Generatie 22 - deel 6, Spleen
De weken erna ging Daryl geregeld naar de plek waar hij Ocean voor het laatst gezien had, in de hoop dat hij haar zou tegenkomen en zou kunnen uitleggen waarom hij ineens verdwenen was. Maar helaas, Ocean was spoorloos en ook andere zeemeerminnen kwam hij niet tegen. En die truc met de schelp werkte helaas niet, daar reageerde ze niet op.
Ook het eiland dat hij ontdekt had, bezocht hij opnieuw en dat was maar goed want hij vond een schatkist die hij de eerste keer gemist had en die heel wat kostbaarheden bleek te herbergen.
Het was een mooie plek en hij overwoog of hij hier misschien een huisje kon bouwen. Of op het andere eiland, dat hij gewonnen had door het avontuur van het resort te spelen. Wel met een eigen haven erbij uiteraard want hij wilde de Nooitlek kunnen aanmeren. Nooit en te nimmer zou hij die weg doen.Maar in werkelijkheid keerde hij er niet meer terug. De eilanden lagen te ver van zijn favoriete duikplekken en bovendien was hij eraan gewend geraakt dat hij zijn huis overal mee naar toe kon nemen.
Sinds hij een zeemeermin was, vond hij het heerlijk overal heen te zwemmen. De Nooitlek zorgde ervoor dat dat nooit saai werd. Zijn standplaats wisselde constant en dus was er ook variatie in zijn zwemtochten en routes. Soms deed hij hele dagen niks anders dan rondtrekken en onder water doorbrengen. Om eten hoefde hij zich niet te bekommeren, dat zwom gewoon rond. Hij hoefde het alleen maar te vangen.
Naast eten bleef de zee hem ook schatten leveren, die hij in het dorp verkocht. Het bracht hem onderhand veel meer op dan hij uitgaf in zijn eentje. Heel soms bewaarde hij iets om zijn huis mee te versieren. Dat zijn bestaan wat eenzaam was, knaagde soms maar eigenlijk gebeurde dat vanzelf. Misschien vond hij het ook wel prima om op zichzelf aangewezen te zijn. Er gingen weken voorbij dat zijn enige sociale contact bestond uit een gesprekje onder water met toevallige duikers. De zeemeerminnen leken nog steeds van de aardbodem verdwenen.
Op een namiddag vond hij op een strandje een fles met een brief erin. Die had hij al eerder gevonden en tot dusver waren ze altijd onderdeel geweest van een of ander kinderspelletje. Schipbreukelingetje spelen was een geliefde bezigheid onder de jeugd van Cielo Insolar, hij had het zelf ook vaak gedaan. Dit keer echter trof hij iets veel serieuzers aan: een eigendomsakte van een eiland dat hij - evenals de eerdere eilanden die hij ontdekt had - nog nooit eerder had zien liggen.
Ook hier vond hij een schat. En een schilderij dat hij in zijn slaapkamer ophing. 'Eigendomsakte'. Betekende dat, dat het echt zijn eiland was?Een bezoek aan het gemeentehuis leerde dat dat inderdaad het geval was, maar hij kreeg nog een schok te verwerken: hetzelfde gold voor de andere eilanden die hij ontdekt had: Aquamarijn Bank, Vluchteiland, Plunderbaai, Duikershonk en nu Diamantjeseiland, allemaal van hem. Wat moest hij ermee... Verkopen, bleek. En het bedrag dat hij ervoor kreeg was enorm. Daryl was nu, met ruim 140.000 simoleons op de bank, een rijk man.
Vreemd genoeg zorgde dat ervoor dat hij onrustig werd, niet zo goed wist wat hij aan moest met zijn leven. Tot dusver had alles in het teken gestaan van het op eigen benen leren staan en zonder baan was dat flink ploeteren geweest. Nu viel die uitdaging weg, maar gelukkiger maakte dat hem niet. Hij kon een huis kopen, of een grotere woonboot, maar iets hield hem tegen.Hij maakte zichzelf graag wijs dat het door Ishmael kwam dat hij niet wilde verhuizen, omdat die nog steeds af en toe kwam rondspoken 's nachts. Maar waar de geest aanvankelijk blij leek te zijn geweest rond te scharrelen op zijn boot en er nog steeds een band was tussen hen, daar was hij tegenwoordig griezeliger aan het worden. Vreemder. Hij schudde agressiever aan stoelen en tafels dan ooit tevoren, maakte vreugdeloze holle schatergeluiden en keek Daryl nooit meer aan. Alsof hij voelde dat dit feitelijk niet meer zijn oude bootje was, maar echt dat van Daryl. Dat voelde Daryl zelf ook zo. Eigenlijk was de verandering ingezet toen Daryl Ishmaels eigen bed had weggedaan om plaats te maken voor het tweepersoonsbed.
Wanneer Daryl zich eenzaam voelde, keerde hij altijd een paar dagen terug naar zijn ouderlijk huis. Ook al wist hij dat hij het nooit lang uithield, die paar dagen waren altijd prettig. Rohn was een vriend geworden, met zijn zus kon hij het goed vinden en hij was dol op zijn nichtje. Inmiddels geen baby meer, maar een lief peutertje dat hem graag volledig claimde wanneer hij er was, waar hij geen enkel bezwaar tegen had. Hij las voor, speelde met haar en nam haar mee naar de speeltuin.
Hij vermoedde dat het huishouden in de nabije toekomst een extra mondje te voeden zou krijgen. Net als de vorige keer sloeg Jodie ineens alcohol af en rende geregeld in allerijl naar de wc. En toen de deur van zijn oude slaapkamer een keer openstond, zag Daryl inderdaad een ledikantje staan. Nou ja, leuk natuurlijk.
Verder besloot hij zijn relatie met Isabella te herstellen. Was het eenzaamheid? Behoefte aan intimiteit? In ieder geval sex natuurlijk. Gelukkig deed ze niet al te moeilijk en was aldus de eerste die zijn geschubde benen ontdekte en hem als zeemeermin ontmaskerde.
Na een paar dagen kreeg hij een telefoontje met het verzoek wat flessen met briefjes erin te verzamelen voor een tentoonstelling. Het zou hem een tijdje bezighouden die te vinden, dus hij accepteerde de opdracht en nam afscheid."Laat tussendoor ook eens wat van je horen", zei Cameron voorzichtig. "Het lijkt wel alsof je onzichtbaar bent soms, we hebben geen idee waar je uithangt."Daryl beloofde het en vertrok.
Gewapend met het apparaatje van zijn moeder dat hij gebruikte om verzamelobjecten te vinden, had hij de collectie flessen binnen een paar dagen compleet en afgeleverd in het museum. Hij was bijna een week lang het water niet uit geweest en zodra hij zijn loon had ontvangen, dook hij meteen de zee weer in. Hij dacht er niet eens bij na, dit begon meer als zijn thuis te voelen dan het land en zijn boot.
En al die tijd kwam hij geen enkele zeemeermin tegen. Ocean niet, Salty niet, waar zaten ze?Tot hij op een avond ergens een strand was opgewandeld om een schelp op te rapen. Hij had zich net omgedraaid om terug het water in te gaan, toen hij in de verte iets zag naderen. Te langzaam voor een speedboot, te snel voor een gewone zwemmer.
Het bleek Ocean noch Salty. Geduldig wachtte hij tot de ander de oever bereikt had en aan land kwam.
"Sta je op mij te wachten?", vroeg de zeemeermin, terwijl zijn ogen even langs Daryls beschubde benen gleden. Die knikte.
"Ik heb wat vragen", zei hij. De man bleek Matteo te heten en vlakbij te wonen, in een gewoon huis.
"Kom maar even mee naar binnen", nodigde Matteo hem uit en ging hem voor. In de voortuin ontdekte Daryl twee graven, keurig afgezet door een hekje en voorzien van wat verlepte bloemen die nodig aan vervanging toe waren.
"Wie liggen daar?", vroeg hij.
"Mijn ouders", antwoordde Matteo.
"Oh, dat spijt me", reageerde Daryl geschrokken. Zo oud leek de ander hem niet. Een vroege veertiger. "Waren ze ziek?"Inmiddels stonden ze binnen.
"Ze zijn verdronken", lichtte Matteo toe. Alweer heel wat jaar geleden, tijdens het duiken. Niemand weet wat er precies gebeurd is. Ze waren een paar dagen vermist en op een dag spoelden ze aan, hier niet ver vandaan." "Wacht, verdronken? Dus ze waren geen zeemeerminnen zoals jij?"
"Nee, ik was vroeger ook geen zeemeermin. Dat is een geintje geweest van Salty. Misschien heb je hem weleens ontmoet?"
Daryl knikte. "Zeewier?", vroeg hij.
"Ja, ik neem aan dat jou hetzelfde is overkomen. Voor zover ik weet zijn er vier echte zeemeerminnen hier. Twee vrouwelijke en twee mannelijke. De rest zijn allemaal stumpers, zoals wij."Daryl keek verbaasd. Hij had zichzelf tot dusver niet als een stumper beschouwd, ook al was de transformatie geen vrije keuze geweest.
"Merk jij ook dat je langzaamaan aan het veranderen bent?", vroeg de ander zacht. "Ik slaap vannacht expres hier, maar ik merk dat ik mijn huis begin te vergeten. En dat ik het leven aan land steeds minder belangrijk begin te vinden."
Daryl knikte. "Maar ik weet niet of ik dat nou wel zo erg vind", antwoordde hij. "Het bevalt me wel."
"Echt?', vroeg de ander. "Wil je zeggen dat je nooit eenzaam bent? Wanneer is de laatste keer dat je een van de zeemeerminnen gezien hebt? Volgens mij stond je me niet voor niets op te wachten."
"Lang", gaf Daryl toe. "Maar waar ben je precies bang voor?"Matteo haalde zijn schouders op. "Dat we op een dag zullen verdwijnen", antwoordde hij. "Dat we slechts een speeltje zijn. Wie heeft jou het wier gegeven?"
"Ocean", zei Daryl, en voelde even vlinders in zijn buik.
"Ocean", glimlachte de ander dromerig. "Da's een wilde in bed nietwaar?"
Verbijsterd keek Daryl hem aan. "Wat..?", stamelde hij.
"Ah, je dacht dat ze jou had uitverkoren? Heeft ze je al naar het eiland gebracht?"
"Eiland?" Daryl voelde zich steeds onnozeler worden.
"Weet je wat, blijf vannacht maar hier slapen. Ik heb wel een slaapzak voor je, dan breng ik je er morgen heen." De volgende ochtend werd Daryl vroeg wakker. Zijn gastheer lag nog in een diepe slaap en omdat hij voelde hoe zijn lichaam schreeuwde om vocht, liet hij het bad vollopen en zakte erin. Pas toen hij een paar minuten lag, besefte hij dat hij het met ijskoud water gevuld had en dat dat hem dat op geen enkele manier deerde. Dat was toch wel vreemd. Ze ontbeten, beiden staand, met een paar stukken zeewier en vertrokken toen. Het bleek een lange tocht en Daryl zwom voorop.
"Die wolken daar", had Matteo gewezen. "Jij moet eerst, zo werkt het nu eenmaal." "En nu?", vroeg Daryl. "Dit is niet het eerste eiland dat ik ontdek. Het is mooi, maar wat moet ik hier?"
"Weet ik niet", antwoordde zijn nieuwe vriend, "maar dit is dus het Zeemeerminneneiland. Ik heb het gevoel dat dit de volgende stap is in het proces."
"Welk proces bedoel je?" Matteo zei niets, deed vervolgens of hij zijn telefoon checkte en nam toen afscheid. "Ik moet gaan, misschien zie ik je nog weleens. Als we allebei in zeeschuim zijn veranderd." Wat wist de ander wat hij nog niet wist? Probeerde Matteo hem te waarschuwen? Of was er iets anders aan de hand? Daryl had het gevoel dat er een donkere wolk boven zijn hoofd hing en was er niet gerust op, maar besloot allereerst het eiland maar te gaan verkennen. Het was groter dan de andere eilanden en hij ontdekte oude ruïnes die hem deden denken aan de duikplek met de verdronken stad. Op een gegeven moment vond hij een grote zeemeerminnenschelp. Het kon geen kwaad die nog eens te proberen, wie weet kwam Ocean en kon hij haar vragen wat hij nu eigenlijk voor haar betekende. Maar ze kwam niet. Die nacht sliep hij op het strand van Zeemeermineiland. Moederziel alleen, er was niemand die hem stoorde of gezelschap hield. Toen hij 's morgens vroeg wakker werd, strekte hij zijn stramme spieren en zwom terug naar de Nooitlek. Eigenlijk zonder plan loodste hij de schuit naar de Pareldiepte om daar te gaan duiken. Misschien wat kostbare schelpen en vissen buit maken om te verkopen, hoewel hij het geld volstrekt niet meer nodig had. Precies op het moment dat hij voor anker ging, werd hij gebeld door Rohn die dolblij meldde dat hij opnieuw vader was geworden.
"Opnieuw een meisje, ik ben goed in meisjes", schetterde het stralend door de telefoon. "Cindy hebben we haar genoemd, kom je haar bekijken?"Grinnikend feliciteerde Daryl zijn zwager en beloofde vanavond langs te komen met een kraamcadeautje. Toen hing hij op en ging het water in. Het was doodstil hier beneden. Doodstil en ijskoud, helemaal toen boven hem de zon langzamerhand onderging. Daryl zwom rond, ving vissen en raapte schelpen en vroeg zich talloze malen af waarom hij onderhand niet naar boven ging. Omdat hij voldoende gevangen had, omdat hij zich vaag herinnerde dat hij ergens heen moest, omdat de Nooitlek op hem wachtte. Maar de stilte verlamde hem, trok hem naar beneden en hield hem daar. Doelloos zweefde hij tussen de zeeplanten en de rotsen, ving af en toe een prooi maar keek hoofdzakelijk rond met zijn blik op oneindig. Op het moment dat hij Ocean zag en besefte dat zijn hart geen sprongetje maakte, wist hij dat er iets mis was. Hij begon om haar heen te cirkelen terwijl zij hetzelfde deed, maar geen moment maakten ze werkelijk contact. Daar had hij ook geen behoefte aan. Maandenlang had hij naar dit moment verlangd en nu het zover was, voelde hij slechts onverschilligheid. Toen de zon opkwam, verdween ze. Wat was haar bedoeling geweest? Kwam ze checken hoe het met hem ging? Waarom kreeg hij die gedachte? Wat viel er te checken, waarom had hij dat gevoel? Zijn hart lag kil en loodzwaar in zijn borst en nog steeds maakte hij geen aanstalten om naar boven te gaan. Zijn verstand schreeuwde hem toe dat wel te doen, maar iets ondefinieerbaars en donkers hield hem in een ijzeren greep. Uiteindelijk won zijn verstand. Met een paar krachtige slagen van zijn staart maakte hij zich los uit de diepte en schoot naar de oppervlakte. En nu wist hij ook weer waar hij gisterenavond naartoe zou gaan. Naar Jodie en Rohn, hij had er een nichtje bij. Waarom was hij dat in hemelsnaam vergeten toen hij beneden was? Hij startte de motor en begon te varen. Hoe zeewaardig was de Nooilek eigenlijk? En hoeveel brandstof had hij? Genoeg, hij had toevallig net van de week een lading benzinevaten gekocht en in het ruim gezet. Hij schakelde de motor uit en bleef zeker een kwartier dobberen, terwijl zijn hersenen overuren draaiden.
Toen startte hij de motor weer.
"Sta je op mij te wachten?", vroeg de zeemeermin, terwijl zijn ogen even langs Daryls beschubde benen gleden. Die knikte.
"Ik heb wat vragen", zei hij. De man bleek Matteo te heten en vlakbij te wonen, in een gewoon huis.
"Kom maar even mee naar binnen", nodigde Matteo hem uit en ging hem voor. In de voortuin ontdekte Daryl twee graven, keurig afgezet door een hekje en voorzien van wat verlepte bloemen die nodig aan vervanging toe waren.
"Wie liggen daar?", vroeg hij.
"Mijn ouders", antwoordde Matteo.
"Oh, dat spijt me", reageerde Daryl geschrokken. Zo oud leek de ander hem niet. Een vroege veertiger. "Waren ze ziek?"Inmiddels stonden ze binnen.
"Ze zijn verdronken", lichtte Matteo toe. Alweer heel wat jaar geleden, tijdens het duiken. Niemand weet wat er precies gebeurd is. Ze waren een paar dagen vermist en op een dag spoelden ze aan, hier niet ver vandaan." "Wacht, verdronken? Dus ze waren geen zeemeerminnen zoals jij?"
"Nee, ik was vroeger ook geen zeemeermin. Dat is een geintje geweest van Salty. Misschien heb je hem weleens ontmoet?"
Daryl knikte. "Zeewier?", vroeg hij.
"Ja, ik neem aan dat jou hetzelfde is overkomen. Voor zover ik weet zijn er vier echte zeemeerminnen hier. Twee vrouwelijke en twee mannelijke. De rest zijn allemaal stumpers, zoals wij."Daryl keek verbaasd. Hij had zichzelf tot dusver niet als een stumper beschouwd, ook al was de transformatie geen vrije keuze geweest.
"Merk jij ook dat je langzaamaan aan het veranderen bent?", vroeg de ander zacht. "Ik slaap vannacht expres hier, maar ik merk dat ik mijn huis begin te vergeten. En dat ik het leven aan land steeds minder belangrijk begin te vinden."
Daryl knikte. "Maar ik weet niet of ik dat nou wel zo erg vind", antwoordde hij. "Het bevalt me wel."
"Echt?', vroeg de ander. "Wil je zeggen dat je nooit eenzaam bent? Wanneer is de laatste keer dat je een van de zeemeerminnen gezien hebt? Volgens mij stond je me niet voor niets op te wachten."
"Lang", gaf Daryl toe. "Maar waar ben je precies bang voor?"Matteo haalde zijn schouders op. "Dat we op een dag zullen verdwijnen", antwoordde hij. "Dat we slechts een speeltje zijn. Wie heeft jou het wier gegeven?"
"Ocean", zei Daryl, en voelde even vlinders in zijn buik.
"Ocean", glimlachte de ander dromerig. "Da's een wilde in bed nietwaar?"
Verbijsterd keek Daryl hem aan. "Wat..?", stamelde hij.
"Ah, je dacht dat ze jou had uitverkoren? Heeft ze je al naar het eiland gebracht?"
"Eiland?" Daryl voelde zich steeds onnozeler worden.
"Weet je wat, blijf vannacht maar hier slapen. Ik heb wel een slaapzak voor je, dan breng ik je er morgen heen." De volgende ochtend werd Daryl vroeg wakker. Zijn gastheer lag nog in een diepe slaap en omdat hij voelde hoe zijn lichaam schreeuwde om vocht, liet hij het bad vollopen en zakte erin. Pas toen hij een paar minuten lag, besefte hij dat hij het met ijskoud water gevuld had en dat dat hem dat op geen enkele manier deerde. Dat was toch wel vreemd. Ze ontbeten, beiden staand, met een paar stukken zeewier en vertrokken toen. Het bleek een lange tocht en Daryl zwom voorop.
"Die wolken daar", had Matteo gewezen. "Jij moet eerst, zo werkt het nu eenmaal." "En nu?", vroeg Daryl. "Dit is niet het eerste eiland dat ik ontdek. Het is mooi, maar wat moet ik hier?"
"Weet ik niet", antwoordde zijn nieuwe vriend, "maar dit is dus het Zeemeerminneneiland. Ik heb het gevoel dat dit de volgende stap is in het proces."
"Welk proces bedoel je?" Matteo zei niets, deed vervolgens of hij zijn telefoon checkte en nam toen afscheid. "Ik moet gaan, misschien zie ik je nog weleens. Als we allebei in zeeschuim zijn veranderd." Wat wist de ander wat hij nog niet wist? Probeerde Matteo hem te waarschuwen? Of was er iets anders aan de hand? Daryl had het gevoel dat er een donkere wolk boven zijn hoofd hing en was er niet gerust op, maar besloot allereerst het eiland maar te gaan verkennen. Het was groter dan de andere eilanden en hij ontdekte oude ruïnes die hem deden denken aan de duikplek met de verdronken stad. Op een gegeven moment vond hij een grote zeemeerminnenschelp. Het kon geen kwaad die nog eens te proberen, wie weet kwam Ocean en kon hij haar vragen wat hij nu eigenlijk voor haar betekende. Maar ze kwam niet. Die nacht sliep hij op het strand van Zeemeermineiland. Moederziel alleen, er was niemand die hem stoorde of gezelschap hield. Toen hij 's morgens vroeg wakker werd, strekte hij zijn stramme spieren en zwom terug naar de Nooitlek. Eigenlijk zonder plan loodste hij de schuit naar de Pareldiepte om daar te gaan duiken. Misschien wat kostbare schelpen en vissen buit maken om te verkopen, hoewel hij het geld volstrekt niet meer nodig had. Precies op het moment dat hij voor anker ging, werd hij gebeld door Rohn die dolblij meldde dat hij opnieuw vader was geworden.
"Opnieuw een meisje, ik ben goed in meisjes", schetterde het stralend door de telefoon. "Cindy hebben we haar genoemd, kom je haar bekijken?"Grinnikend feliciteerde Daryl zijn zwager en beloofde vanavond langs te komen met een kraamcadeautje. Toen hing hij op en ging het water in. Het was doodstil hier beneden. Doodstil en ijskoud, helemaal toen boven hem de zon langzamerhand onderging. Daryl zwom rond, ving vissen en raapte schelpen en vroeg zich talloze malen af waarom hij onderhand niet naar boven ging. Omdat hij voldoende gevangen had, omdat hij zich vaag herinnerde dat hij ergens heen moest, omdat de Nooitlek op hem wachtte. Maar de stilte verlamde hem, trok hem naar beneden en hield hem daar. Doelloos zweefde hij tussen de zeeplanten en de rotsen, ving af en toe een prooi maar keek hoofdzakelijk rond met zijn blik op oneindig. Op het moment dat hij Ocean zag en besefte dat zijn hart geen sprongetje maakte, wist hij dat er iets mis was. Hij begon om haar heen te cirkelen terwijl zij hetzelfde deed, maar geen moment maakten ze werkelijk contact. Daar had hij ook geen behoefte aan. Maandenlang had hij naar dit moment verlangd en nu het zover was, voelde hij slechts onverschilligheid. Toen de zon opkwam, verdween ze. Wat was haar bedoeling geweest? Kwam ze checken hoe het met hem ging? Waarom kreeg hij die gedachte? Wat viel er te checken, waarom had hij dat gevoel? Zijn hart lag kil en loodzwaar in zijn borst en nog steeds maakte hij geen aanstalten om naar boven te gaan. Zijn verstand schreeuwde hem toe dat wel te doen, maar iets ondefinieerbaars en donkers hield hem in een ijzeren greep. Uiteindelijk won zijn verstand. Met een paar krachtige slagen van zijn staart maakte hij zich los uit de diepte en schoot naar de oppervlakte. En nu wist hij ook weer waar hij gisterenavond naartoe zou gaan. Naar Jodie en Rohn, hij had er een nichtje bij. Waarom was hij dat in hemelsnaam vergeten toen hij beneden was? Hij startte de motor en begon te varen. Hoe zeewaardig was de Nooilek eigenlijk? En hoeveel brandstof had hij? Genoeg, hij had toevallig net van de week een lading benzinevaten gekocht en in het ruim gezet. Hij schakelde de motor uit en bleef zeker een kwartier dobberen, terwijl zijn hersenen overuren draaiden.
Toen startte hij de motor weer.