met de bijl doormidden. Wat een kick!De tombe deed zijn naam eer aan, veel vuur en veel stoom.
Nadat ik via een lange tunnel was binnengeraakt kwam ik meteen vast te zitten, met geen mogelijkheid kon ik verder als ik niet in een geroosterde kip wilde veranderen. Ik zag twee boekenkasten staan en besloot te kijken of daar misschien iets in stond wat me verder kon helpen. Helaas was alles Chinees voor me, maar op dat moment stopte ineens het gebulder van de vlammen achter me en bleken alleen de stoomvallen nog te werken. Daar ben ik toen gewoon maar doorheen gesprongen.Nadat ik het relikwie naar meneer Kim had gebracht - hij zei niks meer over de bijl en ik natuurlijk ook niet - besloot ik bij Shun langs te gaan. Ik was een paar dagen daarvoor natuurlijk best een beetje raar verdwenen ineens en ik wilde mijn excuses aanbieden.Hoewel het nog niet echt laat was bleek ze al in haar negligé rond te lopen en ze leek onaangenaam verrast door mijn bezoek.
"We hebben gasten", zei ze, "het komt niet echt gelegen nu Silas. Vind je het goed als we morgen ergens afspreken?"
Ik stamelde dat ik alleen even langskwam om te zeggen dat het me speet dat ik zomaar was vertrokken zonder te bedanken voor haar gastvrijheid en daarna maakte ik dat ik wegkwam. Iets aan de sfeer binnen was onprettig en ook zij deed onprettig en het zat me een beetje dwars, zonder dat ik er mijn vinger op kon leggen wat precies.De volgende avond ging ik naar de Academie om wat te sparren, toen ik in het voorbijgaan werd aangesproken door de man die ik bij Shun thuis had aangetroffen tijdens mijn laatste bezoek. "Als we daar onze naïeve westerling niet hebben die vrijwillig Madame Shuns traktatie in de wind heeft geslagen. Dat is voor sommigen van ons hier een maandsalaris."Hij grinnikte het een beetje binnensmonds - op een nogal neerbuigende manier - en hoewel ik op dat moment geen idee had wat hij nou precies wilde zeggen kreeg ik een kop als een boei. Pas later, tijdens de stille uren waarin ik mediteerde in de Verlichtingstuin en mijn gedachten zich als vanzelf ordenden, drong heel langzaam tot me door wat hij bedoelde en viel alles op z'n plek.Zodra het ochtend werd ging ik opnieuw bij Shun langs. Zwijgend hoorde ze mijn monoloog aan en zei toen: "Ik begrijp uit je woorden dat je boos op me bent en dat spijt me. Ik was me er niet van bewust dat onze banden van dien aard waren dat ik bepaalde verwachtingen had gewekt die rechtvaardigen dat je me nu de les leest. En ik snap ook niet zo goed waarom je je beledigd voelt, er is immers niets gebeurd tussen ons, je deugdzaamheid gered?""Als ik had geweten wat je achtergrond was en wat je uitnodiging inhield was ik er nooit op ingegaan", antwoordde ik. "Ik vat die uitnodiging nu inderdaad op als een belediging en ik ben blij dat ik niet per ongeluk verliefd op je ben geworden."
"Des te beter", prevelde ze zacht, waarna ik vertrok.Ik verliet China eerder dan gepland en trof thuis Monte Castiglione aan in een van de druilerigste lentes die het ooit beleefd heeft. Een dagenlange mist doopte zowel het landschap als mijn humeur in melancholie en ik voerde niet zo heel veel uit.En toen kreeg ik bezoek. Lieve, kleine, zachte, warmbloedige Denise, die in een impuls besloot weer eens bij haar oude vriend langs te gaan en me met haar opgeruimde karakter en makkelijke levenshouding uit mijn dipje trok.De rest van de lente bracht ik met haar door. We maakten lol, bezochten samen feestjes (mijn moeders glinsterende ogen waren ontroerend), lummelden hele dagen in huis en we vreeën, natuurlijk, waarna ze zich steevast als een warm katje in mijn armen krulde en we samen in slaap vielen. Zoveel jaar geleden was Denise de aanleiding voor mijn misère, dit keer bracht ze me troost.Uiteindelijk bleef ze een maand bij me en kon de lange, hete zomer beginnen. Ik had er zin in.
Het was niet lang na Denise's vertrek dat ik op een nacht badend in het zweet wakker werd, me onmiddellijk realiserend dat ik van Dana gedroomd had. Dat gebeurt vaker en meestal hebben die dromen een verdrietige ondertoon, een gevoel van diepe eenzaamheid. Ik sta dan altijd even op om iets te drinken en slaap daarna weer in.Deze keer was het anders. Ik kan niet exact omschrijven met wat voor gevoel ik ditmaal wakker werd, maar ik besloot toch die slok water even te gaan nemen en dan weer terug te kruipen. Ik ging rechtop zitten toen ik ineens een vreemd geluidje hoorde buiten en aan het streepje licht onder de deur zag dat er iets gaande was achter mijn huis.
Ik vond het maar raar allemaal en besloot dat maximaal een kwartiertje te doen en intussen de tijd te doden met een speelballetje. Dat bleek mijn gastvrouw kennelijk heel leuk te vinden en al snel deed ze vrolijk mee. Voor zo'n zwaarlijvig type was ze verrassend lenig.Op het moment dat ik besloot terug naar de herberg te gaan hoorde ik de voordeur dichtslaan.
"Jij hebt een gast vanavond?", vroeg de dikke dame met opgetrokken wenkbrauwen toen Shun binnen kwam wandelen, waarop die kort knikte en zich tot mij wendde."Het spijt me dat ik je liet wachten, ik werd opgehouden."
"Het geeft niet", zei ik, want dat zeg ik altijd in zo'n geval, terwijl ik me dan net een kwartier heb lopen ergeren en het dus eigenlijk wel geeft maar ja, wat heeft het voor zin de sfeer verder te verzieken.We aten iets samen en ik begon haar eigenlijk steeds mooier te vinden. Een echte dame, totaal anders dan de meiden op de campus, en ik moet bekennen dat ik daar een beetje verlegen van werd.Na het eten vroeg ze of ik bleef logeren en ik wilde eerlijk gezegd best meer met haar maar ik durfde simpelweg geen initiatief te nemen, bang dat ik haar zou beledigen. Zelfs niet toen ik op het punt stond het licht uit te doen en zij ineens mijn kamer in kwam en naast me op bed ging liggen. Ik begon wat te babbelen over schilderkunst en over, nou ja, weet ik niet meer, allerlei dingen en het was heel gezellig tot ik per ongeluk een keer gaapte. "Ben je moe?", vroeg ze lachend, "wil je gaan slapen?" Ik knikte maar, waarop ze me wat vreemd aankeek, zei dat dat goed was en vertrok. Wat me bezielde? Geen idee.De volgende ochtend was er nog niemand beneden toen ik wakker werd, dus ik maakte wat wafels voor mezelf en vertrok. Op het bord bij de herberg waren nieuwe briefjes toegevoegd en ik pakte er eentje die enorm spannend klonk. Nou kon het zijn dat de opdrachtgever het allemaal een beetje dik aanzette met zijn 'magische' relikwie en 'enorme keien te lijf gaan', maar dat maakte me niet uit.Het kostte een halve dag klimmen om de tombe te bereiken omdat die zich ergens hoog in de bergen bevond, maar dat vond ik niet erg. De uitzichten over het dal van Shang Simla waren adembenemend mooi dus dat pikte ik gratis even mee.De Hemelse Tempel zelf lag er prachtig bij maar ik besloot hem verder links te laten liggen. Om een tombe te bereiken moet je naar beneden dus ik had het gevoel dat ik beter in een van de bijgebouwtjes kon beginnen te zoeken naar een ingang en ik had gelijk. Via onderaardse tunnels bereikte ik een enorm doolhof en eigenlijk zag ik het relikwie al vrij snel hangen. Maar om er te komen was een tweede.Ik weet niet hoeveel trappen ik beklommen en afgedaald heb, maar je zult mij nooit meer horen klagen over de trappen bij de herberg. Uiteindelijk, toen ik werkelijk de moed begon op te geven, liep ik een hoek om en daar hing hij ineens, pal voor mijn neus.
Dolblij tilde ik hem meteen uit zijn hengsels en het volgende moment begint het te bliksemen en te donderen en dat ding te sidderen in mijn handen, ik liet hem bijna vallen.Toen wist ik dus dat die kerel helemaal niet had overdreven, dat ik wel degelijk iets magisch in handen had. En een klein moment twijfelde ik of ik hem überhaupt wel zou gaan afleveren. Ik wilde hem eigenlijk gewoon veel liever zelf houden.Maar toen bedacht ik dat dat bij nader inzien toch niet zo'n slim idee was. Dat de Chinezen me dan in het vervolg misschien zouden gaan wantrouwen en geen belangrijke opdrachten meer zouden geven. Dus vermande ik me en besloot het ding keurig te gaan overhandigen.Ik had alleen totaal geen zin om die hele wandeling in omgekeerde richting terug naar het dorp te gaan maken, dus zocht ik een rustig plekje om te mediteren en transporteerde mezelf een paar uurtjes later terug naar de herberg, waar mijn opdrachtgever net in een nogal verhit gesprek verwikkeld was met - zo bleek later - zijn vrouw, in wie ik onmiddellijk de illustere Hui Young Kim herkende.Ik onderbrak hun woordenwisseling en zijn reactie op de bijl was op zijn zachtst gezegd verrassend. Zodra ik hem wilde overhandigen maakte hij een afwerend gebaar en gaf aan dat het ding misschien beter af was in mijn bezit en dat hij in dat geval meteen een nieuwe opdracht voor me had om een relikwie te gaan zoeken in de Hete Bron.
"Een enorm rotsblok blokkeert de toegang, maar dat is nu geen probleem meer voor je."Eerlijk gezegd vroeg ik me af of dit niet vanaf het begin zijn bedoeling was geweest, maar als hij denkt dat hij de bijl nu ooit nog terugkrijgt van me vergist hij zich. Ik beschouw hem nu als een schenking van hem aan mij.De volgende ochtend ging ik meteen naar de Hete Bron, vond na enig zoeken het rotsblok en kleunde hem in een simpele slag met de bijl doormidden. Wat een kick!De tombe deed zijn naam eer aan, veel vuur en veel stoom.
Nadat ik via een lange tunnel was binnengeraakt kwam ik meteen vast te zitten, met geen mogelijkheid kon ik verder als ik niet in een geroosterde kip wilde veranderen. Ik zag twee boekenkasten staan en besloot te kijken of daar misschien iets in stond wat me verder kon helpen. Helaas was alles Chinees voor me, maar op dat moment stopte ineens het gebulder van de vlammen achter me en bleken alleen de stoomvallen nog te werken. Daar ben ik toen gewoon maar doorheen gesprongen.Nadat ik het relikwie naar meneer Kim had gebracht - hij zei niks meer over de bijl en ik natuurlijk ook niet - besloot ik bij Shun langs te gaan. Ik was een paar dagen daarvoor natuurlijk best een beetje raar verdwenen ineens en ik wilde mijn excuses aanbieden.Hoewel het nog niet echt laat was bleek ze al in haar negligé rond te lopen en ze leek onaangenaam verrast door mijn bezoek.
"We hebben gasten", zei ze, "het komt niet echt gelegen nu Silas. Vind je het goed als we morgen ergens afspreken?"
Ik stamelde dat ik alleen even langskwam om te zeggen dat het me speet dat ik zomaar was vertrokken zonder te bedanken voor haar gastvrijheid en daarna maakte ik dat ik wegkwam. Iets aan de sfeer binnen was onprettig en ook zij deed onprettig en het zat me een beetje dwars, zonder dat ik er mijn vinger op kon leggen wat precies.De volgende avond ging ik naar de Academie om wat te sparren, toen ik in het voorbijgaan werd aangesproken door de man die ik bij Shun thuis had aangetroffen tijdens mijn laatste bezoek. "Als we daar onze naïeve westerling niet hebben die vrijwillig Madame Shuns traktatie in de wind heeft geslagen. Dat is voor sommigen van ons hier een maandsalaris."Hij grinnikte het een beetje binnensmonds - op een nogal neerbuigende manier - en hoewel ik op dat moment geen idee had wat hij nou precies wilde zeggen kreeg ik een kop als een boei. Pas later, tijdens de stille uren waarin ik mediteerde in de Verlichtingstuin en mijn gedachten zich als vanzelf ordenden, drong heel langzaam tot me door wat hij bedoelde en viel alles op z'n plek.Zodra het ochtend werd ging ik opnieuw bij Shun langs. Zwijgend hoorde ze mijn monoloog aan en zei toen: "Ik begrijp uit je woorden dat je boos op me bent en dat spijt me. Ik was me er niet van bewust dat onze banden van dien aard waren dat ik bepaalde verwachtingen had gewekt die rechtvaardigen dat je me nu de les leest. En ik snap ook niet zo goed waarom je je beledigd voelt, er is immers niets gebeurd tussen ons, je deugdzaamheid gered?""Als ik had geweten wat je achtergrond was en wat je uitnodiging inhield was ik er nooit op ingegaan", antwoordde ik. "Ik vat die uitnodiging nu inderdaad op als een belediging en ik ben blij dat ik niet per ongeluk verliefd op je ben geworden."
"Des te beter", prevelde ze zacht, waarna ik vertrok.Ik verliet China eerder dan gepland en trof thuis Monte Castiglione aan in een van de druilerigste lentes die het ooit beleefd heeft. Een dagenlange mist doopte zowel het landschap als mijn humeur in melancholie en ik voerde niet zo heel veel uit.En toen kreeg ik bezoek. Lieve, kleine, zachte, warmbloedige Denise, die in een impuls besloot weer eens bij haar oude vriend langs te gaan en me met haar opgeruimde karakter en makkelijke levenshouding uit mijn dipje trok.De rest van de lente bracht ik met haar door. We maakten lol, bezochten samen feestjes (mijn moeders glinsterende ogen waren ontroerend), lummelden hele dagen in huis en we vreeën, natuurlijk, waarna ze zich steevast als een warm katje in mijn armen krulde en we samen in slaap vielen. Zoveel jaar geleden was Denise de aanleiding voor mijn misère, dit keer bracht ze me troost.Uiteindelijk bleef ze een maand bij me en kon de lange, hete zomer beginnen. Ik had er zin in.
Het was niet lang na Denise's vertrek dat ik op een nacht badend in het zweet wakker werd, me onmiddellijk realiserend dat ik van Dana gedroomd had. Dat gebeurt vaker en meestal hebben die dromen een verdrietige ondertoon, een gevoel van diepe eenzaamheid. Ik sta dan altijd even op om iets te drinken en slaap daarna weer in.Deze keer was het anders. Ik kan niet exact omschrijven met wat voor gevoel ik ditmaal wakker werd, maar ik besloot toch die slok water even te gaan nemen en dan weer terug te kruipen. Ik ging rechtop zitten toen ik ineens een vreemd geluidje hoorde buiten en aan het streepje licht onder de deur zag dat er iets gaande was achter mijn huis.