Generatie 14 - deel 4, De Grote Piramide
Na de kus, zo stoer en impulsief gegeven, had Robyn haar spulletjes blozend en stotterend bij elkaar gepakt om naar huis te gaan.
Ze stond al in de deuropening toen Elijah haar tegenhield."Ik respecteer het als je niks met mij wilt, maar ik ben - hoewel sommigen daar anders over denken - niet van steen. Ik vind je heel erg leuk en ik wil graag verkering met je. Wat je trouwens mijn allereerste officiële vriendinnetje zou maken. Maar wil je alsjeblieft duidelijk zijn?"
Weifelend keek ze hem aan. "Ja, ik wil je vriendinnetje zijn", zei ze toen. "En ik zal wel zien wat het me brengt."Nu ze die stap gezet had, wilde Elijah niets liever dan dat ze meteen maar bij hem introk, maar dat leek haar een beetje overhaast. Dus greep hij naar het meest voor de hand liggende middel dat hij kon bedenken. Hij kocht een boekenkast.
Kritisch liet ze haar blik langs de ruggen gaan. "Dat heb je helemaal niet slecht gedaan", zei ze toen bewonderend. "Daar staan een paar mooie klassiekers tussen die ik graag nog eens zou lezen. Het zijn toch geen dummy's, hè?"
"Zeg!"Langzamerhand ontdooide Robyn en durfde zich steeds wat meer open te stellen.
Op een avond waagde Elijah het erop en toverde zijn slaapkamer om in een liefdesnestje, zoals hij dat gewend was.
Licht verbijsterd keek ze hem aan. "Is dit een soort ritueel of zo?"
Betrapt begon hij te grinniken. "Daar ben jij zeker weer te nuchter voor?"
"Het lijkt wel of je de een of andere enge ziekte hebt opgelopen in dat paarse-roze licht," zei ze en kreeg toen de slappe lach.
"Ben je uitgelachen?", vroeg hij na een tijdje en ze zag dat hij een beetje beledigd keek.
"Sorry", zei ze kleintjes. "Ik ben gewoon zenuwachtig."Dat bleek nergens voor nodig.
Hij was dan misschien een schuinsmarcheerder, hij was beslist een heel lieve minnaar.Vanaf dat moment logeerde ze steeds vaker bij Elijah. En toen ze uiteindelijk alleen nog maar thuis kwam om de plantjes water te geven, hakte ze de knoop door en trok inderdaad bij hem in. Er volgde nu een periode waarin ze niet veel meer deden dan samen zijn. Noch Elijah noch Robyn had een baan, dus ze hadden de tijd aan zichzelf. Hij verdiende zijn geld met het verkopen van Egyptische schatten en met gitaarspelen, zij verkocht af en toe een schilderij. Hoewel ze zoveel van elkaar verschilden op bepaalde gebieden, koesterden ze allebei hun vrijheid en genoten ervan om te kunnen doen wat ze wilden. En op dit moment was er niets waarvan ze meer genoten dan van elkaar."Ik had dit eerlijk gezegd nooit verwacht van jou", zei Jimmy op een avond tijdens een feestje bij hem thuis. Elijah was net tien minuten lang aan het woord geweest over slechts één gespreksonderwerp: Robyn. Zonder dat ze het merkten, stond Frances met hen mee te luisteren en vertelde later aan Lindsey hoe vol hun zoon was van zijn vriendin."Wie had dit ooit kunnen denken!?", jubelde ze. "Hij is gewoon hartstikke verliefd en op slag monogaam geworden!"
"Jaja", zei Lindsey sceptisch. "Net als mijn vader. Die was ook gek op mijn moeder, maar uiteindelijk gaan ze toch weer overstag."
"Hoe weet je nou dat Elijah precies hetzelfde is als je vader?"
"Ik zeg niet dat hij helemaal hetzelfde is. Maar op dit gebied wel. Ze hebben gewoon hun eigen spelregels. Ik hoop voor hem dat Robyn dat net zo goed kan hanteren als mijn moeder."Toen er een half jaar voorbij was, begon het weer te kriebelen bij Elijah. Op reisgebied wel te verstaan. Voorzichtig begon hij tegen Robyn over Egypte te vertellen en toen die met beleefde belangstelling luisterde, kon hij al snel bijna over niets anders meer praten."Je wilt weer op reis, hè?", vroeg ze op een avond, toen ze op een terras iets zaten te eten en hij net heel gedetailleerd zat te vertellen hoe je een vuurval moest ontmantelen.
"Vind je het erg?"
"Het zou erg zijn als ik het je zou verbieden", zei ze. "Net zo erg als wanneer jij mij zou verbieden om te lezen. Dus als je wilt gaan, dan moet je gewoon gaan."
"Acht weken....?", vroeg hij voorzichtig. "Er komt nogal een heftige opdracht aan en als het even kan wil ik die wel af kunnen maken." Ze slikte en toen ze twee weken later afscheid van hem nam, had ze het niet gemakkelijk.
"Doe je alsjeblieft heel voorzichtig?", zei ze voor de honderdste keer, terwijl ze een pluisje van zijn schouder klopte.
"Ik doe altijd voorzichtig", knipoogde hij. "En ik zal je elke dag bellen."Iedere keer als Elijah weer door het warme Egyptische land reed, begon zijn bloed te borrelen en kon hij niet wachten om op avontuur te gaan. Ditmaal was hem gevraagd om een relikwie te zoeken in de Grote Piramide, die hij al dikwijls vanuit de verte had zien liggen. Zodra hij er binnenstapte, besefte hij dat hij zich nu werkelijk op gevaarlijk terrein bevond. Maar Elijah was geen bangerik en een optimist bovendien, dus hij ging er vanuit dat hij gewoon een stuk handiger was dan die arme zielen, die hun einde in dit voorportaal hadden gevonden.Hij had dan wel gezegd dat hij altijd voorzichtig was, in de praktijk was dat niet helemaal waar. Terwijl hij kamer na kamer onderzocht, vond hij het bijvoorbeeld een sport om vuurvallen te doorkruisen. En omdat dat zo goed lukte elke keer, vond hij dat hij dat ook wel met een pijltjesval kon proberen, om een mooie vaas te kunnen bemachtigen. Helaas pakte dat iets anders uit.Elijah was geen man van opgeven. Terwijl hij steeds gefrustreerder werd, bleef hij over de val springen, werd iedere keer doorboord en bleef dus jammerlijk in slaap vallen. Tot vier keer toe. Uiteindelijk gaf hij het toch maar op. De kunst van het vallen uitschakelen was hij gelukkig nog niet verleerd. Hij besloot wijselijk om Robyn maar niets te vertellen over zijn ervaring met de pijltjes.Wekenlang zwierf Elijah door de tombes van de piramide. Opende deur na deur, omzeilde vallen of maakte ze onschadelijk, vond grote en kleine schatten en sleutelstenen en versleepte standbeelden. Als hij moe werd sliep hij in zijn tent of in een geplunderde sarcofaag en als hij honger kreeg at hij een gedroogd prakje. Soms voerde een trap hem een verdieping hoger, dan weer had hij het idee dat hij diep onder de grond zat. Hij raakte eigenlijk ieder gevoel van oriëntatie kwijt.Op een bepaald moment bereikte hij een grote zaal, die naar een klein plateau voerde dat uitkeek op een verwilderde tuin vol vijvers. Toen hij een schatkist opende kreeg hij de schrik van zijn leven. Schurend schoof ineens de deur van een kleurige sarcofaag open en wankelde er een omwikkelde man naar buiten, met onvaste tred doelbewust in zijn richting. Een moment dacht hij dat het een gewone kerel was die rechtstreeks uit een ziekenhuis was komen zetten, maar toen begreep hij dat het een ondode betrof. Een mummie."Gut, die bestaan dus echt", mompelde hij verbaasd.Elijah hield volstrekt niet van vechten en toen hij merkte dat het wezen belachelijk traag was, ontliep hij hem gewoon. Lokte hem weg en pakte alle schatten die hij kon vinden. Uiteindelijk was het wezen hem toch te slim af en dat bleek hetzelfde resultaat te hebben als de pijltjesval: hij viel in een diepe slaap. Toen hij verkwikt wakker werd was de mummie verdwenen, kon hij de rest van de schatten verzamelen en ging hij verder.In de vijvertuin vond hij uiteindelijk de sleutelsteen, die op een deur moest passen die hij een hele tijd terug had gezien. En omdat hij verder overal was geweest nu, ging hij die zoeken. Dat kostte hem anderhalve dag, maar toen kon hij de sleutelsteen plaatsen en naar binnen.Hiermee bereikte hij de diepste catacomben van de piramide en tenslotte stuitte hij op een kleine ruimte met drie sarcofagen. Zodra hij binnenstapte kwamen er onmiddellijk twee mummies naar buiten, die echter niet bij hem konden komen. Helaas bevond de kist met het relikwie zich in hun gedeelte en er was dus geen ontkomen aan. Hij moest naar hen toe.Op dat moment ontdekte hij een vloerschakelaar, die ervoor bleek te zorgen dat hij hen vanaf een veilige afstand kon frituren: met een akelig geknetter vloog de eerste in brand en een smerige lijkenlucht verspreidde zich door de ruimte.De ochtend gloorde toen hij de piramide verliet, met het relikwie veilig op zak. Hij was zielsgelukkig dat hij de buitenlucht weer kon opsnuiven en bleef een ogenblik staan om heel diep in te ademen. Daarna rende hij naar zijn huurauto en reed naar het dorp terug.Daar overhandigde hij het heilige voorwerp aan zijn opdrachtgeefster en werd overladen met dankbare complimenten.
"Dankzij jou zijn alle Heilige Relikwieën veiliggesteld en kunnen niet meer gestolen worden door een criminele organisatie als Morcucorp!"Hij had blij moeten zijn. Trots. Maar hij was het niet. Hij voelde zich koud en intens moe en zelfs een beetje misselijk. Wekenlang had hij in de duisternis geleefd en had zijn enige contact met levende wezens bestaan uit telefoontjes naar huis en af en toe een krioelende massa insecten, die zijn mouw in wilden kruipen.Hij draaide Robyns nummer en was nog nooit zo blij geweest om haar heldere, vertrouwde stem te horen. "Ik ben uit de piramide, mijn missie is volbracht", zei hij.
"Gelukkig! Is alles goed met je?", vroeg ze een beetje ademloos.
"Ja hoor", zei hij. "Ik ben blij dat ik de zon weer voel."
"Ik had zo'n vreselijke droom over je vannacht!", barstte ze ineens los. "Ik ben zo blij om je stem te horen, wanneer kom je naar huis!?"Normaal zou een dergelijke vraag hem geërgerd hebben, maar nu merkte hij dat hij bijna in tranen was. "Ik weet het niet. Ik ben natuurlijk pas zes weken weg. Ik kijk wel, misschien kom ik inderdaad eerder naar huis."De rest van de dag dwaalde hij rond, deed wat opgravingen en at 's middags iets eenvoudigs in het dorp. Hij bleef het koud hebben en hij voelde zich verschrikkelijk eenzaam. Hij snakte naar een beetje warmte en gezelschap.Tegen de avond belde hij aan bij Shadia. Verbaasd opende ze de deur en keek hem vragend aan.
"Is je man thuis?"
"Farouk is nooit thuis, dat weet je."Ze wandelde naar binnen en hij liep achter haar aan.Middenin de nacht verliet hij haar huis en rende de woestijn in. Hij voelde zich verschrikkelijk. Hij had het nog steeds ijskoud en nu was daar bovendien een enorm schuldgevoel bij gekomen. Hij rende net zolang tot hij een kleine tempel bereikte, waar hij zijn tent opzette en een gat in de dag sliep. Toen hij wakker werd belde hij Robyn."Ik kom naar huis", zei hij. "Ik ga nu naar het vliegveld en ik kom naar huis."Toen hij het tuinpad opwandelde kwam ze meteen naar buiten lopen. "Hou me vast", zei hij, sloeg zijn armen stevig om haar heen en bleef een hele tijd zo staan. Tenslotte maakte Robyn zich los uit zijn omhelzing, kuste hem en zei dat ze blij was dat hij weer thuis was. Toen liepen ze het huis in.
Ze stond al in de deuropening toen Elijah haar tegenhield."Ik respecteer het als je niks met mij wilt, maar ik ben - hoewel sommigen daar anders over denken - niet van steen. Ik vind je heel erg leuk en ik wil graag verkering met je. Wat je trouwens mijn allereerste officiële vriendinnetje zou maken. Maar wil je alsjeblieft duidelijk zijn?"
Weifelend keek ze hem aan. "Ja, ik wil je vriendinnetje zijn", zei ze toen. "En ik zal wel zien wat het me brengt."Nu ze die stap gezet had, wilde Elijah niets liever dan dat ze meteen maar bij hem introk, maar dat leek haar een beetje overhaast. Dus greep hij naar het meest voor de hand liggende middel dat hij kon bedenken. Hij kocht een boekenkast.
Kritisch liet ze haar blik langs de ruggen gaan. "Dat heb je helemaal niet slecht gedaan", zei ze toen bewonderend. "Daar staan een paar mooie klassiekers tussen die ik graag nog eens zou lezen. Het zijn toch geen dummy's, hè?"
"Zeg!"Langzamerhand ontdooide Robyn en durfde zich steeds wat meer open te stellen.
Op een avond waagde Elijah het erop en toverde zijn slaapkamer om in een liefdesnestje, zoals hij dat gewend was.
Licht verbijsterd keek ze hem aan. "Is dit een soort ritueel of zo?"
Betrapt begon hij te grinniken. "Daar ben jij zeker weer te nuchter voor?"
"Het lijkt wel of je de een of andere enge ziekte hebt opgelopen in dat paarse-roze licht," zei ze en kreeg toen de slappe lach.
"Ben je uitgelachen?", vroeg hij na een tijdje en ze zag dat hij een beetje beledigd keek.
"Sorry", zei ze kleintjes. "Ik ben gewoon zenuwachtig."Dat bleek nergens voor nodig.
Hij was dan misschien een schuinsmarcheerder, hij was beslist een heel lieve minnaar.Vanaf dat moment logeerde ze steeds vaker bij Elijah. En toen ze uiteindelijk alleen nog maar thuis kwam om de plantjes water te geven, hakte ze de knoop door en trok inderdaad bij hem in. Er volgde nu een periode waarin ze niet veel meer deden dan samen zijn. Noch Elijah noch Robyn had een baan, dus ze hadden de tijd aan zichzelf. Hij verdiende zijn geld met het verkopen van Egyptische schatten en met gitaarspelen, zij verkocht af en toe een schilderij. Hoewel ze zoveel van elkaar verschilden op bepaalde gebieden, koesterden ze allebei hun vrijheid en genoten ervan om te kunnen doen wat ze wilden. En op dit moment was er niets waarvan ze meer genoten dan van elkaar."Ik had dit eerlijk gezegd nooit verwacht van jou", zei Jimmy op een avond tijdens een feestje bij hem thuis. Elijah was net tien minuten lang aan het woord geweest over slechts één gespreksonderwerp: Robyn. Zonder dat ze het merkten, stond Frances met hen mee te luisteren en vertelde later aan Lindsey hoe vol hun zoon was van zijn vriendin."Wie had dit ooit kunnen denken!?", jubelde ze. "Hij is gewoon hartstikke verliefd en op slag monogaam geworden!"
"Jaja", zei Lindsey sceptisch. "Net als mijn vader. Die was ook gek op mijn moeder, maar uiteindelijk gaan ze toch weer overstag."
"Hoe weet je nou dat Elijah precies hetzelfde is als je vader?"
"Ik zeg niet dat hij helemaal hetzelfde is. Maar op dit gebied wel. Ze hebben gewoon hun eigen spelregels. Ik hoop voor hem dat Robyn dat net zo goed kan hanteren als mijn moeder."Toen er een half jaar voorbij was, begon het weer te kriebelen bij Elijah. Op reisgebied wel te verstaan. Voorzichtig begon hij tegen Robyn over Egypte te vertellen en toen die met beleefde belangstelling luisterde, kon hij al snel bijna over niets anders meer praten."Je wilt weer op reis, hè?", vroeg ze op een avond, toen ze op een terras iets zaten te eten en hij net heel gedetailleerd zat te vertellen hoe je een vuurval moest ontmantelen.
"Vind je het erg?"
"Het zou erg zijn als ik het je zou verbieden", zei ze. "Net zo erg als wanneer jij mij zou verbieden om te lezen. Dus als je wilt gaan, dan moet je gewoon gaan."
"Acht weken....?", vroeg hij voorzichtig. "Er komt nogal een heftige opdracht aan en als het even kan wil ik die wel af kunnen maken." Ze slikte en toen ze twee weken later afscheid van hem nam, had ze het niet gemakkelijk.
"Doe je alsjeblieft heel voorzichtig?", zei ze voor de honderdste keer, terwijl ze een pluisje van zijn schouder klopte.
"Ik doe altijd voorzichtig", knipoogde hij. "En ik zal je elke dag bellen."Iedere keer als Elijah weer door het warme Egyptische land reed, begon zijn bloed te borrelen en kon hij niet wachten om op avontuur te gaan. Ditmaal was hem gevraagd om een relikwie te zoeken in de Grote Piramide, die hij al dikwijls vanuit de verte had zien liggen. Zodra hij er binnenstapte, besefte hij dat hij zich nu werkelijk op gevaarlijk terrein bevond. Maar Elijah was geen bangerik en een optimist bovendien, dus hij ging er vanuit dat hij gewoon een stuk handiger was dan die arme zielen, die hun einde in dit voorportaal hadden gevonden.Hij had dan wel gezegd dat hij altijd voorzichtig was, in de praktijk was dat niet helemaal waar. Terwijl hij kamer na kamer onderzocht, vond hij het bijvoorbeeld een sport om vuurvallen te doorkruisen. En omdat dat zo goed lukte elke keer, vond hij dat hij dat ook wel met een pijltjesval kon proberen, om een mooie vaas te kunnen bemachtigen. Helaas pakte dat iets anders uit.Elijah was geen man van opgeven. Terwijl hij steeds gefrustreerder werd, bleef hij over de val springen, werd iedere keer doorboord en bleef dus jammerlijk in slaap vallen. Tot vier keer toe. Uiteindelijk gaf hij het toch maar op. De kunst van het vallen uitschakelen was hij gelukkig nog niet verleerd. Hij besloot wijselijk om Robyn maar niets te vertellen over zijn ervaring met de pijltjes.Wekenlang zwierf Elijah door de tombes van de piramide. Opende deur na deur, omzeilde vallen of maakte ze onschadelijk, vond grote en kleine schatten en sleutelstenen en versleepte standbeelden. Als hij moe werd sliep hij in zijn tent of in een geplunderde sarcofaag en als hij honger kreeg at hij een gedroogd prakje. Soms voerde een trap hem een verdieping hoger, dan weer had hij het idee dat hij diep onder de grond zat. Hij raakte eigenlijk ieder gevoel van oriëntatie kwijt.Op een bepaald moment bereikte hij een grote zaal, die naar een klein plateau voerde dat uitkeek op een verwilderde tuin vol vijvers. Toen hij een schatkist opende kreeg hij de schrik van zijn leven. Schurend schoof ineens de deur van een kleurige sarcofaag open en wankelde er een omwikkelde man naar buiten, met onvaste tred doelbewust in zijn richting. Een moment dacht hij dat het een gewone kerel was die rechtstreeks uit een ziekenhuis was komen zetten, maar toen begreep hij dat het een ondode betrof. Een mummie."Gut, die bestaan dus echt", mompelde hij verbaasd.Elijah hield volstrekt niet van vechten en toen hij merkte dat het wezen belachelijk traag was, ontliep hij hem gewoon. Lokte hem weg en pakte alle schatten die hij kon vinden. Uiteindelijk was het wezen hem toch te slim af en dat bleek hetzelfde resultaat te hebben als de pijltjesval: hij viel in een diepe slaap. Toen hij verkwikt wakker werd was de mummie verdwenen, kon hij de rest van de schatten verzamelen en ging hij verder.In de vijvertuin vond hij uiteindelijk de sleutelsteen, die op een deur moest passen die hij een hele tijd terug had gezien. En omdat hij verder overal was geweest nu, ging hij die zoeken. Dat kostte hem anderhalve dag, maar toen kon hij de sleutelsteen plaatsen en naar binnen.Hiermee bereikte hij de diepste catacomben van de piramide en tenslotte stuitte hij op een kleine ruimte met drie sarcofagen. Zodra hij binnenstapte kwamen er onmiddellijk twee mummies naar buiten, die echter niet bij hem konden komen. Helaas bevond de kist met het relikwie zich in hun gedeelte en er was dus geen ontkomen aan. Hij moest naar hen toe.Op dat moment ontdekte hij een vloerschakelaar, die ervoor bleek te zorgen dat hij hen vanaf een veilige afstand kon frituren: met een akelig geknetter vloog de eerste in brand en een smerige lijkenlucht verspreidde zich door de ruimte.De ochtend gloorde toen hij de piramide verliet, met het relikwie veilig op zak. Hij was zielsgelukkig dat hij de buitenlucht weer kon opsnuiven en bleef een ogenblik staan om heel diep in te ademen. Daarna rende hij naar zijn huurauto en reed naar het dorp terug.Daar overhandigde hij het heilige voorwerp aan zijn opdrachtgeefster en werd overladen met dankbare complimenten.
"Dankzij jou zijn alle Heilige Relikwieën veiliggesteld en kunnen niet meer gestolen worden door een criminele organisatie als Morcucorp!"Hij had blij moeten zijn. Trots. Maar hij was het niet. Hij voelde zich koud en intens moe en zelfs een beetje misselijk. Wekenlang had hij in de duisternis geleefd en had zijn enige contact met levende wezens bestaan uit telefoontjes naar huis en af en toe een krioelende massa insecten, die zijn mouw in wilden kruipen.Hij draaide Robyns nummer en was nog nooit zo blij geweest om haar heldere, vertrouwde stem te horen. "Ik ben uit de piramide, mijn missie is volbracht", zei hij.
"Gelukkig! Is alles goed met je?", vroeg ze een beetje ademloos.
"Ja hoor", zei hij. "Ik ben blij dat ik de zon weer voel."
"Ik had zo'n vreselijke droom over je vannacht!", barstte ze ineens los. "Ik ben zo blij om je stem te horen, wanneer kom je naar huis!?"Normaal zou een dergelijke vraag hem geërgerd hebben, maar nu merkte hij dat hij bijna in tranen was. "Ik weet het niet. Ik ben natuurlijk pas zes weken weg. Ik kijk wel, misschien kom ik inderdaad eerder naar huis."De rest van de dag dwaalde hij rond, deed wat opgravingen en at 's middags iets eenvoudigs in het dorp. Hij bleef het koud hebben en hij voelde zich verschrikkelijk eenzaam. Hij snakte naar een beetje warmte en gezelschap.Tegen de avond belde hij aan bij Shadia. Verbaasd opende ze de deur en keek hem vragend aan.
"Is je man thuis?"
"Farouk is nooit thuis, dat weet je."Ze wandelde naar binnen en hij liep achter haar aan.Middenin de nacht verliet hij haar huis en rende de woestijn in. Hij voelde zich verschrikkelijk. Hij had het nog steeds ijskoud en nu was daar bovendien een enorm schuldgevoel bij gekomen. Hij rende net zolang tot hij een kleine tempel bereikte, waar hij zijn tent opzette en een gat in de dag sliep. Toen hij wakker werd belde hij Robyn."Ik kom naar huis", zei hij. "Ik ga nu naar het vliegveld en ik kom naar huis."Toen hij het tuinpad opwandelde kwam ze meteen naar buiten lopen. "Hou me vast", zei hij, sloeg zijn armen stevig om haar heen en bleef een hele tijd zo staan. Tenslotte maakte Robyn zich los uit zijn omhelzing, kuste hem en zei dat ze blij was dat hij weer thuis was. Toen liepen ze het huis in.