Generatie 21 - deel 37, Ishmael
Op een luie zaterdagmiddag wandelde er een vreemd uitgedoste man de tuin van het appartementencomplex in. Alleen Daryl was thuis. Hij was net klaar met ontbijten toen er een luid kabaal klonk. Hij liep naar het raam en zag iemand op het tuinpad.
"Kan ik u ergens mee helpen?", vroeg Daryl terwijl hij naar hem toe liep.
Beleefd stak de jongeman zijn hand uit: "Aangenaam, mijn naam is Rohn. Ik kom alleen wat rondkijken hier."
Bevreemd keek Daryl hem aan. "Hoezo? Dat... hebben we liever niet", antwoordde hij stamelend. "Dit is privéterrein. Waar komt u vandaan?" Het was duidelijk dat de man buitenaardse trekken had.
De ander glimlachte beleefd. "Dat zou je toch niets zeggen vermoed ik. Ik kom in vrede, een routineklus om te kijken of alles hier rustig is."
"Rustig... is?"
"Geen oorlog", vulde de ander kort aan.
"Oh, nee, het is geen oorlog, niet hier althans", reageerde Daryl, nog steeds verbouwereerd. Hij snapte niet zo goed waarom een buitenaards wezen zich zou bekommeren om aardse oorlogen.
"Goed!", klonk het monter. Dan kan ik me wel een beetje gaan vermaken." Hij wees naar het basketbalnet. "Mag ik? Altijd al eens willen doen."
"Eh, ja... ja, natuurlijk." Hoewel hij de indruk had gewekt nog nooit een basketbal vast te hebben gehad met zijn 'altijd al eens willen doen', bleek de kerel een professional. Daryl stond gebiologeerd toe te kijken hoe de ander de ene na de andere bal door het net speelde en na tien minuten liep hij terug naar binnen om zich aan te kleden. Toen hij later weer buiten kwam, was Rohn verdwenen. Met een lege zaterdag voor zich, besloot hij dat het misschien een goed idee was naar de oude woonboot te fietsen die hij een tijdje terug gevonden had, om te zien of ze een schildersbaantje voor hem hadden. Ditmaal had hij meer geluk, er was iemand thuis. "Kom verder", zei de oude man die opendeed hartelijk. "Een baantje? Wat zou je hier willen doen dan?"
Binnen bleek het povertjes ingericht en versleten. En echt schoon was het ook niet. "Ik zag dat uw boot wel een likje verf kan gebruiken", lichtte Daryl toe terwijl hij om zich heen keek. "Ik zou dat tegen betaling kunnen doen voor u."
Twee chocoladebruine ogen keken hem vriendelijk aan. "Hoeveel zou je daarvoor willen hebben dan?"
Daryl noemde een bedrag. Zonder iets te zeggen schuifelde het mannetje de kamer uit en liep naar buiten. Daryl volgde hem en zag dat hij naar boven klom, naar het dak. "Mag ik komen?', riep hij.
"Natuurlijk", klonk het. De man bleek in een stoel te zijn gaan zitten en gebaarde naar Daryl hetzelfde te doen.
"Zo, dat is gezellig", verzuchtte hij, "Welkom op de Nooitlek."
"Heet uw boot zo? De Nooitlek? Leuke naam."
"Vind je? Ik heb hem uit een boek, maar het klopt wel. Het mag dan een oude badkuip zijn, hij is nooit lek. "Maar kan ik hem nou voor uw opschilderen?", kwam Daryl terzake.
"Hmmm", zei de man. Daarna werd het stil. Daryl wilde niet gaan zeuren en bovendien zat hij wel lekker hier. Er blies een zacht windje, beneden klotste het water zachtjes tegen de boot en het zonnetje scheen. Na een tijdje was het het mannetje dat de stilte verbrak."Hoe heet je?", vroeg hij.
Daryl zei zijn naam. De ander knikte afwezig, tikte tegen zijn borst en zei: "Ishmael."
"Is dat uw naam? Aangenaam."
"Heb jij misschien trek in worstjes, Daryl?"
Het was lunchtijd dus dat had Daryl zeker. Even later klauterde hij de ladder af om in opdracht worstjes uit de koelkast te gaan halen. Langzamerhand kreeg hij de indruk dat Ishmael vooral zijn aanwezigheid waardeerde, ook al werd er niet veel gezegd. Zou hij eenzaam zijn? Toen de worstjes gaar waren, daalden ze af naar de kamer om ze daar aan tafel op te eten.
"Vertel me eens iets over jezelf", nodigde Ishmael hem uit. "Kom je van hier?"
Daryl knikte. "Geboren en getogen." Hij vertelde dat hij in een appartementencomplex woonde met zijn moeder en zijn zusje, dat ze een kat hadden en dat hij nog op school zat.
"En heb je het daar naar je zin?"
Daryl nam een hap, zodat hij geen antwoord hoefde te geven.
"School is belangrijk", vervolgde de ander en toen was het weer een poosje stil. Toen zijn bord leeg was, keek Ishmael hem aan."Ik zou je dolgraag dat baantje geven jongen", zei hij, "maar helaas heb ik daar het geld niet voor. Ik heb niet eens geld voor verf en kwasten, laat staan voor iemand om het erop te smeren. Het spijt me dat ik je aan het lijntje heb gehouden, maar ik hoop dat de worstjes je hebben gesmaakt."
"Dat hebben ze zeker", antwoordde Daryl, "en het geeft niet. Ik vind het vervelend voor u dat u het niet breed heeft, dank u voor de hotdogs."Daarna klauterde hij naar boven om de barbecue schoon te maken en de overgebleven hotdogs in de koelkast te zetten en toen ging hij naar huis. Cameron, Jodie en Paul hadden ondertussen een dagje festival achter de rug. Paul was in de wolken, want hij had zowaar gedurfd Esmeralda aan te spreken en ze hadden zelfs even samen gerolschaatst. Dat verliep niet helemaal vlekkeloos, maar gelukkig had Esmeralda hartelijk moeten lachen. De volgende ochtend trof Daryl hem in zijn poppengedaante aan, iets waarvan hij niet eens wist dat het nog mogelijk was.
"Dit is zoals ik hem al die jaren gezien heb", verklaarde hij richting zijn moeder en zijn zus en toen richting Paul: "Waarom doe je dit?"
"Ik ben maar een lelijke pop", was het enige wat die uitbracht. "Dan kan ik me maar beter weer zo gedragen ook."
"Heeft hij een blauwtje gelopen?", vroeg Daryl aan Cameron. "Deed Esmeralda lelijk tegen hem?"
"Voor zover ik weet niet", antwoordde die. "Waarom vraag je het haar nou niet gewoon", drong Daryl later aan, toen Paul zijn gewone gedaante weer had aangenomen. "Misschien vindt ze het juist wel leuk dat je bijzonder bent. Er is echt maar één manier om daar achter te komen."
Paul zuchtte en liep naar buiten. Toen pakte hij in een opwelling zijn telefoon en belde haar. Zonder zich de ruimte te gunnen te twijfelen. "Hoi..., ik..., ik wil je wat vragen", hoorde hij zichzelf even later stotteren."
Voor hij verder kon gaan onderbrak ze hem.
"Zal ik naar je toe komen? Ik ben stom toevallig bij jullie in de buurt. Of ben je niet thuis?"
"Ja, ja, ik ben, eh, thuis, eh..."
"Ok, tot zo!" Het had beschamend kunnen aflopen, hij overviel haar duidelijk met zijn impuls-kus. Maar hij had zich zorgen om niks gemaakt. Ze glimlachte lief naar hem en zei zachtjes: "Ik jou ook."
"Wil je mijn vriendinnetje zijn?"
"Graag." "Wat doen jullie nou!?", klonk het ineens geschokt. "Staan jullie nou te zoenen!? Gatver! Hij is een pop, weet je dat wel? Een póp!"
Ze hadden Jodie helemaal niet horen naderen. Paul wist zich met zijn houding geen raad, maar Esmeralda ontplofte.
"Wat valt me dit van jou tegen, Jodie Kobayne!", brieste ze. "Hoe durf je!" En toen tegen Paul: "Pik je dit?"
Paul staarde geschrokken naar beneden, zonder iets te zeggen, en Jodie kon wel door de grond zakken. Wat had haar bezield! Maar in plaats van haar excuses aan te bieden, draaide ze zich om en rende naar binnen. 's Avonds, toen ze wat gekalmeerd was, liep ze naar Paul toe en legden ze het bij. Dat kostte weinig moeite, want Paul had een zachtaardig karakter en ze kon aan hem merken dat hij niets liever wilde dan haar vergeven zodat alles weer goed was. Dat voelde niet helemaal ok, omdat ze zich tegelijkertijd realiseerde dat ze hem precies op zijn meest zwakke plek geraakt had. Zijn onzekerheid. In dat opzicht was haar uitbarsting onvergeeflijk en in de dagen erna merkte ze aan Esmeralda dat die haar er inderdaad minder makkelijk mee weg liet komen. Ze kon eigenlijk zelf ook niet zo goed verklaren waarom ze zo lelijk uit de hoek was gekomen, in plaats van gewoon blij te zijn voor hen."Jaloezie", reageerde Daryl hard, toen hij het hoorde en waarschijnlijk had hij daar gelijk in. Niet lang daarna vierde Paul zijn verjaardag, wat de prille verkering in de ijskast deed belanden, ook omdat hij vrijwel meteen naar de universiteit vertrok om Technologie te gaan studeren. Voor Daryl was dit een bittere pil. Vandaag had ook zijn verjaardag moeten zijn. Sterker, jaren geleden had hij de volwassenheid al moeten bereiken, want ook toen Paul nog een denkbeeldig vriendje was geweest dat pas opgroeide zodra hij dat deed, was hij steeds blijven hangen in leeftijd. Er was duidelijk iets mis met hem en hij had geen flauw benul wat. Jodie besloot nogmaals met haar vader te gaan praten. Ze had Lance geschreven, zoals ze van plan was geweest, maar zoals River al had voorspeld, was er geen antwoord gekomen. Uiteindelijk had ze haar moeder voorzichtig benaderd en uitgelegd wat ze had gedaan en waarom, maar dat had slechts een luidruchtig gesnuif tot gevolg gehad."Daryls vader? Lance? Lieve kind, serieus, zet dat uit je hoofd. Die heeft zich nog nooit om iemand bekommerd, met uitzondering misschien van River en ik betwijfel of hij weet wat er met Daryl aan de hand is. Hij is geen dokter hoor. En bovennatuurlijk is hij ook zeer beslist niet."Maar Jodie liet zich niet zomaar afpoeieren. "Maar wat wil je dat ik doe?", vroeg River. "En waarom komt Daryl hier niet zelf mee? Misschien heeft hij er net zomin behoefte aan als mijn vader en dénk jij alleen maar dat hij geholpen is bij een ontmoeting."
"Het gaat er niet alleen om hem te ontmoeten, hij lijdt wel degelijk onder het feit dat zijn ontwikkeling achterblijft zonder dat hij snapt waarom. En niemand snapt het. Oma leeft ook langer omdat ze een djinn is, maar volgens haar begon dat pas op te vallen toen ze volwassen was, niet als kind. Dat is het mysterieuze eraan." River herhaalde dat hij het vervelend vond, maar dat hij zich tegelijkertijd niet kon voorstellen dat Lance haar verder kon helpen. "Die is zo normaal als wat, geen djinn. Ook al is zijn vrouw er een."Jodie wandelde de kamer in waar Esmeralda zat. De twee hadden hun ruzie inmiddels bijgelegd en ook Esmeralda had haar vergeven. Als Jodie maar goed besefte dat ze van plan was met Paul te trouwen zodra ze volwassen werd. Kind, had Jodie gezegd, mijn zegen heb je, ook al vind ik jullie nog wat jong.""Ik heb niks aan papa", zuchtte ze treurig en ging naast haar zus zitten. "Waarom ben je er eigenlijk zo van overtuigd dat die Lance antwoorden heeft?", vroeg Esmeralda.
"Die Lance...", herhaalde Jodie. "Hij is onze opa, hè? Besef je dat? Raar idee toch, dat papa's vader ook de vader is van mijn broer. Heb jij hem weleens ontmoet?" "Niemand van ons", mengde hun broertje Cesar zich in het gesprek. "Alleen papa kent hem goed. Hij zit altijd een beetje over hem op te scheppen en Daryl vindt hem ook geweldig geloof ik, maar volgens mij is het nogal een niksnut."
"Hoe kom je daarbij?", vroeg Jodie. "Je lijkt mijn moeder wel.""En tante Columbine", haalde Cesar zijn schouders op. "Maar ik vind het heel rot voor Daryl dat er iets mis is met zijn gezondheid." Intussen stond thuis in de tuin Rohn onverwacht voor Daryls neus.
"Nog steeds geen oorlog hier", sprak die droog. "Of kwam je dat niet onderzoeken?"
"Is dat sarcasme?", vroeg Rohn. "Ik heb gehoord dat menselijke wezens daar dol op zijn. Ik kwam eigenlijk basketballen. Cameron kwam naar buiten en Daryl stelde haar voor aan de alien.
"Wat leuk om je te ontmoeten", zei ze opgetogen, "normaal lezen we alleen af en toe een berichtje over jullie in de krant. Heb je ook een ruimteschip?"
Rohn knikte en wees omhoog, maar ze zagen niets dan de blauwe lucht. Toen Jodie thuiskwam, bleek ze danig onder de indruk van hun gast. Daryl snapte niet zo goed wat ze in hem zag, echt knap kon hij zijn nieuwe vriend niet direct vinden, maar aan zijn zusje's gesnater kon hij merken dat ze het nogal te pakken had. Kennelijk liet het Rohn niet onberoerd een bewonderaar te hebben, want het leek warempel wel alsof hij zich een beetje begon uit te sloven. Eerst door te schermen met zijn vermogen positieve stralen in iemands brein te pompen en vervolgens door Jodie een ritje in zijn ruimteschip aan te bieden."Eh... waar wilde je heen?", kwam Daryl bezorgd tussenbeide.
"Waar zij heen wil", zei Rohn. "Kalm maar, ik wil haar niet ontvoeren."
"Doe niet zo stom, Daryl", reageerde Jodie kribbig. "We gaan gewoon naar het festival in het centrum en dan komen we weer terug." Het werd later dan gepland, maar het was gewoon zo gezellig en het klikte zo verbazingwekkend goed. Ze wisten beiden dat het nergens toe kon leiden omdat Jodie nog te jong was, dus er werd niets uitgesproken. Maar gevoelens lieten zich niet dicteren. Wat er na verloop van tijd in resulteerde dat Rohn koeler tegen haar werd dan hij wilde en haar uiteindelijk aan haar lot overliet. Nadat hij haar een tijdje genegeerd had, wandelde hij weg en even later zag ze hem zelfs vertrekken. Wat vervelend was, aangezien ze geen vervoer bij zich had. En toen begon het te sneeuwen. Jodie had nog nooit in haar leven sneeuw gezien, in Cielo Insolar sneeuwde het immers nooit? Maar nu stak er een ijzige wind op en dwarrelde er dikke vlokken uit de lucht. Het volgende moment stond Rohn weer naast haar."Je dacht toch niet dat ik je in de steek zou laten?", zei hij. "Kom, mijn ruimteschip hangt ergens om het weer te beïnvloeden, dus we zullen op een andere manier naar huis moeten."
"Heb jij voor dit weer gezorgd?", vroeg Jodie verbijsterd.
"Mooi toch?", grinnikte Rohn en overhandigde haar een winterjas.
Beleefd stak de jongeman zijn hand uit: "Aangenaam, mijn naam is Rohn. Ik kom alleen wat rondkijken hier."
Bevreemd keek Daryl hem aan. "Hoezo? Dat... hebben we liever niet", antwoordde hij stamelend. "Dit is privéterrein. Waar komt u vandaan?" Het was duidelijk dat de man buitenaardse trekken had.
De ander glimlachte beleefd. "Dat zou je toch niets zeggen vermoed ik. Ik kom in vrede, een routineklus om te kijken of alles hier rustig is."
"Rustig... is?"
"Geen oorlog", vulde de ander kort aan.
"Oh, nee, het is geen oorlog, niet hier althans", reageerde Daryl, nog steeds verbouwereerd. Hij snapte niet zo goed waarom een buitenaards wezen zich zou bekommeren om aardse oorlogen.
"Goed!", klonk het monter. Dan kan ik me wel een beetje gaan vermaken." Hij wees naar het basketbalnet. "Mag ik? Altijd al eens willen doen."
"Eh, ja... ja, natuurlijk." Hoewel hij de indruk had gewekt nog nooit een basketbal vast te hebben gehad met zijn 'altijd al eens willen doen', bleek de kerel een professional. Daryl stond gebiologeerd toe te kijken hoe de ander de ene na de andere bal door het net speelde en na tien minuten liep hij terug naar binnen om zich aan te kleden. Toen hij later weer buiten kwam, was Rohn verdwenen. Met een lege zaterdag voor zich, besloot hij dat het misschien een goed idee was naar de oude woonboot te fietsen die hij een tijdje terug gevonden had, om te zien of ze een schildersbaantje voor hem hadden. Ditmaal had hij meer geluk, er was iemand thuis. "Kom verder", zei de oude man die opendeed hartelijk. "Een baantje? Wat zou je hier willen doen dan?"
Binnen bleek het povertjes ingericht en versleten. En echt schoon was het ook niet. "Ik zag dat uw boot wel een likje verf kan gebruiken", lichtte Daryl toe terwijl hij om zich heen keek. "Ik zou dat tegen betaling kunnen doen voor u."
Twee chocoladebruine ogen keken hem vriendelijk aan. "Hoeveel zou je daarvoor willen hebben dan?"
Daryl noemde een bedrag. Zonder iets te zeggen schuifelde het mannetje de kamer uit en liep naar buiten. Daryl volgde hem en zag dat hij naar boven klom, naar het dak. "Mag ik komen?', riep hij.
"Natuurlijk", klonk het. De man bleek in een stoel te zijn gaan zitten en gebaarde naar Daryl hetzelfde te doen.
"Zo, dat is gezellig", verzuchtte hij, "Welkom op de Nooitlek."
"Heet uw boot zo? De Nooitlek? Leuke naam."
"Vind je? Ik heb hem uit een boek, maar het klopt wel. Het mag dan een oude badkuip zijn, hij is nooit lek. "Maar kan ik hem nou voor uw opschilderen?", kwam Daryl terzake.
"Hmmm", zei de man. Daarna werd het stil. Daryl wilde niet gaan zeuren en bovendien zat hij wel lekker hier. Er blies een zacht windje, beneden klotste het water zachtjes tegen de boot en het zonnetje scheen. Na een tijdje was het het mannetje dat de stilte verbrak."Hoe heet je?", vroeg hij.
Daryl zei zijn naam. De ander knikte afwezig, tikte tegen zijn borst en zei: "Ishmael."
"Is dat uw naam? Aangenaam."
"Heb jij misschien trek in worstjes, Daryl?"
Het was lunchtijd dus dat had Daryl zeker. Even later klauterde hij de ladder af om in opdracht worstjes uit de koelkast te gaan halen. Langzamerhand kreeg hij de indruk dat Ishmael vooral zijn aanwezigheid waardeerde, ook al werd er niet veel gezegd. Zou hij eenzaam zijn? Toen de worstjes gaar waren, daalden ze af naar de kamer om ze daar aan tafel op te eten.
"Vertel me eens iets over jezelf", nodigde Ishmael hem uit. "Kom je van hier?"
Daryl knikte. "Geboren en getogen." Hij vertelde dat hij in een appartementencomplex woonde met zijn moeder en zijn zusje, dat ze een kat hadden en dat hij nog op school zat.
"En heb je het daar naar je zin?"
Daryl nam een hap, zodat hij geen antwoord hoefde te geven.
"School is belangrijk", vervolgde de ander en toen was het weer een poosje stil. Toen zijn bord leeg was, keek Ishmael hem aan."Ik zou je dolgraag dat baantje geven jongen", zei hij, "maar helaas heb ik daar het geld niet voor. Ik heb niet eens geld voor verf en kwasten, laat staan voor iemand om het erop te smeren. Het spijt me dat ik je aan het lijntje heb gehouden, maar ik hoop dat de worstjes je hebben gesmaakt."
"Dat hebben ze zeker", antwoordde Daryl, "en het geeft niet. Ik vind het vervelend voor u dat u het niet breed heeft, dank u voor de hotdogs."Daarna klauterde hij naar boven om de barbecue schoon te maken en de overgebleven hotdogs in de koelkast te zetten en toen ging hij naar huis. Cameron, Jodie en Paul hadden ondertussen een dagje festival achter de rug. Paul was in de wolken, want hij had zowaar gedurfd Esmeralda aan te spreken en ze hadden zelfs even samen gerolschaatst. Dat verliep niet helemaal vlekkeloos, maar gelukkig had Esmeralda hartelijk moeten lachen. De volgende ochtend trof Daryl hem in zijn poppengedaante aan, iets waarvan hij niet eens wist dat het nog mogelijk was.
"Dit is zoals ik hem al die jaren gezien heb", verklaarde hij richting zijn moeder en zijn zus en toen richting Paul: "Waarom doe je dit?"
"Ik ben maar een lelijke pop", was het enige wat die uitbracht. "Dan kan ik me maar beter weer zo gedragen ook."
"Heeft hij een blauwtje gelopen?", vroeg Daryl aan Cameron. "Deed Esmeralda lelijk tegen hem?"
"Voor zover ik weet niet", antwoordde die. "Waarom vraag je het haar nou niet gewoon", drong Daryl later aan, toen Paul zijn gewone gedaante weer had aangenomen. "Misschien vindt ze het juist wel leuk dat je bijzonder bent. Er is echt maar één manier om daar achter te komen."
Paul zuchtte en liep naar buiten. Toen pakte hij in een opwelling zijn telefoon en belde haar. Zonder zich de ruimte te gunnen te twijfelen. "Hoi..., ik..., ik wil je wat vragen", hoorde hij zichzelf even later stotteren."
Voor hij verder kon gaan onderbrak ze hem.
"Zal ik naar je toe komen? Ik ben stom toevallig bij jullie in de buurt. Of ben je niet thuis?"
"Ja, ja, ik ben, eh, thuis, eh..."
"Ok, tot zo!" Het had beschamend kunnen aflopen, hij overviel haar duidelijk met zijn impuls-kus. Maar hij had zich zorgen om niks gemaakt. Ze glimlachte lief naar hem en zei zachtjes: "Ik jou ook."
"Wil je mijn vriendinnetje zijn?"
"Graag." "Wat doen jullie nou!?", klonk het ineens geschokt. "Staan jullie nou te zoenen!? Gatver! Hij is een pop, weet je dat wel? Een póp!"
Ze hadden Jodie helemaal niet horen naderen. Paul wist zich met zijn houding geen raad, maar Esmeralda ontplofte.
"Wat valt me dit van jou tegen, Jodie Kobayne!", brieste ze. "Hoe durf je!" En toen tegen Paul: "Pik je dit?"
Paul staarde geschrokken naar beneden, zonder iets te zeggen, en Jodie kon wel door de grond zakken. Wat had haar bezield! Maar in plaats van haar excuses aan te bieden, draaide ze zich om en rende naar binnen. 's Avonds, toen ze wat gekalmeerd was, liep ze naar Paul toe en legden ze het bij. Dat kostte weinig moeite, want Paul had een zachtaardig karakter en ze kon aan hem merken dat hij niets liever wilde dan haar vergeven zodat alles weer goed was. Dat voelde niet helemaal ok, omdat ze zich tegelijkertijd realiseerde dat ze hem precies op zijn meest zwakke plek geraakt had. Zijn onzekerheid. In dat opzicht was haar uitbarsting onvergeeflijk en in de dagen erna merkte ze aan Esmeralda dat die haar er inderdaad minder makkelijk mee weg liet komen. Ze kon eigenlijk zelf ook niet zo goed verklaren waarom ze zo lelijk uit de hoek was gekomen, in plaats van gewoon blij te zijn voor hen."Jaloezie", reageerde Daryl hard, toen hij het hoorde en waarschijnlijk had hij daar gelijk in. Niet lang daarna vierde Paul zijn verjaardag, wat de prille verkering in de ijskast deed belanden, ook omdat hij vrijwel meteen naar de universiteit vertrok om Technologie te gaan studeren. Voor Daryl was dit een bittere pil. Vandaag had ook zijn verjaardag moeten zijn. Sterker, jaren geleden had hij de volwassenheid al moeten bereiken, want ook toen Paul nog een denkbeeldig vriendje was geweest dat pas opgroeide zodra hij dat deed, was hij steeds blijven hangen in leeftijd. Er was duidelijk iets mis met hem en hij had geen flauw benul wat. Jodie besloot nogmaals met haar vader te gaan praten. Ze had Lance geschreven, zoals ze van plan was geweest, maar zoals River al had voorspeld, was er geen antwoord gekomen. Uiteindelijk had ze haar moeder voorzichtig benaderd en uitgelegd wat ze had gedaan en waarom, maar dat had slechts een luidruchtig gesnuif tot gevolg gehad."Daryls vader? Lance? Lieve kind, serieus, zet dat uit je hoofd. Die heeft zich nog nooit om iemand bekommerd, met uitzondering misschien van River en ik betwijfel of hij weet wat er met Daryl aan de hand is. Hij is geen dokter hoor. En bovennatuurlijk is hij ook zeer beslist niet."Maar Jodie liet zich niet zomaar afpoeieren. "Maar wat wil je dat ik doe?", vroeg River. "En waarom komt Daryl hier niet zelf mee? Misschien heeft hij er net zomin behoefte aan als mijn vader en dénk jij alleen maar dat hij geholpen is bij een ontmoeting."
"Het gaat er niet alleen om hem te ontmoeten, hij lijdt wel degelijk onder het feit dat zijn ontwikkeling achterblijft zonder dat hij snapt waarom. En niemand snapt het. Oma leeft ook langer omdat ze een djinn is, maar volgens haar begon dat pas op te vallen toen ze volwassen was, niet als kind. Dat is het mysterieuze eraan." River herhaalde dat hij het vervelend vond, maar dat hij zich tegelijkertijd niet kon voorstellen dat Lance haar verder kon helpen. "Die is zo normaal als wat, geen djinn. Ook al is zijn vrouw er een."Jodie wandelde de kamer in waar Esmeralda zat. De twee hadden hun ruzie inmiddels bijgelegd en ook Esmeralda had haar vergeven. Als Jodie maar goed besefte dat ze van plan was met Paul te trouwen zodra ze volwassen werd. Kind, had Jodie gezegd, mijn zegen heb je, ook al vind ik jullie nog wat jong.""Ik heb niks aan papa", zuchtte ze treurig en ging naast haar zus zitten. "Waarom ben je er eigenlijk zo van overtuigd dat die Lance antwoorden heeft?", vroeg Esmeralda.
"Die Lance...", herhaalde Jodie. "Hij is onze opa, hè? Besef je dat? Raar idee toch, dat papa's vader ook de vader is van mijn broer. Heb jij hem weleens ontmoet?" "Niemand van ons", mengde hun broertje Cesar zich in het gesprek. "Alleen papa kent hem goed. Hij zit altijd een beetje over hem op te scheppen en Daryl vindt hem ook geweldig geloof ik, maar volgens mij is het nogal een niksnut."
"Hoe kom je daarbij?", vroeg Jodie. "Je lijkt mijn moeder wel.""En tante Columbine", haalde Cesar zijn schouders op. "Maar ik vind het heel rot voor Daryl dat er iets mis is met zijn gezondheid." Intussen stond thuis in de tuin Rohn onverwacht voor Daryls neus.
"Nog steeds geen oorlog hier", sprak die droog. "Of kwam je dat niet onderzoeken?"
"Is dat sarcasme?", vroeg Rohn. "Ik heb gehoord dat menselijke wezens daar dol op zijn. Ik kwam eigenlijk basketballen. Cameron kwam naar buiten en Daryl stelde haar voor aan de alien.
"Wat leuk om je te ontmoeten", zei ze opgetogen, "normaal lezen we alleen af en toe een berichtje over jullie in de krant. Heb je ook een ruimteschip?"
Rohn knikte en wees omhoog, maar ze zagen niets dan de blauwe lucht. Toen Jodie thuiskwam, bleek ze danig onder de indruk van hun gast. Daryl snapte niet zo goed wat ze in hem zag, echt knap kon hij zijn nieuwe vriend niet direct vinden, maar aan zijn zusje's gesnater kon hij merken dat ze het nogal te pakken had. Kennelijk liet het Rohn niet onberoerd een bewonderaar te hebben, want het leek warempel wel alsof hij zich een beetje begon uit te sloven. Eerst door te schermen met zijn vermogen positieve stralen in iemands brein te pompen en vervolgens door Jodie een ritje in zijn ruimteschip aan te bieden."Eh... waar wilde je heen?", kwam Daryl bezorgd tussenbeide.
"Waar zij heen wil", zei Rohn. "Kalm maar, ik wil haar niet ontvoeren."
"Doe niet zo stom, Daryl", reageerde Jodie kribbig. "We gaan gewoon naar het festival in het centrum en dan komen we weer terug." Het werd later dan gepland, maar het was gewoon zo gezellig en het klikte zo verbazingwekkend goed. Ze wisten beiden dat het nergens toe kon leiden omdat Jodie nog te jong was, dus er werd niets uitgesproken. Maar gevoelens lieten zich niet dicteren. Wat er na verloop van tijd in resulteerde dat Rohn koeler tegen haar werd dan hij wilde en haar uiteindelijk aan haar lot overliet. Nadat hij haar een tijdje genegeerd had, wandelde hij weg en even later zag ze hem zelfs vertrekken. Wat vervelend was, aangezien ze geen vervoer bij zich had. En toen begon het te sneeuwen. Jodie had nog nooit in haar leven sneeuw gezien, in Cielo Insolar sneeuwde het immers nooit? Maar nu stak er een ijzige wind op en dwarrelde er dikke vlokken uit de lucht. Het volgende moment stond Rohn weer naast haar."Je dacht toch niet dat ik je in de steek zou laten?", zei hij. "Kom, mijn ruimteschip hangt ergens om het weer te beïnvloeden, dus we zullen op een andere manier naar huis moeten."
"Heb jij voor dit weer gezorgd?", vroeg Jodie verbijsterd.
"Mooi toch?", grinnikte Rohn en overhandigde haar een winterjas.