Generatie 18, fotodagboek - deel 9, Mummies
We vreeën, dit keer wel. De volgende ochtend, toen ik na een diepe, droomloze slaap ontwaakte en haar naast me in bed vond. Echt snappen deed ik het allemaal niet, vooral niet wat ze nou eigenlijk in me zag - wat mij anders maakte dan die andere kerels - maar ik had geen zin me er het hoofd over te breken.De rest van de dag deed ik het rustig aan, ook omdat niemand me de indruk gaf dat ik moest ophoepelen. Sima kende ik al, ik had haar ontmoet toen ik de eerste keer bij Shun op bezoek kwam, en ze leek blij te zijn me weer te zien. De hele dag draaide ik om haar heen terwijl ze de heerlijkste maaltijden stond te bereiden in de keuken en tussen het koken door speelden we haar favoriete spelletje met de bal. Af en toe zag ik Shun, maar meestal was ze elders in het huis bezig, iets wat ik maar zoveel mogelijk negeerde.'s Avonds na het eten - mijn djinn-assistentie was niet nodig, ik genoot van Sima's Chinese kookkunsten - stond ik in de gang toen ik Shun iemand hoorde afwimpelen met een vluchtige blik in mijn richting en ik kan nog steeds niet verklaren waarom, maar ineens stond ik weer met mijn beide benen op de grond. Ik kleedde me aan en vertrok met de woorden dat ik nog even langsging bij iemand die misschien een opdracht voor me had. Ik zag de verwarring in haar ogen maar besloot geen opmerkingen of vragen af te wachten.Mijn opdrachtgever bracht een verrassing. Hij wilde me de missie graag geven, maar dan zou ik wel naar Frankrijk moeten reizen om in een oud landhuis een sleutel te zoeken die nodig was om de Drakengrot verder binnen te dringen. Ik verklaarde me onmiddellijk bereid en nam nog diezelfde avond afscheid van Shun, die duidelijk uit het veld geslagen was en vroeg of ik zelfs niet meer bleef slapen dan."Ik kan dit niet, sorry", mompelde ik een beetje ontwijkend, "Ik snap ook niet zo goed wat je van me wilt."
"Je vriendschap?", antwoordde ze.
Ik knikte, geen probleem, die kon ze krijgen. Sterker, die had ze al. Ik kuste haar op haar wang, sliep in de herberg en de volgende middag zat ik in het vliegtuig op weg naar huis.Champs les Sims kende ik via de verhalen van mijn opa's en om die reden vond ik het wel speciaal hier eens zelf rond te kijken. "Dat landhuis waar je heen moet ken ik wel", zei opa Dorian door de telefoon. "Ik vond het er spooky. Let goed op de vuurvallen daar, voor je het weet staat je broek in de fik."Ik moest lachen, mijn opa is nogal een watje namelijk, maar toen ik het huis naderde moest ik bekennen dat er inderdaad een akelige sfeer hing. Ik probeerde door de ramen te kijken, maar binnen was alles aardedonker.Zodra ik een kijkje achter het huis nam zag ik de enorme keien liggen die ik ook in de Chinese tombes had aangetroffen. Daar besloot ik mijn zoektocht dus te beginnen.Goed, dat was spectaculair maar leverde verder niks op. Ik moest gewoon via de achterdeur naar binnen, waar ik overigens de eerste vuurvallen vond. Daar had mijn opa beslist niet over gelogen. Het huis leek niet bepaald gek op indringers.Daarna zocht ik me werkelijk een bult omdat er gezegd was dat de sleutel ergens in de kelder moest zijn. Had dus nooit bedacht dat ik de ingang boven moest zoeken en toen ik eenmaal zo ver was viel ik om van de slaap. Ben toen maar in een van de luxe bedden gekropen die ik tegenkwam, maar erg rustig sliep ik niet. Alles in dat huis kraakte en piepte en af en toe klonk er een geluid alsof iemand heel diep zuchtte.De volgende ochtend vond ik een geheime deur pal naast mijn slaapkamer, waarachter een trap was die dwars door het huis naar de kelder voerde en niet lang daarna had ik de sleutel te pakken en kon ik terug naar China.Ik verwachtte dat ik nu eindelijk aan mijn spannende queeste kon beginnen - al had ik nog geen idee wat ik precies moest gaan doen - maar nu begonnen ze te zaniken dat ze me niet zomaar bloot durfden te stellen aan Dong Huo als ze niet zeker wisten dat ik dat aankon. Het was de eerste keer dat ik zijn naam hoorde en ik begreep dat ik het gevecht moest aangaan met iemand die de Chinezen plaagde door kostbare relikwieën van hen te stelen.Ik wierp tegen dat ik het hoogste niveau had in Sim Fu maar toen ze me vervolgens vroegen of ik wel eens een ruimtesteen doormidden had gekliefd moest ik ontkennen. Heb nooit het nut ingezien van bordjes breken, maar als zij wilden dat ik een bordje brak, dan brak ik een bordje.Oké, zo eenvoudig was het niet en ik had een hele rode hand na afloop, maar het lukte. Ik blij, begonnen ze te zeuren dat ik nog nooit een toernooi gewonnen had. Dus won ik een toernooi en toen konden ze gelukkig niks meer verzinnen en mocht ik eindelijk naar de Drakengrot. Maar niet voordat ik op de hoogte werd gebracht van een nogal lugubere eigenschap van de heer Dong Huo: hij kon mij wel doden maar ik hem niet. Hij was namelijk al dood.De avond viel maar ik besloot niet naar de herberg te gaan. In plaats daarvan klom ik voor de tweede keer in mijn leven naar de Drakengrot, benieuwd of Hui Young Kim vanaf haar balkonnetje naar me zat te gluren. De enorme deur gleed met een donderend geraas naar beneden en even later stond ik in de grote hal, waar ik de sleutel plaatste en het gedeelte betrad waar Dong Huo begraven lag. Maar eerst zette ik mijn tentje op en ging vroeg slapen, om morgen uitgerust op zoek te kunnen gaan naar een zombie die leed aan kleptomanie. Althans, zoiets stelde ik me erbij voor.Ik moet bekennen dat ik niet op mijn gemak was. Iemand die dood is kon voor mijn gevoel overal rondhangen, dus in het begin vreesde ik ieder moment een koude hand in mijn nek te voelen. Dat viel echter mee en mede doordat ik echt alert moest zijn om mijn weg te vinden, vergat ik op een gegeven moment mijn angst een beetje.Gelukkig bezat ik een flinke dosis wantrouwen, het Franse landhuis had mijn zintuigen verscherpt waar het vuurvallen betrof, dus toen ik in een soort doolhof terechtkwam begreep ik dat ik niet argeloos verder moest wandelen. En uiteindelijk trapte ik er toch in. Blij dat ik op advies van mijn opa wat ingeblikte douche had ingeslagen, daar zou ik namelijk nooit aan gedacht hebben en hoe had ik mezelf dan moeten blussen?En tenslotte, na dagenlang stapje voor stapje tussen alle vallen door gemanoeuvreerd te zijn, kwam ik in een ruimte waar een klein bordje aan de muur hing. Mijn bloed stolde door de kille, sarcastische toon van de boodschap.Heel goed. Heel goed!
Je hebt mijn vallen dus weten te omzeilen en voelt je op je gemak tussen de doden.
Geniet van het leven, avonturier, want je weet nooit hoe lang het nog duurt.
Ik wacht beneden. -- Dong HuoIk liep een trap af, kwam in een kaal vertrek met een dubbele deur en ineens had ik geen haast. Ik belde mijn moeder en ze zal wel blij geweest zijn met haar zoon, die de gesprekken normaal gesproken zo kort mogelijk houdt maar nu vol gedetailleerde verhalen zat. Tenslotte hingen we op en keek ik op mijn klok. Het was zeven uur, te vroeg nog om te gaan slapen. Toch zette ik mijn tentje op, at wat en ging toen spelletjes spelen op mijn laptop. Om tien uur kroop ik in mijn slaapzak en gelukkig viel ik vrijwel meteen in slaap.De volgende ochtend brak ik in alle rust mijn tentje weer af en ging toen wat met de bal spelen die ik had meegenomen. Sima kon trots op me zijn, na even oefenen beheerste ik hetzelfde trucje als zij.En toen kon ik geen tijd meer rekken en gooide met een diepe zucht de deuren open. Geen zombie te zien, wel een spiegelzaal met vuurvallen die zich vrij makkelijk lieten uitschakelen, zodat ik twee sleutelstenen kon pakken.Zodra de muur opzij zwaaide en de ruimte erachter onthulde, wist ik dat ik mijn doel bereikt had. Drie sarcofagen zag ik staan, waarvan er eentje versierd was en door zijn centrale positie deed vermoeden dat de hoofdpersoon van dit avontuur er wel in zou schuilgaan. Geen zombie dus waarschijnlijk maar een mummie. Opnieuw had ik geen haast, ik ging eerst maar eens een duikput onderzoeken.Toen ik een tunnel vond zwom ik er nieuwsgierig doorheen, maar bleek uit te komen in een duikput even verderop. Dat schoot niet echt op, dus ging ik me maar aan de voetschakelaar wagen die ik meteen bij binnenkomst al gesignaleerd had.Uitdagend wachtte ik af, terwijl ik de sarcofaag scherp in de gaten hield, maar er gebeurde niets. Dacht ik. Tot ik vanuit mijn ooghoek een blauw omwikkeld wezen uit een van de andere sarcofagen zag wankelen. En ineens was ik niet bang meer.Ik liep op hem af en op het moment dat hij me wilde aanvallen stortte ik me op hem. Slappe hap was het, binnen de kortste keren lag hij op de grond, krabbelde verdwaasd overeind en verging ineens tot as.De voetschakelaar had nog iets anders gedaan dan een sarcofaag openen, er was een nieuwe schakelaar verschenen. En toen ik daar op ging staan verscheen er een volgende. Zoals ik inmiddels al verwacht had bleek ook in de andere kale sarcofaag een mummie te zitten, die ik dezelfde behandeling gaf als zijn vriend.En tenslotte, een heleboel voetschakelaars later, druilde ook meneer Huo zelf zijn stenen bedje uit. Ergens had ik verwacht dat hij sterker zou zijn dan zijn kompanen, maar hij liet zich net zo makkelijk neermaaien als de anderen. Exit spokende kruimeldief, ik kon het goede nieuws in het dorp gaan vertellen.Na de blijken van dankbaarheid en mijn beloning in ontvangst te hebben genomen bleef ik heel even kijken bij een straatartieste en at daarna een zelfvervaardigd hapje op de markt.Ik sliep in de herberg en liep de volgende ochtend meteen na het ontbijt naar het bord om te zien of er nieuwe opdrachten bij waren gekomen. Dat was het geval maar ik twijfelde of ik er wel op moest ingaan. Uiteindelijk pakte ik het briefje toch, ik had eigenlijk wel zin om een beetje te vissen op een rustige plek, en zo bracht ik dus de rest van de dag door.Op het moment dat ik met een opgetogen yell de laatste vis opborg en wilde gaan afleveren klonk er ineens een enorme dreun en werd ik omver geblazen. Achteraf hoorde ik dat er een meteoriet was ingeslagen, slechts een paar meter bij me vandaan, maar op dat moment had ik echt geen idee wat er gebeurd was en stond ik alleen maar verbouwereerd en verkoold bij te komen. Ik douchte me op de Academie, ving nieuwe vissen - want die waren ook verkoold - en lag pas heel laat in mijn bed.De volgende ochtend ging ik de vissen afleveren. Blij verrast kwam Shun naar buiten lopen, nam de vissen in ontvangst en vroeg toen een beetje verlegen of ik zin had in een kop thee. "Sima is er ook, ze vindt het vast leuk je weer te zien."Even zweeg ze. "We hoorden dat je hier alweer een tijdje bent."
"Ik zat in de Drakengrot", zei ik.
Ze knikte. "Dong Huo, heel knap dat je hem hebt verslagen, het is een taaie."
"Hij was een taaie", zei ik niet zonder trots.
Ze knipoogde. "Tot dusver kwam hij altijd weer terug, maar eerlijk gezegd levert hij minder gevaar op dan ze beweren. Ik heb het idee dat hij ook wel eens de schuld krijgt van diefstallen die helemaal niet door hem gepleegd zijn."
"Oh", reageerde ik een beetje teleurgesteld.Ze zag het en zei een beetje geschrokken dat het daarom niet minder heldhaftig was en dat Dong Huo al menigeen vervloekt had.
"Je hoeft niet te doen of ik een kleuter ben", grinnikte ik. "Maar het idee dat ik jullie stad had gered van een monster was best egostrelend."De thee sloeg ik af.
Ik had inmiddels een nieuwe opdracht in mijn zak gestoken om een speer te zoeken en ging op weg naar het Terra Cotta Leger, waaronder zich een tombe moest bevinden. Die vond ik makkelijk, maar zodra ik de eerste zaal binnenwandelde botste ik tegen een muur van pijn aan en zakte in elkaar. Ik snapte er niks van en het moest eerst nog een aantal maal gebeuren voordat het tot me doordrong: giftige pijltjes die uit de vloeren en de wanden kwamen. Gelukkig waren ze niet dodelijk, elke keer ontwaakte ik een beetje beduusd en ging dan koppig verder.Uiteindelijk vond ik manieren om die rottige pijlvallen te ontmantelen, maar toen had ik al heel wat onmachtige uren op de ijskoude, harde vloer doorgebracht.Bordjes aan de wanden vertelden me vrij nadrukkelijk dat de Eerste Keizer altijd het pad van jade koos en aangezien jade groen is besloot ik alles wat groen was te volgen. Dus ook toen ik in een afgesloten ruimte een hele serie sarcofagen aantrof, allen wit op een blauwe en een groene na. En ik had gelijk, de groene bleek een sleutelsteen te herbergen!Maar ja, toen kon ik het natuurlijk toch niet laten. Eerst opende ik de witte sarcofagen waarin ik wat kleine schatten vond en ook boobytraps, en toen ik tenslotte de blauwe opende wist ik bijna al zeker wat ik daarin zou aantreffen.En ja hoor."Weet je het heel zeker?", vroeg ik nog toen hij kreunend en grommend op me af kwam wankelen. Ja, hij wist het zeker.Ik ben een keurig opgevoede djinn, ik ruim altijd mijn rotzooi op.Met behulp van de sleutelsteen lukte het door te dringen in de kleine ruimte waar de speer verstopt was en een vriendelijk avondzonnetje streelde het landschap toen ik weer buiten kwam. Toen nog wel.De dagen daarna werd dat anders. Hoosbuien teisterden Shang Simla en hoewel ik natuurlijk een tombe in had kunnen duiken vond ik het eigenlijk ook wel prettig om een beetje te lummelen. Lekker uitslapen, rustig ontbijten, wat computeren, lezen, kletsen met die en gene, voor ik het wist brak de laatste dag van mijn vakantie aan.En al die tijd knaagde er natuurlijk iets. Want waarom ging ik niet even bij Shun langs? Of nodigde haar uit? Ik begon mezelf steeds laffer te vinden en toen er die laatste ochtend een waterig zonnetje door de ramen scheen belde ik haar op om ergens af te spreken. Ze reageerde verbaasd, dacht dat ik al naar huis was, maar ging in op mijn uitnodiging.Ze leek een beetje zenuwachtig en terwijl ze druk begon te ratelen over huishoudelijke dingen en over Sima die naar me gevraagd had onderbrak ik haar en stelde voor ergens te gaan zitten.Het werd best een moeilijk gesprek. Over ons, over wat we voelden (ik had nog nooit met iemand gepraat over wat ik voel, zelfs niet met Lucca), over mijn twijfels en uiteindelijk kwam zelfs Dana ter sprake vanuit het niets. En ze zei dat ze me wel begreep maar dat ze zich niet schaamde voor wat ze deed en dat ik haar moest accepteren zoals ze was.
"Ik accepteer je zoals je bent", zei ik. "Maar ik voel me niet prettig in een relatie met je."Somber zaten we naast elkaar en tenslotte sloeg ik mijn arm om haar heen en wilde haar troosten, wat op een gegeven moment toch net iets meer dan troosten werd."Je signalen zijn wat verwarrend", glimlachte ze een beetje bitter.
"Sorry", antwoordde ik.En toen namen we afscheid.
"Je vriendschap?", antwoordde ze.
Ik knikte, geen probleem, die kon ze krijgen. Sterker, die had ze al. Ik kuste haar op haar wang, sliep in de herberg en de volgende middag zat ik in het vliegtuig op weg naar huis.Champs les Sims kende ik via de verhalen van mijn opa's en om die reden vond ik het wel speciaal hier eens zelf rond te kijken. "Dat landhuis waar je heen moet ken ik wel", zei opa Dorian door de telefoon. "Ik vond het er spooky. Let goed op de vuurvallen daar, voor je het weet staat je broek in de fik."Ik moest lachen, mijn opa is nogal een watje namelijk, maar toen ik het huis naderde moest ik bekennen dat er inderdaad een akelige sfeer hing. Ik probeerde door de ramen te kijken, maar binnen was alles aardedonker.Zodra ik een kijkje achter het huis nam zag ik de enorme keien liggen die ik ook in de Chinese tombes had aangetroffen. Daar besloot ik mijn zoektocht dus te beginnen.Goed, dat was spectaculair maar leverde verder niks op. Ik moest gewoon via de achterdeur naar binnen, waar ik overigens de eerste vuurvallen vond. Daar had mijn opa beslist niet over gelogen. Het huis leek niet bepaald gek op indringers.Daarna zocht ik me werkelijk een bult omdat er gezegd was dat de sleutel ergens in de kelder moest zijn. Had dus nooit bedacht dat ik de ingang boven moest zoeken en toen ik eenmaal zo ver was viel ik om van de slaap. Ben toen maar in een van de luxe bedden gekropen die ik tegenkwam, maar erg rustig sliep ik niet. Alles in dat huis kraakte en piepte en af en toe klonk er een geluid alsof iemand heel diep zuchtte.De volgende ochtend vond ik een geheime deur pal naast mijn slaapkamer, waarachter een trap was die dwars door het huis naar de kelder voerde en niet lang daarna had ik de sleutel te pakken en kon ik terug naar China.Ik verwachtte dat ik nu eindelijk aan mijn spannende queeste kon beginnen - al had ik nog geen idee wat ik precies moest gaan doen - maar nu begonnen ze te zaniken dat ze me niet zomaar bloot durfden te stellen aan Dong Huo als ze niet zeker wisten dat ik dat aankon. Het was de eerste keer dat ik zijn naam hoorde en ik begreep dat ik het gevecht moest aangaan met iemand die de Chinezen plaagde door kostbare relikwieën van hen te stelen.Ik wierp tegen dat ik het hoogste niveau had in Sim Fu maar toen ze me vervolgens vroegen of ik wel eens een ruimtesteen doormidden had gekliefd moest ik ontkennen. Heb nooit het nut ingezien van bordjes breken, maar als zij wilden dat ik een bordje brak, dan brak ik een bordje.Oké, zo eenvoudig was het niet en ik had een hele rode hand na afloop, maar het lukte. Ik blij, begonnen ze te zeuren dat ik nog nooit een toernooi gewonnen had. Dus won ik een toernooi en toen konden ze gelukkig niks meer verzinnen en mocht ik eindelijk naar de Drakengrot. Maar niet voordat ik op de hoogte werd gebracht van een nogal lugubere eigenschap van de heer Dong Huo: hij kon mij wel doden maar ik hem niet. Hij was namelijk al dood.De avond viel maar ik besloot niet naar de herberg te gaan. In plaats daarvan klom ik voor de tweede keer in mijn leven naar de Drakengrot, benieuwd of Hui Young Kim vanaf haar balkonnetje naar me zat te gluren. De enorme deur gleed met een donderend geraas naar beneden en even later stond ik in de grote hal, waar ik de sleutel plaatste en het gedeelte betrad waar Dong Huo begraven lag. Maar eerst zette ik mijn tentje op en ging vroeg slapen, om morgen uitgerust op zoek te kunnen gaan naar een zombie die leed aan kleptomanie. Althans, zoiets stelde ik me erbij voor.Ik moet bekennen dat ik niet op mijn gemak was. Iemand die dood is kon voor mijn gevoel overal rondhangen, dus in het begin vreesde ik ieder moment een koude hand in mijn nek te voelen. Dat viel echter mee en mede doordat ik echt alert moest zijn om mijn weg te vinden, vergat ik op een gegeven moment mijn angst een beetje.Gelukkig bezat ik een flinke dosis wantrouwen, het Franse landhuis had mijn zintuigen verscherpt waar het vuurvallen betrof, dus toen ik in een soort doolhof terechtkwam begreep ik dat ik niet argeloos verder moest wandelen. En uiteindelijk trapte ik er toch in. Blij dat ik op advies van mijn opa wat ingeblikte douche had ingeslagen, daar zou ik namelijk nooit aan gedacht hebben en hoe had ik mezelf dan moeten blussen?En tenslotte, na dagenlang stapje voor stapje tussen alle vallen door gemanoeuvreerd te zijn, kwam ik in een ruimte waar een klein bordje aan de muur hing. Mijn bloed stolde door de kille, sarcastische toon van de boodschap.Heel goed. Heel goed!
Je hebt mijn vallen dus weten te omzeilen en voelt je op je gemak tussen de doden.
Geniet van het leven, avonturier, want je weet nooit hoe lang het nog duurt.
Ik wacht beneden. -- Dong HuoIk liep een trap af, kwam in een kaal vertrek met een dubbele deur en ineens had ik geen haast. Ik belde mijn moeder en ze zal wel blij geweest zijn met haar zoon, die de gesprekken normaal gesproken zo kort mogelijk houdt maar nu vol gedetailleerde verhalen zat. Tenslotte hingen we op en keek ik op mijn klok. Het was zeven uur, te vroeg nog om te gaan slapen. Toch zette ik mijn tentje op, at wat en ging toen spelletjes spelen op mijn laptop. Om tien uur kroop ik in mijn slaapzak en gelukkig viel ik vrijwel meteen in slaap.De volgende ochtend brak ik in alle rust mijn tentje weer af en ging toen wat met de bal spelen die ik had meegenomen. Sima kon trots op me zijn, na even oefenen beheerste ik hetzelfde trucje als zij.En toen kon ik geen tijd meer rekken en gooide met een diepe zucht de deuren open. Geen zombie te zien, wel een spiegelzaal met vuurvallen die zich vrij makkelijk lieten uitschakelen, zodat ik twee sleutelstenen kon pakken.Zodra de muur opzij zwaaide en de ruimte erachter onthulde, wist ik dat ik mijn doel bereikt had. Drie sarcofagen zag ik staan, waarvan er eentje versierd was en door zijn centrale positie deed vermoeden dat de hoofdpersoon van dit avontuur er wel in zou schuilgaan. Geen zombie dus waarschijnlijk maar een mummie. Opnieuw had ik geen haast, ik ging eerst maar eens een duikput onderzoeken.Toen ik een tunnel vond zwom ik er nieuwsgierig doorheen, maar bleek uit te komen in een duikput even verderop. Dat schoot niet echt op, dus ging ik me maar aan de voetschakelaar wagen die ik meteen bij binnenkomst al gesignaleerd had.Uitdagend wachtte ik af, terwijl ik de sarcofaag scherp in de gaten hield, maar er gebeurde niets. Dacht ik. Tot ik vanuit mijn ooghoek een blauw omwikkeld wezen uit een van de andere sarcofagen zag wankelen. En ineens was ik niet bang meer.Ik liep op hem af en op het moment dat hij me wilde aanvallen stortte ik me op hem. Slappe hap was het, binnen de kortste keren lag hij op de grond, krabbelde verdwaasd overeind en verging ineens tot as.De voetschakelaar had nog iets anders gedaan dan een sarcofaag openen, er was een nieuwe schakelaar verschenen. En toen ik daar op ging staan verscheen er een volgende. Zoals ik inmiddels al verwacht had bleek ook in de andere kale sarcofaag een mummie te zitten, die ik dezelfde behandeling gaf als zijn vriend.En tenslotte, een heleboel voetschakelaars later, druilde ook meneer Huo zelf zijn stenen bedje uit. Ergens had ik verwacht dat hij sterker zou zijn dan zijn kompanen, maar hij liet zich net zo makkelijk neermaaien als de anderen. Exit spokende kruimeldief, ik kon het goede nieuws in het dorp gaan vertellen.Na de blijken van dankbaarheid en mijn beloning in ontvangst te hebben genomen bleef ik heel even kijken bij een straatartieste en at daarna een zelfvervaardigd hapje op de markt.Ik sliep in de herberg en liep de volgende ochtend meteen na het ontbijt naar het bord om te zien of er nieuwe opdrachten bij waren gekomen. Dat was het geval maar ik twijfelde of ik er wel op moest ingaan. Uiteindelijk pakte ik het briefje toch, ik had eigenlijk wel zin om een beetje te vissen op een rustige plek, en zo bracht ik dus de rest van de dag door.Op het moment dat ik met een opgetogen yell de laatste vis opborg en wilde gaan afleveren klonk er ineens een enorme dreun en werd ik omver geblazen. Achteraf hoorde ik dat er een meteoriet was ingeslagen, slechts een paar meter bij me vandaan, maar op dat moment had ik echt geen idee wat er gebeurd was en stond ik alleen maar verbouwereerd en verkoold bij te komen. Ik douchte me op de Academie, ving nieuwe vissen - want die waren ook verkoold - en lag pas heel laat in mijn bed.De volgende ochtend ging ik de vissen afleveren. Blij verrast kwam Shun naar buiten lopen, nam de vissen in ontvangst en vroeg toen een beetje verlegen of ik zin had in een kop thee. "Sima is er ook, ze vindt het vast leuk je weer te zien."Even zweeg ze. "We hoorden dat je hier alweer een tijdje bent."
"Ik zat in de Drakengrot", zei ik.
Ze knikte. "Dong Huo, heel knap dat je hem hebt verslagen, het is een taaie."
"Hij was een taaie", zei ik niet zonder trots.
Ze knipoogde. "Tot dusver kwam hij altijd weer terug, maar eerlijk gezegd levert hij minder gevaar op dan ze beweren. Ik heb het idee dat hij ook wel eens de schuld krijgt van diefstallen die helemaal niet door hem gepleegd zijn."
"Oh", reageerde ik een beetje teleurgesteld.Ze zag het en zei een beetje geschrokken dat het daarom niet minder heldhaftig was en dat Dong Huo al menigeen vervloekt had.
"Je hoeft niet te doen of ik een kleuter ben", grinnikte ik. "Maar het idee dat ik jullie stad had gered van een monster was best egostrelend."De thee sloeg ik af.
Ik had inmiddels een nieuwe opdracht in mijn zak gestoken om een speer te zoeken en ging op weg naar het Terra Cotta Leger, waaronder zich een tombe moest bevinden. Die vond ik makkelijk, maar zodra ik de eerste zaal binnenwandelde botste ik tegen een muur van pijn aan en zakte in elkaar. Ik snapte er niks van en het moest eerst nog een aantal maal gebeuren voordat het tot me doordrong: giftige pijltjes die uit de vloeren en de wanden kwamen. Gelukkig waren ze niet dodelijk, elke keer ontwaakte ik een beetje beduusd en ging dan koppig verder.Uiteindelijk vond ik manieren om die rottige pijlvallen te ontmantelen, maar toen had ik al heel wat onmachtige uren op de ijskoude, harde vloer doorgebracht.Bordjes aan de wanden vertelden me vrij nadrukkelijk dat de Eerste Keizer altijd het pad van jade koos en aangezien jade groen is besloot ik alles wat groen was te volgen. Dus ook toen ik in een afgesloten ruimte een hele serie sarcofagen aantrof, allen wit op een blauwe en een groene na. En ik had gelijk, de groene bleek een sleutelsteen te herbergen!Maar ja, toen kon ik het natuurlijk toch niet laten. Eerst opende ik de witte sarcofagen waarin ik wat kleine schatten vond en ook boobytraps, en toen ik tenslotte de blauwe opende wist ik bijna al zeker wat ik daarin zou aantreffen.En ja hoor."Weet je het heel zeker?", vroeg ik nog toen hij kreunend en grommend op me af kwam wankelen. Ja, hij wist het zeker.Ik ben een keurig opgevoede djinn, ik ruim altijd mijn rotzooi op.Met behulp van de sleutelsteen lukte het door te dringen in de kleine ruimte waar de speer verstopt was en een vriendelijk avondzonnetje streelde het landschap toen ik weer buiten kwam. Toen nog wel.De dagen daarna werd dat anders. Hoosbuien teisterden Shang Simla en hoewel ik natuurlijk een tombe in had kunnen duiken vond ik het eigenlijk ook wel prettig om een beetje te lummelen. Lekker uitslapen, rustig ontbijten, wat computeren, lezen, kletsen met die en gene, voor ik het wist brak de laatste dag van mijn vakantie aan.En al die tijd knaagde er natuurlijk iets. Want waarom ging ik niet even bij Shun langs? Of nodigde haar uit? Ik begon mezelf steeds laffer te vinden en toen er die laatste ochtend een waterig zonnetje door de ramen scheen belde ik haar op om ergens af te spreken. Ze reageerde verbaasd, dacht dat ik al naar huis was, maar ging in op mijn uitnodiging.Ze leek een beetje zenuwachtig en terwijl ze druk begon te ratelen over huishoudelijke dingen en over Sima die naar me gevraagd had onderbrak ik haar en stelde voor ergens te gaan zitten.Het werd best een moeilijk gesprek. Over ons, over wat we voelden (ik had nog nooit met iemand gepraat over wat ik voel, zelfs niet met Lucca), over mijn twijfels en uiteindelijk kwam zelfs Dana ter sprake vanuit het niets. En ze zei dat ze me wel begreep maar dat ze zich niet schaamde voor wat ze deed en dat ik haar moest accepteren zoals ze was.
"Ik accepteer je zoals je bent", zei ik. "Maar ik voel me niet prettig in een relatie met je."Somber zaten we naast elkaar en tenslotte sloeg ik mijn arm om haar heen en wilde haar troosten, wat op een gegeven moment toch net iets meer dan troosten werd."Je signalen zijn wat verwarrend", glimlachte ze een beetje bitter.
"Sorry", antwoordde ik.En toen namen we afscheid.