Generatie 20 - deel 12, Op de vlucht
Shayne wist niet wat hij moest verwachten nadat hij in het vreemde apparaat gestapt was waar Saul hem heengeleid had. Hij wist alleen dat hij bang en in de war was en dat hij op dit moment alles zou aangrijpen om even een time out te kunnen nemen.Toen hij een paar tellen later op een winderig dak werd gesmeten had hij geen idee waar hij was aangeland en Saul hielp hem ook niet meteen veel verder. "Het vriest, kennelijk is het winter", zei die alleen en sloeg zijn armen om zich heen, terwijl zijn adem witte wolkjes veroorzaakte in de bevroren lucht. "Kom, dan gaan we snel naar binnen.""Mag ik vragen waar ik ben?", vroeg Shayne even later toen hij met een vol bord dat Saul kant-en-klaar voor hem uit een apparaat had gehaald aan tafel schoof in de verwarmde keuken. "En wat was dat voor een bizarre buis waar je me net in duwde? Ik dacht even dat ik te pletter zou vallen.""Een lift", antwoordde Saul. "We zijn... in de toekomst zeg maar." Hij ging naast zijn vader zitten."Zeg maar?", vroeg Shayne terwijl hij met zijn vork in de sponzige bal op zijn bord prikte en toen voorzichtig een hap nam.
Het smaakte naar spons.
"Nee, niet zeg maar, gewoon, de toekomst," zei Saul.In een paar beknopte zinnen legde hij uit hoe hij het tijdsportaal gevonden had toen hij net verhuisd was, hoe Emit Relevart was verschenen en hoe hij de afgelopen jaren heen en weer gereisd had. "Ik heb Number One niet zelf uitgevonden", besloot hij meteen maar open kaart te spelen. "Ik heb haar hier in de botterij gebouwd. Ze kan nog veel meer dan jij denkt."
"Jij kleine leugenaar", zei Shayne. "En wij maar denken dat je een groot uitvinder was."
"Nee, dat ben ik niet", mompelde Saul stilletjes.
"Ik maakte maar een grapje", knipoogde Shayne, "ik snap best waarom je dit niet kon uitleggen. Heb je hier ook vrienden?""Een.. paar. Nee, niet echt. Ik slaap in dit hotel en praat vooral met mensen uit andere tijden. Tijdreizigers net als ik dus."
Hij viel stil en dacht aan June. Hij had haar beloofd nooit meer terug te komen, hoe zou ze reageren als ze hem hier aantrof? En wat zou zijn vader van hem denken als hij erachter kwam wat hij gedaan had? Hij zuchtte. Wie had ook ooit kunnen bedenken dat een stel stokoude elfen ineens roet in het eten zouden komen gooien."Ik denk dat we beter naar bed kunnen gaan als je ook klaar bent met eten", zei hij.
"Oh, ik ben klaar", zei Shayne met een vies gezicht. "Veel smaak heeft dit niet. Zeg maar waar ik heen moet."
Saul knikte in de richting van de loopbrug. "Daarheen", zei hij.
Shayne stond op en Saul volgde hem.De eerste de beste hotelkamer bleek leeg. Saul sloot zorgvuldig de deur en stapte in bed.
"Het is even wennen", zei hij en draaide zich op zijn zij. "Ze werken met een krachtveld in plaats van dekens, je kunt ook dromen uitkiezen als je dat leuk vindt."
"Ik wilde maar gewoon gaan slapen eigenlijk", reageerde Shayne.Even zweeg hij terwijl hij op de rand van het bed bleef zitten. Toen vervolgde hij: "Ik vind het heel fijn dat je me beschermt Saul, en me in een opwelling hierheen hebt gebracht. Maar het lost natuurlijk niks op. Bovendien is je moeder nu hartstikke ongerust."
"Mama mist je niet", zei Saul slaperig. "Als we teruggaan is er daar nog geen minuut verstreken."
"Oh..", stootte Shayne uit. "Nou ja, dat is wel prettig om te weten. Dan kan ik tenminste rustig alles op een rijtje zetten."De volgende ochtend wandelden ze vrijwel meteen tegen Emit op toen ze wilden gaan ontbijten.
"Heb je iemand meegenomen?", vroeg die met een schuin lachje aan Saul.
"Ga jij maar vast zitten", fluisterde Saul tegen zijn vader, "ik moet even met hem praten.""Ik kan het uitleggen", zei hij even later tegen zijn gastheer. "Ik weet wel dat ik het had moeten vragen en misschien mag dit helemaal niet, maar het is mijn vader en hij zit in de problemen."
"Wat voor problemen als ik vragen mag?", vroeg Emit, terwijl hij zijn almanak tevoorschijn haalde.
"Eh...", Saul aarzelde. 'Hij heeft twee mensen vermoord maar het is echt heel lang geleden en nu is hij betrapt' leek hem geen geschikte binnenkomer."Wat is zijn naam?", vroeg Emit.
"S..hayne", aarzelde Saul.
"Shayne hoe?"
"Shayne Kobayne."
"Ach natuurlijk, zo heet jij ook."
Emit toetste iets in op zijn almanak en keek. Toen fronste hij zijn wenkbrauwen en zei: "Heeft meneer Shayne Kobayne ook nog een verleden? Volgens mijn gegevens hier is hij op een dag uit de lucht komen vallen."Verbouwereerd keek Saul hem aan. "Heeft u van alle mensen in de geschiedenis een dossier?", vroeg hij.
"Indrukwekkend niet?", vroeg Emit. "Maar met jouw vader is dus iets geheimzinnigs aan de hand. Was je daarvan op de hoogte?"
"Ja", antwoordde Saul, terwijl een lichte paniek zich van hem meester maakte. "Maar alsjeblieft, geloof me, dat is een lang verhaal. Mag hij alsjeblieft hier blijven? Hij is in gevaar."Even later schoof Saul aan bij Shayne, die ondertussen twee gebakken eieren uit de muur had gehaald.
"Plastic", kauwde hij humeurig. "Smaakt alles hier naar plastic?"
Saul knikte verstrooid. "Ja, daar moet je even aan wennen", zei hij. "Luister, ik heb geregeld dat je voorlopig hier mag blijven dus we kunnen in ieder geval in alle rust nadenken wat we moeten doen."
"Dat is mooi", antwoordde Shayne maar hij keek ongelukkig.Een tijdje prikte hij in zijn ontbijt en nam af en toe een hap. Toen zei hij zacht: "In het begin was ik constant bang dat dit op een dag zou gebeuren. Maar de jaren verstreken en uiteindelijk ben ik het gewoonweg een beetje vergeten. Het raakte naar de achtergrond."
"Dat is niet zo gek", zei Saul. "Het is allemaal eeuwen geleden gebeurd. Die ouwe kerel had gewoon binnen moeten blijven en zich nergens mee moeten bemoeien."
Shayne knikte langzaam. "Of het is mijn straf", zei hij toen.
"Wil je ophouden?", siste Saul, "dat slaat helemaal nergens op. Kom, we gaan iets leuks doen."Ze pakten geschikte winterkleding uit de algemene garderobe, vonden twee zweefborden en terwijl ze het centrum van Oasis Springs doorkruisten, kon Shayne voor een tijdje zijn beslommeringen vergeten. Hij had het namelijk veel te druk met rechtop blijven staan. Saul ging voor hem uit, wachtte af en toe even tot zijn vader hem weer had ingehaald en gleed dan verder."Ik wil je iets laten zien", zei hij na een tijdje en leidde hen naar de botterij. "Kijk, hier heb ik Number One gemaakt."
Ze wandelden naar binnen en Saul schakelde de botbouwer in. "Hoe werkt dat?", vroeg Shayne en raakte voorzichtig een geprojecteerd toetsenbord aan. Er klonk een knetterend geluid en snel trok hij zijn hand terug. Saul lachte en werkte verder, net zolang tot hij een nieuwe chip voor zijn plumbot had gecreëerd.Het werd al donker toen ze weer naar buiten gingen.
"Ik kan je de Woestenij wel even laten zien", zei Saul. "Ooit is het een zee geweest en misschien wel onze zee. Dat heb ik eigenlijk nooit helemaal helder gekregen. Geen idee of Emit dat überhaupt weet. Maar het is best spooky, met gestrande scheepwrakken en andere troep."Shayne volgde hem braaf, wankelend op het zweefbord.
"Wat is... dat daar? In de verte?", wees hij.
"Een plumbot, net als Number One", antwoordde Saul. "Kom, dan kijken we of we hem kunnen inhalen."
Hij liet zijn vader iets uitlopen en volgde op een afstandje.Op een gegeven moment keek Shayne om.
"Waar blijf je?", riep hij. "Je laat me toch niet in de steek hier? Ik heb het koud trouwens."
"Kom maar terug, we gaan ergens anders heen", antwoordde Saul. "Het wordt te donker."
Hij keerde om en zweefde in een rustig tempo naar het verlaten plateau dat uitkeek over de Woestenij, waar ze samen een potje schaakten."Ik vind het eigenlijk best gezellig hier met je", zei Shayne de volgende ochtend, toen ze na het ontbijt naar de bevroren vijver voor het hotel waren gegaan om te schaatsen. "Ik kan ook iets beter afstand nemen nu. Ik denk dat je gelijk had en dat er eigenlijk niet zoveel aan de hand is. Misschien valt er wel in alle redelijkheid met hen te praten."Saul dacht terug aan de onvermurwbare blikken van de drie elfen en de respectloze manier waarop ze zijn huis waren binnengedrongen en zweeg. Hij was bang dat het helemaal niet mee zou vallen, maar hij had geen zin zijn vaders - kennelijk opgeruimde - bui te verpesten.De middag brachten ze door in het hotel en ze keken net naar een bizarre televisieshow vol mensen in de meest bonte outfits, toen Emit hen kwam storen en vroeg of Saul een ogenblik mee kon komen.
"Er is bezoek voor je", zei hij even later met een moeilijk te definiëren blik.
"Bezoek?", vroeg Saul zo neutraal mogelijk, waarop Emit met een zachte grinnik wegwandelde.
"Ze zit beneden", voegde hij er nog aan toe.Ook al hield Saul er rekening mee dat het June kon zijn, herkende hij haar niet eens direct toen hij de trap afliep en de vrouw in een kuipstoeltje zag zitten wachten. Pas toen ze opkeek zag hij aan haar ogen dat ze het was.
"Wat zie je er anders uit", was dan ook het eerste dat licht aarzelend over zijn lippen kwam. Gevolgd door: "Ik weet dat ik niet meer zou komen, het spijt me echt, ik zal je heus met rust laten."Ineens vroeg hij zich af hoeveel tijd hier eigenlijk verstreken was sinds zijn laatste bezoek. Misschien lag zijn actie nog kakelvers in haar geheugen. Hoewel het geen winter was geweest op dat moment.Ze stond op en liep op hem af. "Wat doen jullie hier?", vroeg ze. "Ik zag jullie op de ijsbaan."
"Ik... mijn vader, ik ben met mijn vader gekomen. Hij zit in de problemen en we zijn min of meer hierheen gevlucht."
Nieuwsgierig keek hij haar aan. "Je bent echt veranderd", vervolgde hij. "Hoe lang is het eigenlijk geleden dat ik..."
"Dat je mij kloonde?", vroeg ze. "Bijna acht jaar."Saul was verbaasd. Voorheen bleek er nooit heel veel tijd verstreken te zijn als hij hier terugkwam, zelfs wanneer dat thuis wel zo was, maar nu leek het haast alsof het tijdsverloop bijna synchroon was geweest.
"Dan heb je dus besloten niks te resetten", concludeerde hij. "Anders had je dat allang gedaan. Daar ben ik blij om."
June reageerde niet.
Waarom was ze eigenlijk gekomen? Peinzend keek hij haar aan."Ik zou heel graag even met je praten", zei hij, "maar niet hier. Als mijn vader je ziet zal hij het niet begrijpen. Ik kan het risico niet nemen dat hij je herkent. Door... de andere June bedoel ik."
"Hoe verloopt je leven eigenlijk met mijn replica?", vroeg ze spottend. "Bevalt ze je?"
"We hebben een dochtertje", flapte hij eruit. "Maar het gaat eigenlijk niet goed nee. Soms wel, heel goed zelfs. Maar vaak ook niet en eerlijk gezegd hebben we besloten uit elkaar te gaan. Ze... Nou ja..." Hij haalde zijn schouders op.
"Kom", zei ze, "dan gaan we naar de Outlet. Ik wil je inderdaad even onder vier ogen spreken."
Het smaakte naar spons.
"Nee, niet zeg maar, gewoon, de toekomst," zei Saul.In een paar beknopte zinnen legde hij uit hoe hij het tijdsportaal gevonden had toen hij net verhuisd was, hoe Emit Relevart was verschenen en hoe hij de afgelopen jaren heen en weer gereisd had. "Ik heb Number One niet zelf uitgevonden", besloot hij meteen maar open kaart te spelen. "Ik heb haar hier in de botterij gebouwd. Ze kan nog veel meer dan jij denkt."
"Jij kleine leugenaar", zei Shayne. "En wij maar denken dat je een groot uitvinder was."
"Nee, dat ben ik niet", mompelde Saul stilletjes.
"Ik maakte maar een grapje", knipoogde Shayne, "ik snap best waarom je dit niet kon uitleggen. Heb je hier ook vrienden?""Een.. paar. Nee, niet echt. Ik slaap in dit hotel en praat vooral met mensen uit andere tijden. Tijdreizigers net als ik dus."
Hij viel stil en dacht aan June. Hij had haar beloofd nooit meer terug te komen, hoe zou ze reageren als ze hem hier aantrof? En wat zou zijn vader van hem denken als hij erachter kwam wat hij gedaan had? Hij zuchtte. Wie had ook ooit kunnen bedenken dat een stel stokoude elfen ineens roet in het eten zouden komen gooien."Ik denk dat we beter naar bed kunnen gaan als je ook klaar bent met eten", zei hij.
"Oh, ik ben klaar", zei Shayne met een vies gezicht. "Veel smaak heeft dit niet. Zeg maar waar ik heen moet."
Saul knikte in de richting van de loopbrug. "Daarheen", zei hij.
Shayne stond op en Saul volgde hem.De eerste de beste hotelkamer bleek leeg. Saul sloot zorgvuldig de deur en stapte in bed.
"Het is even wennen", zei hij en draaide zich op zijn zij. "Ze werken met een krachtveld in plaats van dekens, je kunt ook dromen uitkiezen als je dat leuk vindt."
"Ik wilde maar gewoon gaan slapen eigenlijk", reageerde Shayne.Even zweeg hij terwijl hij op de rand van het bed bleef zitten. Toen vervolgde hij: "Ik vind het heel fijn dat je me beschermt Saul, en me in een opwelling hierheen hebt gebracht. Maar het lost natuurlijk niks op. Bovendien is je moeder nu hartstikke ongerust."
"Mama mist je niet", zei Saul slaperig. "Als we teruggaan is er daar nog geen minuut verstreken."
"Oh..", stootte Shayne uit. "Nou ja, dat is wel prettig om te weten. Dan kan ik tenminste rustig alles op een rijtje zetten."De volgende ochtend wandelden ze vrijwel meteen tegen Emit op toen ze wilden gaan ontbijten.
"Heb je iemand meegenomen?", vroeg die met een schuin lachje aan Saul.
"Ga jij maar vast zitten", fluisterde Saul tegen zijn vader, "ik moet even met hem praten.""Ik kan het uitleggen", zei hij even later tegen zijn gastheer. "Ik weet wel dat ik het had moeten vragen en misschien mag dit helemaal niet, maar het is mijn vader en hij zit in de problemen."
"Wat voor problemen als ik vragen mag?", vroeg Emit, terwijl hij zijn almanak tevoorschijn haalde.
"Eh...", Saul aarzelde. 'Hij heeft twee mensen vermoord maar het is echt heel lang geleden en nu is hij betrapt' leek hem geen geschikte binnenkomer."Wat is zijn naam?", vroeg Emit.
"S..hayne", aarzelde Saul.
"Shayne hoe?"
"Shayne Kobayne."
"Ach natuurlijk, zo heet jij ook."
Emit toetste iets in op zijn almanak en keek. Toen fronste hij zijn wenkbrauwen en zei: "Heeft meneer Shayne Kobayne ook nog een verleden? Volgens mijn gegevens hier is hij op een dag uit de lucht komen vallen."Verbouwereerd keek Saul hem aan. "Heeft u van alle mensen in de geschiedenis een dossier?", vroeg hij.
"Indrukwekkend niet?", vroeg Emit. "Maar met jouw vader is dus iets geheimzinnigs aan de hand. Was je daarvan op de hoogte?"
"Ja", antwoordde Saul, terwijl een lichte paniek zich van hem meester maakte. "Maar alsjeblieft, geloof me, dat is een lang verhaal. Mag hij alsjeblieft hier blijven? Hij is in gevaar."Even later schoof Saul aan bij Shayne, die ondertussen twee gebakken eieren uit de muur had gehaald.
"Plastic", kauwde hij humeurig. "Smaakt alles hier naar plastic?"
Saul knikte verstrooid. "Ja, daar moet je even aan wennen", zei hij. "Luister, ik heb geregeld dat je voorlopig hier mag blijven dus we kunnen in ieder geval in alle rust nadenken wat we moeten doen."
"Dat is mooi", antwoordde Shayne maar hij keek ongelukkig.Een tijdje prikte hij in zijn ontbijt en nam af en toe een hap. Toen zei hij zacht: "In het begin was ik constant bang dat dit op een dag zou gebeuren. Maar de jaren verstreken en uiteindelijk ben ik het gewoonweg een beetje vergeten. Het raakte naar de achtergrond."
"Dat is niet zo gek", zei Saul. "Het is allemaal eeuwen geleden gebeurd. Die ouwe kerel had gewoon binnen moeten blijven en zich nergens mee moeten bemoeien."
Shayne knikte langzaam. "Of het is mijn straf", zei hij toen.
"Wil je ophouden?", siste Saul, "dat slaat helemaal nergens op. Kom, we gaan iets leuks doen."Ze pakten geschikte winterkleding uit de algemene garderobe, vonden twee zweefborden en terwijl ze het centrum van Oasis Springs doorkruisten, kon Shayne voor een tijdje zijn beslommeringen vergeten. Hij had het namelijk veel te druk met rechtop blijven staan. Saul ging voor hem uit, wachtte af en toe even tot zijn vader hem weer had ingehaald en gleed dan verder."Ik wil je iets laten zien", zei hij na een tijdje en leidde hen naar de botterij. "Kijk, hier heb ik Number One gemaakt."
Ze wandelden naar binnen en Saul schakelde de botbouwer in. "Hoe werkt dat?", vroeg Shayne en raakte voorzichtig een geprojecteerd toetsenbord aan. Er klonk een knetterend geluid en snel trok hij zijn hand terug. Saul lachte en werkte verder, net zolang tot hij een nieuwe chip voor zijn plumbot had gecreëerd.Het werd al donker toen ze weer naar buiten gingen.
"Ik kan je de Woestenij wel even laten zien", zei Saul. "Ooit is het een zee geweest en misschien wel onze zee. Dat heb ik eigenlijk nooit helemaal helder gekregen. Geen idee of Emit dat überhaupt weet. Maar het is best spooky, met gestrande scheepwrakken en andere troep."Shayne volgde hem braaf, wankelend op het zweefbord.
"Wat is... dat daar? In de verte?", wees hij.
"Een plumbot, net als Number One", antwoordde Saul. "Kom, dan kijken we of we hem kunnen inhalen."
Hij liet zijn vader iets uitlopen en volgde op een afstandje.Op een gegeven moment keek Shayne om.
"Waar blijf je?", riep hij. "Je laat me toch niet in de steek hier? Ik heb het koud trouwens."
"Kom maar terug, we gaan ergens anders heen", antwoordde Saul. "Het wordt te donker."
Hij keerde om en zweefde in een rustig tempo naar het verlaten plateau dat uitkeek over de Woestenij, waar ze samen een potje schaakten."Ik vind het eigenlijk best gezellig hier met je", zei Shayne de volgende ochtend, toen ze na het ontbijt naar de bevroren vijver voor het hotel waren gegaan om te schaatsen. "Ik kan ook iets beter afstand nemen nu. Ik denk dat je gelijk had en dat er eigenlijk niet zoveel aan de hand is. Misschien valt er wel in alle redelijkheid met hen te praten."Saul dacht terug aan de onvermurwbare blikken van de drie elfen en de respectloze manier waarop ze zijn huis waren binnengedrongen en zweeg. Hij was bang dat het helemaal niet mee zou vallen, maar hij had geen zin zijn vaders - kennelijk opgeruimde - bui te verpesten.De middag brachten ze door in het hotel en ze keken net naar een bizarre televisieshow vol mensen in de meest bonte outfits, toen Emit hen kwam storen en vroeg of Saul een ogenblik mee kon komen.
"Er is bezoek voor je", zei hij even later met een moeilijk te definiëren blik.
"Bezoek?", vroeg Saul zo neutraal mogelijk, waarop Emit met een zachte grinnik wegwandelde.
"Ze zit beneden", voegde hij er nog aan toe.Ook al hield Saul er rekening mee dat het June kon zijn, herkende hij haar niet eens direct toen hij de trap afliep en de vrouw in een kuipstoeltje zag zitten wachten. Pas toen ze opkeek zag hij aan haar ogen dat ze het was.
"Wat zie je er anders uit", was dan ook het eerste dat licht aarzelend over zijn lippen kwam. Gevolgd door: "Ik weet dat ik niet meer zou komen, het spijt me echt, ik zal je heus met rust laten."Ineens vroeg hij zich af hoeveel tijd hier eigenlijk verstreken was sinds zijn laatste bezoek. Misschien lag zijn actie nog kakelvers in haar geheugen. Hoewel het geen winter was geweest op dat moment.Ze stond op en liep op hem af. "Wat doen jullie hier?", vroeg ze. "Ik zag jullie op de ijsbaan."
"Ik... mijn vader, ik ben met mijn vader gekomen. Hij zit in de problemen en we zijn min of meer hierheen gevlucht."
Nieuwsgierig keek hij haar aan. "Je bent echt veranderd", vervolgde hij. "Hoe lang is het eigenlijk geleden dat ik..."
"Dat je mij kloonde?", vroeg ze. "Bijna acht jaar."Saul was verbaasd. Voorheen bleek er nooit heel veel tijd verstreken te zijn als hij hier terugkwam, zelfs wanneer dat thuis wel zo was, maar nu leek het haast alsof het tijdsverloop bijna synchroon was geweest.
"Dan heb je dus besloten niks te resetten", concludeerde hij. "Anders had je dat allang gedaan. Daar ben ik blij om."
June reageerde niet.
Waarom was ze eigenlijk gekomen? Peinzend keek hij haar aan."Ik zou heel graag even met je praten", zei hij, "maar niet hier. Als mijn vader je ziet zal hij het niet begrijpen. Ik kan het risico niet nemen dat hij je herkent. Door... de andere June bedoel ik."
"Hoe verloopt je leven eigenlijk met mijn replica?", vroeg ze spottend. "Bevalt ze je?"
"We hebben een dochtertje", flapte hij eruit. "Maar het gaat eigenlijk niet goed nee. Soms wel, heel goed zelfs. Maar vaak ook niet en eerlijk gezegd hebben we besloten uit elkaar te gaan. Ze... Nou ja..." Hij haalde zijn schouders op.
"Kom", zei ze, "dan gaan we naar de Outlet. Ik wil je inderdaad even onder vier ogen spreken."