Generatie 16 - deel 11, Een besluit
Als Dorian de volgende ochtend wakker wordt, is hij alleen.
Milan blijkt de tent al uitgekropen te zijn en staat, aangekleed en wel, bij de vuurkorf die hij net weer gedoofd heeft."Ik wilde mijn kleren drogen", zegt hij, "maar dat is een beetje overbodig. Ik denk dat ik maar terugga via die waterput.""Hoe wist je eigenlijk dat ik hier was?", vraagt Dorian.
"Toen ik Agnes en Gaston terugreed naar het dorp vertelden ze me dat je rotsblokken bij de kikkervijver te lijf wilde gaan. De volgende middag ging ik een kijkje nemen en toen ik de trap naar beneden zag wist ik genoeg."
"Maar met je claustrofobie...?"
Milan haalt zijn schouders op. "Ik moest wel een paar dagen moed verzamelen ja, maar ik wilde je zo graag spreken. Ik vind het geen pretje hier en op die tunnel verheug ik me ook niet, maar ik ga het wel redden."Hij neemt afscheid en even later hoort Dorian een plons. Hij kan het niet helpen dat zijn keel dik is en zeer doet. Maar hij weet dat het de enige manier is, dat hij maar beter duidelijk kan zijn. Niet veel later komt Milan echter weer boven gespetterd. De tunnel blijkt voor een deel ingestort, een rotsblok verspert de doorgang. "En ik durf trouwens toch niet", mompelt hij. "Ik weet nu hoe lang die tunnel is, ik durf gewoon niet.""Dan zitten er maar twee dingen op", zegt Dorian. "Of zelf verder proberen te komen, of op mij wachten."
"Ik wacht wel", zegt Milan. "De weg hier naartoe was al door jou geopend, dat was te doen. Maar ik ga me niet ik-weet-niet-hoe-ver-onder-de-grond in het ongewisse storten."Hij gaat rillend bij de vuurkorf zitten lezen, terwijl Dorian de ondergrondse tuin en alles wat er omheen zit begint te onderzoeken.Na een paar uur krijgt Dorian honger en besluit een kijkje te nemen bij de tent."Gaat het?", vraagt hij.
Milan knikt, maar Dorian ziet aan hem dat hij er heel wat slechter aan toe is dan 'ik vind het geen pretje hier'.
"Je hebt de blik van een konijn in de koplampen", zegt hij. "Ik ben hier echt nog lang niet klaar. Waarom eten we niet wat en kom je me helpen. Dan heb je wat afleiding."De uren daarna vangt Milan vlinders en plukt her en der druiven, terwijl Dorian naar schatten zoekt. Tegen het eind van de middag raakt de laatste even afgeleid en begint voor de lol stoomvallen te doorkruisen, wat een erg leuke bezigheid is."Zeg, je bent nuttig bezig", sputtert Milan, die inderdaad iets rustiger is geworden. "Hou eens op met spelen en help me liever."
"Spelen?", smaalt Dorian. "Probeer het me maar eens na te doen. Lukt je niet."
Onmiddellijk staat Milan op, neemt een aanloop en springt precies op het moment dat de geisers weer aangaan."Verdorie", scheldt hij druipend. "Ik was net droog."
"En we hebben een winnaar!", grinnikt Dorian en kan even niet ophouden met giechelen."Je bent ook geen spat veranderd", glimlacht Milan en kijkt hem aan, zoals alleen hij Dorian kan aankijken.
En dan, volkomen onverwacht, voelt Dorian hoe hij gereinigd wordt."Hé", zegt hij streng, "onbeleefd!"
"Je stonk."
"Ik stonk écht niet, je..." Ineens valt hij even stil. En dan zegt hij aarzelend: "Zeg, heb je dat... soms ooit eerder... gedaan?"
Milan kijkt een beetje betrapt.
"Als ik je heel erg miste", zegt hij dan. "Gewoon omdat er dan even een direct lijntje was. Sorry, het is inderdaad niet netjes."
Bedachtzaam schudt Dorian zijn hoofd. "En ik gaf elke keer de kinderen de schuld", zegt hij zacht. "Nou ja, kom, we gaan verder."Ze plunderen de geldbomen en vangen nog wat vlinders en dan is de tuin leeggeroofd."Vind je het heel erg om hier nog een nacht door te brengen?", vraagt Dorian. "Het is al laat, ik heb eigenlijk niet zo'n zin om vandaag nog verder te gaan."Ze gaan bij de vuurkorf zitten, warmen zich en roosteren marshmallows. Aanvankelijk speculerend over hoe diep ze hier zitten, maar Dorian merkt al snel dat hij dat onderwerp beter kan vermijden. Dus begint hij maar over de kinderen te vertellen. "Twee jongens en een meisje."
Milan knikt. "Éowyn, Linden en Finn", zegt hij. Verbluft kijkt Dorian hem aan. "Hoe weet jij dat nou?"
"Amy", antwoordt Milan. "Ik bel geregeld met Amy en soms vertelt ze me over jullie."Dorian moet het even verwerken, dat zijn tante achter zijn rug om blijkbaar contact heeft met zijn ex.
Dat is natuurlijk niet verboden, maar hij vindt het toch geen leuk idee."Hoe is het eigenlijk met je broer", vraagt Milan ineens.
Dorian kijkt hem een beetje verbaasd aan. "Oh", zegt hij, "nou, wel goed geloof ik. Ik spreek hem nooit eigenlijk. Hoezo?"
Milan haalt zijn schouders op. "Zomaar", zegt hij. "Ik hoop dat hij gelukkig is."
"Volgens mij wel, voor zover dat mogelijk is als je met mijn moeder in een huis woont."Ze staan op en ineens zegt Milan droevig: "Ons leven samen was geen leugen, Dorian. Ik wil niet dat je dat denkt, want dat was het niet. Ik heb echt geen idee waarom ik... , maar ik hield heel erg veel van je. Ik was gelukkig met je. Dat moet je gewoon geloven."Zonder een antwoord af te wachten kruipt hij in de tent en begraaft zich onder de slaapzak.
Dorian gaat naast hem liggen en staart een hele tijd naar het tentdak, voordat hij in slaap valt.Hij droomt van vroeger. Van liefde en geborgenheid, van warmte en bemind worden.
Van plaagstootjes en onderlinge grapjes. Hij droomt van vrijen.De volgende ochtend wordt hij wakker met zijn arm stevig om Milan heen geslagen, zijn neus ergens halverwege diens oksel.
Geschrokken krabbelt hij een stukje achteruit en kijkt de lampgeest gegeneerd aan.
"Je lag aan me te snuffelen als een hondje", zegt die zacht.
"Het spijt me, dat was... ik sliep. Kom, opstaan, vandaag gaan we kijken of we je terug kunnen brengen naar de frisse lucht."Eenmaal buiten de tent kijkt hij Milan aan en reinigt hem dan met een uitdagende blik in zijn ogen.
Dan kijkt hij weer ernstig.
"Ik hou nog steeds van je, maar dat verandert niets aan mijn besluit, Milan", zegt hij. "Je bent niet te vertrouwen en daar kan ik niet mee leven."
"Weet ik wel", antwoordt Milan.Dorian heeft, met al zijn geschuif met beelden en het zoeken naar schatten, een deur geopend en die gaan ze nu door.
Dat brengt hen in een trapportaal en dan begint een lange klim naar boven.Halverwege houdt Milan even stil.
"Er komen geen nieuwe vertrekken meer, geloof ik", zegt hij. "Volgens mij gaan we rechtstreeks naar de uitgang."
"Fijn toch?", hijgt Dorian.
"Hm hm", knikt Milan en klimt verder.En inderdaad, na een half uur komen ze boven en ziet hij net hoe de zon boven de bergen uitkomt.
"We zijn er, je bent weer bovengronds!", roept Dorian. Pas dan kijken ze goed om zich heen."Krijg nou wat", mompelt Dorian. "We zijn op het eilandje terechtgekomen..."
Een beetje lacherig wandelt hij rond, kijkt uit over het water en klimt op de ruïne. Milan constant in zijn kielzog."Dat was een leuke tombe", juicht hij. "En dan nu met behulp van zenporteren terug naar het vasteland!"
Hij kijkt naar Milan, die er een beetje bedrukt bij staat.
"Maar dat gaat jou niet lukken natuurlijk", vervolgt hij. "Ga je zwemmen of zal ik iemand met een bootje sturen?""Ik zwem wel", zegt Milan en het klinkt zo eenzaam, dat Dorian hem aankijkt.
"Zullen we toch nog maar even praten?", biedt hij aan. "Het afscheid is wel heel plotseling misschien."
Milan knikt. "Ja, dat zou ik wel fijn vinden", zegt hij.Het gesprek duurt uiteindelijk tot diep in de middag. Voor het eerst wordt alles uitgesproken, ook al kan Milan niets wegnemen van Dorians wrok en probeert hij dat ook niet. Slechts eenmaal protesteert hij, als Dorian hem verwijt dat hij wel erg gevoelloos was toen ze elkaar een paar dagen geleden ontmoetten en Milan hem plompverloren zijn nieuwe vriend voor de voeten wierp."Ik was er echt van overtuigd dat je gevoel voor mij volledig verdwenen was, Dorian... Dat kun je me niet kwalijk nemen, je houding was zo koud als staal. Pas in de sauna merkte ik aan je dat het anders lag. Daarom ben ik naar je toe gekomen, maar dat was stom. Dat zie ik heus wel in." "Het was niet stom, eigenlijk ben ik heel blij dat we gepraat hebben", zegt Dorian. "En nu ga ik verder met mijn leven, en jij met het jouwe."Over Milans gezicht rolt ineens een rare grimas en even huivert hij.
"Ja...", zegt hij onzeker. "Maar Aristide weet dat ik hier ben en waarom. Ik denk niet dat ik met open armen ontvangen word als ik thuiskom."
"Ik weet zeker dat het goed komt als je het uitlegt ", zegt Dorian. “je houdt toch van hem?”
“Ja, ja, jazeker”, knikt Milan. “Natuurlijk hou ik van hem.”
"Weet je", zegt Dorian terwijl hij opstaat, "laten we morgenavond afspreken in de bistro. Dan sluiten we het goed af en kan ik hem meteen ontmoeten. Ik ga zorgen dat er een boot hierheen komt."Ze omhelzen elkaar stevig en dan wandelt Dorian naar een rustig plekje achter de ruïne. Een paar uur later zenporteert hij zichzelf naar het hotel, waar hij een boot regelt. Daarna gaat hij naar bed.De volgende dag voelt hij zich vreemd.
Aan de ene kant is het heel bevrijdend dat alles is uitgepraat met Milan. Alsof hij voor zijn gevoel eindelijk weer door kan, met name op amoureus vlak. Wie weet zal hij zich vanaf nu wel weer kunnen openstellen voor een ander. Hij hoopt het.
Aan de andere kant voelt hij zich echter verschrikkelijk down en om onverklaarbare redenen ook onrustig. Wordt hij continu geplaagd door het knagende gevoel dat hij een verkeerde keuze heeft gemaakt en zelfs bij vlagen dat hem iets vreselijks boven het hoofd hangt.Hij besteedt de dag in een luie stoel bij de haard in de lounge van het hotel en leest. Zodra het tijd is wandelt hij rustig naar de bistro en gaat op het terras zitten wachten. Hij is vroeg, er is nog niemand, dus hij bestelt een drankje en wacht.Hij wacht een uur, hij wacht twee uur, hij wacht drie uur. Gegeten heeft hij inmiddels al, het loopt tegen half 11 en het wordt stil op het plein.
Milan en zijn vriend zijn niet gekomen.Verdrietig keert hij terug naar het hotel. Waarschijnlijk had Milans vriend geen zin in een ontmoeting - wat hij bij nader inzien eigenlijk wel kan begrijpen - maar hij neemt het Milan wel kwalijk dat hij niet even gebeld heeft. Hij slaapt onrustig en wordt die nacht zo’n twintig keer wakker.De volgende ochtend staat hij voor dag en dauw op en eet met lange tanden een bord cornflakes. Daarna ruimt hij af en twijfelt wat hij nu zal gaan doen. Op het avonturenbord kijken lijkt logisch, maar om de een of andere reden heeft hij daar helemaal geen zin in.
En dan opeens - zonder enige aanleiding - klapt hij kort in zijn handen.Wil hij onbewust nog een laatste keer afscheid nemen van de man die zo belangrijk voor hem is geweest?
Of geeft hij eindelijk gehoor aan het vage gevoel van onbehagen dat hem al sinds gisterenochtend plaagt?Er gebeurt niets.Nogmaals klapt hij, krachtiger dit keer, maar de energie die normaal door zijn lijf stroomt als hij iemand reinigt, blijft uit.Het is de eerste keer in zijn leven dat hij over een langere afstand iemand probeert te reinigen, misschien maakt dat het anders. Hij haalt zich Georgie voor de geest en reinigt haar. Ook al zit er een hele zee tussen hen in, de vertrouwde sensatie die bij reinigen hoort tintelt door zijn lijf. Ze staat in de keuken, hij voelt het.Weer probeert hij Milan te reinigen, en nog eens en nog eens, steeds gefrustreerder en paniekeriger.
Er gebeurt niets. Er is iets mis, er is iets heel erg mis. Milan is weg. Van de aardbodem verdwenen.
Milan blijkt de tent al uitgekropen te zijn en staat, aangekleed en wel, bij de vuurkorf die hij net weer gedoofd heeft."Ik wilde mijn kleren drogen", zegt hij, "maar dat is een beetje overbodig. Ik denk dat ik maar terugga via die waterput.""Hoe wist je eigenlijk dat ik hier was?", vraagt Dorian.
"Toen ik Agnes en Gaston terugreed naar het dorp vertelden ze me dat je rotsblokken bij de kikkervijver te lijf wilde gaan. De volgende middag ging ik een kijkje nemen en toen ik de trap naar beneden zag wist ik genoeg."
"Maar met je claustrofobie...?"
Milan haalt zijn schouders op. "Ik moest wel een paar dagen moed verzamelen ja, maar ik wilde je zo graag spreken. Ik vind het geen pretje hier en op die tunnel verheug ik me ook niet, maar ik ga het wel redden."Hij neemt afscheid en even later hoort Dorian een plons. Hij kan het niet helpen dat zijn keel dik is en zeer doet. Maar hij weet dat het de enige manier is, dat hij maar beter duidelijk kan zijn. Niet veel later komt Milan echter weer boven gespetterd. De tunnel blijkt voor een deel ingestort, een rotsblok verspert de doorgang. "En ik durf trouwens toch niet", mompelt hij. "Ik weet nu hoe lang die tunnel is, ik durf gewoon niet.""Dan zitten er maar twee dingen op", zegt Dorian. "Of zelf verder proberen te komen, of op mij wachten."
"Ik wacht wel", zegt Milan. "De weg hier naartoe was al door jou geopend, dat was te doen. Maar ik ga me niet ik-weet-niet-hoe-ver-onder-de-grond in het ongewisse storten."Hij gaat rillend bij de vuurkorf zitten lezen, terwijl Dorian de ondergrondse tuin en alles wat er omheen zit begint te onderzoeken.Na een paar uur krijgt Dorian honger en besluit een kijkje te nemen bij de tent."Gaat het?", vraagt hij.
Milan knikt, maar Dorian ziet aan hem dat hij er heel wat slechter aan toe is dan 'ik vind het geen pretje hier'.
"Je hebt de blik van een konijn in de koplampen", zegt hij. "Ik ben hier echt nog lang niet klaar. Waarom eten we niet wat en kom je me helpen. Dan heb je wat afleiding."De uren daarna vangt Milan vlinders en plukt her en der druiven, terwijl Dorian naar schatten zoekt. Tegen het eind van de middag raakt de laatste even afgeleid en begint voor de lol stoomvallen te doorkruisen, wat een erg leuke bezigheid is."Zeg, je bent nuttig bezig", sputtert Milan, die inderdaad iets rustiger is geworden. "Hou eens op met spelen en help me liever."
"Spelen?", smaalt Dorian. "Probeer het me maar eens na te doen. Lukt je niet."
Onmiddellijk staat Milan op, neemt een aanloop en springt precies op het moment dat de geisers weer aangaan."Verdorie", scheldt hij druipend. "Ik was net droog."
"En we hebben een winnaar!", grinnikt Dorian en kan even niet ophouden met giechelen."Je bent ook geen spat veranderd", glimlacht Milan en kijkt hem aan, zoals alleen hij Dorian kan aankijken.
En dan, volkomen onverwacht, voelt Dorian hoe hij gereinigd wordt."Hé", zegt hij streng, "onbeleefd!"
"Je stonk."
"Ik stonk écht niet, je..." Ineens valt hij even stil. En dan zegt hij aarzelend: "Zeg, heb je dat... soms ooit eerder... gedaan?"
Milan kijkt een beetje betrapt.
"Als ik je heel erg miste", zegt hij dan. "Gewoon omdat er dan even een direct lijntje was. Sorry, het is inderdaad niet netjes."
Bedachtzaam schudt Dorian zijn hoofd. "En ik gaf elke keer de kinderen de schuld", zegt hij zacht. "Nou ja, kom, we gaan verder."Ze plunderen de geldbomen en vangen nog wat vlinders en dan is de tuin leeggeroofd."Vind je het heel erg om hier nog een nacht door te brengen?", vraagt Dorian. "Het is al laat, ik heb eigenlijk niet zo'n zin om vandaag nog verder te gaan."Ze gaan bij de vuurkorf zitten, warmen zich en roosteren marshmallows. Aanvankelijk speculerend over hoe diep ze hier zitten, maar Dorian merkt al snel dat hij dat onderwerp beter kan vermijden. Dus begint hij maar over de kinderen te vertellen. "Twee jongens en een meisje."
Milan knikt. "Éowyn, Linden en Finn", zegt hij. Verbluft kijkt Dorian hem aan. "Hoe weet jij dat nou?"
"Amy", antwoordt Milan. "Ik bel geregeld met Amy en soms vertelt ze me over jullie."Dorian moet het even verwerken, dat zijn tante achter zijn rug om blijkbaar contact heeft met zijn ex.
Dat is natuurlijk niet verboden, maar hij vindt het toch geen leuk idee."Hoe is het eigenlijk met je broer", vraagt Milan ineens.
Dorian kijkt hem een beetje verbaasd aan. "Oh", zegt hij, "nou, wel goed geloof ik. Ik spreek hem nooit eigenlijk. Hoezo?"
Milan haalt zijn schouders op. "Zomaar", zegt hij. "Ik hoop dat hij gelukkig is."
"Volgens mij wel, voor zover dat mogelijk is als je met mijn moeder in een huis woont."Ze staan op en ineens zegt Milan droevig: "Ons leven samen was geen leugen, Dorian. Ik wil niet dat je dat denkt, want dat was het niet. Ik heb echt geen idee waarom ik... , maar ik hield heel erg veel van je. Ik was gelukkig met je. Dat moet je gewoon geloven."Zonder een antwoord af te wachten kruipt hij in de tent en begraaft zich onder de slaapzak.
Dorian gaat naast hem liggen en staart een hele tijd naar het tentdak, voordat hij in slaap valt.Hij droomt van vroeger. Van liefde en geborgenheid, van warmte en bemind worden.
Van plaagstootjes en onderlinge grapjes. Hij droomt van vrijen.De volgende ochtend wordt hij wakker met zijn arm stevig om Milan heen geslagen, zijn neus ergens halverwege diens oksel.
Geschrokken krabbelt hij een stukje achteruit en kijkt de lampgeest gegeneerd aan.
"Je lag aan me te snuffelen als een hondje", zegt die zacht.
"Het spijt me, dat was... ik sliep. Kom, opstaan, vandaag gaan we kijken of we je terug kunnen brengen naar de frisse lucht."Eenmaal buiten de tent kijkt hij Milan aan en reinigt hem dan met een uitdagende blik in zijn ogen.
Dan kijkt hij weer ernstig.
"Ik hou nog steeds van je, maar dat verandert niets aan mijn besluit, Milan", zegt hij. "Je bent niet te vertrouwen en daar kan ik niet mee leven."
"Weet ik wel", antwoordt Milan.Dorian heeft, met al zijn geschuif met beelden en het zoeken naar schatten, een deur geopend en die gaan ze nu door.
Dat brengt hen in een trapportaal en dan begint een lange klim naar boven.Halverwege houdt Milan even stil.
"Er komen geen nieuwe vertrekken meer, geloof ik", zegt hij. "Volgens mij gaan we rechtstreeks naar de uitgang."
"Fijn toch?", hijgt Dorian.
"Hm hm", knikt Milan en klimt verder.En inderdaad, na een half uur komen ze boven en ziet hij net hoe de zon boven de bergen uitkomt.
"We zijn er, je bent weer bovengronds!", roept Dorian. Pas dan kijken ze goed om zich heen."Krijg nou wat", mompelt Dorian. "We zijn op het eilandje terechtgekomen..."
Een beetje lacherig wandelt hij rond, kijkt uit over het water en klimt op de ruïne. Milan constant in zijn kielzog."Dat was een leuke tombe", juicht hij. "En dan nu met behulp van zenporteren terug naar het vasteland!"
Hij kijkt naar Milan, die er een beetje bedrukt bij staat.
"Maar dat gaat jou niet lukken natuurlijk", vervolgt hij. "Ga je zwemmen of zal ik iemand met een bootje sturen?""Ik zwem wel", zegt Milan en het klinkt zo eenzaam, dat Dorian hem aankijkt.
"Zullen we toch nog maar even praten?", biedt hij aan. "Het afscheid is wel heel plotseling misschien."
Milan knikt. "Ja, dat zou ik wel fijn vinden", zegt hij.Het gesprek duurt uiteindelijk tot diep in de middag. Voor het eerst wordt alles uitgesproken, ook al kan Milan niets wegnemen van Dorians wrok en probeert hij dat ook niet. Slechts eenmaal protesteert hij, als Dorian hem verwijt dat hij wel erg gevoelloos was toen ze elkaar een paar dagen geleden ontmoetten en Milan hem plompverloren zijn nieuwe vriend voor de voeten wierp."Ik was er echt van overtuigd dat je gevoel voor mij volledig verdwenen was, Dorian... Dat kun je me niet kwalijk nemen, je houding was zo koud als staal. Pas in de sauna merkte ik aan je dat het anders lag. Daarom ben ik naar je toe gekomen, maar dat was stom. Dat zie ik heus wel in." "Het was niet stom, eigenlijk ben ik heel blij dat we gepraat hebben", zegt Dorian. "En nu ga ik verder met mijn leven, en jij met het jouwe."Over Milans gezicht rolt ineens een rare grimas en even huivert hij.
"Ja...", zegt hij onzeker. "Maar Aristide weet dat ik hier ben en waarom. Ik denk niet dat ik met open armen ontvangen word als ik thuiskom."
"Ik weet zeker dat het goed komt als je het uitlegt ", zegt Dorian. “je houdt toch van hem?”
“Ja, ja, jazeker”, knikt Milan. “Natuurlijk hou ik van hem.”
"Weet je", zegt Dorian terwijl hij opstaat, "laten we morgenavond afspreken in de bistro. Dan sluiten we het goed af en kan ik hem meteen ontmoeten. Ik ga zorgen dat er een boot hierheen komt."Ze omhelzen elkaar stevig en dan wandelt Dorian naar een rustig plekje achter de ruïne. Een paar uur later zenporteert hij zichzelf naar het hotel, waar hij een boot regelt. Daarna gaat hij naar bed.De volgende dag voelt hij zich vreemd.
Aan de ene kant is het heel bevrijdend dat alles is uitgepraat met Milan. Alsof hij voor zijn gevoel eindelijk weer door kan, met name op amoureus vlak. Wie weet zal hij zich vanaf nu wel weer kunnen openstellen voor een ander. Hij hoopt het.
Aan de andere kant voelt hij zich echter verschrikkelijk down en om onverklaarbare redenen ook onrustig. Wordt hij continu geplaagd door het knagende gevoel dat hij een verkeerde keuze heeft gemaakt en zelfs bij vlagen dat hem iets vreselijks boven het hoofd hangt.Hij besteedt de dag in een luie stoel bij de haard in de lounge van het hotel en leest. Zodra het tijd is wandelt hij rustig naar de bistro en gaat op het terras zitten wachten. Hij is vroeg, er is nog niemand, dus hij bestelt een drankje en wacht.Hij wacht een uur, hij wacht twee uur, hij wacht drie uur. Gegeten heeft hij inmiddels al, het loopt tegen half 11 en het wordt stil op het plein.
Milan en zijn vriend zijn niet gekomen.Verdrietig keert hij terug naar het hotel. Waarschijnlijk had Milans vriend geen zin in een ontmoeting - wat hij bij nader inzien eigenlijk wel kan begrijpen - maar hij neemt het Milan wel kwalijk dat hij niet even gebeld heeft. Hij slaapt onrustig en wordt die nacht zo’n twintig keer wakker.De volgende ochtend staat hij voor dag en dauw op en eet met lange tanden een bord cornflakes. Daarna ruimt hij af en twijfelt wat hij nu zal gaan doen. Op het avonturenbord kijken lijkt logisch, maar om de een of andere reden heeft hij daar helemaal geen zin in.
En dan opeens - zonder enige aanleiding - klapt hij kort in zijn handen.Wil hij onbewust nog een laatste keer afscheid nemen van de man die zo belangrijk voor hem is geweest?
Of geeft hij eindelijk gehoor aan het vage gevoel van onbehagen dat hem al sinds gisterenochtend plaagt?Er gebeurt niets.Nogmaals klapt hij, krachtiger dit keer, maar de energie die normaal door zijn lijf stroomt als hij iemand reinigt, blijft uit.Het is de eerste keer in zijn leven dat hij over een langere afstand iemand probeert te reinigen, misschien maakt dat het anders. Hij haalt zich Georgie voor de geest en reinigt haar. Ook al zit er een hele zee tussen hen in, de vertrouwde sensatie die bij reinigen hoort tintelt door zijn lijf. Ze staat in de keuken, hij voelt het.Weer probeert hij Milan te reinigen, en nog eens en nog eens, steeds gefrustreerder en paniekeriger.
Er gebeurt niets. Er is iets mis, er is iets heel erg mis. Milan is weg. Van de aardbodem verdwenen.