Lance's Lot - deel 7, Bloed
Het is laat geworden de vorige avond - zeg maar rustig vroeg - dus Lance slaapt een stevig gat in de dag.
Als hij wakker wordt is dat dus met een gezonde trek. Gelukkig weet hij waar de koelkast is.In de keuken loopt hij de kerel tegen het lijf die vannacht Sugar de mantel uitveegde. Hij ziet er nogal gespierd uit - niet iemand om ruzie mee te krijgen - dus Lance probeert zich zo onzichtbaar mogelijk te maken met zijn boterham. Dat mislukt. De man propt snel en zonder iets te zeggen de rest van zijn ontbijt naar binnen, staat op, werpt hem een intens vijandelijke blik toe en wandelt dan met zijn lege bord naar de gootsteen. Lance vindt het best, zolang hij maar geen pak slaag krijgt.Als hij gegeten heeft, loopt hij de woonkamer in waar hij een tijdje voor een van de vele ramen staat te genieten van de kleurige lichtjes van Bridgeport in de vroege avond en wil zichzelf daarna een drankje inschenken. Het assortiment in de bar blijkt een ruime keuze aan mierzoete alcoholische versnaperingen te bieden en in een opwelling besluit hij wat dingen te mixen. Wie weet doet hij de uitvinding van de eeuw en wordt dat zijn weg naar succes. Dat lijkt hem wel wat.Helaas blijkt het moeilijker dan hij dacht.Dat ontmoedigt hem echter niet want het is eigenlijk een ontzettend leuk werkje en af en toe slaagt hij er zelfs in iets te brouwen dat niet onmiddellijk het uitspugen waard is. Dus blijft hij mixen tot tegen middernacht - slechts onderbroken door een bord verse salade om een uur of tien - als Sugar thuiskomt en hem verleidt mee te komen naar de jacuzzi. Tegen die tijd staat Lance zo'n beetje te tollen op zijn benen, maar braaf trekt hij zijn jas aan en zwalkt achter haar aan.Heel veel gebeurt er dit keer niet want daar is hij veel te dronken voor. Een paar keer valt hij zelfs luid snurkend in slaap, om verstoord aangestoten te worden door Sugar wat hem irriteert want hij heeft een loodzwaar hoofd.
"Ik ga naar bed", kondigt hij tegen de ochtend aan.
"Kom maar met mij mee", zegt ze. "Tom is boos op me en heeft het weer eens uitgemaakt, hij slaapt vannacht in jouw bed."Als de zon al hoog aan de hemel staat, wordt hij ineens wakker met het idee dat hij in brand staat. Die drank is echt verkeerd gevallen.
Hij gaat rechtop zitten terwijl het klamme zweet hem uitbreekt en hangt voorover in de hoop dat het weg zal ebben. Dat gebeurt echter niet, het wordt juist steeds erger. Tot hij het gevoel heeft dat hij uit elkaar barst.
Ten einde raad stapt hij uit bed en verkrampt dan volkomen, terwijl duistere krachten bezit nemen van zijn lichaam en hij geen andere keuze heeft dan het machteloos te ondergaan.Zodra hij weer bij zijn positieven komt is de aanval als bij toverslag verdwenen. Sterker, hij voelt zich geweldig. Helder. Alsof al zijn zintuigen haarscherp staan afgesteld. Achter hem in bed kreunt Sugar zachtjes in haar slaap en een moment zou hij kunnen zweren dat hij haar hart hoort kloppen en haar bloed door haar aderen voelt pompen. Een vreemde, dierlijke begeerte maakt zich van hem meester en verward schudt hij zijn hoofd, kruipt terug in bed met zijn rug naar haar toe en valt in een diepe slaap.Anderhalf uur later schrikt hij opnieuw wakker, met een rusteloos gevoel. Hij staat op, wandelt naar de badkamer, doucht zich, kleedt zich aan en begint net zijn tanden te poetsen als hem iets vreemds opvalt.Met een schok komt zijn hand tot stilstand en staart hij naar zijn gezicht in de spiegel.
Er is iets met hem. Zijn ogen staren hem fel aan en zijn huid is vreemd. Vaal, doorschijnend haast.
Langzaam brengt hij de tandenborstel naar beneden, legt hem op de wasbak, spoelt zijn mond en bekijkt zichzelf nog eens goed.Dan opent hij zijn mond en inspecteert voorzichtig de vlijmscherpe hoektanden die zijn gebit ineens sieren.
Er is geen twijfel over mogelijk, hij is veranderd. En op datzelfde moment is hij ervan overtuigd dat het iets met Morrigan te maken moet hebben en met de beet die ze hem heeft toegebracht, want hij ziet er precies hetzelfde uit als zij, Wogan en dat kind. Belisama.Diep in gedachten wandelt hij naar buiten. Het blijkt een prachtige dag - een voorbode van de naderende lente - en hij speelt even met Tiffany, de hond van Sugar, tot de zon gaten lijkt te schroeien in zijn vel. Waarschijnlijk door de reflectie van de sneeuw vermoedt hij, dus hij gaat heel snel weer naar binnen waar hij een beetje rondhangt en wat op zijn gitaar tokkelt tot het donker wordt.Vroeg in de avond krijgt hij eindelijk gezelschap, als Sugars ex komt binnenwandelen en zich een cocktail inschenkt. "Hoe lang ben jij eigenlijk van plan te blijven?", vraagt hij, terwijl hij Lance vanachter zijn donkere glazen aankijkt en dan even lijkt te schrikken. "Wat is er met jou gebeurd?"Lance wil net iets antwoorden als een geur zijn neus binnendringt die hem volkomen wild maakt en hem doet beseffen hoeveel honger hij eigenlijk heeft. Of beter gezegd, dorst. Wat er daarna gebeurt ondergaat hij in een soort roes. Hij is zich nauwelijks bewust van wat hij doet, alleen dat hij zich opeens stukken beter voelt en dat de enige reden dat hij stopt is omdat Sugar tegen hem begint te schreeuwen.Eerst denkt hij dat de oorzaak is dat hij zijn tanden in haar ex-verloofde heeft gezet, maar dan blijkt het heel ergens anders over te gaan. Ze heeft in de stad een paar verhalen over hem gehoord en ze dacht nog wel dat hij van haar hield maar nu snapt ze dat ze slechts nummer zoveel is en hoe denkt hij eigenlijk ooit al die alimentatie te gaan betalen?"Alimentatie?", stamelt hij schaapachtig, waarna Sugar het hem uitlegt waarbij ze hem herhaaldelijk uit pure ergernis in zijn gezicht spettert. Gelukkig vindt ze het te gortig hem vannacht nog op straat te knikkeren, maar ze wenst hem morgenochtend niet meer bij het ontbijt te zien. En aan dat verzoek geeft Lance dan maar gehoor.Als eerste fietst hij naar Matilda om te informeren of de praatjes op waarheid berusten en dat weerzien verloopt volstrekt niet gezellig. Eerst mag hij niet eens naar binnen maar hij wil graag bewijzen zien en zo staat hij even later oog in oog met zijn dochtertje Amira."Ja, nou, lief", zegt hij. "Gefeliciteerd. Maar ik kan niet bijdragen aan haar opvoeding helaas."
Dat snapt Matilda ook dus wat haar betreft mag hij weer ophoepelen. Dat weet hij nog even te rekken en hij probeert bij haar huisgenoten of hij misschien kan blijven slapen vannacht omdat het wel erg koud is buiten, maar daar kan helaas geen sprake van zijn. En dan poept Amira haar luier vol en begint iedereen hem aan te kijken met zo'n blik van 'doe ook eens wat' en dan lijkt hem de tijd gekomen te vertrekken.Buiten is het donker aan het worden en het vriest, maar het ergste is dat hij weer zo'n dorst heeft. Misschien moet hij toch maar eens bij een dokter langs om te vragen wat er nou precies aan de hand is met hem.De wachtkamer blijkt echter vol te zitten en als hij even rondloopt en wat deuren opent, vindt hij op een gegeven moment iets wat vast niemand zal missen en wat hem ongelofelijk zal helpen. Wie kan er nou bezwaar tegen hebben als hij er wat van in zijn zak steekt? En zo staat hij niet veel later weer buiten en zoekt een beschut plekje waar niemand hem zal storen.Nadat hij zijn agressie heeft uitgeleefd op een onschuldige sneeuwpop komt er iemand langslopen. Hij scant haar gedachten, dwingt haar aan hem te denken - hij heeft nooit geweten dat hij dat kon! - en loopt op haar af om zich voor te stellen. Want ook al lijkt hij minder last van de kou te hebben dan vroeger, hij heeft geen zin in de sneeuw te gaan slapen vannacht."Kan ik je eigenlijk iets te drinken aanbieden?", vraagt ze vriendelijk na een korte woordenwisseling, waarop hij een beetje verward bedankt omdat hij verzadigd is. Maar misschien heeft ze in plaats daarvan een hoekje vrij thuis waar hij de nacht zou kunnen doorbrengen als het niet te lastig is?
Om zijn verzoek kracht bij te zetten trekt hij een bosje bloemen tevoorschijn en dat blijkt in goede aarde te vallen. Wat er precies fotogeniek is aan dit samenzijn is Lance overigens niet helemaal duidelijk.Even later wandelt hij achter Lilly-Bo - zoals ze blijkt te heten - aan en stapt in haar gammele auto, die hen naar een grauwe flat rijdt waar ze samen met nog drie anderen zegt te wonen.
"Beau is ook een vampier", verklaart ze, "dus dat schept misschien een band."
"Vampier? Ik ben geen vampier", werpt Lance tegen en dan zijn ze er."Slaap ik vannacht bij jou?", fluistert hij zacht in haar oor.
"Dat moesten we maar niet doen, dan krijg ik het met Beau aan de stok als hij thuiskomt", zegt ze en verwijst hem naar de woonkamer, waar hij zijn slaapzak uitslaat en niet veel later in een diepe slaap is gevallen.
Als hij wakker wordt is dat dus met een gezonde trek. Gelukkig weet hij waar de koelkast is.In de keuken loopt hij de kerel tegen het lijf die vannacht Sugar de mantel uitveegde. Hij ziet er nogal gespierd uit - niet iemand om ruzie mee te krijgen - dus Lance probeert zich zo onzichtbaar mogelijk te maken met zijn boterham. Dat mislukt. De man propt snel en zonder iets te zeggen de rest van zijn ontbijt naar binnen, staat op, werpt hem een intens vijandelijke blik toe en wandelt dan met zijn lege bord naar de gootsteen. Lance vindt het best, zolang hij maar geen pak slaag krijgt.Als hij gegeten heeft, loopt hij de woonkamer in waar hij een tijdje voor een van de vele ramen staat te genieten van de kleurige lichtjes van Bridgeport in de vroege avond en wil zichzelf daarna een drankje inschenken. Het assortiment in de bar blijkt een ruime keuze aan mierzoete alcoholische versnaperingen te bieden en in een opwelling besluit hij wat dingen te mixen. Wie weet doet hij de uitvinding van de eeuw en wordt dat zijn weg naar succes. Dat lijkt hem wel wat.Helaas blijkt het moeilijker dan hij dacht.Dat ontmoedigt hem echter niet want het is eigenlijk een ontzettend leuk werkje en af en toe slaagt hij er zelfs in iets te brouwen dat niet onmiddellijk het uitspugen waard is. Dus blijft hij mixen tot tegen middernacht - slechts onderbroken door een bord verse salade om een uur of tien - als Sugar thuiskomt en hem verleidt mee te komen naar de jacuzzi. Tegen die tijd staat Lance zo'n beetje te tollen op zijn benen, maar braaf trekt hij zijn jas aan en zwalkt achter haar aan.Heel veel gebeurt er dit keer niet want daar is hij veel te dronken voor. Een paar keer valt hij zelfs luid snurkend in slaap, om verstoord aangestoten te worden door Sugar wat hem irriteert want hij heeft een loodzwaar hoofd.
"Ik ga naar bed", kondigt hij tegen de ochtend aan.
"Kom maar met mij mee", zegt ze. "Tom is boos op me en heeft het weer eens uitgemaakt, hij slaapt vannacht in jouw bed."Als de zon al hoog aan de hemel staat, wordt hij ineens wakker met het idee dat hij in brand staat. Die drank is echt verkeerd gevallen.
Hij gaat rechtop zitten terwijl het klamme zweet hem uitbreekt en hangt voorover in de hoop dat het weg zal ebben. Dat gebeurt echter niet, het wordt juist steeds erger. Tot hij het gevoel heeft dat hij uit elkaar barst.
Ten einde raad stapt hij uit bed en verkrampt dan volkomen, terwijl duistere krachten bezit nemen van zijn lichaam en hij geen andere keuze heeft dan het machteloos te ondergaan.Zodra hij weer bij zijn positieven komt is de aanval als bij toverslag verdwenen. Sterker, hij voelt zich geweldig. Helder. Alsof al zijn zintuigen haarscherp staan afgesteld. Achter hem in bed kreunt Sugar zachtjes in haar slaap en een moment zou hij kunnen zweren dat hij haar hart hoort kloppen en haar bloed door haar aderen voelt pompen. Een vreemde, dierlijke begeerte maakt zich van hem meester en verward schudt hij zijn hoofd, kruipt terug in bed met zijn rug naar haar toe en valt in een diepe slaap.Anderhalf uur later schrikt hij opnieuw wakker, met een rusteloos gevoel. Hij staat op, wandelt naar de badkamer, doucht zich, kleedt zich aan en begint net zijn tanden te poetsen als hem iets vreemds opvalt.Met een schok komt zijn hand tot stilstand en staart hij naar zijn gezicht in de spiegel.
Er is iets met hem. Zijn ogen staren hem fel aan en zijn huid is vreemd. Vaal, doorschijnend haast.
Langzaam brengt hij de tandenborstel naar beneden, legt hem op de wasbak, spoelt zijn mond en bekijkt zichzelf nog eens goed.Dan opent hij zijn mond en inspecteert voorzichtig de vlijmscherpe hoektanden die zijn gebit ineens sieren.
Er is geen twijfel over mogelijk, hij is veranderd. En op datzelfde moment is hij ervan overtuigd dat het iets met Morrigan te maken moet hebben en met de beet die ze hem heeft toegebracht, want hij ziet er precies hetzelfde uit als zij, Wogan en dat kind. Belisama.Diep in gedachten wandelt hij naar buiten. Het blijkt een prachtige dag - een voorbode van de naderende lente - en hij speelt even met Tiffany, de hond van Sugar, tot de zon gaten lijkt te schroeien in zijn vel. Waarschijnlijk door de reflectie van de sneeuw vermoedt hij, dus hij gaat heel snel weer naar binnen waar hij een beetje rondhangt en wat op zijn gitaar tokkelt tot het donker wordt.Vroeg in de avond krijgt hij eindelijk gezelschap, als Sugars ex komt binnenwandelen en zich een cocktail inschenkt. "Hoe lang ben jij eigenlijk van plan te blijven?", vraagt hij, terwijl hij Lance vanachter zijn donkere glazen aankijkt en dan even lijkt te schrikken. "Wat is er met jou gebeurd?"Lance wil net iets antwoorden als een geur zijn neus binnendringt die hem volkomen wild maakt en hem doet beseffen hoeveel honger hij eigenlijk heeft. Of beter gezegd, dorst. Wat er daarna gebeurt ondergaat hij in een soort roes. Hij is zich nauwelijks bewust van wat hij doet, alleen dat hij zich opeens stukken beter voelt en dat de enige reden dat hij stopt is omdat Sugar tegen hem begint te schreeuwen.Eerst denkt hij dat de oorzaak is dat hij zijn tanden in haar ex-verloofde heeft gezet, maar dan blijkt het heel ergens anders over te gaan. Ze heeft in de stad een paar verhalen over hem gehoord en ze dacht nog wel dat hij van haar hield maar nu snapt ze dat ze slechts nummer zoveel is en hoe denkt hij eigenlijk ooit al die alimentatie te gaan betalen?"Alimentatie?", stamelt hij schaapachtig, waarna Sugar het hem uitlegt waarbij ze hem herhaaldelijk uit pure ergernis in zijn gezicht spettert. Gelukkig vindt ze het te gortig hem vannacht nog op straat te knikkeren, maar ze wenst hem morgenochtend niet meer bij het ontbijt te zien. En aan dat verzoek geeft Lance dan maar gehoor.Als eerste fietst hij naar Matilda om te informeren of de praatjes op waarheid berusten en dat weerzien verloopt volstrekt niet gezellig. Eerst mag hij niet eens naar binnen maar hij wil graag bewijzen zien en zo staat hij even later oog in oog met zijn dochtertje Amira."Ja, nou, lief", zegt hij. "Gefeliciteerd. Maar ik kan niet bijdragen aan haar opvoeding helaas."
Dat snapt Matilda ook dus wat haar betreft mag hij weer ophoepelen. Dat weet hij nog even te rekken en hij probeert bij haar huisgenoten of hij misschien kan blijven slapen vannacht omdat het wel erg koud is buiten, maar daar kan helaas geen sprake van zijn. En dan poept Amira haar luier vol en begint iedereen hem aan te kijken met zo'n blik van 'doe ook eens wat' en dan lijkt hem de tijd gekomen te vertrekken.Buiten is het donker aan het worden en het vriest, maar het ergste is dat hij weer zo'n dorst heeft. Misschien moet hij toch maar eens bij een dokter langs om te vragen wat er nou precies aan de hand is met hem.De wachtkamer blijkt echter vol te zitten en als hij even rondloopt en wat deuren opent, vindt hij op een gegeven moment iets wat vast niemand zal missen en wat hem ongelofelijk zal helpen. Wie kan er nou bezwaar tegen hebben als hij er wat van in zijn zak steekt? En zo staat hij niet veel later weer buiten en zoekt een beschut plekje waar niemand hem zal storen.Nadat hij zijn agressie heeft uitgeleefd op een onschuldige sneeuwpop komt er iemand langslopen. Hij scant haar gedachten, dwingt haar aan hem te denken - hij heeft nooit geweten dat hij dat kon! - en loopt op haar af om zich voor te stellen. Want ook al lijkt hij minder last van de kou te hebben dan vroeger, hij heeft geen zin in de sneeuw te gaan slapen vannacht."Kan ik je eigenlijk iets te drinken aanbieden?", vraagt ze vriendelijk na een korte woordenwisseling, waarop hij een beetje verward bedankt omdat hij verzadigd is. Maar misschien heeft ze in plaats daarvan een hoekje vrij thuis waar hij de nacht zou kunnen doorbrengen als het niet te lastig is?
Om zijn verzoek kracht bij te zetten trekt hij een bosje bloemen tevoorschijn en dat blijkt in goede aarde te vallen. Wat er precies fotogeniek is aan dit samenzijn is Lance overigens niet helemaal duidelijk.Even later wandelt hij achter Lilly-Bo - zoals ze blijkt te heten - aan en stapt in haar gammele auto, die hen naar een grauwe flat rijdt waar ze samen met nog drie anderen zegt te wonen.
"Beau is ook een vampier", verklaart ze, "dus dat schept misschien een band."
"Vampier? Ik ben geen vampier", werpt Lance tegen en dan zijn ze er."Slaap ik vannacht bij jou?", fluistert hij zacht in haar oor.
"Dat moesten we maar niet doen, dan krijg ik het met Beau aan de stok als hij thuiskomt", zegt ze en verwijst hem naar de woonkamer, waar hij zijn slaapzak uitslaat en niet veel later in een diepe slaap is gevallen.