Generatie 20 - deel 11, De elderlingen
Nadat Saul te kennen had gegeven dat hij hun relatie als beëindigd beschouwde, was June - als om het hem gemakkelijk te maken - meteen weer teruggvallen in haar lethargische houding. Sterker, ze combineerde lusteloosheid en apathie nu met een kribbige, ruziezoekerige opstelling en leek hem duidelijk iets te verwijten. Niet onterecht natuurlijk. Maar toen hij voorzichtig viste of ze haar frustraties met hem wilde delen, desnoods hem met beschuldigingen om de oren wilde slaan, keek ze hem emotieloos aan en draaide zich weg.Saul vond het verschrikkelijk. Vanaf haar creatie had hij zich schuldig gevoeld over wat hij gedaan had, zelfs in de periode dat alles zo goed was gegaan tussen hen. Als ze hem vol verwijten openlijk had aangevallen zou het misschien makkelijker te dragen zijn geweest, dan was het tenminste bespreekbaar geworden. Maar nu bleef het als een onzichtbare, ondoordringbare muur tussen hen in staan. En er was toch niets meer aan te doen, hij kon het moeilijk terugdraaien.Een paar weken gingen zo voorbij, toen op een namiddag zijn vader ineens de keuken in kwam rennen.
Verbaasd keek Saul op vanuit zijn boek.
"Jij hebt haast", zei hij.Een beetje gejaagd keek Shayne hem aan.
"Waar zijn June en de kinderen? Ben je alleen?"
"Ehm... ja. June is in de bakkerij, Cameron ligt boven te slapen en Bryony... weet ik niet zoals gewoonlijk."
Shayne wierp hem een vorsende blik toe. "Alles verder wel goed hier?", vroeg hij.
"Behalve dat we uit elkaar gaan? Ja hoor."Even leek het alsof Shayne wilde reageren, maar toen bedacht hij zich, wierp een blik door het raam en vroeg of het goed was dat ze naar boven gingen. Om meteen de daad bij het woord te voegen. Een beetje bevreemd stond Saul op en volgde hem.Shayne klom helemaal naar zolder met Saul in zijn kielzog en keek zijn zoon toen aan.
Die beantwoordde zijn blik en haalde vragend zijn schouders op. "Mag ik weten wat dit te betekenen heeft?"
Shayne zuchtte.
"Kom", zei hij, "dan doen we een potje en leg ik het je uit. Ik ben bang dat ik hier weg moet."
Ongerust nam Saul plaats en zette de spelautomaat aan.
"Wat bedoel je, waarom moet je weg?", vroeg hij. "Waarheen dan?"Shayne zei echter niets terug maar concentreerde zich op het spel. Een kwartier lang klonk er niets anders dan mechanische geluidjes en piepjes en af en toe een vloek of vreugdekreet. Toen ging de bel.
Shayne leek te verstarren, mummelde 'niet open doen' en speelde verder.
"Wil je me alsjeblieft zeggen wat er aan de hand is?", vroeg Saul gespannen.
Shayne zuchtte ongelukkig.Even later liep Saul de trap af, in de war en bezorgd.
Blijkbaar was Shayne een aantal maanden terug onverwacht tegen een oude elf opgebotst, die hem bevreemd had aangekeken. Oude elfen verlieten over het algemeen nooit hun teaghlachs - zelfs als ze ziek waren kwam er een elfenarts speciaal op huisbezoek - maar dit heerschap had kennelijk zin gehad in een frisse neus.Shayne was het voorval vergeten, tot hij op een gegeven moment een vervelend telefoontje kreeg van zijn schoonzus, die zich afvroeg waarom hij eigenlijk de achternaam van Raven had aangenomen na hun huwelijk. Hij was niet ingegaan op haar gehengel naar zijn werkelijke naam maar dat bleek ook niet nodig. "Heet je soms Boleyn?", had Titiana fijntjes gevraagd. "Dat vermoeden bestaat namelijk binnen onze gemeenschap."Shayne was stilgevallen.
"Je had gewoon nee moeten zeggen!", riep Raven achteraf snibbig en dat was natuurlijk ook zo, maar op dat moment was hij verlamd geweest. Hierna was het balletje gaan rollen.Ravens stiefvader, met wie ze niet op heel goede voet stonden, was langsgekomen en had op geduldige toon aangekondigd dat er een speciale raad van elderlingen in het leven was geroepen om 'de aantijgingen' tot op de bodem te onderzoeken. "En je naam te zuiveren", had hij er minzaam aan toegevoegd, "want alles berust natuurlijk op een misverstand. Hoewel niet te ontkennen valt dat het aangeboren vampirisme van je oudste zoon te denken geeft.""En nu stonden ze dus bij ons op de stoep", had Shayne zijn relaas beëindigd. "Ik ben via de achterdeur ontsnapt en hiernaartoe gerend."
"Wat willen ze van je?" riep Saul. "Ze kunnen helemaal niks bewijzen. Jemig, die moorden zijn eeuwen geleden gepleegd, geen mens zal hen geloven!"Inmiddels was er al drie keer zeer dringend op de bel gedrukt en Saul had besloten toch de deur maar te gaan openen.
"Ik poeier hen wel af", zei hij tegen zijn vader. "Blijf hier."Toen hij beneden kwam zag hij dat hij inderdaad bezoek had van een groep oude elfen. Hij deed open, waarop ze zich voorstelden en vroegen of ze zijn vader mochten spreken.
"Hoe komen jullie erbij dat die hier is?", vroeg Saul.
"We hebben hem schijnbaar net gemist thuis en we dachten dat hij wellicht deze kant was opgekomen."
Hun blikken waren vriendelijk maar onverzettelijk.
"Dat denken jullie dan verkeerd", antwoordde Saul koel.Het volgende moment werd hij met onverwachte kracht opzij geduwd en wandelden ze langs hem heen door zijn halletje de kamer binnen.
"Hé!", schreeuwde Saul woedend en stierde achter hen aan, "dit is huisvredebreuk!"
"Rustig jongen, we hebben niks tegen jou", suste een van de elfen terwijl hij hem uit de hoogte aankeek. "We begrijpen heel goed dat je je vader in bescherming neemt, maar we moeten hem nu eenmaal echt heel dringend spreken. We hebben goede redenen aan te nemen dat hij een moordenaar is."De anderen waren ondertussen naar de keuken gewandeld en keerden terug met de woorden dat daar niemand was.
"Je vindt het vast niet erg als we even een kijkje boven nemen", zei de elderling die overduidelijk de leiding had. "Als daar niemand is zijn we zo weer weg." Hij wilde zich net omdraaien naar de trap toen Saul zijn toverstok trok."Als ook maar iemand een stap naar boven durft te doen zullen jullie het berouwen", siste hij woedend. "Jullie zijn zwaar in overtreding en als jullie nu mijn huis niet onmiddellijk verlaten gebeuren er ongelukken."
"Het begint erop te lijken dat jij toch iets te verbergen hebt", zei de elf op lijzige toon en zette zijn voet op de eerste trede. Als antwoord stapte Saul naar voren en de man deinsde achteruit, de kamer weer in.
"Voorzichtig met dat ding", riep hij, "er is geen enkele reden je zo agressief op te stellen!"Net wilde Saul zijn stok laten zakken toen de oude man het woord tot zijn kompanen richtte. "Gaan jullie kijken, ik hou hem wel bezig."
"Ik dacht het niet", grauwde Saul en zonder er verder nog een seconde over na te denken vuurde hij een spreuk op hem af.
Nog net op tijd dook de elf weg, waarop Saul zich een halve slag draaide en de ander alsnog vol raakte."Oké, nu heb je een probleem", zei een van de andere mannen grimmig. Hij toverde wat elfenstof en wierp dat naar het slachtoffer, hetgeen geen enkel effect had. Vals keek hij Saul aan. "Zorg dat hij ontdooit.""Wil je ook?", vroeg Saul nadat hij van de eerste schrik bekomen was en hief dreigend zijn stok.
"We gaan", kondigde de derde elf aan en even later stond Saul alleen in de kamer, samen met het ijsbeeld. Hij aarzelde geen moment, draaide voor- en achterdeur op slot en rende toen met twee treden tegelijk naar boven."We moeten weg", hijgde hij zodra hij op de zolder kwam. Shayne keek hem ongerust aan.
"Wat is er gebeurd? Wat zeiden ze? Komen ze naar boven?"
"Voorlopig niet, antwoordde Saul, "maar dat is een kwestie van tijd. Je kunt hier niet blijven, kom."Tot zijn verbazing zag Shayne hoe hij de deur naar de vliering opende en de ladder opklom."Wat ga je daar doen?"
"Kom", klonk het kort.Bevreemd keek Shayne naar het het tijdportaal. "Wat is dat voor apparaat? Heb jij dat gebouwd?"
Saul schudde zijn hoofd en schakelde met zijn voet het portaal in.
"Nee, dit ding stond er al toen ik hier kwam wonen. Als we aan de andere kant zijn leg ik het wel uit."
"Aan de andere kant? Wat bedoel je?"Op dat moment begon het apparaat te sissen en te knetteren en gebiologeerd staarde Shayne in het felle licht.
"Je moet erin", drong Saul aan.
"Wat..?"
"Je moet erin stappen, ik kom achter je aan."
"Mag ik vragen wat er dan gebeurt?"
"Ik leg het je later uit, ga nou. Straks staan ze weer voor onze neus."Even keek Shayne zijn zoon aan. Toen strekte hij voorzichtig zijn hand uit en stapte naar voren.
Verbaasd keek Saul op vanuit zijn boek.
"Jij hebt haast", zei hij.Een beetje gejaagd keek Shayne hem aan.
"Waar zijn June en de kinderen? Ben je alleen?"
"Ehm... ja. June is in de bakkerij, Cameron ligt boven te slapen en Bryony... weet ik niet zoals gewoonlijk."
Shayne wierp hem een vorsende blik toe. "Alles verder wel goed hier?", vroeg hij.
"Behalve dat we uit elkaar gaan? Ja hoor."Even leek het alsof Shayne wilde reageren, maar toen bedacht hij zich, wierp een blik door het raam en vroeg of het goed was dat ze naar boven gingen. Om meteen de daad bij het woord te voegen. Een beetje bevreemd stond Saul op en volgde hem.Shayne klom helemaal naar zolder met Saul in zijn kielzog en keek zijn zoon toen aan.
Die beantwoordde zijn blik en haalde vragend zijn schouders op. "Mag ik weten wat dit te betekenen heeft?"
Shayne zuchtte.
"Kom", zei hij, "dan doen we een potje en leg ik het je uit. Ik ben bang dat ik hier weg moet."
Ongerust nam Saul plaats en zette de spelautomaat aan.
"Wat bedoel je, waarom moet je weg?", vroeg hij. "Waarheen dan?"Shayne zei echter niets terug maar concentreerde zich op het spel. Een kwartier lang klonk er niets anders dan mechanische geluidjes en piepjes en af en toe een vloek of vreugdekreet. Toen ging de bel.
Shayne leek te verstarren, mummelde 'niet open doen' en speelde verder.
"Wil je me alsjeblieft zeggen wat er aan de hand is?", vroeg Saul gespannen.
Shayne zuchtte ongelukkig.Even later liep Saul de trap af, in de war en bezorgd.
Blijkbaar was Shayne een aantal maanden terug onverwacht tegen een oude elf opgebotst, die hem bevreemd had aangekeken. Oude elfen verlieten over het algemeen nooit hun teaghlachs - zelfs als ze ziek waren kwam er een elfenarts speciaal op huisbezoek - maar dit heerschap had kennelijk zin gehad in een frisse neus.Shayne was het voorval vergeten, tot hij op een gegeven moment een vervelend telefoontje kreeg van zijn schoonzus, die zich afvroeg waarom hij eigenlijk de achternaam van Raven had aangenomen na hun huwelijk. Hij was niet ingegaan op haar gehengel naar zijn werkelijke naam maar dat bleek ook niet nodig. "Heet je soms Boleyn?", had Titiana fijntjes gevraagd. "Dat vermoeden bestaat namelijk binnen onze gemeenschap."Shayne was stilgevallen.
"Je had gewoon nee moeten zeggen!", riep Raven achteraf snibbig en dat was natuurlijk ook zo, maar op dat moment was hij verlamd geweest. Hierna was het balletje gaan rollen.Ravens stiefvader, met wie ze niet op heel goede voet stonden, was langsgekomen en had op geduldige toon aangekondigd dat er een speciale raad van elderlingen in het leven was geroepen om 'de aantijgingen' tot op de bodem te onderzoeken. "En je naam te zuiveren", had hij er minzaam aan toegevoegd, "want alles berust natuurlijk op een misverstand. Hoewel niet te ontkennen valt dat het aangeboren vampirisme van je oudste zoon te denken geeft.""En nu stonden ze dus bij ons op de stoep", had Shayne zijn relaas beëindigd. "Ik ben via de achterdeur ontsnapt en hiernaartoe gerend."
"Wat willen ze van je?" riep Saul. "Ze kunnen helemaal niks bewijzen. Jemig, die moorden zijn eeuwen geleden gepleegd, geen mens zal hen geloven!"Inmiddels was er al drie keer zeer dringend op de bel gedrukt en Saul had besloten toch de deur maar te gaan openen.
"Ik poeier hen wel af", zei hij tegen zijn vader. "Blijf hier."Toen hij beneden kwam zag hij dat hij inderdaad bezoek had van een groep oude elfen. Hij deed open, waarop ze zich voorstelden en vroegen of ze zijn vader mochten spreken.
"Hoe komen jullie erbij dat die hier is?", vroeg Saul.
"We hebben hem schijnbaar net gemist thuis en we dachten dat hij wellicht deze kant was opgekomen."
Hun blikken waren vriendelijk maar onverzettelijk.
"Dat denken jullie dan verkeerd", antwoordde Saul koel.Het volgende moment werd hij met onverwachte kracht opzij geduwd en wandelden ze langs hem heen door zijn halletje de kamer binnen.
"Hé!", schreeuwde Saul woedend en stierde achter hen aan, "dit is huisvredebreuk!"
"Rustig jongen, we hebben niks tegen jou", suste een van de elfen terwijl hij hem uit de hoogte aankeek. "We begrijpen heel goed dat je je vader in bescherming neemt, maar we moeten hem nu eenmaal echt heel dringend spreken. We hebben goede redenen aan te nemen dat hij een moordenaar is."De anderen waren ondertussen naar de keuken gewandeld en keerden terug met de woorden dat daar niemand was.
"Je vindt het vast niet erg als we even een kijkje boven nemen", zei de elderling die overduidelijk de leiding had. "Als daar niemand is zijn we zo weer weg." Hij wilde zich net omdraaien naar de trap toen Saul zijn toverstok trok."Als ook maar iemand een stap naar boven durft te doen zullen jullie het berouwen", siste hij woedend. "Jullie zijn zwaar in overtreding en als jullie nu mijn huis niet onmiddellijk verlaten gebeuren er ongelukken."
"Het begint erop te lijken dat jij toch iets te verbergen hebt", zei de elf op lijzige toon en zette zijn voet op de eerste trede. Als antwoord stapte Saul naar voren en de man deinsde achteruit, de kamer weer in.
"Voorzichtig met dat ding", riep hij, "er is geen enkele reden je zo agressief op te stellen!"Net wilde Saul zijn stok laten zakken toen de oude man het woord tot zijn kompanen richtte. "Gaan jullie kijken, ik hou hem wel bezig."
"Ik dacht het niet", grauwde Saul en zonder er verder nog een seconde over na te denken vuurde hij een spreuk op hem af.
Nog net op tijd dook de elf weg, waarop Saul zich een halve slag draaide en de ander alsnog vol raakte."Oké, nu heb je een probleem", zei een van de andere mannen grimmig. Hij toverde wat elfenstof en wierp dat naar het slachtoffer, hetgeen geen enkel effect had. Vals keek hij Saul aan. "Zorg dat hij ontdooit.""Wil je ook?", vroeg Saul nadat hij van de eerste schrik bekomen was en hief dreigend zijn stok.
"We gaan", kondigde de derde elf aan en even later stond Saul alleen in de kamer, samen met het ijsbeeld. Hij aarzelde geen moment, draaide voor- en achterdeur op slot en rende toen met twee treden tegelijk naar boven."We moeten weg", hijgde hij zodra hij op de zolder kwam. Shayne keek hem ongerust aan.
"Wat is er gebeurd? Wat zeiden ze? Komen ze naar boven?"
"Voorlopig niet, antwoordde Saul, "maar dat is een kwestie van tijd. Je kunt hier niet blijven, kom."Tot zijn verbazing zag Shayne hoe hij de deur naar de vliering opende en de ladder opklom."Wat ga je daar doen?"
"Kom", klonk het kort.Bevreemd keek Shayne naar het het tijdportaal. "Wat is dat voor apparaat? Heb jij dat gebouwd?"
Saul schudde zijn hoofd en schakelde met zijn voet het portaal in.
"Nee, dit ding stond er al toen ik hier kwam wonen. Als we aan de andere kant zijn leg ik het wel uit."
"Aan de andere kant? Wat bedoel je?"Op dat moment begon het apparaat te sissen en te knetteren en gebiologeerd staarde Shayne in het felle licht.
"Je moet erin", drong Saul aan.
"Wat..?"
"Je moet erin stappen, ik kom achter je aan."
"Mag ik vragen wat er dan gebeurt?"
"Ik leg het je later uit, ga nou. Straks staan ze weer voor onze neus."Even keek Shayne zijn zoon aan. Toen strekte hij voorzichtig zijn hand uit en stapte naar voren.