Generatie 12 - deel 1, Emblesight
Gedurende een half jaar reisde Evelyn over het continent, op zoek naar een plek waar hij zich thuis zou voelen. Maar hoewel hij door prachtige gebieden reed, hij had nooit het gevoel dat hij er een leven wilde opbouwen. Langer dan een paar weken bleef hij nergens.Uiteindelijk nam hij de ferry en voer over het water naar The United Simdom. Hij doorkruiste het land van Simshire tot South Simerset en tenslotte stuurde hij zijn auto richting het hoge noorden. Op het moment dat hij het Merendistrict binnenreed voelde hij dat hij zijn bestemming bereikt had. Het land omsloot hem als een warme deken.Even voorbij het dorpje Emblesight stapte hij uit en keek een hele tijd uit over het spiegelende meer, dat werd ingesloten door steile, bosrijke berghellingen. De rust was overweldigend. Het vriendelijke gekabbel van het water tegen het kiezelstrand, het zachte ruisen van de wind in de bomen, de kruidige geuren die in de lucht hingen.Maar er was nog iets anders. Iets sprookjesachtigs dat hij niet kon definiëren. Alsof iemand onhoorbaar zachtjes in zijn oor fluisterde dat hij hier moest blijven.Evelyn besloot gehoor te geven aan zijn innerlijke stem en keerde terug naar het dorp waar hij zojuist doorheen gereden was. Tegenover een groen park vond hij het gemeentehuis, waar hij zich vrij eenvoudig als inwoner kon laten registreren.Behulpzaam verwees men hem naar de plaatstelijke makelaardij, waar bleek dat hij voor het eerst sinds lang de nacht niet in een tent hoefde door te brengen."Er staat al ruim twee jaar een klein maar goed onderhouden huis leeg op een bergtop boven Emblesight", vertelde men hem. "U mag er op proef een nachtje slapen, het is nergens voor nodig overhaast te beslissen." Deze ontspannen manier van doen beviel Evelyn opperbest en met de sleutel in zijn zak wandelde hij het park in om eerst wat Sims te ontmoeten.Hij babbelde met wat vrouwen die aan het Koning Kegelen waren en daarna wandelde hij een klein theehuisje in. Daar probeerde hij met succes indruk te maken op een paar beroemdheden en toen hij dorst kreeg besloot hij een rondje te geven om het ijs te breken."Wat lees je?", vroeg hij belangstellend aan de donkere krullenbol die aan de bar zat.
"Onder het Melkwoud", antwoordde die nors, "en stoor me niet."
Kennelijk was niet iedereen vriendelijk in dit dorp.Hij besloot net dat het misschien tijd was om eens een kijkje in het huis te gaan nemen, toen hij buiten tegen een wel heel eigenaardig personage opbotste. Ze stelde zich voor als Emmaline Rhoen en glimlachte bij het zien van zijn verbaasde gezicht. "Nog nooit groenlingen gezien?", vroeg ze vriendelijk. "Wen er maar aan, er lopen er hier meer rond als ik." Ze knikte hem nog eens toe en liep door.Toen Evelyn zijn nieuwe huis - althans, wat zijn nieuwe huis zou kunnen worden - naderde stokte zijn adem even. Het bleek zeldzaam pittoresk op de top van een rots te liggen en was geheel opgetrokken uit hout en pasteltinten. Afwezig begon hij 'Hai, Pippi Langkous' te fluiten, terwijl hij aan de klim over het smalle pad begon dat naar boven slingerde.Binnen was het schoon en de vertrekken waren eenvoudig ingericht, waarbij hij sterk het idee had dat er een meisjeshand aan ten grondslag had gelegen. Toen hij het balkon op wandelde werd hij voor de tweede keer die dag stil. De avond begon te vallen en de ondergaande zon was begonnen de bergen en het meer te betoveren onder een roze gloed."Als dit elke avond mijn uitzicht mag zijn, dan zie ik mezelf hier wel oud worden", verzuchtte Evelyn en ging naar bed.De volgende ochtend belde hij meteen naar zijn ouders om te vertellen dat hij een huis gevonden had en dat hij na het ontbijt de papieren zou gaan ondertekenen. Sacha was heel blij dat zijn zoon eindelijk zijn einddoel bereikt leek te hebben. "Ik stort onmiddellijk een deel van de erfenis op je rekening", zei hij. "Je maakt me nieuwsgierig, we komen absoluut een keertje bij je kijken!"De dagen hierna deed Evelyn niet zoveel. Hij kuierde wat door het dorp, tokkelde op zijn gitaar in het park, toerde met zijn auto door de omgeving en maakte lange wandelingen door de bergen.'s Avonds at hij een hapje en zat dan thuis te lezen of achter de computer, tot het tijd was om naar bed te gaan.Of hij ging uit in Lars' Disco-Tech, een drukbezochte uitgaansgelegenheid in het centrum.
Op een avond viel zijn oog op een zwangere vrouw die in een hoekje achter de bar stond en getroffen door haar droevige oogopslag liep hij naar haar toe.Na zich zo charmant als hij kon geïntroduceerd te hebben vroeg hij haar bezorgd of dit wel een geschikte plek was voor een zwangere vrouw. Het volgende moment had je de poppen aan het dansen. De vrouw greep naar haar buik en begon amechtig te puffen, terwijl het voltallige manvolk rondom haar paniekerig op en neer begon te springen.Na de eerste schrik vermande Evelyn zich, sloeg zijn arm om haar schouder, loodste haar naar zijn auto en reed onmiddellijk naar het ziekenhuis, waar ze een paar uur later beviel van een zoontje.Evelyn had geduldig in de wachtkamer zitten wachten met een paar tijdschriften. Na een tijdje was de jonge vader struikelend over zijn voeten naar binnen komen hollen en niet veel later was hij gestrekt de verloskamer weer uit gedragen."Wacht je op je man?", vroeg hij voorzichtig, "of breng ik je even thuis."
"Laten we maar even op hem wachten", antwoordde de vrouw, "maar ik zou het wel prettig vinden als jij zou willen rijden. Ik heet trouwens Roisin. Roisin O'Dourke."Eenmaal thuis werd hij uitvoerig bedankt door de jonge vader, die Liam bleek te heten. Een aardige, wat verstrooide jongen en Evelyn had een flauw vermoeden wat voor haarkleur hun kleintje zou gaan hebben.Tijdens zijn autoritjes door de omgeving had hij ook de plaatselijke begraafplaats ontdekt en een groter contrast met de begraafplaats in Riverview was nauwelijks denkbaar. In Riverview lagen alle graven er keurig aangeharkt bij, gelegen op veldjes die van elkaar gescheiden werden door kaarsrechte paadjes. In Emblesight was het kerkhof slecht verzorgd. Het gras was bruin, er stonden een paar dode bomen en op de grond groeiden distels, brandnetels en verdorde bramenstruiken.Een groot aantal graven was zo oud dat het opschrift onmogelijk meer te lezen was. Al met al lagen er hier maar een stuk of vijf, zes mensen begraven zo leek het. "Maar jullie houden vast net zoveel van muziek als de geesten van Riverview", zei Evelyn en pakte zijn gitaar.Een aantal weken later werd hij voor het eerst uitgenodigd voor een feestje. Na een aantal saaie, plichtmatige gesprekjes gevoerd te hebben zag hij ineens Roisin in een hoekje staan. En andermaal werd hij getroffen door haar intens droevige blik."Koekoek!", lachte hij vriendelijk, zodat ze opschrok uit haar gepeins.
"Hoi", lachte ze terug.
"Ken je me nog?"
"Ja, natuurlijk ken ik je nog. De koene ridder die mij naar het ziekenhuis gereden heeft. Ik ben je nog steeds dankbaar, het was niet handig om die avond naar de disco te gaan."Weer dwaalde haar blik naar binnen. Toen leek ze bij haar positieven te komen en zei: "Jij bewoont nu toch de houten villa op de berg?"
Evelyn knikte. "Ken je het huis?"Vaag knikte Roisin, draaide zich toen om en liep zonder verder nog iets te zeggen weg. Dat stoorde Evelyn, maar toen hij haar ging zoeken bleek ze het feest verlaten te hebben.Een week later werd Evelyn op een ochtend wakker en wandelde, zoals hij iedere ochtend deed voordat hij ging ontbijten, even naar buiten. Nadat zijn blik over het landschap gegaan was en hij de frisse ochtendlucht had opgesnoven, viel zijn oog op een piepklein tentje pal onder zijn balkon."What the...", mompelde hij en toen begon hij te grinniken. "Het zal toch niet waar zijn, hè?""Hé!", riep hij luid naar beneden. "Wat moet dat daar op mijn grondgebied!?" Het volgende moment kroop er een man naar buiten met een blauwe flanellen pyjama en een donkerrode haardos die hij uit duizenden herkende. "Wat sta je me wakker te schreeuwen?", vroeg de man, terwijl hij zich uitrekte en toen richting de trap begon te wandelen.Even later stond zijn neef Dylan in de hal en keek hem een beetje verlegen aan."Ik heb een lange reis achter de rug, je gaat me toch niet wegjagen, hè?"
"Waarom denk jij toch altijd dat je niet welkom bent", schaterde Evelyn. "Ik ben hartstikke blij je te zien, ik heb je gemist man!" Het volgende moment volgde er een warme, vriendschappelijke omhelzing."Ik hoorde van je nieuwe idyllische stekje hier", zei Dylan, "en omdat ik het zelf ook wel gezien had in Riverview, besloot ik naar je toe te komen."
"Ik ben blij dat je het gedaan hebt. Het is hier heerlijk, maar het is fijn om een oud, vertrouwd gezicht te zien," zei Evelyn hartelijk. "Kom, ik wilde net gaan ontbijten.""Je maakt er hier wel een beetje een troep van, hè?", zei Dylan, terwijl hij wat vuile vaat naar de keuken droeg en daarmee een volwassen populatie vliegen om zeep hielp. Daarna begon hij wafels te bakken, terwijl Evelyn zich douchte en aankleedde."Mijn eigen huisvrouwtje", zei de laatste even later plagerig, terwijl hij achter zijn bord aanschoof. "Da's altijd handig, je mag blijven hoor." En dat was precies waar Dylan op gehoopt had.
"Onder het Melkwoud", antwoordde die nors, "en stoor me niet."
Kennelijk was niet iedereen vriendelijk in dit dorp.Hij besloot net dat het misschien tijd was om eens een kijkje in het huis te gaan nemen, toen hij buiten tegen een wel heel eigenaardig personage opbotste. Ze stelde zich voor als Emmaline Rhoen en glimlachte bij het zien van zijn verbaasde gezicht. "Nog nooit groenlingen gezien?", vroeg ze vriendelijk. "Wen er maar aan, er lopen er hier meer rond als ik." Ze knikte hem nog eens toe en liep door.Toen Evelyn zijn nieuwe huis - althans, wat zijn nieuwe huis zou kunnen worden - naderde stokte zijn adem even. Het bleek zeldzaam pittoresk op de top van een rots te liggen en was geheel opgetrokken uit hout en pasteltinten. Afwezig begon hij 'Hai, Pippi Langkous' te fluiten, terwijl hij aan de klim over het smalle pad begon dat naar boven slingerde.Binnen was het schoon en de vertrekken waren eenvoudig ingericht, waarbij hij sterk het idee had dat er een meisjeshand aan ten grondslag had gelegen. Toen hij het balkon op wandelde werd hij voor de tweede keer die dag stil. De avond begon te vallen en de ondergaande zon was begonnen de bergen en het meer te betoveren onder een roze gloed."Als dit elke avond mijn uitzicht mag zijn, dan zie ik mezelf hier wel oud worden", verzuchtte Evelyn en ging naar bed.De volgende ochtend belde hij meteen naar zijn ouders om te vertellen dat hij een huis gevonden had en dat hij na het ontbijt de papieren zou gaan ondertekenen. Sacha was heel blij dat zijn zoon eindelijk zijn einddoel bereikt leek te hebben. "Ik stort onmiddellijk een deel van de erfenis op je rekening", zei hij. "Je maakt me nieuwsgierig, we komen absoluut een keertje bij je kijken!"De dagen hierna deed Evelyn niet zoveel. Hij kuierde wat door het dorp, tokkelde op zijn gitaar in het park, toerde met zijn auto door de omgeving en maakte lange wandelingen door de bergen.'s Avonds at hij een hapje en zat dan thuis te lezen of achter de computer, tot het tijd was om naar bed te gaan.Of hij ging uit in Lars' Disco-Tech, een drukbezochte uitgaansgelegenheid in het centrum.
Op een avond viel zijn oog op een zwangere vrouw die in een hoekje achter de bar stond en getroffen door haar droevige oogopslag liep hij naar haar toe.Na zich zo charmant als hij kon geïntroduceerd te hebben vroeg hij haar bezorgd of dit wel een geschikte plek was voor een zwangere vrouw. Het volgende moment had je de poppen aan het dansen. De vrouw greep naar haar buik en begon amechtig te puffen, terwijl het voltallige manvolk rondom haar paniekerig op en neer begon te springen.Na de eerste schrik vermande Evelyn zich, sloeg zijn arm om haar schouder, loodste haar naar zijn auto en reed onmiddellijk naar het ziekenhuis, waar ze een paar uur later beviel van een zoontje.Evelyn had geduldig in de wachtkamer zitten wachten met een paar tijdschriften. Na een tijdje was de jonge vader struikelend over zijn voeten naar binnen komen hollen en niet veel later was hij gestrekt de verloskamer weer uit gedragen."Wacht je op je man?", vroeg hij voorzichtig, "of breng ik je even thuis."
"Laten we maar even op hem wachten", antwoordde de vrouw, "maar ik zou het wel prettig vinden als jij zou willen rijden. Ik heet trouwens Roisin. Roisin O'Dourke."Eenmaal thuis werd hij uitvoerig bedankt door de jonge vader, die Liam bleek te heten. Een aardige, wat verstrooide jongen en Evelyn had een flauw vermoeden wat voor haarkleur hun kleintje zou gaan hebben.Tijdens zijn autoritjes door de omgeving had hij ook de plaatselijke begraafplaats ontdekt en een groter contrast met de begraafplaats in Riverview was nauwelijks denkbaar. In Riverview lagen alle graven er keurig aangeharkt bij, gelegen op veldjes die van elkaar gescheiden werden door kaarsrechte paadjes. In Emblesight was het kerkhof slecht verzorgd. Het gras was bruin, er stonden een paar dode bomen en op de grond groeiden distels, brandnetels en verdorde bramenstruiken.Een groot aantal graven was zo oud dat het opschrift onmogelijk meer te lezen was. Al met al lagen er hier maar een stuk of vijf, zes mensen begraven zo leek het. "Maar jullie houden vast net zoveel van muziek als de geesten van Riverview", zei Evelyn en pakte zijn gitaar.Een aantal weken later werd hij voor het eerst uitgenodigd voor een feestje. Na een aantal saaie, plichtmatige gesprekjes gevoerd te hebben zag hij ineens Roisin in een hoekje staan. En andermaal werd hij getroffen door haar intens droevige blik."Koekoek!", lachte hij vriendelijk, zodat ze opschrok uit haar gepeins.
"Hoi", lachte ze terug.
"Ken je me nog?"
"Ja, natuurlijk ken ik je nog. De koene ridder die mij naar het ziekenhuis gereden heeft. Ik ben je nog steeds dankbaar, het was niet handig om die avond naar de disco te gaan."Weer dwaalde haar blik naar binnen. Toen leek ze bij haar positieven te komen en zei: "Jij bewoont nu toch de houten villa op de berg?"
Evelyn knikte. "Ken je het huis?"Vaag knikte Roisin, draaide zich toen om en liep zonder verder nog iets te zeggen weg. Dat stoorde Evelyn, maar toen hij haar ging zoeken bleek ze het feest verlaten te hebben.Een week later werd Evelyn op een ochtend wakker en wandelde, zoals hij iedere ochtend deed voordat hij ging ontbijten, even naar buiten. Nadat zijn blik over het landschap gegaan was en hij de frisse ochtendlucht had opgesnoven, viel zijn oog op een piepklein tentje pal onder zijn balkon."What the...", mompelde hij en toen begon hij te grinniken. "Het zal toch niet waar zijn, hè?""Hé!", riep hij luid naar beneden. "Wat moet dat daar op mijn grondgebied!?" Het volgende moment kroop er een man naar buiten met een blauwe flanellen pyjama en een donkerrode haardos die hij uit duizenden herkende. "Wat sta je me wakker te schreeuwen?", vroeg de man, terwijl hij zich uitrekte en toen richting de trap begon te wandelen.Even later stond zijn neef Dylan in de hal en keek hem een beetje verlegen aan."Ik heb een lange reis achter de rug, je gaat me toch niet wegjagen, hè?"
"Waarom denk jij toch altijd dat je niet welkom bent", schaterde Evelyn. "Ik ben hartstikke blij je te zien, ik heb je gemist man!" Het volgende moment volgde er een warme, vriendschappelijke omhelzing."Ik hoorde van je nieuwe idyllische stekje hier", zei Dylan, "en omdat ik het zelf ook wel gezien had in Riverview, besloot ik naar je toe te komen."
"Ik ben blij dat je het gedaan hebt. Het is hier heerlijk, maar het is fijn om een oud, vertrouwd gezicht te zien," zei Evelyn hartelijk. "Kom, ik wilde net gaan ontbijten.""Je maakt er hier wel een beetje een troep van, hè?", zei Dylan, terwijl hij wat vuile vaat naar de keuken droeg en daarmee een volwassen populatie vliegen om zeep hielp. Daarna begon hij wafels te bakken, terwijl Evelyn zich douchte en aankleedde."Mijn eigen huisvrouwtje", zei de laatste even later plagerig, terwijl hij achter zijn bord aanschoof. "Da's altijd handig, je mag blijven hoor." En dat was precies waar Dylan op gehoopt had.