Generatie 9 - deel 6, Vampires in town
Met Dolf intussen ging het prima. Hij maakte bliksemsnel carrière als sportman en zijn nieuwe huis beviel hem goed. Hij had vrienden in overvloed, het enige wat hij eigenlijk miste in zijn teruggeschonken leven was de liefde.
Er waren genoeg mooie meisjes in het dorp, maar Dolf merkte dat hij zich toch vooral aangetrokken voelde tot vampiers.Toen hij werd uitgenodigd op een feestje van zijn achternicht Selesta, viel zijn oog dan ook meteen op een mooie vampierdame, die hij nog nooit gezien had.Onmiddellijk knoopte hij een praatje met haar aan. "Hoe heet je en waar kom je vandaan?" "Waar ik vandaan kom is voor mij een weet en voor jou een vraag", lispelde ze, "maar als je me graag een plezier wilt doen, ik lust wel een slokje.""Dank je, maar nee dank je", reageerde Dolf koel. "Geen gaatjes in mijn aderen.
Even was het stil, en toen zei hij: Ah, je bent mijn eigenschappen aan het scannen, merk ik. En? Bevallen ze?" Verward keek de vrouw hem aan."Wat bedoel je...., hoe weet jij dat?", siste ze.
"Tja, da's voor mij een weet en voor jou een vraag", antwoordde Dolf, "en je hoeft me niet te dwingen aan je te denken, dat deed ik toch al.
Hoe heet je?"
"Medusa Doom", antwoordde de schone, iets minder zelfverzekerd dan voorheen. De rest van de avond verkeerden ze constant in elkaars gezelschap, en als vanzelf ging ze daarna mee naar zijn huis, waar al snel van het een het ander kwam.De volgende ochtend, na het ontbijt, keek Dolf haar liefdevol aan.
"Ik mag je echt graag, Medusa. Ik geloof alleen niet dat dat je echte naam is. En ik wil heus graag weten wie je bent en waar je vandaan komt. Ben je als vampier geboren? En zo niet, hoe ben je er een geworden?"Even keek Medusa hem aan, alsof ze diep nadacht. Daarna zei ze: "Je hebt gelijk. Ik heet Miriam, maar die naam heb ik al jaren niet meer gebruikt. Ik kom uit Bridgeport en degene die mij vampier heeft gemaakt..., dat is degene voor wie ik nu op de vlucht ben."Dolf drong niet aan, maar als vanzelf begon Miriam haar levensverhaal te vertellen."Ik ben opgegroeid in een dorpje als dit. Weinig uitdagend en ik verveelde me er dood. Dus zodra ik mijn diploma op zak had verhuisde ik naar de grote stad, waar ik een piepklein appartementje kon huren in een wolkenkrabber.
Toen ik arriveerde, mijn sleutel in de aanslag, bleef ik tussen de deuren van de lift steken en klapte plat op mijn snuit. Vlug krabbelde ik overeind, in de hoop dat niemand het gezien had, en daar stond hij. Hij bleek mijn buurman en nadat hij me smakelijk had uitgelachen, vroeg hij of ik zin had iets te komen drinken.""Ik voelde wel dat hij gevaarlijk was, maar ik kon er niets aan doen. Binnen de kortste keren was ik stapelverliefd op hem en trok bij hem in.""Ik weet tot op de dag van vandaag niet wat hij precies voor de kost deed, maar het was iets heel hoogs in de een of andere organisatie. Ik stelde geen vragen.
Candide hield er wel vreemde vrienden op na. Wezens van de nacht noemden ze zichzelf, en ik had af en toe het idee dat hij met sommigen van hen meer deed dan kletsen. Ik voelde gewoon dat hij me ontrouw was en op een dag..."".... op een dag kwam ik thuis en bleek dat hij zelf een vampier was geworden. Hij trok me naar zich toe, keek me scherp aan en zei, dat als ik wilde dat het ooit iets tussen ons zou worden, ik me door hem moest laten transformeren.""Had ik nou maar nee gezegd. Was ik nou maar weggegaan! Maar ik was zo verliefd op hem, ik ben akkoord gegaan en twee dagen later was het zover; ik was een vampier.""Hierna werd mijn leven een hel. Candide werd steeds gemener en valser. En gevaarlijker. Hij was geweldig slim, zo sterk als staal en toen hij ook nog eens een meester werd in de Oosterse Vechtsport en zijn geweldadige karakter op mij botvierde, zei ik hem dat ik weg wilde. Toen werd hij angstaanjagend vals, en dreigde me te zullen opsluiten als ik dat deed. Op een nacht (hij werkte altijd 's nachts namelijk) heb ik al mijn moed verzameld, mijn koffertje gepakt en ben gevlucht.""En hier ben ik dus", eindigde Miriam haar relaas, en keek Dolf angstig aan.
"Candide heette hij?", vroeg die.
"Ja, Candide Mortis."Dolf sloeg zijn arm beschermend om haar heen en zei: "Ja, en nu ben je hier. En hier ben je veilig. Ik zal je beschermen."
Miriam haalde haar spulletjes op - Dolf had geen idee waar ze die bewaard had - en kwam bij hem wonen. Binnen de kortste keren was Dolf zo verzot op haar, dat hij er zelfs geen problemen mee had dat ze zich af en toe aan hem laafde.
"Je bent lekker zoet", mompelde ze dan. Maar gek genoeg moest ze vaak overgeven na zo'n maaltje.Wat Dolf niet wist, was dat Miriam af en toe - als hij in het stadion was - een bezoek bracht aan het landhuis op de heuvel. Daar waar men zei dat het er spookte 's nachts.
Lange tijd had niemand er durven wonen, maar sinds kort kwam er weer rook uit de vele schoorstenen.
Niemand kende de nieuwe bewoner en op de een of andere manier hadden de dorpelingen het idee dat die dat graag zo wilde houden.Alleen Miriam ging er geregeld heen, en dat leverde scheve gezichten op in het dorp.
"Wat doet ze daar?", gonsde het. "Iedereen kan zien wat er met haar aan de hand is. Zou het wel van Dolf zijn...? Ze komt wel erg vaak en graag bij die vent, en altijd als Dolf aan het werk is."
Uiteindelijk bereikten deze praatjes ook Dolf en toen hij Miriam erop aansprak zat die vol berouw. Hoewel haar gelaatsuitdrukking compleet veranderde zodra hij haar de rug toedraaide.
Toen Dolf eens bij Jude en Audrey op bezoek ging - iets wat hij geregeld deed - konden die het niet laten hem te waarschuwen.
"Het is een griezel die daar woont, Dolf, meerdere mensen hebben hem gezien", zei Audrey. "En wat weet je nou helemaal van die Miriam? Wij vertrouwen het gewoon niet.
De postbode hoorde ze een keer praten en ze had de indruk dat het over jou ging. "Alles loopt gesmeerd", hoorde ze hem zeggen. En daarna hoorde ze Miriam giechelen."
Daarna keek die vent naar buiten en toen hun blikken elkaar kruisten was het alsof er een metalen klem om haar hart werd gelegd. Zo omschreef ze het. Ze heeft zich pijlsnel uit de voeten gemaakt."
Toen daarna ook Jude nog op hem in begon te praten verloor Dolf zijn geduld.
"Ik hou van Miriam en ik wil dat ze mijn vrouw wordt. Ik weet dat ze een vampier is en niemand weet beter dan ik wat voor wezens dat zijn.
Gewone Sims snappen hun gevoelsleven niet. Ze begrijpen niet dat voor vampiers andere wetten gelden dan voor ons. Maar ze houdt van me. Dat weet ik gewoon!"
Niet veel later deed hij een verrukkelijke ontdekking.
Terwijl hij al een tijdje dacht dat Miriam zich misschien iets te vaak aan hem te goed deed, omdat ze duidelijk dikker aan het worden was, onthulde Miriam wat de werkelijke oorzaak was. Ze was zwanger!
"Van mij?", vroeg Dolf, toch beïnvloed door alle roddels. "Ja, natuurlijk van jou", glimlachte Miriam en keek lief naar hem.
Toch was ze niet altijd lief. Vaak ontweek ze zijn toenaderingspogingen en duwde hem van zich weg, en op de een of andere manier had hij het idee dat ze ergens mee worstelde.
Toen de bevalling inzette stond Dolf voor de spiegel en keek naar zichzelf. Hij liep tegen de veertig en Miriam was een jonge vampier, die nog eeuwen voor zich had.
Op het kerkhof had hij dus een armvol levensvruchten geplukt en dit leek hem een mooi moment die te nuttigen, zodat hij zijn leven tenminste wat kon verlengen.
Hij vermoedde namelijk dat ook zijn kind weleens een vampier zou kunnen zijn. Hij vond het een vreselijk idee dat hij zijn toekomstige gezinnetje ooit achter zou moeten laten.
Miriam verraste hem, door niet één kindje te baren, maar meteen twee tegelijk. Ze noemden de meisjes Iris en Jasmijn, wat Dolf opzienbarend lieflijke namen vond voor een vampier om te kiezen.
Meteen na de bevalling begon Miriam zich fanatiek te bekwamen in de Oosterse Vechtsport. Iets wat haar als vampier uiteraard snel afging.
"Waarom train je zo hard?", vroeg Dolf verbaasd, maar werd afgesnauwd.
"En nou ben ik het zat", zei Dolf toen kalm. "Als je me nu niet vertelt wat er aan de hand is, dan is het afgelopen tussen ons. Want hoewel ik niet kan geloven dat je liefde voor mij onoprecht is, merk ik wel dat er vreemde dingen gaande zijn. Ik weet best dat een vampier niet altijd te vertrouwen is, maar dit begint te ver te gaan.
Miriam barstte in tranen uit en al snel kwam het hoge woord eruit.
Samen met Candide was ze naar Riverview gekomen om hem, Dolf, aan de haak te slaan.
Dolf had er zelf geen idee van, maar als 'ooit Uitverkoren Vampier', die ook nog eens uit de dood was opgestaan, was hij een idool binnen sommige vampierkringen.
En Candide had dus het plan opgevat zichzelf extra belangrijk in die kringen te maken, door voor een troonopvolger te zorgen.
Aanvankelijk was Miriam wel in geweest voor dat plan, maar waar ze geen rekening mee had gehouden, was dat ze werkelijk verliefd was geworden.
En niets liever wilde dan in Riverview blijven en haar dochters samen met Dolf opvoeden.
En om zich tegen de kwaadaardige vampier te wapenen en zichzelf te verdedigen, was ze begonnen met de vechtsport.
"Weten die vampiers dat ik inmiddels geen vampier meer ben?", vroeg hij haar spottend. "En dat er dus niks heldhaftigs is aan mij?
Wacht maar, ik zal die ex van jou wel een bezoekje brengen en het hem uitleggen.
Het eerste wat Dolf merkte toen hij Candide ontmoette, was dat het hier geen gewone vampier betrof. Dit was de slechtheid in hoogsteigen persoon.
Een vals, venijnig en gevaarlijk intelligent wezen, dat hem onmiddellijk begon uit te dagen.
Dolf was echter niet bang en ging het gevecht aan. En hoewel Candide zich bediende van allerlei smerige truukjes, moest hij na een lang gevecht zijn meerdere erkennen in de topsporter.
Helaas kon Dolf zich daarna niet bedwingen, en begon Candide belachelijk te maken. Hem een nepcrimineeltje te noemen en 'de vampiersoort onwaardig'.
Toen hij vertrokken was vertrok Candide's gezicht tot een stenen masker en zijn ogen smeulden van haat.
Maar daarna trok er een vals lachje over zijn gelaat, terwijl hij prevelde: "Ik krijg jou nog wel, mannetje."
Thuis konden Dolf en Miriam elkaar eindelijk vrij en zonder dubbele agenda's in de armen vallen.
Daarna trouwden ze in stilte, en maakte Dolf haar van 'Medusa Doom' Miriam Kobayne.
"Op ons leven samen," zei Dolf zacht.
"Op ons leven samen", antwoordde Miriam. "Met z'n viertjes."
Er waren genoeg mooie meisjes in het dorp, maar Dolf merkte dat hij zich toch vooral aangetrokken voelde tot vampiers.Toen hij werd uitgenodigd op een feestje van zijn achternicht Selesta, viel zijn oog dan ook meteen op een mooie vampierdame, die hij nog nooit gezien had.Onmiddellijk knoopte hij een praatje met haar aan. "Hoe heet je en waar kom je vandaan?" "Waar ik vandaan kom is voor mij een weet en voor jou een vraag", lispelde ze, "maar als je me graag een plezier wilt doen, ik lust wel een slokje.""Dank je, maar nee dank je", reageerde Dolf koel. "Geen gaatjes in mijn aderen.
Even was het stil, en toen zei hij: Ah, je bent mijn eigenschappen aan het scannen, merk ik. En? Bevallen ze?" Verward keek de vrouw hem aan."Wat bedoel je...., hoe weet jij dat?", siste ze.
"Tja, da's voor mij een weet en voor jou een vraag", antwoordde Dolf, "en je hoeft me niet te dwingen aan je te denken, dat deed ik toch al.
Hoe heet je?"
"Medusa Doom", antwoordde de schone, iets minder zelfverzekerd dan voorheen. De rest van de avond verkeerden ze constant in elkaars gezelschap, en als vanzelf ging ze daarna mee naar zijn huis, waar al snel van het een het ander kwam.De volgende ochtend, na het ontbijt, keek Dolf haar liefdevol aan.
"Ik mag je echt graag, Medusa. Ik geloof alleen niet dat dat je echte naam is. En ik wil heus graag weten wie je bent en waar je vandaan komt. Ben je als vampier geboren? En zo niet, hoe ben je er een geworden?"Even keek Medusa hem aan, alsof ze diep nadacht. Daarna zei ze: "Je hebt gelijk. Ik heet Miriam, maar die naam heb ik al jaren niet meer gebruikt. Ik kom uit Bridgeport en degene die mij vampier heeft gemaakt..., dat is degene voor wie ik nu op de vlucht ben."Dolf drong niet aan, maar als vanzelf begon Miriam haar levensverhaal te vertellen."Ik ben opgegroeid in een dorpje als dit. Weinig uitdagend en ik verveelde me er dood. Dus zodra ik mijn diploma op zak had verhuisde ik naar de grote stad, waar ik een piepklein appartementje kon huren in een wolkenkrabber.
Toen ik arriveerde, mijn sleutel in de aanslag, bleef ik tussen de deuren van de lift steken en klapte plat op mijn snuit. Vlug krabbelde ik overeind, in de hoop dat niemand het gezien had, en daar stond hij. Hij bleek mijn buurman en nadat hij me smakelijk had uitgelachen, vroeg hij of ik zin had iets te komen drinken.""Ik voelde wel dat hij gevaarlijk was, maar ik kon er niets aan doen. Binnen de kortste keren was ik stapelverliefd op hem en trok bij hem in.""Ik weet tot op de dag van vandaag niet wat hij precies voor de kost deed, maar het was iets heel hoogs in de een of andere organisatie. Ik stelde geen vragen.
Candide hield er wel vreemde vrienden op na. Wezens van de nacht noemden ze zichzelf, en ik had af en toe het idee dat hij met sommigen van hen meer deed dan kletsen. Ik voelde gewoon dat hij me ontrouw was en op een dag..."".... op een dag kwam ik thuis en bleek dat hij zelf een vampier was geworden. Hij trok me naar zich toe, keek me scherp aan en zei, dat als ik wilde dat het ooit iets tussen ons zou worden, ik me door hem moest laten transformeren.""Had ik nou maar nee gezegd. Was ik nou maar weggegaan! Maar ik was zo verliefd op hem, ik ben akkoord gegaan en twee dagen later was het zover; ik was een vampier.""Hierna werd mijn leven een hel. Candide werd steeds gemener en valser. En gevaarlijker. Hij was geweldig slim, zo sterk als staal en toen hij ook nog eens een meester werd in de Oosterse Vechtsport en zijn geweldadige karakter op mij botvierde, zei ik hem dat ik weg wilde. Toen werd hij angstaanjagend vals, en dreigde me te zullen opsluiten als ik dat deed. Op een nacht (hij werkte altijd 's nachts namelijk) heb ik al mijn moed verzameld, mijn koffertje gepakt en ben gevlucht.""En hier ben ik dus", eindigde Miriam haar relaas, en keek Dolf angstig aan.
"Candide heette hij?", vroeg die.
"Ja, Candide Mortis."Dolf sloeg zijn arm beschermend om haar heen en zei: "Ja, en nu ben je hier. En hier ben je veilig. Ik zal je beschermen."
Miriam haalde haar spulletjes op - Dolf had geen idee waar ze die bewaard had - en kwam bij hem wonen. Binnen de kortste keren was Dolf zo verzot op haar, dat hij er zelfs geen problemen mee had dat ze zich af en toe aan hem laafde.
"Je bent lekker zoet", mompelde ze dan. Maar gek genoeg moest ze vaak overgeven na zo'n maaltje.Wat Dolf niet wist, was dat Miriam af en toe - als hij in het stadion was - een bezoek bracht aan het landhuis op de heuvel. Daar waar men zei dat het er spookte 's nachts.
Lange tijd had niemand er durven wonen, maar sinds kort kwam er weer rook uit de vele schoorstenen.
Niemand kende de nieuwe bewoner en op de een of andere manier hadden de dorpelingen het idee dat die dat graag zo wilde houden.Alleen Miriam ging er geregeld heen, en dat leverde scheve gezichten op in het dorp.
"Wat doet ze daar?", gonsde het. "Iedereen kan zien wat er met haar aan de hand is. Zou het wel van Dolf zijn...? Ze komt wel erg vaak en graag bij die vent, en altijd als Dolf aan het werk is."
Uiteindelijk bereikten deze praatjes ook Dolf en toen hij Miriam erop aansprak zat die vol berouw. Hoewel haar gelaatsuitdrukking compleet veranderde zodra hij haar de rug toedraaide.
Toen Dolf eens bij Jude en Audrey op bezoek ging - iets wat hij geregeld deed - konden die het niet laten hem te waarschuwen.
"Het is een griezel die daar woont, Dolf, meerdere mensen hebben hem gezien", zei Audrey. "En wat weet je nou helemaal van die Miriam? Wij vertrouwen het gewoon niet.
De postbode hoorde ze een keer praten en ze had de indruk dat het over jou ging. "Alles loopt gesmeerd", hoorde ze hem zeggen. En daarna hoorde ze Miriam giechelen."
Daarna keek die vent naar buiten en toen hun blikken elkaar kruisten was het alsof er een metalen klem om haar hart werd gelegd. Zo omschreef ze het. Ze heeft zich pijlsnel uit de voeten gemaakt."
Toen daarna ook Jude nog op hem in begon te praten verloor Dolf zijn geduld.
"Ik hou van Miriam en ik wil dat ze mijn vrouw wordt. Ik weet dat ze een vampier is en niemand weet beter dan ik wat voor wezens dat zijn.
Gewone Sims snappen hun gevoelsleven niet. Ze begrijpen niet dat voor vampiers andere wetten gelden dan voor ons. Maar ze houdt van me. Dat weet ik gewoon!"
Niet veel later deed hij een verrukkelijke ontdekking.
Terwijl hij al een tijdje dacht dat Miriam zich misschien iets te vaak aan hem te goed deed, omdat ze duidelijk dikker aan het worden was, onthulde Miriam wat de werkelijke oorzaak was. Ze was zwanger!
"Van mij?", vroeg Dolf, toch beïnvloed door alle roddels. "Ja, natuurlijk van jou", glimlachte Miriam en keek lief naar hem.
Toch was ze niet altijd lief. Vaak ontweek ze zijn toenaderingspogingen en duwde hem van zich weg, en op de een of andere manier had hij het idee dat ze ergens mee worstelde.
Toen de bevalling inzette stond Dolf voor de spiegel en keek naar zichzelf. Hij liep tegen de veertig en Miriam was een jonge vampier, die nog eeuwen voor zich had.
Op het kerkhof had hij dus een armvol levensvruchten geplukt en dit leek hem een mooi moment die te nuttigen, zodat hij zijn leven tenminste wat kon verlengen.
Hij vermoedde namelijk dat ook zijn kind weleens een vampier zou kunnen zijn. Hij vond het een vreselijk idee dat hij zijn toekomstige gezinnetje ooit achter zou moeten laten.
Miriam verraste hem, door niet één kindje te baren, maar meteen twee tegelijk. Ze noemden de meisjes Iris en Jasmijn, wat Dolf opzienbarend lieflijke namen vond voor een vampier om te kiezen.
Meteen na de bevalling begon Miriam zich fanatiek te bekwamen in de Oosterse Vechtsport. Iets wat haar als vampier uiteraard snel afging.
"Waarom train je zo hard?", vroeg Dolf verbaasd, maar werd afgesnauwd.
"En nou ben ik het zat", zei Dolf toen kalm. "Als je me nu niet vertelt wat er aan de hand is, dan is het afgelopen tussen ons. Want hoewel ik niet kan geloven dat je liefde voor mij onoprecht is, merk ik wel dat er vreemde dingen gaande zijn. Ik weet best dat een vampier niet altijd te vertrouwen is, maar dit begint te ver te gaan.
Miriam barstte in tranen uit en al snel kwam het hoge woord eruit.
Samen met Candide was ze naar Riverview gekomen om hem, Dolf, aan de haak te slaan.
Dolf had er zelf geen idee van, maar als 'ooit Uitverkoren Vampier', die ook nog eens uit de dood was opgestaan, was hij een idool binnen sommige vampierkringen.
En Candide had dus het plan opgevat zichzelf extra belangrijk in die kringen te maken, door voor een troonopvolger te zorgen.
Aanvankelijk was Miriam wel in geweest voor dat plan, maar waar ze geen rekening mee had gehouden, was dat ze werkelijk verliefd was geworden.
En niets liever wilde dan in Riverview blijven en haar dochters samen met Dolf opvoeden.
En om zich tegen de kwaadaardige vampier te wapenen en zichzelf te verdedigen, was ze begonnen met de vechtsport.
"Weten die vampiers dat ik inmiddels geen vampier meer ben?", vroeg hij haar spottend. "En dat er dus niks heldhaftigs is aan mij?
Wacht maar, ik zal die ex van jou wel een bezoekje brengen en het hem uitleggen.
Het eerste wat Dolf merkte toen hij Candide ontmoette, was dat het hier geen gewone vampier betrof. Dit was de slechtheid in hoogsteigen persoon.
Een vals, venijnig en gevaarlijk intelligent wezen, dat hem onmiddellijk begon uit te dagen.
Dolf was echter niet bang en ging het gevecht aan. En hoewel Candide zich bediende van allerlei smerige truukjes, moest hij na een lang gevecht zijn meerdere erkennen in de topsporter.
Helaas kon Dolf zich daarna niet bedwingen, en begon Candide belachelijk te maken. Hem een nepcrimineeltje te noemen en 'de vampiersoort onwaardig'.
Toen hij vertrokken was vertrok Candide's gezicht tot een stenen masker en zijn ogen smeulden van haat.
Maar daarna trok er een vals lachje over zijn gelaat, terwijl hij prevelde: "Ik krijg jou nog wel, mannetje."
Thuis konden Dolf en Miriam elkaar eindelijk vrij en zonder dubbele agenda's in de armen vallen.
Daarna trouwden ze in stilte, en maakte Dolf haar van 'Medusa Doom' Miriam Kobayne.
"Op ons leven samen," zei Dolf zacht.
"Op ons leven samen", antwoordde Miriam. "Met z'n viertjes."