Generatie 17 - deel 6, Vertrouwen
Halverwege maart schudt de lente dan toch eindelijk de winter van zich af en trakteert de bewoners van Sunlit Tides op stralend, haast zomers weer. Op het festivalterrein is het drukker dan ooit en Éowyn geniet er dagelijks van het zonnetje en de mensen."Heb je ook lekker een paar dagen vrij?", klinkt het op de laatste festivaldag achter haar. "En wat ben je in hemelsnaam aan het doen?"
"Dit is de speciale Éowyn Wals, de choreografie is geheel van eigen hand. Doe je mee?"
"Erg apart en nee dank je, ik pas. Maar ga vooral door."Linden lacht en wandelt dan naar een kuskraampje, waar hij vijf dollar in de pot werpt, even draalt en dan snel naar voren schiet voor een zoen. Nu is het Éowyns beurt om te lachen. "Wat ben je toch een verlegen mannetje. Hoe is het eigenlijk met Linden en de meisjes? Of... jongetjes?"
"Meisjes", grijnst Linden. "Er is wel iemand, maar ik doe het allemaal op mijn eigen tempo als je het niet erg vindt. Ik hoorde trouwens dat het uit is met James?"Éowyn knikt kort en verandert snel van onderwerp.
"Weet jij waar Demyan uithangt? Ik heb hem al een paar dagen niet gezien."
Linden grinnikt. "Die studeert. Hij is gepromoveerd en heeft voor de mystieke kant van de waarzeggerij gekozen. Maar nu is het dus wel afgelopen met gissen en lanterfanten, hij moet echt aan de slag. Het is nogal een luiwammes, het schijnt dat hij heel wat heeft in te halen. Hij zit in het strandpaviljoen aan de overkant, daar kan hij zich beter concentreren zegt hij."Éowyn springt in haar auto en rijdt naar het paviljoen, waar ze Demyan vanuit de verte al ziet zitten. Zijn donkere hoofd gebogen over een boek. Op het moment dat ze naar de trap wandelt, hoort ze rechts van zich een zacht gegrom en als ze schichtig omkijkt schiet haar hart bijna in haar keel. Trillend van schrik loopt ze met een haastig huppelpasje het paviljoen in en gaat snel bij Demyan zitten.Die lacht smakelijk en klapt zijn boek dicht.
"Zo, schrikt ons kleine angsthaasje daar weer lelijk van een vreemd wezen?"
"Ik ben bang voor honden", bromt Éowyn, om een tikje vilein te vervolgen: "En je hoeft voor mij niet te stoppen met studeren hoor, lees rustig verder."
"Nee dank je, mijn hersenen zijn moe en willen rusten. En Kai is een prima vent trouwens. In zijn gewone gedaante zou je hem vast zien zitten." Hij grinnikt plagerig.
"Heb je zin om mee te gaan naar het festivalterrein?", vraagt Éowyn, zijn laatste opmerking negerend.
Hij schudt zijn hoofd en staat op. "Kan niet, ik moet naar een verjaardag. Maar sta me toe je een cadeautje te geven als troost voor mijn afwezigheid."Vervolgens gebeuren er een paar dingen in snel tempo achter elkaar.
Volkomen onverwacht tovert Demyan opnieuw een appel tevoorschijn en houdt haar die afwachtend voor.
In een wilde reflex slaat zij het ding uit zijn handen, kijkt hem dan geschrokken aan en wil net iets verontschuldigends stamelen, als Demyan uit zijn slof schiet."Het wordt nooit wat, het wordt gewoon nooit wat, je vertrouwt me niet en je blijft me wantrouwen, wat ik ook doe! Wat denk je nou dat ik wil doen met die appel, jémig!? Weet je, het heeft geen zin, het heeft geen enkele zin. Ik ben er klaar mee!"Hij schudt in een soort machteloos gebaar zijn hoofd en holt dan, zonder een reactie af te wachten of te groeten, langs haar heen.Éowyn bukt zich en raapt de appel op die onder een stoel is gerold.
Dan loopt ze in de richting waar ze Demyan heen heeft zien rennen.Ze gaat naast hem staan en begint demonstratief de appel op te eten, terwijl ze uitkijkt over het water.
Een tijdje zwijgen ze, maar dan verbreekt Demyan de stilte. "Je hoeft er niet zo bij te smekken."
Ze grinnikt. "Sorry, hij is ook zo heerlijk sappig", antwoordt ze.
"En slijmen is ook niet nodig."Ze gooit het klokhuis met een wijde boog de zee in en gaat naast hem zitten.
"Het spijt me, ik schrok gewoon, ik weet ook niet waarom."
"Ik kan het niet eens, giftige appels, weet je dat? Heel af en toe zit er wel een raar exemplaar tussen, maar daar ga je echt niet dood van." Hij begint ineens te grinniken. "Ik heb wel eens zo'n ding aan mijn broer gegeven. Smak smak smak, oh wat vond hij hem lekker. Hij heeft een halve dag in katzwijm gelegen en daarna was hij kotsmisselijk. Mijn moeder nijdig natuurlijk, ik heb twee dagen op mijn kamer gezeten.""Is je broer ook tovenaar?", vraagt ze nieuwsgierig.
Demyan schudt zijn hoofd. "Weerwolf, net als mijn vader", zegt hij.
"Oh...?" Ze werpt een vluchtige blik op zijn haar.
Hij grijnst. "Precies", zegt hij, "ik heb alleen haar toverkracht geërfd, niet haar mooie krullen. Die heeft Boris dan weer, maar ik ben altijd blij geweest dat hij de weerwolf is en ik de tovenaar." Even kijkt hij haar uitdagend aan. Ze glimlacht."Ik wantrouw je niet, Demyan, niet meer. Nou, volgens mij heb ik dat nooit gedaan eigenlijk, vreemd genoeg. Als ik eerlijk ben."
"Dat is niet vreemd, ik ben hartstikke betrouwbaar namelijk. Op het domme af."
Ze lacht weer en vervolgt dan, serieus: "Misschien ben je zelfs wel mijn beste vriend hier, naast Tonya. Klinkt dat gek?"
Hij schudt zijn hoofd. "Nee, dat klinkt niet gek. Ik vind het wel fijn om te horen."Na een poosje staat hij op. "Ik moet echt weg nu. Heb je anders zin om mee te gaan naar die verjaardag?"
"Oh, dat is goed. Wie is de jarige?"
"Pearl, mijn ex. We zijn gelukkig weer on speaking terms. Ik moet wel eerst even langs mijn huis om Toermalijn eten te geven."Toermalijn blijkt een kat en onwillekeurig moet Éowyn lachen. "Je bent wel een cliché-heks zeg, met je zwarte kat."
"Katten zijn leuk", zegt Demyan teder. "Ik ben zo klaar, ogenblikje."Éowyn loopt naar het raam. "Wat een ongelofelijk mooi uitzicht heb je!"
"Nou, jij hebt anders ook geen klagen volgens mij."
"Nee, maar met die enorme ramen is het bijna alsof je buiten woont."Hij knikt en wandelt naar haar toe. "Boven is het nog mooier, daar kun je twee kanten opkijken en zie je ook nog de open zee. Beneden kijk je tegen die boom aan daar." Hij wijst. “Zo, Toer is verzorgd, ga je mee?”
"Mag ik het zien? Dat kan toch nog wel even?"Ze draait zich al om, als Demyan haar lachend tegenhoudt.
"Ho ho, mijn slaapkamer, privéterrein dame. We kunnen beter gaan, het wordt zo laat anders."
Een moment kijkt ze hem geschrokken aan en dan wordt ze vuurrood."Oh, ik…, ik snap het, sorry, daar had ik niet aan gedacht", stottert ze.
Ze begrijpt niet waar het gevoel vandaan komt, maar om onverklaarbare redenen voelt ze zich ineens een beetje afgewezen.
"Welnee, dat geeft toch niet?", reageert hij verbaasd. "Ik maakte maar een grapje joh. Ga je mee?"
Onzeker kijkt ze hem aan en schudt dan heel langzaam haar hoofd. Wat doet ze hier, waarom is ze eigenlijk met hem meegegaan?"Nee, ik geloof dat ik toch maar liever naar huis ga als je het niet erg vindt. Ik wil ook niet, ik bedoel, met Pearl en zo. Het is misschien toch wat raar als je met een meisje komt aanzetten, ook al ben ik het maar."
"Ook al ben jij het maar...? Wat is er nou ineens met je? Volgens mij snap je iets niet helemaal goed. Pearl en ik zijn passé. Dat waren we eigenlijk al trouwens, dat gedoe met die Weersteen gaf het laatste duwtje."Welke kant gaat dit gesprek op? Ze begint zich vreselijk opgelaten te voelen."Ik wil dood. Hier. Ter plekke." Denkt ze. Maar dat zegt ze niet natuurlijk.
Zijn stem klinkt zacht en een tikje radeloos. "Ik weet even niet wat ik nu moet zeggen, Éowyn. Ik durf niks meer te zeggen. Als je naar boven wilt mag je natuurlijk naar boven. Het is maar een uitzicht en het is maar een slaapkamer. Ik bedoelde er niks mee, heus niet, ik deed flauw."Éowyn zou het liefst door de grond zakken van schaamte.
"Dat weet ik wel, dat geeft ook niet, maar ik ga toch maar naar huis nu, sorry", fluistert ze diep ongelukkig.
"Nee", schudt Demyan zijn hoofd, al even ongelukkig lijkt het, "ik wil niet dat je zo gaat. Ik vond het net zo fijn, ons gesprek op het strand."
Ze moet wat, ze kan hier moeilijk blijven staan, dus wandelt ze maar naar de trap en gaat naar boven.Het uitzicht is inderdaad nog mooier hier, daar was niets aan gelogen.
"Mooi", zegt ze, na even bevroren voor het raam te hebben gestaan. "Je ziet inderdaad de zee."
"Ja", knikt hij en schraapt dan op een hele gekke manier zijn keel, met een soort langgerekt hoog uithaaltje erin.Er valt een diepe stilte. Ze staren strak uit het raam en net als Éowyn wil mompelen dat ze nu toch maar liever naar huis gaat, stapt hij naar voren met de schorre mededeling dat hij haar zo graag even gewoon zou willen vasthouden en of dat misschien mag. Zonder een reactie af te wachten trekt hij haar tegen zich aan, in een omhelzing die eerst vooral vriendschappelijk lijkt maar als ze met een zucht haar armen om hem heen slaat langzamerhand verandert. Dan begint hij haar zacht te kussen.Ze gaan niet meer naar Pearls verjaardag die avond.
"Dit is de speciale Éowyn Wals, de choreografie is geheel van eigen hand. Doe je mee?"
"Erg apart en nee dank je, ik pas. Maar ga vooral door."Linden lacht en wandelt dan naar een kuskraampje, waar hij vijf dollar in de pot werpt, even draalt en dan snel naar voren schiet voor een zoen. Nu is het Éowyns beurt om te lachen. "Wat ben je toch een verlegen mannetje. Hoe is het eigenlijk met Linden en de meisjes? Of... jongetjes?"
"Meisjes", grijnst Linden. "Er is wel iemand, maar ik doe het allemaal op mijn eigen tempo als je het niet erg vindt. Ik hoorde trouwens dat het uit is met James?"Éowyn knikt kort en verandert snel van onderwerp.
"Weet jij waar Demyan uithangt? Ik heb hem al een paar dagen niet gezien."
Linden grinnikt. "Die studeert. Hij is gepromoveerd en heeft voor de mystieke kant van de waarzeggerij gekozen. Maar nu is het dus wel afgelopen met gissen en lanterfanten, hij moet echt aan de slag. Het is nogal een luiwammes, het schijnt dat hij heel wat heeft in te halen. Hij zit in het strandpaviljoen aan de overkant, daar kan hij zich beter concentreren zegt hij."Éowyn springt in haar auto en rijdt naar het paviljoen, waar ze Demyan vanuit de verte al ziet zitten. Zijn donkere hoofd gebogen over een boek. Op het moment dat ze naar de trap wandelt, hoort ze rechts van zich een zacht gegrom en als ze schichtig omkijkt schiet haar hart bijna in haar keel. Trillend van schrik loopt ze met een haastig huppelpasje het paviljoen in en gaat snel bij Demyan zitten.Die lacht smakelijk en klapt zijn boek dicht.
"Zo, schrikt ons kleine angsthaasje daar weer lelijk van een vreemd wezen?"
"Ik ben bang voor honden", bromt Éowyn, om een tikje vilein te vervolgen: "En je hoeft voor mij niet te stoppen met studeren hoor, lees rustig verder."
"Nee dank je, mijn hersenen zijn moe en willen rusten. En Kai is een prima vent trouwens. In zijn gewone gedaante zou je hem vast zien zitten." Hij grinnikt plagerig.
"Heb je zin om mee te gaan naar het festivalterrein?", vraagt Éowyn, zijn laatste opmerking negerend.
Hij schudt zijn hoofd en staat op. "Kan niet, ik moet naar een verjaardag. Maar sta me toe je een cadeautje te geven als troost voor mijn afwezigheid."Vervolgens gebeuren er een paar dingen in snel tempo achter elkaar.
Volkomen onverwacht tovert Demyan opnieuw een appel tevoorschijn en houdt haar die afwachtend voor.
In een wilde reflex slaat zij het ding uit zijn handen, kijkt hem dan geschrokken aan en wil net iets verontschuldigends stamelen, als Demyan uit zijn slof schiet."Het wordt nooit wat, het wordt gewoon nooit wat, je vertrouwt me niet en je blijft me wantrouwen, wat ik ook doe! Wat denk je nou dat ik wil doen met die appel, jémig!? Weet je, het heeft geen zin, het heeft geen enkele zin. Ik ben er klaar mee!"Hij schudt in een soort machteloos gebaar zijn hoofd en holt dan, zonder een reactie af te wachten of te groeten, langs haar heen.Éowyn bukt zich en raapt de appel op die onder een stoel is gerold.
Dan loopt ze in de richting waar ze Demyan heen heeft zien rennen.Ze gaat naast hem staan en begint demonstratief de appel op te eten, terwijl ze uitkijkt over het water.
Een tijdje zwijgen ze, maar dan verbreekt Demyan de stilte. "Je hoeft er niet zo bij te smekken."
Ze grinnikt. "Sorry, hij is ook zo heerlijk sappig", antwoordt ze.
"En slijmen is ook niet nodig."Ze gooit het klokhuis met een wijde boog de zee in en gaat naast hem zitten.
"Het spijt me, ik schrok gewoon, ik weet ook niet waarom."
"Ik kan het niet eens, giftige appels, weet je dat? Heel af en toe zit er wel een raar exemplaar tussen, maar daar ga je echt niet dood van." Hij begint ineens te grinniken. "Ik heb wel eens zo'n ding aan mijn broer gegeven. Smak smak smak, oh wat vond hij hem lekker. Hij heeft een halve dag in katzwijm gelegen en daarna was hij kotsmisselijk. Mijn moeder nijdig natuurlijk, ik heb twee dagen op mijn kamer gezeten.""Is je broer ook tovenaar?", vraagt ze nieuwsgierig.
Demyan schudt zijn hoofd. "Weerwolf, net als mijn vader", zegt hij.
"Oh...?" Ze werpt een vluchtige blik op zijn haar.
Hij grijnst. "Precies", zegt hij, "ik heb alleen haar toverkracht geërfd, niet haar mooie krullen. Die heeft Boris dan weer, maar ik ben altijd blij geweest dat hij de weerwolf is en ik de tovenaar." Even kijkt hij haar uitdagend aan. Ze glimlacht."Ik wantrouw je niet, Demyan, niet meer. Nou, volgens mij heb ik dat nooit gedaan eigenlijk, vreemd genoeg. Als ik eerlijk ben."
"Dat is niet vreemd, ik ben hartstikke betrouwbaar namelijk. Op het domme af."
Ze lacht weer en vervolgt dan, serieus: "Misschien ben je zelfs wel mijn beste vriend hier, naast Tonya. Klinkt dat gek?"
Hij schudt zijn hoofd. "Nee, dat klinkt niet gek. Ik vind het wel fijn om te horen."Na een poosje staat hij op. "Ik moet echt weg nu. Heb je anders zin om mee te gaan naar die verjaardag?"
"Oh, dat is goed. Wie is de jarige?"
"Pearl, mijn ex. We zijn gelukkig weer on speaking terms. Ik moet wel eerst even langs mijn huis om Toermalijn eten te geven."Toermalijn blijkt een kat en onwillekeurig moet Éowyn lachen. "Je bent wel een cliché-heks zeg, met je zwarte kat."
"Katten zijn leuk", zegt Demyan teder. "Ik ben zo klaar, ogenblikje."Éowyn loopt naar het raam. "Wat een ongelofelijk mooi uitzicht heb je!"
"Nou, jij hebt anders ook geen klagen volgens mij."
"Nee, maar met die enorme ramen is het bijna alsof je buiten woont."Hij knikt en wandelt naar haar toe. "Boven is het nog mooier, daar kun je twee kanten opkijken en zie je ook nog de open zee. Beneden kijk je tegen die boom aan daar." Hij wijst. “Zo, Toer is verzorgd, ga je mee?”
"Mag ik het zien? Dat kan toch nog wel even?"Ze draait zich al om, als Demyan haar lachend tegenhoudt.
"Ho ho, mijn slaapkamer, privéterrein dame. We kunnen beter gaan, het wordt zo laat anders."
Een moment kijkt ze hem geschrokken aan en dan wordt ze vuurrood."Oh, ik…, ik snap het, sorry, daar had ik niet aan gedacht", stottert ze.
Ze begrijpt niet waar het gevoel vandaan komt, maar om onverklaarbare redenen voelt ze zich ineens een beetje afgewezen.
"Welnee, dat geeft toch niet?", reageert hij verbaasd. "Ik maakte maar een grapje joh. Ga je mee?"
Onzeker kijkt ze hem aan en schudt dan heel langzaam haar hoofd. Wat doet ze hier, waarom is ze eigenlijk met hem meegegaan?"Nee, ik geloof dat ik toch maar liever naar huis ga als je het niet erg vindt. Ik wil ook niet, ik bedoel, met Pearl en zo. Het is misschien toch wat raar als je met een meisje komt aanzetten, ook al ben ik het maar."
"Ook al ben jij het maar...? Wat is er nou ineens met je? Volgens mij snap je iets niet helemaal goed. Pearl en ik zijn passé. Dat waren we eigenlijk al trouwens, dat gedoe met die Weersteen gaf het laatste duwtje."Welke kant gaat dit gesprek op? Ze begint zich vreselijk opgelaten te voelen."Ik wil dood. Hier. Ter plekke." Denkt ze. Maar dat zegt ze niet natuurlijk.
Zijn stem klinkt zacht en een tikje radeloos. "Ik weet even niet wat ik nu moet zeggen, Éowyn. Ik durf niks meer te zeggen. Als je naar boven wilt mag je natuurlijk naar boven. Het is maar een uitzicht en het is maar een slaapkamer. Ik bedoelde er niks mee, heus niet, ik deed flauw."Éowyn zou het liefst door de grond zakken van schaamte.
"Dat weet ik wel, dat geeft ook niet, maar ik ga toch maar naar huis nu, sorry", fluistert ze diep ongelukkig.
"Nee", schudt Demyan zijn hoofd, al even ongelukkig lijkt het, "ik wil niet dat je zo gaat. Ik vond het net zo fijn, ons gesprek op het strand."
Ze moet wat, ze kan hier moeilijk blijven staan, dus wandelt ze maar naar de trap en gaat naar boven.Het uitzicht is inderdaad nog mooier hier, daar was niets aan gelogen.
"Mooi", zegt ze, na even bevroren voor het raam te hebben gestaan. "Je ziet inderdaad de zee."
"Ja", knikt hij en schraapt dan op een hele gekke manier zijn keel, met een soort langgerekt hoog uithaaltje erin.Er valt een diepe stilte. Ze staren strak uit het raam en net als Éowyn wil mompelen dat ze nu toch maar liever naar huis gaat, stapt hij naar voren met de schorre mededeling dat hij haar zo graag even gewoon zou willen vasthouden en of dat misschien mag. Zonder een reactie af te wachten trekt hij haar tegen zich aan, in een omhelzing die eerst vooral vriendschappelijk lijkt maar als ze met een zucht haar armen om hem heen slaat langzamerhand verandert. Dan begint hij haar zacht te kussen.Ze gaan niet meer naar Pearls verjaardag die avond.