Generatie 21 - deel 11, Morcucorp
De volgende ochtend - na een heerlijke nachtrust, die ze diep weggedoken in haar slaapzak had doorgebracht want de nachten waren hier koud - stond ze vroeg op. Ze voelde zich energiek. Eerst maakte ze een eenvoudig ontbijt voor zichzelf en daarna ging ze naar het dorp, op zoek naar de contactpersoon die op het briefje stond.Even later was ze weer terug, want haar zoektocht bleek plaats te moeten vinden in een onooglijk gebouwtje pal naast het kamp. Het was er bedompt en klein, maar evenals in het schuurtje in het dorp zag ze een trap die naar beneden voerde. Ze vroeg zich af wat ze zou moeten doen als ze hier ook op gesloten deuren zou stuiten maar dat was van later zorg. Eerst maar eens rondkijken.Beneden viel haar oog op een bordje met Egyptische tekens en een kort gedichtje in het Simlish:Arme ziel die hier passeert
Onervaren, onbekend
Vermijd dat het lot zich tegen u keert
Zorg immer voor voedsel en een tentZe herinnerde zich de woorden van de winkelier, dat zijn klanten veelal avonturiers waren. Even aarzelde ze, maar toen besloot ze het erop te wagen. In geval van nood had ze het gedroogde voedsel bij zich dat ze had gekocht en ze was niet van plan hier de nacht door te gaan brengen, dus een tent vond ze niet nodig.Middenin de volgende ruimte stond een kist, waarin een maanvormige steen bleek te zitten. Onmiddellijk viel het kwartje. In de andere tombe had ze holtes naast de gesloten deuren zien zitten in de vorm van een sleutel, hier was een holte in de vorm van een maan. Dat kon geen toeval zijn en daar had ze inderdaad gelijk in.Ook de gok dat de voetafdrukken op de tegel een betekenis hadden bleek te kloppen, hoewel ze zich een hoedje schrok toen met een doffe klap een trapgat verscheen en omdat er in deze kamer verder niks interessants meer viel te ontdekken, ging ze verder naar beneden.Langzamerhand begon ze het principe door te krijgen. Dus toen ze opnieuw op vreemde tegels in de vloer stuitte en erop gaan staan slechts tijdelijk effect had, concludeerde ze al snel dat die vreemde beelden met hun nare, spitse tronies er vast niet voor niks stonden. En inderdaad, als je ze versleepte waren ze heel nuttig.Op de een of andere manier voelde ze dat ze haar doel bereikt had, toen ze andermaal een kamer betrad en een kist zag staan. Dat was inderdaad het geval, de gevraagde papieren bleken er keurig in te zitten. Cameron vouwde ze op, stak ze bij zich en keek toen rond of ze misschien nog iets kon ontdekken voordat ze terug naar boven ging.
"Waarom?", vroeg Cameron verbluft.
"Het hoeft niet", antwoordde de vrouw vermoeid en slofte haar huis in.Het bleek een hele klus, de stenen lagen niet voor het oprapen. Maar hoewel ze aanvankelijk met de gedachte speelde het maar liever op te geven, moest ze tegelijkertijd bekennen dat ze op deze manier eigenlijk misschien wel meer van het land zag dan wanneer ze alleen alle toeristische trekpleisters af zou gaan. En toen ze er twee gevonden had was ze bovendien op de helft en zou het zonde zijn nu de pijp aan Maarten te geven.Ze had nauwelijks gemerkt dat het donker begon te worden, dus rende ze snel terug naar haar scooter en besloot dat het genoeg was geweest voor vandaag. Morgen weer een dag.De volgende ochtend ontbeet ze toevallig samen met twee mannen, die zich hadden voorgesteld als Alain en Frederico. Toen ze vroeg of ze wel wisten wat zich in het kleine gebouwtje iets verderop bevond, lachten ze een beetje vaderlijk.
"Zo'n lief jong meisje kan zich beter niet in de catacomben wagen die dit land zo angstvallig en met reden verborgen houdt", zei Alain.
"Waarom niet?", vroeg Cameron opstandig. "Er was niks aan. Een paar deuren openbreken en toen had ik gevonden wat ik zocht. Bovendien ben ik echt niet van suiker.""Rustig maar", suste Frederico, "we zitten je maar te plagen. Maar je moet niet te licht over de tombes denken, er zitten akelige wezens daar beneden."
"Akelige wezens?", vroeg Cameron geschrokken. "In dat schuurtje hier? Niks gezien..."
"Nee, dat schuurtje hier stelt niks voor. Maar mocht je je zoektocht willen voortzetten, zorg dan in ieder geval dat je je serieus voorbereidt en geen waarschuwingen in de wind slaat."Cameron moest onwillekeurig aan de verhalen van opa Silas denken, over zijn avonturen in China. Hij had ook door tombes gezworven, lang geleden. Die klonken heel wat intensiever dan wat ze hier had aangetroffen, maar misschien was dit inderdaad nog maar het begin.Voorlopig had Cameron echter niets in tombes te zoeken, ze moest nog twee ruwe turkooizen vinden. De Koningsgraven waarover ze gelezen had, de piramides, de tempel van koningin Hatsjepsoet, in haar achterhoofd was ze nog steeds van plan die allemaal te bezoeken, maar eerst wilde ze haar opdracht afmaken. Waarom wist ze niet, was het nou werkelijk zo belangrijk de vage instructies van een oude vrouw in een Egyptisch gehucht op te volgen? Normaal was Cameron een zeer rationeel ingesteld meisje, maar nu op de een of andere manier niet.Twee dagen lang struinde ze de omgeving af. Op de scooter en als het pad al te mul en smal werd ook hele stukken te voet. Wie niet beter wist, zou zich hebben verbaasd over haar volhardendheid. De waarheid was dat ze genoot. Ze genoot van de intense hitte, de droogte, de stilte, en ze genoot ervan dat ze een doel had. Hoe onzinnig dat doel ook leek. Ze passeerde palmboombossen, verlaten kampementjes, oude vergeten ruïnes die hoog en indrukwekkend boven haar uit torenden en tenslotte bereikte ze in een smalle vallei een kleine piramide, waar ze eindelijk de derde steen vond.De laatste steen kostte haar nog eens twee dagen en zo was dan de laatste dag van haar vakantie aangebroken en had ze weinig meer gedaan dan rondgezworven onder de brandende zon. Maar ze had beslist niet het gevoel dat ze haar tijd verspild had; haar bloed bruiste door haar aderen en ze voelde zich een brok energie. En ze was ervan overtuigd dat ze hier terug zou keren zodra ze genoeg gespaard zou hebben om de reis te bekostigen. Misschien iets langer ditmaal.De oude vrouw - Uum bleek ze te heten - keek haar waarderend aan toen Cameron met de turkooizen op haar stoep verscheen. Haast alsof ze een test doorstaan had, wat misschien ook wel zo was. Ze pakte de stenen aan en nodigde Cameron toen uit voor de maaltijd. Een aanbod dat die graag aannam, want ze had honger en bovendien vond ze het leuk te zien hoe de plaatselijke bevolking leefde. Nogal armoedig, zo bleek.Binnen stond een vrouw te koken, terwijl een jongetje ongedurig rondrende en nogal wat aandacht trok. "Mijn kleinzoon", lichtte Uum toe. "Ik woon hier met mijn dochter en haar twee zoons."
Waar de vader uithing bleef verder in het ongewisse."Aziz wees rustig!", snauwde de moeder vanuit de keuken en kwam toen de kamer binnenwandelen, waarna iedereen aanschoof. Cameron probeerde haar gastvrouw tijdens het eten een beetje uit te horen over de corporatie die kennelijk haar opdrachtgever was, maar veel wijzer werd ze niet. Het was haar niet helemaal duidelijk of de ander haar niets wilde vertellen, of dat ze simpelweg niets wist.Moe maar voldaan tufte ze later die avond terug naar het kamp op de scooter, die ze daar mocht achterlaten. Niet veel later arriveerde het pendelbusje dat haar terugbracht naar het vliegveld. De vakantie zat er op en Cameron moest bekennen dat Henry's plan geslaagd was. Er een tijdje echt helemaal uit zijn, had haar veel goed gedaan en ze had enorm veel zin weer aan het werk te gaan.Tegen de avond kwam ze thuis, waar ze hartstochtelijk werd ontvangen door Dominique.
"Het lijkt wel alsof je me gemist hebt", zei ze een beetje plagerig. Het gaf haar een wat ongemakkelijk gevoel, want ze wilde beslist niet dat hun relatie een al te serieus karakter zou krijgen."Natuurlijk heb ik je gemist", flikflooide Dominique. Wat deed hij ineens zijn best.
"Er is bezoek voor je", zei Bernhard achter haar. "Mannelijk bezoek. Blijkbaar had hij je sleutel, dus we hebben maar aangenomen dat het in orde was."
Verbaasd draaide Cameron zich om. Niemand had haar sleutel, op Naomi na die haar plantjes had verzorgd.Ze wandelde haar appartement binnen en het eerste wat ze zag was een klein zwart katje dat daar rondsprong.
"Hallo daar", zei ze en bukte om het te aaien. Speels sprong het weg onder haar hand.
Ze grinnikte en volgde het de kamer in. Het was een schattig beestje."Hallo daar", klonk het vanuit de gang.Ze ging rechtop staan. "Waarom wist ik dat jij het moest zijn?", zei ze. "Hoe weet jij in hemelsnaam dat ik hier woon? Je was kwijt."
"Internet natuurlijk."
"En hoe is het je gelukt in te breken?"
Hij haalde zijn schouders op. "Dat is zo moeilijk niet", antwoordde hij.
"Nee, het is je werk heb ik begrepen", reageerde ze snibbig. "Dit is huisvredebreuk."
"Welnee, het was hier hartstikke vredig hoor. Alleen een beetje stil, ik had niet verwacht dat je met vakantie zou zijn.""Iedereen denkt dat je dood bent", vervolgde ze. "Waar zat je al die tijd?"
"Och, ik heb een beetje rondgezworven. De grond werd me wat te heet onder de voeten in Bridgeport, het was beter voor mijn gezondheid als ik verdween."Ze zuchtte. "Ik geloof dat je nog meer op je vader lijkt dan we al dachten", zei ze toen.
"Is dat een belediging of een compliment?"
"Ik vermoed dat jij het als een compliment zal beschouwen."Even zweeg hij. "Ik heb Charlie hier voor je meegenomen”, zei hij toen. “Een paar jaar geleden hebben we je een katje beloofd dus de tijd leek me gekomen die belofte eens in te willigen. Vind je hem lief?"Peinzend keek ze hem aan. Hij zag er zelfverzekerd en branieachtig uit, maar ergens onder de oppervlakte voelde ze iets anders sluimeren. Iets wat haar met medelijden vervulde, of ze wilde of niet.
"Ja, ik vind hem erg lief", zei ze. Haar ogen vonden het katje dat zijn nageltjes scherpte aan een krabpaal die River kennelijk gekocht had. Ze zag nu dat er meer kattenspulletjes in huis stonden.
"Ik vind hem erg lief", herhaalde ze, "dank je wel. Maar wat ik met jou aan moet, geen idee."
Onervaren, onbekend
Vermijd dat het lot zich tegen u keert
Zorg immer voor voedsel en een tentZe herinnerde zich de woorden van de winkelier, dat zijn klanten veelal avonturiers waren. Even aarzelde ze, maar toen besloot ze het erop te wagen. In geval van nood had ze het gedroogde voedsel bij zich dat ze had gekocht en ze was niet van plan hier de nacht door te gaan brengen, dus een tent vond ze niet nodig.Middenin de volgende ruimte stond een kist, waarin een maanvormige steen bleek te zitten. Onmiddellijk viel het kwartje. In de andere tombe had ze holtes naast de gesloten deuren zien zitten in de vorm van een sleutel, hier was een holte in de vorm van een maan. Dat kon geen toeval zijn en daar had ze inderdaad gelijk in.Ook de gok dat de voetafdrukken op de tegel een betekenis hadden bleek te kloppen, hoewel ze zich een hoedje schrok toen met een doffe klap een trapgat verscheen en omdat er in deze kamer verder niks interessants meer viel te ontdekken, ging ze verder naar beneden.Langzamerhand begon ze het principe door te krijgen. Dus toen ze opnieuw op vreemde tegels in de vloer stuitte en erop gaan staan slechts tijdelijk effect had, concludeerde ze al snel dat die vreemde beelden met hun nare, spitse tronies er vast niet voor niks stonden. En inderdaad, als je ze versleepte waren ze heel nuttig.Op de een of andere manier voelde ze dat ze haar doel bereikt had, toen ze andermaal een kamer betrad en een kist zag staan. Dat was inderdaad het geval, de gevraagde papieren bleken er keurig in te zitten. Cameron vouwde ze op, stak ze bij zich en keek toen rond of ze misschien nog iets kon ontdekken voordat ze terug naar boven ging.
Een vreemde muur trok haar aandacht. Ze klopte erop, klopte vervolgens op een andere plek, en had het gevoel dat er verschil was. Het leek alsof er een ruimte achter schuilging. Ze begon dus te duwen en te wrikken en hoewel het heel moeizaam ging, merkte ze dat er beweging in zat.
Zodra ze de stapel gouden munten op de grond zag liggen, begreep ze in een flits dat dit was waarnaar de straatkoopman verwezen had. Ze raapte ze op, haalde de schatkist die er ook stond leeg en rende toen terug de trappen op, de zon weer in. Al met al was ze er helemaal niet zo lang mee bezig geweest, dus ze begreep niet waar al die ophef over een tent en voedsel bij je hebben voor nodig was.Ze leverde de papieren af en toen gevraagd werd of ze misschien nog een klusje wilde doen, antwoordde ze met een volmondig ja. Het was toch al te laat om vandaag nog de toerist uit te gaan hangen en stiekem vond ze dit erg leuk om te doen. Los van het feit dat het ook nog iets opleverde. Dus even later rende ze naar het dorp om verdere instructies te vragen op een opgegeven adres.Een oudere vrouw keek haar een tijdje vorsend aan en droeg haar toen op vier stukken turkoois te gaan zoeken."Waarom?", vroeg Cameron verbluft.
"Het hoeft niet", antwoordde de vrouw vermoeid en slofte haar huis in.Het bleek een hele klus, de stenen lagen niet voor het oprapen. Maar hoewel ze aanvankelijk met de gedachte speelde het maar liever op te geven, moest ze tegelijkertijd bekennen dat ze op deze manier eigenlijk misschien wel meer van het land zag dan wanneer ze alleen alle toeristische trekpleisters af zou gaan. En toen ze er twee gevonden had was ze bovendien op de helft en zou het zonde zijn nu de pijp aan Maarten te geven.Ze had nauwelijks gemerkt dat het donker begon te worden, dus rende ze snel terug naar haar scooter en besloot dat het genoeg was geweest voor vandaag. Morgen weer een dag.De volgende ochtend ontbeet ze toevallig samen met twee mannen, die zich hadden voorgesteld als Alain en Frederico. Toen ze vroeg of ze wel wisten wat zich in het kleine gebouwtje iets verderop bevond, lachten ze een beetje vaderlijk.
"Zo'n lief jong meisje kan zich beter niet in de catacomben wagen die dit land zo angstvallig en met reden verborgen houdt", zei Alain.
"Waarom niet?", vroeg Cameron opstandig. "Er was niks aan. Een paar deuren openbreken en toen had ik gevonden wat ik zocht. Bovendien ben ik echt niet van suiker.""Rustig maar", suste Frederico, "we zitten je maar te plagen. Maar je moet niet te licht over de tombes denken, er zitten akelige wezens daar beneden."
"Akelige wezens?", vroeg Cameron geschrokken. "In dat schuurtje hier? Niks gezien..."
"Nee, dat schuurtje hier stelt niks voor. Maar mocht je je zoektocht willen voortzetten, zorg dan in ieder geval dat je je serieus voorbereidt en geen waarschuwingen in de wind slaat."Cameron moest onwillekeurig aan de verhalen van opa Silas denken, over zijn avonturen in China. Hij had ook door tombes gezworven, lang geleden. Die klonken heel wat intensiever dan wat ze hier had aangetroffen, maar misschien was dit inderdaad nog maar het begin.Voorlopig had Cameron echter niets in tombes te zoeken, ze moest nog twee ruwe turkooizen vinden. De Koningsgraven waarover ze gelezen had, de piramides, de tempel van koningin Hatsjepsoet, in haar achterhoofd was ze nog steeds van plan die allemaal te bezoeken, maar eerst wilde ze haar opdracht afmaken. Waarom wist ze niet, was het nou werkelijk zo belangrijk de vage instructies van een oude vrouw in een Egyptisch gehucht op te volgen? Normaal was Cameron een zeer rationeel ingesteld meisje, maar nu op de een of andere manier niet.Twee dagen lang struinde ze de omgeving af. Op de scooter en als het pad al te mul en smal werd ook hele stukken te voet. Wie niet beter wist, zou zich hebben verbaasd over haar volhardendheid. De waarheid was dat ze genoot. Ze genoot van de intense hitte, de droogte, de stilte, en ze genoot ervan dat ze een doel had. Hoe onzinnig dat doel ook leek. Ze passeerde palmboombossen, verlaten kampementjes, oude vergeten ruïnes die hoog en indrukwekkend boven haar uit torenden en tenslotte bereikte ze in een smalle vallei een kleine piramide, waar ze eindelijk de derde steen vond.De laatste steen kostte haar nog eens twee dagen en zo was dan de laatste dag van haar vakantie aangebroken en had ze weinig meer gedaan dan rondgezworven onder de brandende zon. Maar ze had beslist niet het gevoel dat ze haar tijd verspild had; haar bloed bruiste door haar aderen en ze voelde zich een brok energie. En ze was ervan overtuigd dat ze hier terug zou keren zodra ze genoeg gespaard zou hebben om de reis te bekostigen. Misschien iets langer ditmaal.De oude vrouw - Uum bleek ze te heten - keek haar waarderend aan toen Cameron met de turkooizen op haar stoep verscheen. Haast alsof ze een test doorstaan had, wat misschien ook wel zo was. Ze pakte de stenen aan en nodigde Cameron toen uit voor de maaltijd. Een aanbod dat die graag aannam, want ze had honger en bovendien vond ze het leuk te zien hoe de plaatselijke bevolking leefde. Nogal armoedig, zo bleek.Binnen stond een vrouw te koken, terwijl een jongetje ongedurig rondrende en nogal wat aandacht trok. "Mijn kleinzoon", lichtte Uum toe. "Ik woon hier met mijn dochter en haar twee zoons."
Waar de vader uithing bleef verder in het ongewisse."Aziz wees rustig!", snauwde de moeder vanuit de keuken en kwam toen de kamer binnenwandelen, waarna iedereen aanschoof. Cameron probeerde haar gastvrouw tijdens het eten een beetje uit te horen over de corporatie die kennelijk haar opdrachtgever was, maar veel wijzer werd ze niet. Het was haar niet helemaal duidelijk of de ander haar niets wilde vertellen, of dat ze simpelweg niets wist.Moe maar voldaan tufte ze later die avond terug naar het kamp op de scooter, die ze daar mocht achterlaten. Niet veel later arriveerde het pendelbusje dat haar terugbracht naar het vliegveld. De vakantie zat er op en Cameron moest bekennen dat Henry's plan geslaagd was. Er een tijdje echt helemaal uit zijn, had haar veel goed gedaan en ze had enorm veel zin weer aan het werk te gaan.Tegen de avond kwam ze thuis, waar ze hartstochtelijk werd ontvangen door Dominique.
"Het lijkt wel alsof je me gemist hebt", zei ze een beetje plagerig. Het gaf haar een wat ongemakkelijk gevoel, want ze wilde beslist niet dat hun relatie een al te serieus karakter zou krijgen."Natuurlijk heb ik je gemist", flikflooide Dominique. Wat deed hij ineens zijn best.
"Er is bezoek voor je", zei Bernhard achter haar. "Mannelijk bezoek. Blijkbaar had hij je sleutel, dus we hebben maar aangenomen dat het in orde was."
Verbaasd draaide Cameron zich om. Niemand had haar sleutel, op Naomi na die haar plantjes had verzorgd.Ze wandelde haar appartement binnen en het eerste wat ze zag was een klein zwart katje dat daar rondsprong.
"Hallo daar", zei ze en bukte om het te aaien. Speels sprong het weg onder haar hand.
Ze grinnikte en volgde het de kamer in. Het was een schattig beestje."Hallo daar", klonk het vanuit de gang.Ze ging rechtop staan. "Waarom wist ik dat jij het moest zijn?", zei ze. "Hoe weet jij in hemelsnaam dat ik hier woon? Je was kwijt."
"Internet natuurlijk."
"En hoe is het je gelukt in te breken?"
Hij haalde zijn schouders op. "Dat is zo moeilijk niet", antwoordde hij.
"Nee, het is je werk heb ik begrepen", reageerde ze snibbig. "Dit is huisvredebreuk."
"Welnee, het was hier hartstikke vredig hoor. Alleen een beetje stil, ik had niet verwacht dat je met vakantie zou zijn.""Iedereen denkt dat je dood bent", vervolgde ze. "Waar zat je al die tijd?"
"Och, ik heb een beetje rondgezworven. De grond werd me wat te heet onder de voeten in Bridgeport, het was beter voor mijn gezondheid als ik verdween."Ze zuchtte. "Ik geloof dat je nog meer op je vader lijkt dan we al dachten", zei ze toen.
"Is dat een belediging of een compliment?"
"Ik vermoed dat jij het als een compliment zal beschouwen."Even zweeg hij. "Ik heb Charlie hier voor je meegenomen”, zei hij toen. “Een paar jaar geleden hebben we je een katje beloofd dus de tijd leek me gekomen die belofte eens in te willigen. Vind je hem lief?"Peinzend keek ze hem aan. Hij zag er zelfverzekerd en branieachtig uit, maar ergens onder de oppervlakte voelde ze iets anders sluimeren. Iets wat haar met medelijden vervulde, of ze wilde of niet.
"Ja, ik vind hem erg lief", zei ze. Haar ogen vonden het katje dat zijn nageltjes scherpte aan een krabpaal die River kennelijk gekocht had. Ze zag nu dat er meer kattenspulletjes in huis stonden.
"Ik vind hem erg lief", herhaalde ze, "dank je wel. Maar wat ik met jou aan moet, geen idee."