Generatie 17 - deel 4, Heksenstreken
De winter begint met heftige sneeuwval in december.
Als Éowyn de volgende ochtend vroeg buiten komt juicht ze als een klein meisje en ploft schaterend in het dikke pak dat er ligt. Niks zo heerlijk als sporen maken in vers gevallen, maagdelijke sneeuw. Nadat ze een prachtige engel heeft gewaaierd gaat ze aan de slag om een pop te maken. Wat een geluk dat ze precies vandaag vrij heeft!"Je bent geweldig, Bob", zegt ze na een uurtje arbeid tevreden, "maar een van ons tweeën is hier teveel."
Met een oorlogszuchtige kreet stort ze zich op de pop en even later is er niet veel meer van over dan een hoop sneeuw, een gevallen hoed en een fier overeind staande bezem. Vroeger was dit een geliefd spelletje dat ze met Linden en Finn speelde: de oorlog der sneeuwmannen. Ze giechelt bij de herinnering.Inmiddels begint de zon door het grijze wolkendek heen te dringen en ze springt snel in haar auto voor haar afspraakje met James."Wat heb je uitgespookt, je hebt hele rode konen", lacht James als ze hem ontmoet op het festivalterrein.
"Sneeuwpop gemaakt én overwonnen", straalt ze met schitterende ogen."Overwonnen?", vraagt hij aarzelend.
Ze legt hem het principe uit. Een niet bepaald ingewikkeld principe, het is snel verteld. "Meestal winnen we", zegt ze. "Het wordt pas link als er eentje een mitrailleur bij zich heeft."
"Oh..", reageert James een beetje niet begrijpend. "Oké." En dan, als hij haar verwarde gezicht ziet: "Ja, sorry, misschien komt het omdat ik een scheppend beroep heb. Ik vind het vreselijk als creaties kapot worden gemaakt."
"Ah, ja, als je het zo bekijkt", mompelt ze bedremmeld, "dat snap ik wel. Ik kijk daar natuurlijk iets anders tegenaan. Voor mij is het gewoon een hoop sneeuw. Ze smelten toch in de lente."Hij lacht. "Maakt niet uit, zo leren we van elkaar. Kom, ik heb zin om te schaatsen. Doe je mee?"
Net als het rolschaatsen trekt het Éowyn niet echt, maar nu blijkt bovendien dat ze het totaal niet kan.
"Sorry", giebelt ze, terwijl ze achter hem aan vliegt over de baan, "ik zie gewoon het nut niet. Dit gaat veel sneller en ik val niet de hele tijd.""Vind je het erg als ik doorga?"
"Nee, tuurlijk niet, ga je gang! Ik kijk of ik iets anders kan vinden."Ze verlaat de baan en even later klautert ze tegen de enorme halfpipe op die pal naast de schaatsbaan staat. Bovenop liggen een paar snowboards en dit is duidelijk meer haar ding. Terwijl ze heen en weer zoeft en steeds hogere sprongen maakt, verbeeldt ze zich dat ze op een bezem rondvliegt in een arena. Waarschijnlijk geeft dat eenzelfde kick."En ik kan dit", denkt ze apetrots, waarna ze middenin een sprong haar evenwicht verliest en jammerlijk ten val komt.De eerste twee maanden van de winter is het stralend vriesweer en Sunlit Tides ligt er mooier bij dan ooit.Eind februari slaat het weer om en worden de dagen somber en bewolkt, met hevige sneeuwstormen. Op een avond komt Éowyn uit haar werk, als ze tot haar verbazing merkt dat het regent. Het is de hele dag bitterkoud geweest en de laatste keer dat ze naar buiten keek sneeuwde het. Verwonderd kijkt ze naar de lucht. De regen is groenig, ze snapt er niets van en vindt het eigenlijk een beetje eng.Nog enger wordt het als ze naar haar auto wil wandelen en plotseling spontaan begint te dansen. Nu pas ziet ze dat er meer mensen huppelpasjes maken, met ongelukkige, hulpeloze gezichten.Zo goed en zo kwaad als het lukt danst ze naar haar auto en stapt in.
De hele nacht blijft de vreemde groene regen in striemen naar beneden vallen en elke keer wordt ze gedwongen uit haar bed te stappen om te dansen. Dodelijk vermoeiend en de volgende ochtend verschijnt iedereen met donkere kringen onder de ogen op het werk. Het is het gesprek van de dag.Een week later hakt Éowyn een knoop door die haar al geruime tijd plaagt. Ze zegt haar baan op. Haar baas baalt verschrikkelijk, want Éowyn is een getalenteerd muzikante en heeft het in vrij korte tijd tot muziekscout geschopt, maar haar beslissing is weloverwogen."Ik wil musiceren voor mijn lol", legt ze uit. "Ik merk dat ik het spontane plezier in gitaar spelen begin te verliezen en dat vind ik zonde. Bovendien is het een uitdaging eens iets heel anders te gaan doen." Naar dat 'iets heel anders' gaat ze meteen ijverig op zoek en na een avondje vacatures napluizen, besluit ze dezelfde weg te kiezen als Linden: ze solliciteert in het ziekenhuis."Dat betekent wel dat je iets aan je belabberde inzicht moet doen zusje", zegt Linden plagerig. "Je bent nou niet bepaald een schaaktalent."
Dat ontmoedigt Éowyn niet. Ze koopt een nieuwe computer met een geavanceerd schaakprogramma en begint fanatiek te oefenen.En zo loopt de winter langzamerhand ten einde.
Met een nieuwe baan en een lieve vriend bij wie ze geregeld te vinden is.In haar vriendschap met Tonya is de laatste maanden wel een beetje de klad gekomen en de twee vinden het dan ook heel leuk als ze elkaar op een dag toevallig tegenkomen in de bibliotheek. Na het gebruikelijke uitwisselen van kleine nieuwtjes en roddels buigt Tonya zich ineens naar haar vriendin en fluistert: "Heb jij trouwens al gehoord wat de oorzaak was van die rare regen een paar weken geleden?"
Verbaasd schudt Éowyn haar hoofd.
Tonya gaat nog zachter praten. "Die tovenaar, je weet wel, Demyan, die gozer die jij een beetje eng vindt? Iemand heeft hem die avond bezig gezien bij die rare totempaal op de open plek.""Niemand snapt precies wat hij deed, maar ineens begint me dat beeld te schudden en licht te geven en toen viel die rare regen dus plotseling uit de lucht. Daarna is hij, middenin de regen, een sneeuwpop gaan maken en toen die klaar was begon hij onheilspellende bezweringen met die toverstok van hem te doen. Het was hypergriezelig zeiden ze en Pearl is nu helemaal klaar met hem. Ze heeft hem meteen de deur uitgegooid. Nou ja, dat kon niet want ze woonden niet samen, maar je snapt wat ik bedoel. Hij is trouwens al een tijdje verdwenen, niemand weet waar hij uithangt.""Tja", haalt Éowyn haar schouders op, "veel meer dan wat gegaap de volgende dag heeft het niet teweeggebracht. Het is niet dat hij ons vervloekt heeft of zo."
"Dat is zo", knikt Tonya, "maar het klinkt toch vrij creepy allemaal."De lente begint met afwisselend mooi weer, slecht weer en zelfs vorst en sneeuw af en toe. Maart roert duidelijk zijn staart. Éowyn vult haar avonden met spelletjes en kruipt 's nachts diep onder de wol, waar ze nog steeds bijna iedere nacht bezocht wordt door nachtmerries. Inmiddels is ze het zo gewend, ze besteedt er geen aandacht meer aan.Als ze op een zaterdagochtend bij Linden langsgaat om te vragen of hij haar schaaklessen zou willen geven, treft ze tot haar verbazing Demyan aan."Zo? Terug in het land?", vraagt ze. "Je was nogal de talk of the town."
"Ah, jullie kennen elkaar al", stelt Linden vast. "Ik ga alvast bij de schaaktafel zitten, Demyan, dan gaan we zo verder waar we gebleven waren."Demyan kijkt haar aan. "Ja, het is ook heel verschrikkelijk wat ik gedaan heb", zegt hij wrang. Voor het eerst ziet ze iets in zijn ogen dat er niet eerder in lag. Verbittering? "Heksenregen. Waar ik vandaan kom vonden ze het altijd leuk als we dat deden. Mensen houden van dansen daar."
"Middenin de nacht als je de volgende dag weer vroeg op moet en geen idee hebt wat er aan de hand is?", vraagt Éowyn spottend. "Waar was je eigenlijk?"
"Thuis", zegt Demyan bars. "Mijn moeder is op 27 februari overleden. Met haar deed ik dat vaak op winteravonden, die truc met de Weersteen. We hadden de grootste lol altijd en dansten tot de ochtend. Daar vonden ze onze toverkracht leuk en spannend, hier zijn mensen alleen maar bang. Whoehoe, wat eng, hij tovert..."Ineens haalt hij zijn toverstok tevoorschijn, draait zich om en begint fonkelende banen door de lucht te trekken, schijnbaar het fornuis attaquerend. Met een lage, serieuze stem spreekt hij vreemde, onverstaanbare teksten, zich duidelijk concentrerend op wat hij doet.Verbaasd volgt Éowyn zijn verrichtingen. Bang is ze niet, ze heeft eigenlijk met hem te doen. Op de een of andere manier lijkt hij vooral kwetsbaar in zijn boosheid."Wat doe je?", vraagt ze na een tijdje.
"Ik zorg dat je broer zijn fornuis nooit meer hoeft schoon te maken", antwoordt Demyan tussen twee bezweringen door. "Gevaarlijk hè?"Na een tijdje is hij klaar en kijkt haar aan, een tikje verlegen lijkt het opeens.
"Goh", zegt Éowyn, "wat zal mijn broer de djinn zielsgelukkig zijn dat hij zijn nooit gebruikte fornuis niet meer hoeft schoon te maken. Wacht, dan doe ik even de rest." Ze plaatst haar vingers tegen haar slapen en reinigt het huis. "Scheelde echt dat het fornuis al was gedaan", zegt ze.
Ze weet niet waarom ze hem plaagt, ze doet het gewoon."Ik kan het ook met televisietoestellen, uitsloofstertje", mompelt Demyan.
"Zelfreinigende televisietoestellen, wat zou de wereld zijn zonder", grinnikt Éowyn en trekt haar jas weer aan.
"Die maak ik onbreekbaar."
"Ah, geweldig, dat kan mijn stiefvader ook. Maar die doet dat gewoon met zijn eigen eerlijke handen."
"Zoals topkoks met hun eigen eerlijke handen maaltijden bereiden bedoel je?"
"Dag meneer Safin, het was een genoegen. Doe de groeten aan mijn broer." Stiekem moet ze om hem lachen, maar dat laat ze niet merken. “Oh, en het spijt me van je moeder. Dat is echt rot.”"Waarom heeft je zus zo’n hekel aan tovenaars?", vraagt Demyan aan Linden, terwijl hij plaatsneemt achter de schaaktafel.
Even kijkt Linden verbaasd op. "Oh", zegt hij, "iets wat we hebben meegemaakt toen we kinderen waren."
"Wat dan? Haat jij tovenaars ook? Je weet dat ik een tovenaar ben?"
Linden knikt en knipoogt. "Éowyn is nou eenmaal iets extremer dan ik. Bovendien hebben zij en mijn broer het van heel nabij meegemaakt allemaal. Ik zat thuis."
"Maar wat hebben jullie dan meegemaakt?"
"Lang verhaal. Als het je echt interesseert mag je het boek van mijn stiefvader wel een keer lenen, 'Mijn naam is Milan'. Daar staat alles in beschreven."
"Graag", knikt Demyan, en buigt zich dan over het schaakbord.
Als Éowyn de volgende ochtend vroeg buiten komt juicht ze als een klein meisje en ploft schaterend in het dikke pak dat er ligt. Niks zo heerlijk als sporen maken in vers gevallen, maagdelijke sneeuw. Nadat ze een prachtige engel heeft gewaaierd gaat ze aan de slag om een pop te maken. Wat een geluk dat ze precies vandaag vrij heeft!"Je bent geweldig, Bob", zegt ze na een uurtje arbeid tevreden, "maar een van ons tweeën is hier teveel."
Met een oorlogszuchtige kreet stort ze zich op de pop en even later is er niet veel meer van over dan een hoop sneeuw, een gevallen hoed en een fier overeind staande bezem. Vroeger was dit een geliefd spelletje dat ze met Linden en Finn speelde: de oorlog der sneeuwmannen. Ze giechelt bij de herinnering.Inmiddels begint de zon door het grijze wolkendek heen te dringen en ze springt snel in haar auto voor haar afspraakje met James."Wat heb je uitgespookt, je hebt hele rode konen", lacht James als ze hem ontmoet op het festivalterrein.
"Sneeuwpop gemaakt én overwonnen", straalt ze met schitterende ogen."Overwonnen?", vraagt hij aarzelend.
Ze legt hem het principe uit. Een niet bepaald ingewikkeld principe, het is snel verteld. "Meestal winnen we", zegt ze. "Het wordt pas link als er eentje een mitrailleur bij zich heeft."
"Oh..", reageert James een beetje niet begrijpend. "Oké." En dan, als hij haar verwarde gezicht ziet: "Ja, sorry, misschien komt het omdat ik een scheppend beroep heb. Ik vind het vreselijk als creaties kapot worden gemaakt."
"Ah, ja, als je het zo bekijkt", mompelt ze bedremmeld, "dat snap ik wel. Ik kijk daar natuurlijk iets anders tegenaan. Voor mij is het gewoon een hoop sneeuw. Ze smelten toch in de lente."Hij lacht. "Maakt niet uit, zo leren we van elkaar. Kom, ik heb zin om te schaatsen. Doe je mee?"
Net als het rolschaatsen trekt het Éowyn niet echt, maar nu blijkt bovendien dat ze het totaal niet kan.
"Sorry", giebelt ze, terwijl ze achter hem aan vliegt over de baan, "ik zie gewoon het nut niet. Dit gaat veel sneller en ik val niet de hele tijd.""Vind je het erg als ik doorga?"
"Nee, tuurlijk niet, ga je gang! Ik kijk of ik iets anders kan vinden."Ze verlaat de baan en even later klautert ze tegen de enorme halfpipe op die pal naast de schaatsbaan staat. Bovenop liggen een paar snowboards en dit is duidelijk meer haar ding. Terwijl ze heen en weer zoeft en steeds hogere sprongen maakt, verbeeldt ze zich dat ze op een bezem rondvliegt in een arena. Waarschijnlijk geeft dat eenzelfde kick."En ik kan dit", denkt ze apetrots, waarna ze middenin een sprong haar evenwicht verliest en jammerlijk ten val komt.De eerste twee maanden van de winter is het stralend vriesweer en Sunlit Tides ligt er mooier bij dan ooit.Eind februari slaat het weer om en worden de dagen somber en bewolkt, met hevige sneeuwstormen. Op een avond komt Éowyn uit haar werk, als ze tot haar verbazing merkt dat het regent. Het is de hele dag bitterkoud geweest en de laatste keer dat ze naar buiten keek sneeuwde het. Verwonderd kijkt ze naar de lucht. De regen is groenig, ze snapt er niets van en vindt het eigenlijk een beetje eng.Nog enger wordt het als ze naar haar auto wil wandelen en plotseling spontaan begint te dansen. Nu pas ziet ze dat er meer mensen huppelpasjes maken, met ongelukkige, hulpeloze gezichten.Zo goed en zo kwaad als het lukt danst ze naar haar auto en stapt in.
De hele nacht blijft de vreemde groene regen in striemen naar beneden vallen en elke keer wordt ze gedwongen uit haar bed te stappen om te dansen. Dodelijk vermoeiend en de volgende ochtend verschijnt iedereen met donkere kringen onder de ogen op het werk. Het is het gesprek van de dag.Een week later hakt Éowyn een knoop door die haar al geruime tijd plaagt. Ze zegt haar baan op. Haar baas baalt verschrikkelijk, want Éowyn is een getalenteerd muzikante en heeft het in vrij korte tijd tot muziekscout geschopt, maar haar beslissing is weloverwogen."Ik wil musiceren voor mijn lol", legt ze uit. "Ik merk dat ik het spontane plezier in gitaar spelen begin te verliezen en dat vind ik zonde. Bovendien is het een uitdaging eens iets heel anders te gaan doen." Naar dat 'iets heel anders' gaat ze meteen ijverig op zoek en na een avondje vacatures napluizen, besluit ze dezelfde weg te kiezen als Linden: ze solliciteert in het ziekenhuis."Dat betekent wel dat je iets aan je belabberde inzicht moet doen zusje", zegt Linden plagerig. "Je bent nou niet bepaald een schaaktalent."
Dat ontmoedigt Éowyn niet. Ze koopt een nieuwe computer met een geavanceerd schaakprogramma en begint fanatiek te oefenen.En zo loopt de winter langzamerhand ten einde.
Met een nieuwe baan en een lieve vriend bij wie ze geregeld te vinden is.In haar vriendschap met Tonya is de laatste maanden wel een beetje de klad gekomen en de twee vinden het dan ook heel leuk als ze elkaar op een dag toevallig tegenkomen in de bibliotheek. Na het gebruikelijke uitwisselen van kleine nieuwtjes en roddels buigt Tonya zich ineens naar haar vriendin en fluistert: "Heb jij trouwens al gehoord wat de oorzaak was van die rare regen een paar weken geleden?"
Verbaasd schudt Éowyn haar hoofd.
Tonya gaat nog zachter praten. "Die tovenaar, je weet wel, Demyan, die gozer die jij een beetje eng vindt? Iemand heeft hem die avond bezig gezien bij die rare totempaal op de open plek.""Niemand snapt precies wat hij deed, maar ineens begint me dat beeld te schudden en licht te geven en toen viel die rare regen dus plotseling uit de lucht. Daarna is hij, middenin de regen, een sneeuwpop gaan maken en toen die klaar was begon hij onheilspellende bezweringen met die toverstok van hem te doen. Het was hypergriezelig zeiden ze en Pearl is nu helemaal klaar met hem. Ze heeft hem meteen de deur uitgegooid. Nou ja, dat kon niet want ze woonden niet samen, maar je snapt wat ik bedoel. Hij is trouwens al een tijdje verdwenen, niemand weet waar hij uithangt.""Tja", haalt Éowyn haar schouders op, "veel meer dan wat gegaap de volgende dag heeft het niet teweeggebracht. Het is niet dat hij ons vervloekt heeft of zo."
"Dat is zo", knikt Tonya, "maar het klinkt toch vrij creepy allemaal."De lente begint met afwisselend mooi weer, slecht weer en zelfs vorst en sneeuw af en toe. Maart roert duidelijk zijn staart. Éowyn vult haar avonden met spelletjes en kruipt 's nachts diep onder de wol, waar ze nog steeds bijna iedere nacht bezocht wordt door nachtmerries. Inmiddels is ze het zo gewend, ze besteedt er geen aandacht meer aan.Als ze op een zaterdagochtend bij Linden langsgaat om te vragen of hij haar schaaklessen zou willen geven, treft ze tot haar verbazing Demyan aan."Zo? Terug in het land?", vraagt ze. "Je was nogal de talk of the town."
"Ah, jullie kennen elkaar al", stelt Linden vast. "Ik ga alvast bij de schaaktafel zitten, Demyan, dan gaan we zo verder waar we gebleven waren."Demyan kijkt haar aan. "Ja, het is ook heel verschrikkelijk wat ik gedaan heb", zegt hij wrang. Voor het eerst ziet ze iets in zijn ogen dat er niet eerder in lag. Verbittering? "Heksenregen. Waar ik vandaan kom vonden ze het altijd leuk als we dat deden. Mensen houden van dansen daar."
"Middenin de nacht als je de volgende dag weer vroeg op moet en geen idee hebt wat er aan de hand is?", vraagt Éowyn spottend. "Waar was je eigenlijk?"
"Thuis", zegt Demyan bars. "Mijn moeder is op 27 februari overleden. Met haar deed ik dat vaak op winteravonden, die truc met de Weersteen. We hadden de grootste lol altijd en dansten tot de ochtend. Daar vonden ze onze toverkracht leuk en spannend, hier zijn mensen alleen maar bang. Whoehoe, wat eng, hij tovert..."Ineens haalt hij zijn toverstok tevoorschijn, draait zich om en begint fonkelende banen door de lucht te trekken, schijnbaar het fornuis attaquerend. Met een lage, serieuze stem spreekt hij vreemde, onverstaanbare teksten, zich duidelijk concentrerend op wat hij doet.Verbaasd volgt Éowyn zijn verrichtingen. Bang is ze niet, ze heeft eigenlijk met hem te doen. Op de een of andere manier lijkt hij vooral kwetsbaar in zijn boosheid."Wat doe je?", vraagt ze na een tijdje.
"Ik zorg dat je broer zijn fornuis nooit meer hoeft schoon te maken", antwoordt Demyan tussen twee bezweringen door. "Gevaarlijk hè?"Na een tijdje is hij klaar en kijkt haar aan, een tikje verlegen lijkt het opeens.
"Goh", zegt Éowyn, "wat zal mijn broer de djinn zielsgelukkig zijn dat hij zijn nooit gebruikte fornuis niet meer hoeft schoon te maken. Wacht, dan doe ik even de rest." Ze plaatst haar vingers tegen haar slapen en reinigt het huis. "Scheelde echt dat het fornuis al was gedaan", zegt ze.
Ze weet niet waarom ze hem plaagt, ze doet het gewoon."Ik kan het ook met televisietoestellen, uitsloofstertje", mompelt Demyan.
"Zelfreinigende televisietoestellen, wat zou de wereld zijn zonder", grinnikt Éowyn en trekt haar jas weer aan.
"Die maak ik onbreekbaar."
"Ah, geweldig, dat kan mijn stiefvader ook. Maar die doet dat gewoon met zijn eigen eerlijke handen."
"Zoals topkoks met hun eigen eerlijke handen maaltijden bereiden bedoel je?"
"Dag meneer Safin, het was een genoegen. Doe de groeten aan mijn broer." Stiekem moet ze om hem lachen, maar dat laat ze niet merken. “Oh, en het spijt me van je moeder. Dat is echt rot.”"Waarom heeft je zus zo’n hekel aan tovenaars?", vraagt Demyan aan Linden, terwijl hij plaatsneemt achter de schaaktafel.
Even kijkt Linden verbaasd op. "Oh", zegt hij, "iets wat we hebben meegemaakt toen we kinderen waren."
"Wat dan? Haat jij tovenaars ook? Je weet dat ik een tovenaar ben?"
Linden knikt en knipoogt. "Éowyn is nou eenmaal iets extremer dan ik. Bovendien hebben zij en mijn broer het van heel nabij meegemaakt allemaal. Ik zat thuis."
"Maar wat hebben jullie dan meegemaakt?"
"Lang verhaal. Als het je echt interesseert mag je het boek van mijn stiefvader wel een keer lenen, 'Mijn naam is Milan'. Daar staat alles in beschreven."
"Graag", knikt Demyan, en buigt zich dan over het schaakbord.