Generatie 16 - deel 13, Milan
Op het moment dat Dorian zich realiseert dat er geen enkele mogelijkheid is om met Milan in contact te komen, aarzelt hij geen seconde. Hij springt in zijn auto en rijdt naar het kasteel van Aristide Sarasin.De meester is niet thuis, vertelt de butler hem. Die is een uurtje geleden op pad gegaan om nectar in te slaan voor een besloten diner vanavond. Maar zijn jonge vriend moet er wel zijn, boven ergens. Ja, die is inderdaad veilig thuisgekomen eergisterenavond. Sindsdien heeft hij hem niet meer gezien, maar hij weet zeker dat hij het kasteel niet verlaten heeft.Zonder verdere plichtplegingen loopt Dorian langs hem heen naar binnen en wandelt de trap op. De butler kijkt hem verbaasd na, haalt dan zijn schouders op en loopt de tuin in om wat onkruid te verwijderen. Hij herkent de lichtblauwe jongen van het feestje een kleine week terug en gaat er maar vanuit dat het in orde is.Op de eerste verdieping opent Dorian wat deuren en checkt de slaapkamer en de sauna, maar daar is niemand.Hij loopt de trap op naar de tweede verdieping, gooit ook daar wat deuren open, maar van Milan ontbreekt ieder spoor. Op zijn geroep wordt niet gereageerd.Terwijl hij verder zoekt constateert hij met stijgende verbazing dat, op de vertrekken beneden na, alles volkomen leeg is. Geen enkele kamer is verder ingericht, schilderijen ontbreken en er hangen zelfs amper lampen. Alleen in de gangen een paar.Tenslotte bereikt hij de zolder - die iets kleiner is dan de rest van het huis - maar ook hier slechts een smalle lege gang.
En geen Milan.Net wil hij weer naar beneden gaan om nog eens met de butler te praten, als zijn oog op een boekenkast valt die een beetje verloren op de overloop staat. Inmiddels heeft hij voldoende ervaring met het doorzoeken van mysterieuze ruimtes, dat dit zijn aandacht trekt in het verder zo lege huis.Zijn ogen glijden langs de ruggen en lezen boektitels uit een grijs verleden. Het kost hem weinig moeite de rij dummy’s te vinden die de schakelaar vormen van deze geheime deur. Hij drukt ze in en met een dof gerommel schuift de boekenkast opzij.
Verbaasd staart Dorian naar binnen.Deze kamer is wel ingericht, en hoe. Op de grond ligt dik, donkerrood tapijt, de meubels zijn massief en rijk versierd, voor de ramen hangen zware gordijnen en de wanden zijn gelambriseerd met eikenhout.Dorian wandelt naar binnen en kijkt gebiologeerd om zich heen. Er staan een paar antieken vitrinekasten en een tafeltje vol kleurige flesjes en verder valt zijn oog op twee indrukwekkende boeken, waarvan er een opengeslagen ligt. Alsof iemand er net nog in heeft staan lezen.Verder een dure schaaktafel met - zo te zien - ivoren stukken en twee propvolle boekenkasten, waarvan hij heel even denkt dat het ook geheime deuren zijn, maar dat blijkt niet te kloppen.En dan ziet hij op een rond tafeltje een stok liggen.
Hij pakt hem op, zwaait er even mee en wil net sarcastisch hocus pocus pas mompelen, als hij een onzichtbare oplawaai krijgt. Geschrokken legt hij de stok terug op het kussentje.Wat is dit...?Weer kijkt hij om zich heen, wandelt dan nieuwsgierig naar het opengeslagen boek en begint te lezen. Raadselachtige spreuken en teksten, die kleverig als stroop zijn brein binnendringen en hem volledig afsluiten voor de buitenwereld. Waardoor hij niet hoort dat de boekenkast opzij schuift en er iemand binnenkomt."Mag ik vragen wat u hier doet?", klinkt een lijzige stem en Dorian springt van schrik een klein stukje de lucht in. Met een ruk draait hij zich om en ziet een al wat oudere man, die hem vaag bekend voorkomt en hem met een vragende blik aankijkt. Dorian doet geen moeite zich netjes voor te stellen."Waar is Milan?", valt hij met de deur in huis.
"Jij moet Dorian zijn", zegt de man vriendelijk. "Milan heeft me over je verteld. Het spijt me dat we je hebben laten zitten gisterenavond, maar ik hoop dat je er begrip voor hebt dat ik niet zat te springen om een ontmoeting."
"Waar is Milan?", herhaalt Dorian.
"We hebben net nectar gekocht en Milan is nog even het dorp in gegaan voor stokbrood", legt de man welwillend uit. "Je mag beneden wachten als je wilt. Niet hier, dit is privé."Hoewel zijn manieren charmant en ongedwongen zijn, voelt Dorian dat er iets niet in de haak is. De man heeft iets sluws over zich, iets glibberigs. En dan ziet hij hoe Sarasins ogen heel even steels in de richting van het ronde tafeltje schieten. Er verandert niets in zijn blik, die blijft dromerig en kalm. Maar in een flits beseft Dorian dat hij in gevaar is."Nee, het is in orde, ik spreek hem later wel", zegt hij snel, en voordat de man iets heeft kunnen doen schuift Dorian de boekenkast opzij en draaft de trappen af, naar buiten. Pas als het kasteel ver achter hem ligt komt zijn hart een beetje tot bedaren.In hem woedt een storm. Hij heeft geen idee wat er aan de hand is, maar hij vertrouwt het allemaal voor geen cent. Om zeker te zijn gaat hij nog even het dorp in, maar daar is geen Milan en de bakker verklaart dat hij geen blauwe man als klant heeft gehad. Terug in het hotel ijsbeert Dorian een tijdje, zichzelf langzamerhand steeds meer opfokkend, en dan pakt hij met trillende handen zijn telefoon. Zodra die wordt opgenomen begint hij te ratelen."Amy, wil je alsjeblieft komen, je moet nu meteen komen, er is iets helemaal mis met Milan. Hij is verdwenen en volgens mij zit zijn vriend erachter!" Bibberend van bezorgdheid luistert hij naar de verbaasde stem aan de andere kant van de lijn, dan onderbreekt hij haar. "Ik leg het nog wel uit, kom je alsjeblieft? Ik weet niet wat ik moet doen..." Heel even is hij stil en dan zegt hij het hardop, met een stem die trilt van angst: "Ik denk dat hij dood is."Hoe hij de dag doorkomt weet hij niet, de nacht is in ieder geval slapeloos en ook de dag erna gaat in een roes voorbij. Elke vezel in zijn lijf wil terug naar het kasteel, maar hij denkt niet dat dat veel zin heeft. Wat kan hij daar doen? Om een uur of vijf vliegt eindelijk de deur van zijn hotelkamer open en komt Amy binnen, met vlak achter zich Georgie."Ben jij ook meegekomen?", vraagt Dorian verbaasd. "Waar zijn de kinderen?"
"Je vader en Sierra passen op, maak je geen zorgen", zegt Amy. "Wat is er aan de hand?"Dorian vertelt hortend en stotend wat er de afgelopen dagen allemaal gepasseerd is, tot en met zijn ontdekking gisterenochtend en de ontmoeting met Milans vriend. "Hij is eng", zegt hij met paniekogen. "En er is iets raars aan hem. Ik wilde hem betoveren omdat ik bang was, maar dat lukte niet. En al die potjes. Volgens mij heeft hij Milan vergiftigd of zo.""Doe nou even rustig", kalmeert Amy hem, "laat ons even nadenken. Als hij Milan vermoord heeft, dan moet die toch nog in het huis zijn? Je zegt dat die butler niks gezien heeft en het huis was leeg."Dorian knikt. "Ja, dat is zo, ik snap het ook niet. Hij moet gewoon in dat kasteel zijn, maar ik heb hem echt nergens kunnen vinden."En dan wordt hij stil. Zijn ogen starend in het niets, alsof er eindelijk heel langzaam iets tot hem doordringt, waardoor de puzzelstukjes nu pas stuk voor stuk op hun plek vallen. Amy en Georgie kijken hem gespannen aan. “Wat is er?", vraagt Georgie. "Waar denk je aan?"Dorian kijkt haar een beetje afwezig aan en dan fluistert hij toonloos: "Ik weet waar hij is. Wat stom wat stom wat stom...”“Ik had het zo druk met me vergapen aan al die flesjes en boeken en de toverstok, dat ik de lamp helemaal vergeten ben. Ik zag hem wel, maar vergat hem weer door al die andere dingen. Er waren meer lampen, maar deze stond op een soort altaar. Hij zit opgesloten in die lamp. Ik heb geen idee hoe dat kan, maar ik weet het gewoon zeker...!""Kom", zegt Amy kort. "Rij ons erheen, we zullen zien. Ik lust die Aristoteles rauw."
Het begint al donker te worden als ze de tuin in rennen, alle drie te ongeduldig om te wandelen.
Georgie belt aan en gespannen wachten ze af. Binnen klinkt geen enkel geluid, nergens brandt licht. "Er is niemand thuis", zegt Georgie, "we zullen later terug moeten komen."
"Maar natuurlijk", zegt Amy, pakt een steen van de grond en slaat een ruit in.Even later staan ze voor de boekenkast en duwt Dorian tegen de rij boeken om de geheime deur te openen.Terwijl Amy en Georgie rondkijken en elkaar bezorgde blikken toewerpen, loopt Dorian als een kip zonder kop alle kasten na en inspecteert ze grondig. De lamp is nergens te vinden. Alles is weg. De kamer is leeggehaald, de eigenaar overduidelijk met de noorderzon vertrokken."Dorian, kom mee, we hebben hier niets meer te zoeken", zegt Amy na een poosje zacht.
"Nee, nee, nee", schudt Dorian zijn hoofd, "ik wil blijven zoeken, het kan niet, hij wás hier, ik had hem zo mee kunnen nemen. Ik mag hem niet in de steek laten..."
"Dorian, hij is hier niet meer, ga mee en dan gaan we rustig bedenken wat we gaan doen. Het is nog niet voorbij, maar hier is niks meer."Een uur later zit Georgie in de lounge, terwijl Amy de haard aansteekt.
"Ligt hij op bed?", vraagt ze.
Amy knikt. "Een hoopje ellende is ‘t. Hij is doodsbang en voelt zich verschrikkelijk schuldig en stom dat hij de lamp niet meteen gepakt heeft."
Georgie kijkt haar aan. "Wat denk je dat die kerel met Milan van plan is, Amy? Hoe kan het dat hij weer in een lamp zit?""Ik heb geen idee", zegt Amy grimmig. "Maar ik ben ervan overtuigd dat Dorian gelijk heeft. Dat Milan inderdaad weer gevangen zit. Ik neem aan dat die Sarasin hem zal gebruiken om wensen te doen. En wij moeten zorgen dat we hem op tijd vinden, voordat de laatste wens aan de beurt is en hij in de eeuwigheid verdwijnt."
En geen Milan.Net wil hij weer naar beneden gaan om nog eens met de butler te praten, als zijn oog op een boekenkast valt die een beetje verloren op de overloop staat. Inmiddels heeft hij voldoende ervaring met het doorzoeken van mysterieuze ruimtes, dat dit zijn aandacht trekt in het verder zo lege huis.Zijn ogen glijden langs de ruggen en lezen boektitels uit een grijs verleden. Het kost hem weinig moeite de rij dummy’s te vinden die de schakelaar vormen van deze geheime deur. Hij drukt ze in en met een dof gerommel schuift de boekenkast opzij.
Verbaasd staart Dorian naar binnen.Deze kamer is wel ingericht, en hoe. Op de grond ligt dik, donkerrood tapijt, de meubels zijn massief en rijk versierd, voor de ramen hangen zware gordijnen en de wanden zijn gelambriseerd met eikenhout.Dorian wandelt naar binnen en kijkt gebiologeerd om zich heen. Er staan een paar antieken vitrinekasten en een tafeltje vol kleurige flesjes en verder valt zijn oog op twee indrukwekkende boeken, waarvan er een opengeslagen ligt. Alsof iemand er net nog in heeft staan lezen.Verder een dure schaaktafel met - zo te zien - ivoren stukken en twee propvolle boekenkasten, waarvan hij heel even denkt dat het ook geheime deuren zijn, maar dat blijkt niet te kloppen.En dan ziet hij op een rond tafeltje een stok liggen.
Hij pakt hem op, zwaait er even mee en wil net sarcastisch hocus pocus pas mompelen, als hij een onzichtbare oplawaai krijgt. Geschrokken legt hij de stok terug op het kussentje.Wat is dit...?Weer kijkt hij om zich heen, wandelt dan nieuwsgierig naar het opengeslagen boek en begint te lezen. Raadselachtige spreuken en teksten, die kleverig als stroop zijn brein binnendringen en hem volledig afsluiten voor de buitenwereld. Waardoor hij niet hoort dat de boekenkast opzij schuift en er iemand binnenkomt."Mag ik vragen wat u hier doet?", klinkt een lijzige stem en Dorian springt van schrik een klein stukje de lucht in. Met een ruk draait hij zich om en ziet een al wat oudere man, die hem vaag bekend voorkomt en hem met een vragende blik aankijkt. Dorian doet geen moeite zich netjes voor te stellen."Waar is Milan?", valt hij met de deur in huis.
"Jij moet Dorian zijn", zegt de man vriendelijk. "Milan heeft me over je verteld. Het spijt me dat we je hebben laten zitten gisterenavond, maar ik hoop dat je er begrip voor hebt dat ik niet zat te springen om een ontmoeting."
"Waar is Milan?", herhaalt Dorian.
"We hebben net nectar gekocht en Milan is nog even het dorp in gegaan voor stokbrood", legt de man welwillend uit. "Je mag beneden wachten als je wilt. Niet hier, dit is privé."Hoewel zijn manieren charmant en ongedwongen zijn, voelt Dorian dat er iets niet in de haak is. De man heeft iets sluws over zich, iets glibberigs. En dan ziet hij hoe Sarasins ogen heel even steels in de richting van het ronde tafeltje schieten. Er verandert niets in zijn blik, die blijft dromerig en kalm. Maar in een flits beseft Dorian dat hij in gevaar is."Nee, het is in orde, ik spreek hem later wel", zegt hij snel, en voordat de man iets heeft kunnen doen schuift Dorian de boekenkast opzij en draaft de trappen af, naar buiten. Pas als het kasteel ver achter hem ligt komt zijn hart een beetje tot bedaren.In hem woedt een storm. Hij heeft geen idee wat er aan de hand is, maar hij vertrouwt het allemaal voor geen cent. Om zeker te zijn gaat hij nog even het dorp in, maar daar is geen Milan en de bakker verklaart dat hij geen blauwe man als klant heeft gehad. Terug in het hotel ijsbeert Dorian een tijdje, zichzelf langzamerhand steeds meer opfokkend, en dan pakt hij met trillende handen zijn telefoon. Zodra die wordt opgenomen begint hij te ratelen."Amy, wil je alsjeblieft komen, je moet nu meteen komen, er is iets helemaal mis met Milan. Hij is verdwenen en volgens mij zit zijn vriend erachter!" Bibberend van bezorgdheid luistert hij naar de verbaasde stem aan de andere kant van de lijn, dan onderbreekt hij haar. "Ik leg het nog wel uit, kom je alsjeblieft? Ik weet niet wat ik moet doen..." Heel even is hij stil en dan zegt hij het hardop, met een stem die trilt van angst: "Ik denk dat hij dood is."Hoe hij de dag doorkomt weet hij niet, de nacht is in ieder geval slapeloos en ook de dag erna gaat in een roes voorbij. Elke vezel in zijn lijf wil terug naar het kasteel, maar hij denkt niet dat dat veel zin heeft. Wat kan hij daar doen? Om een uur of vijf vliegt eindelijk de deur van zijn hotelkamer open en komt Amy binnen, met vlak achter zich Georgie."Ben jij ook meegekomen?", vraagt Dorian verbaasd. "Waar zijn de kinderen?"
"Je vader en Sierra passen op, maak je geen zorgen", zegt Amy. "Wat is er aan de hand?"Dorian vertelt hortend en stotend wat er de afgelopen dagen allemaal gepasseerd is, tot en met zijn ontdekking gisterenochtend en de ontmoeting met Milans vriend. "Hij is eng", zegt hij met paniekogen. "En er is iets raars aan hem. Ik wilde hem betoveren omdat ik bang was, maar dat lukte niet. En al die potjes. Volgens mij heeft hij Milan vergiftigd of zo.""Doe nou even rustig", kalmeert Amy hem, "laat ons even nadenken. Als hij Milan vermoord heeft, dan moet die toch nog in het huis zijn? Je zegt dat die butler niks gezien heeft en het huis was leeg."Dorian knikt. "Ja, dat is zo, ik snap het ook niet. Hij moet gewoon in dat kasteel zijn, maar ik heb hem echt nergens kunnen vinden."En dan wordt hij stil. Zijn ogen starend in het niets, alsof er eindelijk heel langzaam iets tot hem doordringt, waardoor de puzzelstukjes nu pas stuk voor stuk op hun plek vallen. Amy en Georgie kijken hem gespannen aan. “Wat is er?", vraagt Georgie. "Waar denk je aan?"Dorian kijkt haar een beetje afwezig aan en dan fluistert hij toonloos: "Ik weet waar hij is. Wat stom wat stom wat stom...”“Ik had het zo druk met me vergapen aan al die flesjes en boeken en de toverstok, dat ik de lamp helemaal vergeten ben. Ik zag hem wel, maar vergat hem weer door al die andere dingen. Er waren meer lampen, maar deze stond op een soort altaar. Hij zit opgesloten in die lamp. Ik heb geen idee hoe dat kan, maar ik weet het gewoon zeker...!""Kom", zegt Amy kort. "Rij ons erheen, we zullen zien. Ik lust die Aristoteles rauw."
Het begint al donker te worden als ze de tuin in rennen, alle drie te ongeduldig om te wandelen.
Georgie belt aan en gespannen wachten ze af. Binnen klinkt geen enkel geluid, nergens brandt licht. "Er is niemand thuis", zegt Georgie, "we zullen later terug moeten komen."
"Maar natuurlijk", zegt Amy, pakt een steen van de grond en slaat een ruit in.Even later staan ze voor de boekenkast en duwt Dorian tegen de rij boeken om de geheime deur te openen.Terwijl Amy en Georgie rondkijken en elkaar bezorgde blikken toewerpen, loopt Dorian als een kip zonder kop alle kasten na en inspecteert ze grondig. De lamp is nergens te vinden. Alles is weg. De kamer is leeggehaald, de eigenaar overduidelijk met de noorderzon vertrokken."Dorian, kom mee, we hebben hier niets meer te zoeken", zegt Amy na een poosje zacht.
"Nee, nee, nee", schudt Dorian zijn hoofd, "ik wil blijven zoeken, het kan niet, hij wás hier, ik had hem zo mee kunnen nemen. Ik mag hem niet in de steek laten..."
"Dorian, hij is hier niet meer, ga mee en dan gaan we rustig bedenken wat we gaan doen. Het is nog niet voorbij, maar hier is niks meer."Een uur later zit Georgie in de lounge, terwijl Amy de haard aansteekt.
"Ligt hij op bed?", vraagt ze.
Amy knikt. "Een hoopje ellende is ‘t. Hij is doodsbang en voelt zich verschrikkelijk schuldig en stom dat hij de lamp niet meteen gepakt heeft."
Georgie kijkt haar aan. "Wat denk je dat die kerel met Milan van plan is, Amy? Hoe kan het dat hij weer in een lamp zit?""Ik heb geen idee", zegt Amy grimmig. "Maar ik ben ervan overtuigd dat Dorian gelijk heeft. Dat Milan inderdaad weer gevangen zit. Ik neem aan dat die Sarasin hem zal gebruiken om wensen te doen. En wij moeten zorgen dat we hem op tijd vinden, voordat de laatste wens aan de beurt is en hij in de eeuwigheid verdwijnt."