Generatie 16 - deel 5, Honeymoon
Als ze twee jaar samen zijn, stelt Dorian op een middag voor om een keer samen op vakantie te gaan.
"Op vakantie? En waar wil je dan heen?"
Dorian haalt zijn schouders op. "Frankrijk?", oppert hij nonchalant.
Milan begint te lachen. "Dat achteloze gebaartje, ik zou er bijna intrappen."Licht beledigd begint Dorian zich te verdedigen.
"Ik ga niet op avontuur en ook geen nectar brouwen. Wel proeven natuurlijk, maar daar kan zo'n ouwe zuipschuit als jij geen bezwaar tegen hebben!"
"Proeven", herhaalt Milan plagerig. "Proeven en weer uitspugen?"
"Ben jij gek, da's zonde. Maar zullen we het doen? Romantisch met zijn tweetjes drie weken lekker niks doen?"
Milan knikt. "Ik zal verlof aanvragen. Jammer dat het geen huwelijksreis wordt, dan krijg je vrij." Veelbetekenend kijkt hij Dorian aan.
Die bromt. "Ik trouw niet, dat weet je. Ik hou echt niet meer van je als ik een stom papiertje heb. En bovendien krijg ik er nooit een serieus 'ja' uit als je in een witte jurk naast me staat."Milan grinnikt.Het worden heerlijke, lome, ontspannen weken, waarin ze voor niemand oog hebben dan voor elkaar. Ze logeren in de herberg, en bekijken 's morgens wat ze die dag zoal zullen gaan doen.Naar het museum bijvoorbeeld, waar het heerlijk koel is en rustig en waar Dorian kan opscheppen dat hij hartstikke vaak in een Egyptische sarcofaag heeft geslapen, die gewoon achter zijn vaders huis staat, onder de arcade.En ze maken een lange wandeling naar het oude aquaduct en wachten twee uur lang rustig in het zonnetje tot de stoomtrein langskomt.
Om daarna te vieren dat hij is langsgekomen.En soms hebben ze helemaal nergens zin in en hangen lekker rond bij het zwembad tot de avond valt."En dan gaan we nu iets spannends doen!", roept Dorian na een week.
"Kijk", wijst Milan naar de horizon, terwijl ze samen uitkijken over het Franse landschap, "er komt rotweer aan."
"Of een reuze zwerm sprinkhanen", grijnst Dorian, die inmiddels bekend is met de angst van zijn vriend voor kleine beestjes.Af en toe kan Dorian het toch niet laten om een schuine blik op het avonturenbord te werpen, maar daar trekt Milan hem streng weg."Ik vertik het om zo'n akelige tombe in te gaan. Ik heb er geen problemen mee om 500 meter boven de grond te zweven, maar ik ga er voor geen goud onder."
"Jajajajajaja, ik keek alleen even. Rustig maar, er zit toch niks interessants tussen."
Op de achtste dag plukt hij toch stiekem een briefje weg en steekt het in zijn zak. Je weet immers nooit of zich onverwacht een gelegenheid zal voordoen?"Aan het einde van de tweede week maken ze een wandelingetje over de velden en komen uit bij de rivier. Het water knabbelt met zacht slurpende geluidjes aan de oever en ze staren naar Parijs in de verte."De Eiffeltoren", zegt Milan.
"Zijn we van de week al op geweest", antwoordt Dorian en krabbelt aan zijn arm.
Milan kijkt hem lachend aan. "Volgens mij begin jij een beetje ongedurig te worden", zegt hij."Helemaal niet!", roept Dorian. "Het is hier fijn met je!"
Milan knipoogt en wil net iets terugzeggen, als zijn telefoon gaat."Een week nog", zegt hij, in antwoord op een vraag die hem kennelijk gesteld wordt aan de andere kant van de lijn. Even luistert hij. Dan zegt hij: "Dat kan ik niet in mijn eentje beslissen, dat moet ik met mijn vriend overleggen. Ik bel terug."Vragend kijkt Dorian hem aan.
"Er is een collega ziek", legt Milan uit. "En nu vragen ze of ik in zijn plaats een rechtszaak kan bijwonen om verslag te doen."
"Dat is wel een kans, hè?", zegt Dorian.
Milan knikt. "Maar het is natuurlijk niet echt leuk voor jou. Ik moet meteen weg namelijk als ik het doe, dus het zou de vakantie abrupt afbreken."Hij draait zich om en begint de oever af zweven, in de richting van het dorp.Dorian volgt hem "Jij gaat naar die rechtszaak! Frankrijk loopt niet weg en deze kans wel."
"Maar ik moet ervoor naar de stad en het neemt een paar dagen in beslag, ik ben niet eens thuis. Voor jou is het niet bepaald een leuk einde van de vakantie."
"Wie zegt dat ik meega? Ik maak de vakantie hier af. Ik vind dat je het moet doen en maak je over mij maar geen zorgen."
"Heeft je opofferingsgezindheid misschien ook te maken met dat briefje dat ik je zo heimelijk in je zak heb zien steken?", lacht Milan.
"Ik ga me niet vervelen", geeft Dorian schoorvoetend toe, "maar voor de rest zijn mijn motieven louter nobel van aard."Milan lacht weer en bukt zich dan.Een Grote Geelkuif kaketoe springt op zijn arm en Milan begint tegen hem te praten.
"Wat een mooie vogel ben jij. Ja, wat een mooie witte vogel ben jij. En kijk toch eens naar dat prachtige gouden kroontje."
"Kaketoes schijnen heel intelligente beestjes te zijn", zegt Dorian droog. "Misschien kun je het niveau van je conversatie iets opkrikken, straks gaat hij zich nog aan je ergeren."Alsof hij Dorians woorden wil bevestigen schiet de kaketoe ineens naar voren en zet zijn snavel stevig in Milans vinger.
"Auw!", schreeuwt die. "Haha!", schatert Dorian. "Dat wordt gebraden kaketoe vanavond.""Helemaal niet", snuift Milan. "Sterker, ik neem hem mee naar huis en ik noem hem Sylvester. Ik krijg hem wel tam."Als ze de vogel naar de hotelkamer hebben gebracht en iets hebben gegeten, gaan ze nog even het dorp in.
"Dus je weet het zeker?", vraag Milan nog een laatste keer, terwijl hij gaat zitten.
"Je hebt toch al teruggebeld? Zou lullig zijn als ik nu nog terugkrabbelde." Dorian lacht. "Ja, het is echt prima, ik hoop dat je het goed doet en indruk maakt."Het loopt al tegen elf uur als ze opstaan.
"Mijn taxi komt zo", zegt Milan.
Ze hebben afgesproken dat Dorian alle bagage mee naar huis zal nemen, zodat Milan meteen door kan en niet eerst langs huis hoeft. Een beetje dralend staan ze tegenover elkaar en vinden niet zo goed de woorden voor een afscheid."Ik vind het gewoon toch niet leuk eindigen zo", mompelt Milan.
"Het was een heerlijke vakantie en over een week zien we elkaar weer", troost Dorian hem. Milan knikt.
"Ik hou van je", zegt hij zacht.
"En ik van jou", antwoordt Dorian.Als Milan in de taxi stapt, heeft Dorian het toch heel even moeilijk. Hij zwaait tot de auto de bocht om draait en slentert dan wat rond op het plein. Het klopt dat hij zich een beetje begon te vervelen, maar dat gold zeker niet voor Milans gezelschap. Als hij langzaam een brok in zijn keel voelt opkomen vermant hij zich, en haalt resoluut het briefje uit zijn zak. Hij kan maar beter meteen aan de slag gaan, in plaats van te sikkeneuren.Even later staat hij bij een wildvreemde Fransman in de huiskamer en lacht plichtmatig om diens grapjes.
"Nou", zegt hij na een half uurtje, "vertelt u eens. Waar is die kelder?"
"Wil je nu nog naar beneden, na middernacht?" Dorian knikt.Hij vindt het geweldig en spannend en de adrenaline bruist door zijn aderen. Zodra hij een sarcofaag vindt in een van de ruimtes, schuift hij zonder aarzelen de klep open en kijkt naar binnen. Een gevecht met een mummie lijkt hem wel wat. Maar wat het ook precies is dat hem doet duizelen, een mummie is het niet.Niet veel later vindt hij een geheime tuin en dat was het dan. "Goh, nou, leuk om een geheime tuin te hebben", straalt zijn gastheer en dan kan hij gaan.De dagen erna verveelt hij zich stierlijk. Op het bord vindt hij alleen oproepen om kikkers te vangen en niet zelden is het bord volkomen leeg. Hij weet niet of zijn opa zijn avonturen een beetje heeft opgeblazen, of dat Frankrijk gewoon minder spannend is dan Egypte, maar hij kan niet ontkennen dat de moed hem in de schoenen begint te zinken.Tegen het eind van de week vindt hij een wijngaard, waar hij bijzondere druiven plukt om thuis te kunnen planten, en in een tuin verschillende fruitbomen die hij plundert. In de brouwerij maakt hij wat flessen nectar en dan vindt hij het welletjes.Milan zal nu wel thuis zijn. De afgelopen week hebben ze een aantal keer gebeld. De uitspraak in de rechtszaak is geweest en Milan heeft een uitgebreid artikel geschreven, dat heel goed ontvangen is. Het is tijd om naar huis te gaan.Als hij thuiskomt, treft hij alles echter verlaten aan. Binnen is geen spoor van de djinn te bekennen.
Een beetje verbaasd begint hij de gevonden druiven, granaatappels en pomelo's te planten in zijn moestuin, in de hoop dat Milan ieder moment aan zal komen wandelen. Dat gebeurt echter niet en als zijn vriend ook niet op zijn telefoontjes reageert, besluit Dorian maar te gaan slapen.Ook de volgende dag blijft Milan onvindbaar. Dorian gaat even het dorp in, terwijl de bezorgdheid in zijn borst omhoog klimt, en stort zich dan op de Sim Fu pop. Maar tegen de avond is er nog steeds geen teken van leven."Waar is hij toch?", vraagt hij met een trillend stemmetje aan Sylvester, die hij in de keuken heeft neergezet en die zorgeloos kwetterend zit te spelen. Voor de zoveelste keer belt hij en dit keer wordt er eindelijk wel opgenomen."Waar zit je nou!?", roept hij boos en opgelucht tegelijk in de hoorn.
"Rustig, rustig, ik ben er zo", klinkt Milans stem.Niet veel later stapt de djinn binnen en vragend kijkt Dorian hem aan.
"Doe normaal", zegt Milan ongeduldig. "Ben ik je bezit soms? Moet ik iedere beweging die ik maak verantwoorden?"
"Je nam je telefoon niet op, ik was ongerust. Dat snap je toch wel?"
"Oké, serieus, dit voelt als stalken", reageert Milan geïrriteerd. "Ik had mijn telefoon uitgezet, mag dat niet? Je weet toch waar ik was? Stel je niet zo aan."Dorian weet van verbazing even niet wat hij moet zeggen en Milan maakt van die stilte gebruik door de keuken in te lopen en iets te eten uit de koelkast te pakken.Dorian wandelt achter hem aan en er sluimert iets onheilspellends achter zijn woorden als hij - bedriegelijk rustig - zegt: "Je bent verschrikkelijk als je zo tegen me doet. Dit is de derde keer dat je me zo behandelt en altijd was er een reden zei je. De eerste keer schrok je van je gevoelens voor me en de tweede keer dacht je dat ik verliefd was op Georgie. Wat is het nu?""Er is helemaal niks, je zeurt", gromt Milan zonder op te kijken.
Hij ruimt zijn bord op en loopt dan naar Sylvester om hem eten te geven.
Weer loopt Dorian achter hem aan en als hij ditmaal zijn mond opent, klinkt zijn stem laag en hol."De vorige keren besloot ik om je links te laten liggen na je gedrag. Dat kan nu niet, want we wonen samen. Daarom lijkt het me beter als je vertrekt."Iets in Dorians toon zorgt ervoor dat Milan zich met een ruk omdraait. "Dorian!", roept hij verwijfeld.
Dorians ogen staan koud en hard. "Ik ben niet gek. Ik stalk je niet", zegt hij. "We hebben een fijne vakantie gehad en alles was goed en ik verheugde me erop je weer te zien. Maar dat is voorbij." "Dorian, dit slaat nergens op, het spijt me! Het spijt me, oké!? Ik vind het fijn om je weer te zien! Ik ben gewoon een knorrige brombeer soms. Ik heb twee uur in een auto gezeten en ik ben moe. Ik hou van je en ik ben blij je weer te zien. Jemig, in mijn hele leven heeft nog nooit iemand zoveel voor me betekend als jij!" Er staan tranen in Milans ogen en heftig slaat hij zijn armen om Dorian heen. "Nog nooit heeft iemand zoveel voor me betekend als jij", herhaalt hij en klemt zich aan Dorian vast. Heel langzaam ontdooit Dorian.
Goed", zegt hij zacht. En dan weer: "Goed."
"Op vakantie? En waar wil je dan heen?"
Dorian haalt zijn schouders op. "Frankrijk?", oppert hij nonchalant.
Milan begint te lachen. "Dat achteloze gebaartje, ik zou er bijna intrappen."Licht beledigd begint Dorian zich te verdedigen.
"Ik ga niet op avontuur en ook geen nectar brouwen. Wel proeven natuurlijk, maar daar kan zo'n ouwe zuipschuit als jij geen bezwaar tegen hebben!"
"Proeven", herhaalt Milan plagerig. "Proeven en weer uitspugen?"
"Ben jij gek, da's zonde. Maar zullen we het doen? Romantisch met zijn tweetjes drie weken lekker niks doen?"
Milan knikt. "Ik zal verlof aanvragen. Jammer dat het geen huwelijksreis wordt, dan krijg je vrij." Veelbetekenend kijkt hij Dorian aan.
Die bromt. "Ik trouw niet, dat weet je. Ik hou echt niet meer van je als ik een stom papiertje heb. En bovendien krijg ik er nooit een serieus 'ja' uit als je in een witte jurk naast me staat."Milan grinnikt.Het worden heerlijke, lome, ontspannen weken, waarin ze voor niemand oog hebben dan voor elkaar. Ze logeren in de herberg, en bekijken 's morgens wat ze die dag zoal zullen gaan doen.Naar het museum bijvoorbeeld, waar het heerlijk koel is en rustig en waar Dorian kan opscheppen dat hij hartstikke vaak in een Egyptische sarcofaag heeft geslapen, die gewoon achter zijn vaders huis staat, onder de arcade.En ze maken een lange wandeling naar het oude aquaduct en wachten twee uur lang rustig in het zonnetje tot de stoomtrein langskomt.
Om daarna te vieren dat hij is langsgekomen.En soms hebben ze helemaal nergens zin in en hangen lekker rond bij het zwembad tot de avond valt."En dan gaan we nu iets spannends doen!", roept Dorian na een week.
"Kijk", wijst Milan naar de horizon, terwijl ze samen uitkijken over het Franse landschap, "er komt rotweer aan."
"Of een reuze zwerm sprinkhanen", grijnst Dorian, die inmiddels bekend is met de angst van zijn vriend voor kleine beestjes.Af en toe kan Dorian het toch niet laten om een schuine blik op het avonturenbord te werpen, maar daar trekt Milan hem streng weg."Ik vertik het om zo'n akelige tombe in te gaan. Ik heb er geen problemen mee om 500 meter boven de grond te zweven, maar ik ga er voor geen goud onder."
"Jajajajajaja, ik keek alleen even. Rustig maar, er zit toch niks interessants tussen."
Op de achtste dag plukt hij toch stiekem een briefje weg en steekt het in zijn zak. Je weet immers nooit of zich onverwacht een gelegenheid zal voordoen?"Aan het einde van de tweede week maken ze een wandelingetje over de velden en komen uit bij de rivier. Het water knabbelt met zacht slurpende geluidjes aan de oever en ze staren naar Parijs in de verte."De Eiffeltoren", zegt Milan.
"Zijn we van de week al op geweest", antwoordt Dorian en krabbelt aan zijn arm.
Milan kijkt hem lachend aan. "Volgens mij begin jij een beetje ongedurig te worden", zegt hij."Helemaal niet!", roept Dorian. "Het is hier fijn met je!"
Milan knipoogt en wil net iets terugzeggen, als zijn telefoon gaat."Een week nog", zegt hij, in antwoord op een vraag die hem kennelijk gesteld wordt aan de andere kant van de lijn. Even luistert hij. Dan zegt hij: "Dat kan ik niet in mijn eentje beslissen, dat moet ik met mijn vriend overleggen. Ik bel terug."Vragend kijkt Dorian hem aan.
"Er is een collega ziek", legt Milan uit. "En nu vragen ze of ik in zijn plaats een rechtszaak kan bijwonen om verslag te doen."
"Dat is wel een kans, hè?", zegt Dorian.
Milan knikt. "Maar het is natuurlijk niet echt leuk voor jou. Ik moet meteen weg namelijk als ik het doe, dus het zou de vakantie abrupt afbreken."Hij draait zich om en begint de oever af zweven, in de richting van het dorp.Dorian volgt hem "Jij gaat naar die rechtszaak! Frankrijk loopt niet weg en deze kans wel."
"Maar ik moet ervoor naar de stad en het neemt een paar dagen in beslag, ik ben niet eens thuis. Voor jou is het niet bepaald een leuk einde van de vakantie."
"Wie zegt dat ik meega? Ik maak de vakantie hier af. Ik vind dat je het moet doen en maak je over mij maar geen zorgen."
"Heeft je opofferingsgezindheid misschien ook te maken met dat briefje dat ik je zo heimelijk in je zak heb zien steken?", lacht Milan.
"Ik ga me niet vervelen", geeft Dorian schoorvoetend toe, "maar voor de rest zijn mijn motieven louter nobel van aard."Milan lacht weer en bukt zich dan.Een Grote Geelkuif kaketoe springt op zijn arm en Milan begint tegen hem te praten.
"Wat een mooie vogel ben jij. Ja, wat een mooie witte vogel ben jij. En kijk toch eens naar dat prachtige gouden kroontje."
"Kaketoes schijnen heel intelligente beestjes te zijn", zegt Dorian droog. "Misschien kun je het niveau van je conversatie iets opkrikken, straks gaat hij zich nog aan je ergeren."Alsof hij Dorians woorden wil bevestigen schiet de kaketoe ineens naar voren en zet zijn snavel stevig in Milans vinger.
"Auw!", schreeuwt die. "Haha!", schatert Dorian. "Dat wordt gebraden kaketoe vanavond.""Helemaal niet", snuift Milan. "Sterker, ik neem hem mee naar huis en ik noem hem Sylvester. Ik krijg hem wel tam."Als ze de vogel naar de hotelkamer hebben gebracht en iets hebben gegeten, gaan ze nog even het dorp in.
"Dus je weet het zeker?", vraag Milan nog een laatste keer, terwijl hij gaat zitten.
"Je hebt toch al teruggebeld? Zou lullig zijn als ik nu nog terugkrabbelde." Dorian lacht. "Ja, het is echt prima, ik hoop dat je het goed doet en indruk maakt."Het loopt al tegen elf uur als ze opstaan.
"Mijn taxi komt zo", zegt Milan.
Ze hebben afgesproken dat Dorian alle bagage mee naar huis zal nemen, zodat Milan meteen door kan en niet eerst langs huis hoeft. Een beetje dralend staan ze tegenover elkaar en vinden niet zo goed de woorden voor een afscheid."Ik vind het gewoon toch niet leuk eindigen zo", mompelt Milan.
"Het was een heerlijke vakantie en over een week zien we elkaar weer", troost Dorian hem. Milan knikt.
"Ik hou van je", zegt hij zacht.
"En ik van jou", antwoordt Dorian.Als Milan in de taxi stapt, heeft Dorian het toch heel even moeilijk. Hij zwaait tot de auto de bocht om draait en slentert dan wat rond op het plein. Het klopt dat hij zich een beetje begon te vervelen, maar dat gold zeker niet voor Milans gezelschap. Als hij langzaam een brok in zijn keel voelt opkomen vermant hij zich, en haalt resoluut het briefje uit zijn zak. Hij kan maar beter meteen aan de slag gaan, in plaats van te sikkeneuren.Even later staat hij bij een wildvreemde Fransman in de huiskamer en lacht plichtmatig om diens grapjes.
"Nou", zegt hij na een half uurtje, "vertelt u eens. Waar is die kelder?"
"Wil je nu nog naar beneden, na middernacht?" Dorian knikt.Hij vindt het geweldig en spannend en de adrenaline bruist door zijn aderen. Zodra hij een sarcofaag vindt in een van de ruimtes, schuift hij zonder aarzelen de klep open en kijkt naar binnen. Een gevecht met een mummie lijkt hem wel wat. Maar wat het ook precies is dat hem doet duizelen, een mummie is het niet.Niet veel later vindt hij een geheime tuin en dat was het dan. "Goh, nou, leuk om een geheime tuin te hebben", straalt zijn gastheer en dan kan hij gaan.De dagen erna verveelt hij zich stierlijk. Op het bord vindt hij alleen oproepen om kikkers te vangen en niet zelden is het bord volkomen leeg. Hij weet niet of zijn opa zijn avonturen een beetje heeft opgeblazen, of dat Frankrijk gewoon minder spannend is dan Egypte, maar hij kan niet ontkennen dat de moed hem in de schoenen begint te zinken.Tegen het eind van de week vindt hij een wijngaard, waar hij bijzondere druiven plukt om thuis te kunnen planten, en in een tuin verschillende fruitbomen die hij plundert. In de brouwerij maakt hij wat flessen nectar en dan vindt hij het welletjes.Milan zal nu wel thuis zijn. De afgelopen week hebben ze een aantal keer gebeld. De uitspraak in de rechtszaak is geweest en Milan heeft een uitgebreid artikel geschreven, dat heel goed ontvangen is. Het is tijd om naar huis te gaan.Als hij thuiskomt, treft hij alles echter verlaten aan. Binnen is geen spoor van de djinn te bekennen.
Een beetje verbaasd begint hij de gevonden druiven, granaatappels en pomelo's te planten in zijn moestuin, in de hoop dat Milan ieder moment aan zal komen wandelen. Dat gebeurt echter niet en als zijn vriend ook niet op zijn telefoontjes reageert, besluit Dorian maar te gaan slapen.Ook de volgende dag blijft Milan onvindbaar. Dorian gaat even het dorp in, terwijl de bezorgdheid in zijn borst omhoog klimt, en stort zich dan op de Sim Fu pop. Maar tegen de avond is er nog steeds geen teken van leven."Waar is hij toch?", vraagt hij met een trillend stemmetje aan Sylvester, die hij in de keuken heeft neergezet en die zorgeloos kwetterend zit te spelen. Voor de zoveelste keer belt hij en dit keer wordt er eindelijk wel opgenomen."Waar zit je nou!?", roept hij boos en opgelucht tegelijk in de hoorn.
"Rustig, rustig, ik ben er zo", klinkt Milans stem.Niet veel later stapt de djinn binnen en vragend kijkt Dorian hem aan.
"Doe normaal", zegt Milan ongeduldig. "Ben ik je bezit soms? Moet ik iedere beweging die ik maak verantwoorden?"
"Je nam je telefoon niet op, ik was ongerust. Dat snap je toch wel?"
"Oké, serieus, dit voelt als stalken", reageert Milan geïrriteerd. "Ik had mijn telefoon uitgezet, mag dat niet? Je weet toch waar ik was? Stel je niet zo aan."Dorian weet van verbazing even niet wat hij moet zeggen en Milan maakt van die stilte gebruik door de keuken in te lopen en iets te eten uit de koelkast te pakken.Dorian wandelt achter hem aan en er sluimert iets onheilspellends achter zijn woorden als hij - bedriegelijk rustig - zegt: "Je bent verschrikkelijk als je zo tegen me doet. Dit is de derde keer dat je me zo behandelt en altijd was er een reden zei je. De eerste keer schrok je van je gevoelens voor me en de tweede keer dacht je dat ik verliefd was op Georgie. Wat is het nu?""Er is helemaal niks, je zeurt", gromt Milan zonder op te kijken.
Hij ruimt zijn bord op en loopt dan naar Sylvester om hem eten te geven.
Weer loopt Dorian achter hem aan en als hij ditmaal zijn mond opent, klinkt zijn stem laag en hol."De vorige keren besloot ik om je links te laten liggen na je gedrag. Dat kan nu niet, want we wonen samen. Daarom lijkt het me beter als je vertrekt."Iets in Dorians toon zorgt ervoor dat Milan zich met een ruk omdraait. "Dorian!", roept hij verwijfeld.
Dorians ogen staan koud en hard. "Ik ben niet gek. Ik stalk je niet", zegt hij. "We hebben een fijne vakantie gehad en alles was goed en ik verheugde me erop je weer te zien. Maar dat is voorbij." "Dorian, dit slaat nergens op, het spijt me! Het spijt me, oké!? Ik vind het fijn om je weer te zien! Ik ben gewoon een knorrige brombeer soms. Ik heb twee uur in een auto gezeten en ik ben moe. Ik hou van je en ik ben blij je weer te zien. Jemig, in mijn hele leven heeft nog nooit iemand zoveel voor me betekend als jij!" Er staan tranen in Milans ogen en heftig slaat hij zijn armen om Dorian heen. "Nog nooit heeft iemand zoveel voor me betekend als jij", herhaalt hij en klemt zich aan Dorian vast. Heel langzaam ontdooit Dorian.
Goed", zegt hij zacht. En dan weer: "Goed."