Generatie 12 - deel 6, Demons of the past
Niet lang daarna was Rosalyn jarig. Evelyn had voorgesteld die mijlpaal af te wachten, voordat hij haar en Julia aan Emblesight zou presenteren. Een baby was toch kwetsbaar en hij moest er niet aan denken dat er een hele kermis zou losbarsten boven haar kleine hoofdje.Julia vond het best. Ze sprak zich er niet over uit, maar zag er vreselijk tegenop om in de openbaarheid te treden. Zelfs Evelyns voorstel om wel alvast Roisin op de hoogte te stellen, had ze afgeslagen. Dat verbaasde Evelyn, maar hij besloot er verder geen punt van te maken.Zodra Rosalyn opgroeide moest Evelyn bekennen dat er iets voor hem veranderde. Eerlijk gezegd had het hem moeite gekost om zich verbonden te voelen met het geestenbaby'tje, maar met dit kleine eigenwijze meisje ging het vanzelf. Ze was net zo ondeugend als iedere normale peuter, kroop rond, probeerde van alles uit en brabbelde er in het speciale geestentaaltje - dat je meer in je hoofd hoorde dan met je oren - zo schattig op los, dat de jonge vader al snel smolt.Rosalyn kon zich dus geen liefhebbender ouders wensen en haar leventje was voorlopig zonnig en zorgeloos.Een paar dagen na de verjaardag liep Evelyn per ongeluk Dylan tegen het lijf in de kunstgalerij. Na zich zeer eensgezind verbaasd te hebben over de tentoongestelde objecten (de vraag 'is dit kunst' drong zich doorlopend aan hen op), besloot Evelyn dat hij nu maar eens door de zure appel heen moest bijten en lichtte Dylan in."Ik vroeg me al af wanneer je er eindelijk eens mee zou komen", zei zijn neef droog. En toen, grinnikend om Evelyns verbouwereerde blik: "Dacht je nou werkelijk dat opoetje Audrey haar heldendaad voor zich zou houden? Ze was koud teruggekeerd op de begraafplaats of elke geest wist ervan. En ik dus ook.""Ben je boos?", vroeg Evelyn een beetje benard.
"Boos? Welnee. Je schaamde je natuurlijk kapot, zou ik ook doen", reageerde Dylan hardvochtig. "Ik ben wel een beetje jaloers op je. Want hoe goed ik ook ben met de geesten, dit heb ik toch nog nooit gepresteerd." Gelukkig zag Evelyn aan de ondeugende twinkeling in Dylans ogen dat hij het allemaal vrij luchtig opnam - zoals Dylan altijd alles in het leven luchtig opnam - en opgelucht vroeg hij of zijn neef zin had Julia te ontmoeten."Hemeltjelief wat een oud barrel is dit toch", mopperde Dylan, toen ze naar huis reden. "Ik heb het gevoel dat ik op de grond zit."
"Mij bevalt hij nog steeds prima", zei Evelyn. "Ik vind het wel wat hebben om boven mijn passagiers verheven te zijn. Vooral als jij het bent."Even later schudden Dylan en Julia elkaar de hand.
"Ik ken jou wel", zei Julia zacht. "Jij werkt op het kerkhof en speelde vaak gitaar. Ik hou van gitaar."
"Ik heb jou nooit gezien", zei Dylan een beetje verbaasd. "Wel je graf tot het moment dat mijn geachte neefje het jatte, maar nooit jou.""Een geest kun je alleen maar zien wanneer de geest dat wil", zei Julia kort. En toen, volslagen onverwacht: "Heb je soms zin in een spelletje Koning Kegel?" "Oh, ja, tuurlijk", antwoordde Dylan een beetje beduusd.Later kwam Dylan naar boven, terwijl Julia beneden wat ging schrijven, en trof Evelyn met de kleine Rosalyn aan."Ik wil je even waarschuwen", zei hij en keek ineens dodelijk ernstig. "Julia is bang."
"Bang?", vroeg Evelyn."Iemand heeft haar vermoord en ze heeft geen idee wie. Nu leeft ze weer en ik wil je niet de stuipen op het lijf jagen, maar de kans bestaat dat ze gevaar loopt." Hij nam afscheid en liet Evelyn als versteend achter. Hier had hij namelijk nog geen seconde bij stil gestaan en dat vond hij vrij dom van zichzelf. Hij vroeg zich af waarom Julia die angst niet met hem had gedeeld, maar wel met Dylan. Diep in gedachten verzonken zette hij Rosalyn op het potje en bracht haar naar bed.Daarna kookte hij en terwijl ze samen zaten te eten legde hij voorzichtig op tafel wat Dylan gezegd had. Ongelukkig keek Julia hem aan. "Ik heb het er niet me jou over gehad, omdat ik precies wist wat er zou gebeuren. Namelijk dit: jij maakt je onmiddellijk enorme zorgen."Later in bed hield hij haar stevig vast, kuste haar en zei dat ze er maar aan moest wennen dat hij erg zuinig op haar was.De tweede die Evelyn inlichtte was natuurlijk Roisin en zijn angst dat ze hem iets kwalijk zou nemen bleek gelukkig ongegrond.
"Mijn zusje heeft altijd indruk gemaakt op jongens", zei ze plagerig. "Haar aantrekkingskracht strekt zich kennelijk uit tot in het hiernamaals."Ze kon eigenlijk ook onmogelijk boos zijn, want haar vreugde over het feit dat haar zusje weer bleek te leven was werkelijk met geen pen te beschrijven. Helaas echter verliep het weerzien heel stroef. Julia's hazelnootkleurige ogen leken bijna zwart toen ze Roisin, na diens omhelzing, aankeek en zich vervolgens omdraaide en wegliep.Verbaasd en diep ongelukkig keek Roisin Evelyn aan en liep toen achter haar zus aan."Julia, heb je zin om met me naar het dorp te gaan? Je zult vanaf nu toch onder de mensen moeten komen en samen met mij is dat misschien prettiger."
Hulpzoekend keek ze naar Evelyn, die onmiddellijk aanhaakte: "Dat is een goed idee, Julia. Je zus kent dezelfde mensen als jij en kan dus makkelijker gesprekken overnemen als het teveel wordt voor je."Julia haalde haar schouders op en even later daalden de twee jonge vrouwen de lange trap af naar beneden. Roisin, die straalde van geluk, had niet in de gaten hoe Julia met harde, argwanende ogen naar haar keek.Tegen de avond kwamen ze weer thuis. Evelyn was inmiddels naar zijn werk, dus aten ze wat en daarna ging Roisin voor de televisie zitten. Julia had al die tijd nauwelijks gesproken. Op een bepaald moment ging ze achter Roisin staan en zei, ineens niet afwerend meer maar kwetsbaar: "Het spijt me dat ik zo doe, Roisin. Maar het is zo moeilijk om mensen te vertrouwen."Roisin sprong op, blij dat haar zus eindelijk contact zocht.
Julia ging verder: "Mensen van vroeger bedoel ik. Evelyn vertrouw ik, en Dylan, en mijn schoonouders. Maar ik voel dat degene die me van het leven beroofd heeft tot mijn oude kringetje behoort. Het was beslist geen vreemde, het was zelfs iemand van wie ik hield. Dat betekent dus dat ook jij dat kan zijn."De tranen sprongen Roisin in haar ogen. "Denk je dat echt?", hakkelde ze. "Hoe kun je dat nou denken, Julia!?"
"Dat moet je niet persoonlijk opvatten, Roisin. Jarenlang heb ik in een soort nachtmerrieachtig vacuüm verkeerd, dat kan ik niet zomaar van me afschudden. En bovendien is er iets grondig mis met mijn geheugen. Er is een fiks zwart gat en geloof me, dat is doodeng."
"Kun je je werkelijk helemaal niks meer herinneren?", vroeg Roisin.Julia vertelde haar de herinnering die ze ook met Evelyn gedeeld had. Het water, de zon, de doodsangst, de verbijstering en het verdriet."Maar weet je helemaal niet meer wat daaraan voorafging?", vroeg Roisin. "Lars' Disco-Tech, het afstudeerfeestje?" Met een licht verwarde blik keek Julia haar aan. "De meesten van ons waren al naar huis gegaan, maar jij bleef achter met een paar mensen. Op een gegeven moment zagen ze hoe je stond te telefoneren. Je hebt afscheid genomen en bent verdwenen."Ineens leek het alsof het wolkendek in Julia's geheugen heel even open trok. Ze zag zichzelf dansen. Ze voelde haar mobieltje trillen. Ze voelde de vreugde die dat telefoontje teweeg bracht. En het volgende moment zag ze zichzelf voor een huis.Uit alle macht probeerde ze zich meer te herinneren, maar het gat in de wolken was weer dichtgetrokken. Ze schudde haar hoofd. "Ik herinner me niks", zei ze verdrietig.Toen Evelyn na zijn werk thuiskwam - het was inmiddels tot de geestenwereld doorgedrongen dat hij een geestenkind had, hetgeen hem een beroemdheid maakte in die kringen - vond hij Julia diep in slaap. Stilletjes kroop hij naast haar, sloeg een arm om haar heen en was ook snel vertrokken.De volgende ochtend trof hij een strijdbare Julia aan."Vanaf nu gooi ik het roer om", zei ze. "Ik heb geen zin meer om me te verbergen, ik wil weer écht gaan leven! Ik begin meteen, met een baan."
"Ja, okay", zei Evelyn. "Maar ik ga met je mee."Dus gingen ze naar het centrum. Julia registreerde zich als schrijfster - "jij hebt de lezers vast een hoop te vertellen", reageerde de loketbeamte enthousiast - en wandelde daarna het park in, waar Evelyn met Rosalyn aan het spelen was."Dá! Dá!", riep het meisje, en wees naar een speeltoestelletje.
"Nou, vooruit", lachte Evelyn en tilde haar erop.En vervolgens wilde ze er natuurlijk nooit meer af. "Je bent met recht een spook", grinnikte Evelyn. "Kom, we gaan jou eens leren lopen."Ondertussen merkten zowel Evelyn als Julia, dat de mensen hen een beetje leken te mijden. En ze waren heel bang dat dat aan hun angst voor Rosalyn lag. Sommigen konden zich namelijk niet bedwingen en maakten tijdens het passeren walgende bewegingen, hetgeen de jonge ouders natuurlijk diep krenkte.Uiteindelijk kwam er toch iemand op Julia aflopen. "Ken je met nog?", vroeg hij joviaal.
"Kyle!", riep Julia blij. "Dus jij banjert hier ook nog steeds rond?"
"Niet weg te krijgen", grinnikte de oudere man en knipoogde. "Maar hoe is het met jou? Wat een verhaal, mijn lieve kind!"Toen ze thuiskwamen ging Julia een late lunch klaarmaken, terwijl Rosalyn met haar blokjes ging spelen en Evelyn de krant van die ochtend pakte. Vijf minuten later hoorde Julia ineens een geërgerde kreet vanuit de kamer. "Wat is er?", vroeg ze geschrokken, toen ze zijn grimmige blik zag.Evelyn gaf haar de krant."Mijn tweelingbroer", legde Evelyn met een geërgerde blik uit. "Ik hoop niet dat dit waar is. Waarom moet hij zonodig hier komen wonen?"
"Boos? Welnee. Je schaamde je natuurlijk kapot, zou ik ook doen", reageerde Dylan hardvochtig. "Ik ben wel een beetje jaloers op je. Want hoe goed ik ook ben met de geesten, dit heb ik toch nog nooit gepresteerd." Gelukkig zag Evelyn aan de ondeugende twinkeling in Dylans ogen dat hij het allemaal vrij luchtig opnam - zoals Dylan altijd alles in het leven luchtig opnam - en opgelucht vroeg hij of zijn neef zin had Julia te ontmoeten."Hemeltjelief wat een oud barrel is dit toch", mopperde Dylan, toen ze naar huis reden. "Ik heb het gevoel dat ik op de grond zit."
"Mij bevalt hij nog steeds prima", zei Evelyn. "Ik vind het wel wat hebben om boven mijn passagiers verheven te zijn. Vooral als jij het bent."Even later schudden Dylan en Julia elkaar de hand.
"Ik ken jou wel", zei Julia zacht. "Jij werkt op het kerkhof en speelde vaak gitaar. Ik hou van gitaar."
"Ik heb jou nooit gezien", zei Dylan een beetje verbaasd. "Wel je graf tot het moment dat mijn geachte neefje het jatte, maar nooit jou.""Een geest kun je alleen maar zien wanneer de geest dat wil", zei Julia kort. En toen, volslagen onverwacht: "Heb je soms zin in een spelletje Koning Kegel?" "Oh, ja, tuurlijk", antwoordde Dylan een beetje beduusd.Later kwam Dylan naar boven, terwijl Julia beneden wat ging schrijven, en trof Evelyn met de kleine Rosalyn aan."Ik wil je even waarschuwen", zei hij en keek ineens dodelijk ernstig. "Julia is bang."
"Bang?", vroeg Evelyn."Iemand heeft haar vermoord en ze heeft geen idee wie. Nu leeft ze weer en ik wil je niet de stuipen op het lijf jagen, maar de kans bestaat dat ze gevaar loopt." Hij nam afscheid en liet Evelyn als versteend achter. Hier had hij namelijk nog geen seconde bij stil gestaan en dat vond hij vrij dom van zichzelf. Hij vroeg zich af waarom Julia die angst niet met hem had gedeeld, maar wel met Dylan. Diep in gedachten verzonken zette hij Rosalyn op het potje en bracht haar naar bed.Daarna kookte hij en terwijl ze samen zaten te eten legde hij voorzichtig op tafel wat Dylan gezegd had. Ongelukkig keek Julia hem aan. "Ik heb het er niet me jou over gehad, omdat ik precies wist wat er zou gebeuren. Namelijk dit: jij maakt je onmiddellijk enorme zorgen."Later in bed hield hij haar stevig vast, kuste haar en zei dat ze er maar aan moest wennen dat hij erg zuinig op haar was.De tweede die Evelyn inlichtte was natuurlijk Roisin en zijn angst dat ze hem iets kwalijk zou nemen bleek gelukkig ongegrond.
"Mijn zusje heeft altijd indruk gemaakt op jongens", zei ze plagerig. "Haar aantrekkingskracht strekt zich kennelijk uit tot in het hiernamaals."Ze kon eigenlijk ook onmogelijk boos zijn, want haar vreugde over het feit dat haar zusje weer bleek te leven was werkelijk met geen pen te beschrijven. Helaas echter verliep het weerzien heel stroef. Julia's hazelnootkleurige ogen leken bijna zwart toen ze Roisin, na diens omhelzing, aankeek en zich vervolgens omdraaide en wegliep.Verbaasd en diep ongelukkig keek Roisin Evelyn aan en liep toen achter haar zus aan."Julia, heb je zin om met me naar het dorp te gaan? Je zult vanaf nu toch onder de mensen moeten komen en samen met mij is dat misschien prettiger."
Hulpzoekend keek ze naar Evelyn, die onmiddellijk aanhaakte: "Dat is een goed idee, Julia. Je zus kent dezelfde mensen als jij en kan dus makkelijker gesprekken overnemen als het teveel wordt voor je."Julia haalde haar schouders op en even later daalden de twee jonge vrouwen de lange trap af naar beneden. Roisin, die straalde van geluk, had niet in de gaten hoe Julia met harde, argwanende ogen naar haar keek.Tegen de avond kwamen ze weer thuis. Evelyn was inmiddels naar zijn werk, dus aten ze wat en daarna ging Roisin voor de televisie zitten. Julia had al die tijd nauwelijks gesproken. Op een bepaald moment ging ze achter Roisin staan en zei, ineens niet afwerend meer maar kwetsbaar: "Het spijt me dat ik zo doe, Roisin. Maar het is zo moeilijk om mensen te vertrouwen."Roisin sprong op, blij dat haar zus eindelijk contact zocht.
Julia ging verder: "Mensen van vroeger bedoel ik. Evelyn vertrouw ik, en Dylan, en mijn schoonouders. Maar ik voel dat degene die me van het leven beroofd heeft tot mijn oude kringetje behoort. Het was beslist geen vreemde, het was zelfs iemand van wie ik hield. Dat betekent dus dat ook jij dat kan zijn."De tranen sprongen Roisin in haar ogen. "Denk je dat echt?", hakkelde ze. "Hoe kun je dat nou denken, Julia!?"
"Dat moet je niet persoonlijk opvatten, Roisin. Jarenlang heb ik in een soort nachtmerrieachtig vacuüm verkeerd, dat kan ik niet zomaar van me afschudden. En bovendien is er iets grondig mis met mijn geheugen. Er is een fiks zwart gat en geloof me, dat is doodeng."
"Kun je je werkelijk helemaal niks meer herinneren?", vroeg Roisin.Julia vertelde haar de herinnering die ze ook met Evelyn gedeeld had. Het water, de zon, de doodsangst, de verbijstering en het verdriet."Maar weet je helemaal niet meer wat daaraan voorafging?", vroeg Roisin. "Lars' Disco-Tech, het afstudeerfeestje?" Met een licht verwarde blik keek Julia haar aan. "De meesten van ons waren al naar huis gegaan, maar jij bleef achter met een paar mensen. Op een gegeven moment zagen ze hoe je stond te telefoneren. Je hebt afscheid genomen en bent verdwenen."Ineens leek het alsof het wolkendek in Julia's geheugen heel even open trok. Ze zag zichzelf dansen. Ze voelde haar mobieltje trillen. Ze voelde de vreugde die dat telefoontje teweeg bracht. En het volgende moment zag ze zichzelf voor een huis.Uit alle macht probeerde ze zich meer te herinneren, maar het gat in de wolken was weer dichtgetrokken. Ze schudde haar hoofd. "Ik herinner me niks", zei ze verdrietig.Toen Evelyn na zijn werk thuiskwam - het was inmiddels tot de geestenwereld doorgedrongen dat hij een geestenkind had, hetgeen hem een beroemdheid maakte in die kringen - vond hij Julia diep in slaap. Stilletjes kroop hij naast haar, sloeg een arm om haar heen en was ook snel vertrokken.De volgende ochtend trof hij een strijdbare Julia aan."Vanaf nu gooi ik het roer om", zei ze. "Ik heb geen zin meer om me te verbergen, ik wil weer écht gaan leven! Ik begin meteen, met een baan."
"Ja, okay", zei Evelyn. "Maar ik ga met je mee."Dus gingen ze naar het centrum. Julia registreerde zich als schrijfster - "jij hebt de lezers vast een hoop te vertellen", reageerde de loketbeamte enthousiast - en wandelde daarna het park in, waar Evelyn met Rosalyn aan het spelen was."Dá! Dá!", riep het meisje, en wees naar een speeltoestelletje.
"Nou, vooruit", lachte Evelyn en tilde haar erop.En vervolgens wilde ze er natuurlijk nooit meer af. "Je bent met recht een spook", grinnikte Evelyn. "Kom, we gaan jou eens leren lopen."Ondertussen merkten zowel Evelyn als Julia, dat de mensen hen een beetje leken te mijden. En ze waren heel bang dat dat aan hun angst voor Rosalyn lag. Sommigen konden zich namelijk niet bedwingen en maakten tijdens het passeren walgende bewegingen, hetgeen de jonge ouders natuurlijk diep krenkte.Uiteindelijk kwam er toch iemand op Julia aflopen. "Ken je met nog?", vroeg hij joviaal.
"Kyle!", riep Julia blij. "Dus jij banjert hier ook nog steeds rond?"
"Niet weg te krijgen", grinnikte de oudere man en knipoogde. "Maar hoe is het met jou? Wat een verhaal, mijn lieve kind!"Toen ze thuiskwamen ging Julia een late lunch klaarmaken, terwijl Rosalyn met haar blokjes ging spelen en Evelyn de krant van die ochtend pakte. Vijf minuten later hoorde Julia ineens een geërgerde kreet vanuit de kamer. "Wat is er?", vroeg ze geschrokken, toen ze zijn grimmige blik zag.Evelyn gaf haar de krant."Mijn tweelingbroer", legde Evelyn met een geërgerde blik uit. "Ik hoop niet dat dit waar is. Waarom moet hij zonodig hier komen wonen?"