Generatie 14 - deel 11, Vlucht
Hij ging niet naar huis.Toen hij op het vliegveld aankwam en wilde gaan informeren wanneer de eerste vlucht naar Hidden Springs vertrok, bedacht hij zich. In plaats daarvan vloog hij naar New York en reisde van daaruit met vlucht MS986 naar Caïro. Niemand verwachtte hem nu al thuis en als hij na drie dagen alweer voor Ambers neus zou staan, dan zou hij moeten uitleggen waar hij geweest was. In de eerste plaats had hij daar volstrekt geen zin in, maar in de tweede plaats was er op dit moment geen enkele plek op aarde waar hij liever wilde zijn dan in Egypte.Zodra hij in het kamp aankwam en de hete zon op zijn huid voelde, leek het alsof alle ellende van hem afgleed. Alsof Amber en Robyn, Ilja en Amy naar achteren schoven om plaats te maken voor het avontuur. Hij wandelde naar het grote bord om te zien of iemand zijn hulp kon gebruiken. En natuurlijk was dat het geval."Zo", zei Shadia, "kijk nou toch eens wie we daar hebben. Dat is lang geleden? Je was nogal plotseling vertrokken, herinner ik me."
Elijah grijnsde. "Ik zag dat je een baantje voor me hebt?", zei hij.Ze knikte. "Het is de kelder. Die is door de vorige bewoner volgepropt met vallen, zodat we hem helemaal niet kunnen gebruiken. Kun jij ze misschien..."
"Natuurlijk", zei Elijah. "Zeg maar waar ik moet zijn."Het bleek een heel prettige job om mee te beginnen. Overzichtelijk, niet te gevaarlijk, de ideale manier om er weer even in te komen. Terwijl hij val na val ontmantelde, dribbelde Shadia gezellig achter hem aan om hier en daar de troep op te ruimen.Toen alle vallen onschadelijk waren gemaakt liep hij naar haar toe, om te vragen of hij kon blijven logeren.
"Uiteraard", zei ze met een koket lachje.Even later kroop hij in bed. Hij dommelde net in, toen er zachtjes op de deur werd geklopt."Waarom lig je hier? En waarom zit de deur op slot? Doe eens open..."
"Sorry, Shadia. Dat kan niet, ik ben getrouwd."Even viel er een verblufte stilte.
"Dús?", klonk het toen. "Ik ook. Ik heb nooit gemerkt dat dat een probleem was."
"Voor mij wel nu, sorry. Er staat teveel op het spel voor me."
"Ik zou je eruit moeten gooien!", riep ze boos.
Hij grinnikte. "Je komt er wel overheen", lachte hij en ging slapen.Wekenlang dompelde hij zich onder in een wereld die louter bestond uit tombes, zand, een brandende zon en Egyptenaren. En toen, op een middag, gebeurde het onvermijdelijke. Hij zag de sarcofaag op het moment dat hij de ruimte betrad.
Natuurlijk had hij zich om kunnen draaien en alle schatkisten die er stonden kunnen laten voor wat ze waren, maar dat was zijn eer te na. Hij sloop dus verder, maar hoe stil hij ook deed, op een gegeven moment waggelde er toch een mummie naar buiten, recht op hem af.Elijah verlamde en van zijn stoere praatjes tegenover Jimmy was weinig over. Ging het nu opnieuw gebeuren? Hij besloot zich ditmaal wel te verdedigen, maar op het moment dat het monster zich naar hem toeboog wist hij weinig meer in te brengen dan een paniekerig: njieieieieieieiejjjjj.....Elijah was geen vechter.Terwijl hij zijn hoofd beschermde en in doodsangst wachtte op wat komen ging, voelde hij een hand in zijn broekzak rommelen. Het volgende moment keerde de mummie tot zijn stomme verbazing terug naar de sarcofaag. Luid smakkend, om daar - zo te horen - meteen in slaap te vallen. De mummiesnoepjes! Een week geleden had hij die op de markt gekocht van iemand, zonder er veel geloof aan te hechten. Maar het werkte dus wel degelijk. Die zouden absoluut een vast onderdeel van zijn bagage worden! Opgelucht plunderde hij de tombe en ging verder.Af en toe leverde de opdrachten pijnlijke momenten op, bijvoorbeeld toen een verzoek om hulp van niemand minder bleek te komen dan Farouk Rachid, de echtgenoot van Shadia.
"Ik heb met de dorpelingen gepraat, hoor", zei Elijah een beetje ongemakkelijk. "Ze zullen het verzet tegen Morcucorp opgeven."
"Kijk aan", zei Farouk koel. "Ik had van zo'n snelle jongen ook niet anders verwacht. Jij praat de mensen wel om, hm? En nou wegwezen."Elijah zei maar niet dat er weinig voor nodig was Shadia om te praten, maar zorgde dat hij wegkwam.Iets aan zijn missies zat hem overigens wel een beetje dwars. Was hij dertien jaar geleden vooral bezig geweest het verzet tegen Morcucorp te helpen, nu leken de opdrachten juist te komen vanuit de criminele organisatie zelf. Elijah besloot maar om neutraal te zijn en zich nergens mee te bemoeien en kreeg tenslotte de opdracht om door te dringen tot de centrale computer van de opstandelingen en die te hacken.Die opdracht kostte hem heel wat tijd, omdat hij drie ingewikkelde puzzels moest oplossen om verder te komen. "Had ik nou Samuel maar bij me", dacht hij geërgerd, toen hij de boel voor de zoveelste keer moest resetten om het opnieuw te proberen. "Die zou dit raadsel in no time kraken met zijn slimme kop."Het was de eerste keer sinds lange tijd dat hij een positieve gedachte aan zijn oudste broer had besteed.Drie dagen liep hij gefrustreerd te zweten, maar gelukkig mocht hij logeren bij de nietsvermoedende burgers onder wiens huis het rebellennest zich bevond. De dochters des huizes, kennelijk bekend met zijn reputatie, probeerden hem onophoudelijk te verleiden en drongen zelfs door tot zijn slaapkamer. Hij had echter totaal geen zin om zijn huwelijk in gevaar te brengen en poeierde hen beleefd af, door hun zangstemmen te roemen."Wat zingen jullie toch prachtig", slijmde hij. "Leer mij eens een van jullie liedjes!"
Het nieuw aangeleerde repertoire galmde heerlijk weg als hij onder de douche stond.Uiteindelijk lukte het hem toch om de computer te bereiken en daarna was het hacken een koud kunstje.Dankzij hem begon het verzet tegen Morcucorp af te brokkelen en ergens knaagde dat toch. Gevoelsmatig had hij meer op met de rebellen, dan met zo'n machthebbende organisatie. Hij werkte dus nog een paar opdrachtjes af, maar zijn twijfels groeiden. En toen hij zelfs winkeliers moest gaan omkopen vond hij het welletjes.Hij was nu bijna acht weken op reis en het werd langzamerhand tijd om zijn leven thuis weer onder ogen te gaan zien. Hij had al die weken helemaal niets van zich laten horen, en met name tegenover Ilja gaf hem dat een groeiend schuldgevoel. Zin in opdrachten had hij niet meer en eigenlijk vulde hij de dagen nu vooral door naar mineralen en zeldzame beesten te zoeken, en wat bezienswaardigheden af te gaan.Als hij heel eerlijk was, dan moest hij bekennen dat hij tijd aan het rekken was. Hij begon te ontwaken uit een soort roes die hem getroost had, maar waarvan hij wist dat het nu eenmaal niet eeuwig kon duren. Het moment was aangebroken om terug te keren naar de dagelijkse sleur in Emblesight en daar eens te overdenken wat hij verder met zijn leven wilde. Hij was 35 jaar, misschien was het geen slecht idee om alsnog een carrière op te bouwen.De laatste nacht bracht hij - net als dertien jaar geleden - door op de trappen voor de tempel van koningin Hatshepsut. Toen hij zijn tent had afgebroken en opgeborgen, wierp hij een laatste blik op Al Simhara en vertrok toen naar het vliegveld.Volkomen onverwacht stapte hij twee dagen later de slaapkamer binnen, waar Amber net bezig was voor de spiegel een speech te oefenen. Voordat ze iets kon zeggen sloeg hij zijn armen om haar heen, in de hoop dat het eventuele ergernis over zijn lange afwezigheid een beetje zou temperen.Inderdaad voelde hij hoe ze zijn liefkozing beantwoordde, maar toen maakte ze zich los uit zijn omhelzing en zei: "Je hebt wel iets uit te leggen aan Ilja. Hij begrijpt er niets van dat je zo lang bent weggeweest en dat hij al die tijd niets van je heeft vernomen."
"Het spijt me", zei hij. Ineens voelde hij zich vreselijk egoïstisch. "Ik ben tóch in Egypte geweest en heb bijna de hele tijd in tombes doorgebracht."Het was een flauwe smoes, hij had best kunnen bellen als hij dat gewild had. De waarheid was, dat hij niet eens de moeite had genomen zijn mobiel op te laden. Ze keek hem aan met een blik die hij niet helemaal kon peilen en vroeg: "Ben je alleen in Egypte geweest?"Die vraag overviel hem en even aarzelde hij. "Nee", zei hij toen eerlijk. "Ik ben eerst bij Robyn langsgegaan, omdat ik gehoord had waar ze woonde."
"Blij dat je daar tenminste niet over liegt", zei ze zacht. "En je weet het dus. Dat jullie een dochtertje hebben."
"Ja. Maar... hoe weet jij dat?", vroeg hij schaapachtig.
"Robyn is terug", vervolgde ze afgemeten. "Met Amy. Ze logeren bij je ouders."
Elijah grijnsde. "Ik zag dat je een baantje voor me hebt?", zei hij.Ze knikte. "Het is de kelder. Die is door de vorige bewoner volgepropt met vallen, zodat we hem helemaal niet kunnen gebruiken. Kun jij ze misschien..."
"Natuurlijk", zei Elijah. "Zeg maar waar ik moet zijn."Het bleek een heel prettige job om mee te beginnen. Overzichtelijk, niet te gevaarlijk, de ideale manier om er weer even in te komen. Terwijl hij val na val ontmantelde, dribbelde Shadia gezellig achter hem aan om hier en daar de troep op te ruimen.Toen alle vallen onschadelijk waren gemaakt liep hij naar haar toe, om te vragen of hij kon blijven logeren.
"Uiteraard", zei ze met een koket lachje.Even later kroop hij in bed. Hij dommelde net in, toen er zachtjes op de deur werd geklopt."Waarom lig je hier? En waarom zit de deur op slot? Doe eens open..."
"Sorry, Shadia. Dat kan niet, ik ben getrouwd."Even viel er een verblufte stilte.
"Dús?", klonk het toen. "Ik ook. Ik heb nooit gemerkt dat dat een probleem was."
"Voor mij wel nu, sorry. Er staat teveel op het spel voor me."
"Ik zou je eruit moeten gooien!", riep ze boos.
Hij grinnikte. "Je komt er wel overheen", lachte hij en ging slapen.Wekenlang dompelde hij zich onder in een wereld die louter bestond uit tombes, zand, een brandende zon en Egyptenaren. En toen, op een middag, gebeurde het onvermijdelijke. Hij zag de sarcofaag op het moment dat hij de ruimte betrad.
Natuurlijk had hij zich om kunnen draaien en alle schatkisten die er stonden kunnen laten voor wat ze waren, maar dat was zijn eer te na. Hij sloop dus verder, maar hoe stil hij ook deed, op een gegeven moment waggelde er toch een mummie naar buiten, recht op hem af.Elijah verlamde en van zijn stoere praatjes tegenover Jimmy was weinig over. Ging het nu opnieuw gebeuren? Hij besloot zich ditmaal wel te verdedigen, maar op het moment dat het monster zich naar hem toeboog wist hij weinig meer in te brengen dan een paniekerig: njieieieieieieiejjjjj.....Elijah was geen vechter.Terwijl hij zijn hoofd beschermde en in doodsangst wachtte op wat komen ging, voelde hij een hand in zijn broekzak rommelen. Het volgende moment keerde de mummie tot zijn stomme verbazing terug naar de sarcofaag. Luid smakkend, om daar - zo te horen - meteen in slaap te vallen. De mummiesnoepjes! Een week geleden had hij die op de markt gekocht van iemand, zonder er veel geloof aan te hechten. Maar het werkte dus wel degelijk. Die zouden absoluut een vast onderdeel van zijn bagage worden! Opgelucht plunderde hij de tombe en ging verder.Af en toe leverde de opdrachten pijnlijke momenten op, bijvoorbeeld toen een verzoek om hulp van niemand minder bleek te komen dan Farouk Rachid, de echtgenoot van Shadia.
"Ik heb met de dorpelingen gepraat, hoor", zei Elijah een beetje ongemakkelijk. "Ze zullen het verzet tegen Morcucorp opgeven."
"Kijk aan", zei Farouk koel. "Ik had van zo'n snelle jongen ook niet anders verwacht. Jij praat de mensen wel om, hm? En nou wegwezen."Elijah zei maar niet dat er weinig voor nodig was Shadia om te praten, maar zorgde dat hij wegkwam.Iets aan zijn missies zat hem overigens wel een beetje dwars. Was hij dertien jaar geleden vooral bezig geweest het verzet tegen Morcucorp te helpen, nu leken de opdrachten juist te komen vanuit de criminele organisatie zelf. Elijah besloot maar om neutraal te zijn en zich nergens mee te bemoeien en kreeg tenslotte de opdracht om door te dringen tot de centrale computer van de opstandelingen en die te hacken.Die opdracht kostte hem heel wat tijd, omdat hij drie ingewikkelde puzzels moest oplossen om verder te komen. "Had ik nou Samuel maar bij me", dacht hij geërgerd, toen hij de boel voor de zoveelste keer moest resetten om het opnieuw te proberen. "Die zou dit raadsel in no time kraken met zijn slimme kop."Het was de eerste keer sinds lange tijd dat hij een positieve gedachte aan zijn oudste broer had besteed.Drie dagen liep hij gefrustreerd te zweten, maar gelukkig mocht hij logeren bij de nietsvermoedende burgers onder wiens huis het rebellennest zich bevond. De dochters des huizes, kennelijk bekend met zijn reputatie, probeerden hem onophoudelijk te verleiden en drongen zelfs door tot zijn slaapkamer. Hij had echter totaal geen zin om zijn huwelijk in gevaar te brengen en poeierde hen beleefd af, door hun zangstemmen te roemen."Wat zingen jullie toch prachtig", slijmde hij. "Leer mij eens een van jullie liedjes!"
Het nieuw aangeleerde repertoire galmde heerlijk weg als hij onder de douche stond.Uiteindelijk lukte het hem toch om de computer te bereiken en daarna was het hacken een koud kunstje.Dankzij hem begon het verzet tegen Morcucorp af te brokkelen en ergens knaagde dat toch. Gevoelsmatig had hij meer op met de rebellen, dan met zo'n machthebbende organisatie. Hij werkte dus nog een paar opdrachtjes af, maar zijn twijfels groeiden. En toen hij zelfs winkeliers moest gaan omkopen vond hij het welletjes.Hij was nu bijna acht weken op reis en het werd langzamerhand tijd om zijn leven thuis weer onder ogen te gaan zien. Hij had al die weken helemaal niets van zich laten horen, en met name tegenover Ilja gaf hem dat een groeiend schuldgevoel. Zin in opdrachten had hij niet meer en eigenlijk vulde hij de dagen nu vooral door naar mineralen en zeldzame beesten te zoeken, en wat bezienswaardigheden af te gaan.Als hij heel eerlijk was, dan moest hij bekennen dat hij tijd aan het rekken was. Hij begon te ontwaken uit een soort roes die hem getroost had, maar waarvan hij wist dat het nu eenmaal niet eeuwig kon duren. Het moment was aangebroken om terug te keren naar de dagelijkse sleur in Emblesight en daar eens te overdenken wat hij verder met zijn leven wilde. Hij was 35 jaar, misschien was het geen slecht idee om alsnog een carrière op te bouwen.De laatste nacht bracht hij - net als dertien jaar geleden - door op de trappen voor de tempel van koningin Hatshepsut. Toen hij zijn tent had afgebroken en opgeborgen, wierp hij een laatste blik op Al Simhara en vertrok toen naar het vliegveld.Volkomen onverwacht stapte hij twee dagen later de slaapkamer binnen, waar Amber net bezig was voor de spiegel een speech te oefenen. Voordat ze iets kon zeggen sloeg hij zijn armen om haar heen, in de hoop dat het eventuele ergernis over zijn lange afwezigheid een beetje zou temperen.Inderdaad voelde hij hoe ze zijn liefkozing beantwoordde, maar toen maakte ze zich los uit zijn omhelzing en zei: "Je hebt wel iets uit te leggen aan Ilja. Hij begrijpt er niets van dat je zo lang bent weggeweest en dat hij al die tijd niets van je heeft vernomen."
"Het spijt me", zei hij. Ineens voelde hij zich vreselijk egoïstisch. "Ik ben tóch in Egypte geweest en heb bijna de hele tijd in tombes doorgebracht."Het was een flauwe smoes, hij had best kunnen bellen als hij dat gewild had. De waarheid was, dat hij niet eens de moeite had genomen zijn mobiel op te laden. Ze keek hem aan met een blik die hij niet helemaal kon peilen en vroeg: "Ben je alleen in Egypte geweest?"Die vraag overviel hem en even aarzelde hij. "Nee", zei hij toen eerlijk. "Ik ben eerst bij Robyn langsgegaan, omdat ik gehoord had waar ze woonde."
"Blij dat je daar tenminste niet over liegt", zei ze zacht. "En je weet het dus. Dat jullie een dochtertje hebben."
"Ja. Maar... hoe weet jij dat?", vroeg hij schaapachtig.
"Robyn is terug", vervolgde ze afgemeten. "Met Amy. Ze logeren bij je ouders."