Generatie 19 - deel 14, Sarah
"Neem me niet kwalijk, ik schrik een beetje van die naam", vervolgde de vampier timide toen hij Ravens verbaasde blik zag. "Mijn zoontje heette Merril, vandaar." Er viel een wat ongemakkelijke stilte, Raven had geen idee hoe ze moest reageren en Shayne duidelijk ook niet.
"Ons kleine zeemeermannetje...", ging de man verder, meer tegen zichzelf dan tegen hen. "Een ontzettend lief en vrolijk kereltje was het, hij huilde nooit. Ik had hem zo graag zien opgroeien maar ja. Het is allemaal jaren geleden nu."
Hij staarde voor zich uit en leek eerst Ravens vraag niet te horen. Afwezig keek hij haar aan. "Wat zeg je? Oh, rode haartjes had hij, net als zijn moeder. En een zeeblauw staartje."Inmiddels had hij tranen in zijn ogen en Raven ook.
"Het zou mijn Merril kunnen zijn", fluisterde ze. "Overal waar Merril is schijnt de zon, hij is altijd blij en opgeruimd en maakt me aan het lachen. En hij heeft inderdaad rood haar en een blauwe staart. Hij praat er nooit over, maar ik weet dat hij zijn vader nooit heeft gekend. Merril Salan heet hij."
Guillaume knikte.
"Dat is de meisjesnaam van mijn vrouw", zei hij, om er bitter aan toe te voegen: "Kennelijk moest ik compleet worden weggevaagd."Even later verliet Raven de winkel. Haar benen voelde ze niet, ze was compleet van slag. Guillaume wilde van alles over Merril weten, maar dat kon ze nu niet opbrengen. Dus beloofde ze later een keer met hem af te spreken en vluchtte min of meer naar buiten. Ze liep zo in gedachten verzonken dat ze voor het moment helemaal Shayne was vergeten, die haar vanaf een afstandje stilletjes volgde. Een paar straten verder klapte ze haar paraplu dicht omdat het eindelijk droog was geworden en haalde hij haar in. Een regenboog tekende zich af tegen de nog immer donkergrijze hemel."Ik heb me niet gerealiseerd dat je een vriend zou kunnen hebben", zei hij, "het spijt me heel erg voor je, je houdt duidelijk veel van hem."
"We zouden gaan trouwen", reageerde Raven verdrietig. "Dat was de enige reden waarom hij me de weg heeft gewezen naar dit rotland. Hij wist dat er hier iets niet in de haak was en waarschuwde me keer op keer, maar het fijne wist hij er niet van. Tenslotte zinspeelde ik erop dat we zouden trouwen als hij me zou laten zien hoe ik hier moest komen. Ik heb er gewoon om zitten zeuren."Hij nam haar mee naar de fjord. Gewoon om even op de plek te zijn die het dichtstbij huis voelde.
"Guillaume is hier al zoveel jaar", zei hij, "en dit is voor het eerst dat ik hoor wat hij heeft achtergelaten. De meesten praten er niet over, hun verleden, waarschijnlijk omdat het zoveel pijn doet. Te weten dat ze nooit meer zullen terugkeren naar de mensen van wie ze hielden."
"En jij?", vroeg Raven. "Wie heb jij achtergelaten?"
Een fractie van een seconde zag ze hem verstarren. "Niemand", zei hij toen. "Ik heb niemand achtergelaten, ik zit hier op mijn plek."Snel veranderde ze van onderwerp. "Misschien is er wel een weg terug", zei ze. "Waarom bouwen we niet zelf een bootje en varen weg? We hebben die visser helemaal niet nodig."
Hij lachte een beetje wrang. "Denk je dat je de eerste bent die op dat idee komt? Ze varen en varen en varen en het schijnt dat er niets verandert. Het zeegat blijft constant even ver weg en als ze omkijken blijft dit vervloekte strand even dichtbij. Dus kwam Conrad op een dag met een beter plan, hij zou de andere kant op gaan. Geniaal vond hij zichzelf. Iedereen richtte zich alleen maar op de zee als vluchtroute, hij was ervan overtuigd dat de oplossing van de puzzel over land was. Wekenlang is hij weg geweest en net op het moment dat we dachten hem nooit meer terug te zullen zien kwam hij het dorp weer in gestrompeld, compleet van de kook. Hij is er nog steeds van overtuigd dat hij almaar rechtdoor is gegaan maar uiteindelijk bleek hij dus in een rondje te hebben gelopen."Raven keek Shayne aan. "Misschien heeft hij zich vergist in de route", zei ze.
"Wie weet", beaamde hij toegeeflijk. "Maar beloof me dat je het nooit op eigen houtje zult gaan uitproberen, eigenwijs ravenmeisje. Kom, ik breng je terug naar huis, ik heb dorst en als ik het al niet zou voelen dan vertelde je oppervlakkige ademhaling het me wel.""Ik heb een veel beter idee", zei ze. "We gaan hier picknicken." Ze knipte in haar vingers en toverde zichzelf een maaltijd.
"Dat klinkt heel gezellig", zei hij, "maar graag een andere keer. Dit gaat me niet voeden."
"Onderschat me niet zo", snoof ze en knipte opnieuw in haar vingers. Een beetje verbaasd keek ze naar het rode pakje in haar hand. "Klopt het dat je hier iets aan hebt?"
Hij begon heel hard te lachen. "Ik zal je nooit meer onderschatten", zei hij. "Ja hoor, dit voldoet."Ze liepen naar een tafeltje en gingen zitten.
"Als dit geen gevangenis was zou ik op dit moment gelukkig kunnen zijn, weet je dat?", zei ze zacht.
Het duurde even voor hij reageerde. "Dat is fijn, misschien vat ik het wel op als een compliment", zei hij en begon aan het rietje te zuigen.Raven sloeg hem een tijdje gade.
"Je ziet er een beetje uit als een kleutertje met een pakje Roosvicee", zei ze toen grinnikend. "Helemaal geen woeste gevaarlijke vampier."
"Hm, dan weet je meteen waarom ik de voorkeur geef aan vers bloed", bromde hij. "Dit is desastreus voor mijn imago."
"Ik zal het niet doorvertellen", grijnsde ze.Ze zaten rustig te eten terwijl de hemel roze kleurde. Toen vroeg Raven ernstig: "Zou je me nou eens duidelijk willen uitleggen hoe het zit? Je hebt dus de zogenaamde inlanders die in Midnight Hollow zijn geboren en er gewoon hun leven leiden. En dan zijn er de mensen zoals wij, die hier per ongeluk verzeild zijn geraakt en niet meer terug kunnen. En in de winter lopen die gevaar. Waarom?"
"Je hebt het bijna goed", knikte hij kort. "Ik heb hier alleen nog nooit iemand geboren zien worden. Het moet inmiddels een eeuw geleden zijn dat ik op deze plek aan wal kwam, weet je wie me ontving? Young Jae, een van de bandleden die je goed kent."
Ongelovig keek Raven hem aan."Heb je wel eens geprobeerd op een klok te kijken hier?, vroeg hij terwijl hij het pakje verfrommelde en vanaf een afstandje in een prullenbak gooide.
"Die... zijn allemaal kapot", antwoordde ze aarzelend.
"Die staan stil ja. Allemaal op twaalf uur, midnight."
"Maar de seizoenen dan?"
"Oh, er is inderdaad een soort tijdverloop, maar ik heb het idee dat alle jaargetijden alleen in dienst staan van de winter. Die duurt ook het langst. Maar niemand wordt ouder, niemand groeit op, de kinderen die je hier ziet waren er al toen ik aankwam.""Wat gebeurt er in de winter Shayne?", vroeg Raven en ze rilde.
"Dan raken de inlanders in de ban van iets waardoor ze de kolder in hun kop krijgen en bij vlagen levensgevaarlijk worden. Een tijdlang hebben we gedacht dat het de kou was, maar het is kwaadaardiger. Een soort duistere kracht neemt bezit van hen en lijkt hen te gebruiken om alles wat van buiten komt te vernietigen. Maar geen angst, wij kunnen ze de baas en we beschermen je. Je zult alleen binnen moeten blijven in die periode."
Hij stond op."Kom", zei hij, "nu gaan we echt, het wordt frisser."Op weg naar zijn auto bukte hij zich om een lentebloem te plukken.
"Voor een mooie jongedame, van een woeste gevaarlijke vampier", zei hij vriendelijk.
Ze lachte en nam de bloem aan. "Lief", zei ze. "Dat is wat je bent. Lief."Na die middag begon Raven weer in de winkel te werken en speelgoed te maken. Aanvankelijk een beetje huiverig voor de inwoners van Midnight Hollow, maar al snel merkte ze dat die net zo vriendelijk tegen haar waren als in het begin. Alleen Nadia keek haar een tijdje met samengeknepen ogen aan. "Waar zat jij?", vroeg ze uiteindelijk.
"Ik?", stamelde Raven, "eh...""Ze logeerde bij ons Nadia, is dat een probleem?", klonk het ineens. Raven keek verbaasd opzij en zag Shayne, die kennelijk zojuist was binnengekomen. Argwanend keek Nadia hem aan en daarna weer naar haar. "Je bent nog hetzelfde", ging ze verder alsof ze niet was onderbroken. "Je bent niet anders. Vaak zijn ze... anders na de winter. Je bent geen parasiet geworden."
Naast haar begon Jin Sang te knikken. "Ja, geen parasiet", mompelde hij een beetje verward en liep toen weg om naar wat winkelwaar te gaan kijken. Nadia liet zich echter minder makkelijk afschepen.
"Waarom ben jij geen parasiet geworden?", vroeg ze nieuwsgierig en keek Raven aan."Niet zo doordrammen hoor", kwam Shayne naderbij. Zijn stem klonk als fluweel, zijn tred leek op die van een panter en zijn ogen fixeerden die van Nadia. Toen hij vlakbij haar stond boog hij naar voren, legde zachtjes een hand in de nek van het meisje en begroef zijn gezicht in haar hals. Alles gebeurde in een vloeiende beweging en een moment voelde Raven een vreemde mengeling van schaamte en jaloezie. Toen besefte ze ineens wat hij deed. Ze merkte het aan Nadia, die langzaam slap leek te worden en zeker zou zijn omgevallen als Shayne haar niet stevig had vastgehouden.Uiteindelijk trok hij zijn gezicht terug en veegde zijn mond af aan zijn mouw. "Als je je gedraagt kom ik vanavond voor meer", zei hij. "En nu wegwezen allebei." Daarna keek hij naar Raven en begon een beetje geschrokken te grinniken. "Wat kijk je boos."
"Dat was weerzinwekkend", zei ze afgemeten.
"Sorry, ik wilde je niet shockeren. Maar dit beviel me niks, het leek alsof ze een soort link begon te leggen. Ik moest haar afleiden en ze vinden het alleen maar prettig hoor. Ga je mee?"
"Mee? Waarheen? Mijn dienst zit er nog niet op."
"Dan sluit je maar wat eerder, ik wil je voorstellen aan iemand."Een kwartier later stonden ze voor een huis en was Shayne aan het bakkeleien met een van de engste mannetjes die Raven ooit had gezien.
"Ik snap het niet helemaal", zei het kereltje zalvend. "Je bent vorige week nog met haar uit geweest."
"Een keer per week Roderick, dat is de afspraak. Ik heb geen zin deze discussie elke keer opnieuw te moeten voeren."
Shayne klonk zowel geërgerd als vermoeid merkte Raven en uiteindelijk mochten ze naar binnen, waar ze meteen een trap afdaalden een kelder in. Wat Raven ook verwacht had, niet het tafereel dat zich nu aan haar openbaarde. In een kleine vierkante kooi zat een meisje op een stoel te lezen. Ze kwam Raven niet onbekend voor, ze had het idee dat ze haar eerder had gezien maar ze kon zich niet meer herinneren waar precies."Hallo Sarah", zei Shayne op een toon alsof hij tegen een klein kind sprak, "daar ben ik weer. Ga je met ons mee?"
"Hoi Shayne", zei het meisje met een lief stemmetje, legde haar boek neer en stond op, "maar vindt Roderick dat wel goed? Hij heeft het vast liever niet. Hij heeft het altijd liever niet."
"Natuurlijk vindt Roderick het goed, dat hebben we toch afgesproken? Kom."
Het meisje keek over zijn schouder. "Wie heb je daar meegenomen Shayne?"
"Dit is Raven, ze is hier nieuw en wil graag met je kennismaken. Ze is heel aardig, jullie worden vast vriendinnen."
"Hallo Sarah", zei Raven.
"Mijn vis heeft honger", zei Sarah."Raven voert hem wel even", zei Shayne. "Hè Raven?"
"Ja hoor", zei Raven, die het idee had in een surrealistische film te zijn terechtgekomen, "geen probleem."
Ze liep naar een tafel met een lege vissenkom, pakte de bus met voer die ernaast stond en strooide wat in het water. Achter haar ging Shayne verder het meisje ervan te overtuigen mee te komen met hen, maar net op het moment dat dat leek te lukken kwam het engerdje naar beneden lopen."Ik moet jullie vragen weer te gaan, Sarah heeft vandaag geen zin", zei hij en richtte zich toen rechtstreeks tot Raven. "En mag ik u verzoeken met uw handen van onze spullen af te blijven?"
Voordat Raven iets kon antwoorden schoot Shayne uit zijn slof. "Sarah gaat gewoon met ons mee naar het strand en tegen de avond brengen we haar weer keurig thuis", zei hij. "En dit keer kom je ons niet storen."
"Ja! Ja! Het strand!", juichte Sarah en stapte eindelijk uit de kooi. Het mannetje wilde een stap naar voren doen, maar Shayne blokkeerde hem de weg. "En nu afgelopen", zei hij dreigend. "Of wil je eindigen als je broer?"
Het mannetje kneep zijn ogen tot spleetjes. "Mijn broer...", zei hij heel zacht, alsof hij diep nadacht. En toen nog eens, peinzend: "Mijn broer..."
Shayne keek hem strak aan. "Je broer ja, opzij Roderick. Kom op dames, we gaan."Ze reden naar het strand en stapten uit. Sarah huppelde naast hen terwijl ze honderduit kwebbelde, maar toen ze langs de strandhuisjes kwamen trok ze een bewolkt gezichtje.
"Verdrietig", pruilde ze. "Heel verdrietig. Sarah koud. En alleen."
"Kun je je nog herinneren dat je hier woonde Sarah?", vroeg Shayne belangstellend.
Blijmoedig keek het meisje hem aan, deed even haar mond open alsof ze antwoord wilde geven maar schudde toen treurig haar hoofd en rende naar het water."Dit is de plek waar al je voorgangers woonden voordat ze bij ons werden ingelijfd", legde Shayne uit. "Ikzelf ook trouwens, voordat ik een manier vond om me te handhaven. Ik zei al dat je een uitzonderingspositie bekleedt omdat Nadia je een relatief comfortabel huisje in het dorp toewees."
Ze hadden inmiddels ook de zee bereikt. "Kom je Sarah?", riep Raven naar het meisje dat nog op het strand stond en verlangend naar het water keek. "Het is volstrekt niet koud."Shayne klapte de parasol in die hij had meegenomen en legde die op het zwarte zand.
"Red je me als ik ineen zijg?", vroeg hij, "ik kan niet zo goed tegen de zon."
"Welke zon?", vroeg Raven en keek plagerig naar de sombere lucht.
"Ik ben nu eenmaal een gevoelige jongen", mompelde hij half lachend en waadde naar haar toe. Ook Sarah voegde zich bij hen, aanvankelijk verlegen en bibberend, maar toen Raven haar speels nat begon te spetteren kirde ze opgetogen en spetterde terug. "Jij bent erg ondeugend", riep ze stralend en Raven kon zien dat ze het naar haar zin had. Ook Shayne begon aan hun spelletje mee te doen, wat Raven nogal verraste.Tot Ravens verbijstering kwam echter vrij snel Sarah's strenge oppasser ineens het strand op draven en voordat ze Sarah kon tegenhouden was het meisje al met een braaf uitroepje naar hem toe gerend. Bezitterig sloeg Roderick een arm om haar heen, wierp nog een laatste koele blik op Raven en Shayne en nam Sarah toen mee.
"Sta je dat toe?", vroeg Raven opstandig. "Wat zijn ze eigenlijk van elkaar? Vader en dochter? Broer en zus?""Roderick is een inlander", antwoordde Shayne toonloos. "Hij heeft haar op een onverwacht moment te pakken gekregen voordat we haar konden transformeren. We verwachtten het niet, het was herfst dus we waren niet heel alert nog, ineens was ze verdwenen. Hij heeft een pop van haar willen maken, het moet gruwelijk geweest zijn. We hebben geen idee wat hij precies met haar heeft gedaan, maar haar bloed is synthetisch en haar hersenen... ze heeft het verstand van een kleuter. We laten haar nu maar met rust, ze lijkt relatief gelukkig bij hem en hij beschermt haar tegen de anderen. Buiten de wintermaanden haal ik haar geregeld op zodat ze tenminste ook nog buiten komt.""Wat is er met zijn broer gebeurd?", vroeg Raven achteloos.
Als reactie schepte hij een handvol water over haar heen die ze natuurlijk niet onbeantwoord kon laten en er ontstond een wild watergevecht. Raven had haarfijn in de gaten dat hij op die manier haar vraag omzeild had, maar ze liet het zo.
Wat hij niet wilde vertellen kreeg ze er toch niet uit.
"Ons kleine zeemeermannetje...", ging de man verder, meer tegen zichzelf dan tegen hen. "Een ontzettend lief en vrolijk kereltje was het, hij huilde nooit. Ik had hem zo graag zien opgroeien maar ja. Het is allemaal jaren geleden nu."
Hij staarde voor zich uit en leek eerst Ravens vraag niet te horen. Afwezig keek hij haar aan. "Wat zeg je? Oh, rode haartjes had hij, net als zijn moeder. En een zeeblauw staartje."Inmiddels had hij tranen in zijn ogen en Raven ook.
"Het zou mijn Merril kunnen zijn", fluisterde ze. "Overal waar Merril is schijnt de zon, hij is altijd blij en opgeruimd en maakt me aan het lachen. En hij heeft inderdaad rood haar en een blauwe staart. Hij praat er nooit over, maar ik weet dat hij zijn vader nooit heeft gekend. Merril Salan heet hij."
Guillaume knikte.
"Dat is de meisjesnaam van mijn vrouw", zei hij, om er bitter aan toe te voegen: "Kennelijk moest ik compleet worden weggevaagd."Even later verliet Raven de winkel. Haar benen voelde ze niet, ze was compleet van slag. Guillaume wilde van alles over Merril weten, maar dat kon ze nu niet opbrengen. Dus beloofde ze later een keer met hem af te spreken en vluchtte min of meer naar buiten. Ze liep zo in gedachten verzonken dat ze voor het moment helemaal Shayne was vergeten, die haar vanaf een afstandje stilletjes volgde. Een paar straten verder klapte ze haar paraplu dicht omdat het eindelijk droog was geworden en haalde hij haar in. Een regenboog tekende zich af tegen de nog immer donkergrijze hemel."Ik heb me niet gerealiseerd dat je een vriend zou kunnen hebben", zei hij, "het spijt me heel erg voor je, je houdt duidelijk veel van hem."
"We zouden gaan trouwen", reageerde Raven verdrietig. "Dat was de enige reden waarom hij me de weg heeft gewezen naar dit rotland. Hij wist dat er hier iets niet in de haak was en waarschuwde me keer op keer, maar het fijne wist hij er niet van. Tenslotte zinspeelde ik erop dat we zouden trouwen als hij me zou laten zien hoe ik hier moest komen. Ik heb er gewoon om zitten zeuren."Hij nam haar mee naar de fjord. Gewoon om even op de plek te zijn die het dichtstbij huis voelde.
"Guillaume is hier al zoveel jaar", zei hij, "en dit is voor het eerst dat ik hoor wat hij heeft achtergelaten. De meesten praten er niet over, hun verleden, waarschijnlijk omdat het zoveel pijn doet. Te weten dat ze nooit meer zullen terugkeren naar de mensen van wie ze hielden."
"En jij?", vroeg Raven. "Wie heb jij achtergelaten?"
Een fractie van een seconde zag ze hem verstarren. "Niemand", zei hij toen. "Ik heb niemand achtergelaten, ik zit hier op mijn plek."Snel veranderde ze van onderwerp. "Misschien is er wel een weg terug", zei ze. "Waarom bouwen we niet zelf een bootje en varen weg? We hebben die visser helemaal niet nodig."
Hij lachte een beetje wrang. "Denk je dat je de eerste bent die op dat idee komt? Ze varen en varen en varen en het schijnt dat er niets verandert. Het zeegat blijft constant even ver weg en als ze omkijken blijft dit vervloekte strand even dichtbij. Dus kwam Conrad op een dag met een beter plan, hij zou de andere kant op gaan. Geniaal vond hij zichzelf. Iedereen richtte zich alleen maar op de zee als vluchtroute, hij was ervan overtuigd dat de oplossing van de puzzel over land was. Wekenlang is hij weg geweest en net op het moment dat we dachten hem nooit meer terug te zullen zien kwam hij het dorp weer in gestrompeld, compleet van de kook. Hij is er nog steeds van overtuigd dat hij almaar rechtdoor is gegaan maar uiteindelijk bleek hij dus in een rondje te hebben gelopen."Raven keek Shayne aan. "Misschien heeft hij zich vergist in de route", zei ze.
"Wie weet", beaamde hij toegeeflijk. "Maar beloof me dat je het nooit op eigen houtje zult gaan uitproberen, eigenwijs ravenmeisje. Kom, ik breng je terug naar huis, ik heb dorst en als ik het al niet zou voelen dan vertelde je oppervlakkige ademhaling het me wel.""Ik heb een veel beter idee", zei ze. "We gaan hier picknicken." Ze knipte in haar vingers en toverde zichzelf een maaltijd.
"Dat klinkt heel gezellig", zei hij, "maar graag een andere keer. Dit gaat me niet voeden."
"Onderschat me niet zo", snoof ze en knipte opnieuw in haar vingers. Een beetje verbaasd keek ze naar het rode pakje in haar hand. "Klopt het dat je hier iets aan hebt?"
Hij begon heel hard te lachen. "Ik zal je nooit meer onderschatten", zei hij. "Ja hoor, dit voldoet."Ze liepen naar een tafeltje en gingen zitten.
"Als dit geen gevangenis was zou ik op dit moment gelukkig kunnen zijn, weet je dat?", zei ze zacht.
Het duurde even voor hij reageerde. "Dat is fijn, misschien vat ik het wel op als een compliment", zei hij en begon aan het rietje te zuigen.Raven sloeg hem een tijdje gade.
"Je ziet er een beetje uit als een kleutertje met een pakje Roosvicee", zei ze toen grinnikend. "Helemaal geen woeste gevaarlijke vampier."
"Hm, dan weet je meteen waarom ik de voorkeur geef aan vers bloed", bromde hij. "Dit is desastreus voor mijn imago."
"Ik zal het niet doorvertellen", grijnsde ze.Ze zaten rustig te eten terwijl de hemel roze kleurde. Toen vroeg Raven ernstig: "Zou je me nou eens duidelijk willen uitleggen hoe het zit? Je hebt dus de zogenaamde inlanders die in Midnight Hollow zijn geboren en er gewoon hun leven leiden. En dan zijn er de mensen zoals wij, die hier per ongeluk verzeild zijn geraakt en niet meer terug kunnen. En in de winter lopen die gevaar. Waarom?"
"Je hebt het bijna goed", knikte hij kort. "Ik heb hier alleen nog nooit iemand geboren zien worden. Het moet inmiddels een eeuw geleden zijn dat ik op deze plek aan wal kwam, weet je wie me ontving? Young Jae, een van de bandleden die je goed kent."
Ongelovig keek Raven hem aan."Heb je wel eens geprobeerd op een klok te kijken hier?, vroeg hij terwijl hij het pakje verfrommelde en vanaf een afstandje in een prullenbak gooide.
"Die... zijn allemaal kapot", antwoordde ze aarzelend.
"Die staan stil ja. Allemaal op twaalf uur, midnight."
"Maar de seizoenen dan?"
"Oh, er is inderdaad een soort tijdverloop, maar ik heb het idee dat alle jaargetijden alleen in dienst staan van de winter. Die duurt ook het langst. Maar niemand wordt ouder, niemand groeit op, de kinderen die je hier ziet waren er al toen ik aankwam.""Wat gebeurt er in de winter Shayne?", vroeg Raven en ze rilde.
"Dan raken de inlanders in de ban van iets waardoor ze de kolder in hun kop krijgen en bij vlagen levensgevaarlijk worden. Een tijdlang hebben we gedacht dat het de kou was, maar het is kwaadaardiger. Een soort duistere kracht neemt bezit van hen en lijkt hen te gebruiken om alles wat van buiten komt te vernietigen. Maar geen angst, wij kunnen ze de baas en we beschermen je. Je zult alleen binnen moeten blijven in die periode."
Hij stond op."Kom", zei hij, "nu gaan we echt, het wordt frisser."Op weg naar zijn auto bukte hij zich om een lentebloem te plukken.
"Voor een mooie jongedame, van een woeste gevaarlijke vampier", zei hij vriendelijk.
Ze lachte en nam de bloem aan. "Lief", zei ze. "Dat is wat je bent. Lief."Na die middag begon Raven weer in de winkel te werken en speelgoed te maken. Aanvankelijk een beetje huiverig voor de inwoners van Midnight Hollow, maar al snel merkte ze dat die net zo vriendelijk tegen haar waren als in het begin. Alleen Nadia keek haar een tijdje met samengeknepen ogen aan. "Waar zat jij?", vroeg ze uiteindelijk.
"Ik?", stamelde Raven, "eh...""Ze logeerde bij ons Nadia, is dat een probleem?", klonk het ineens. Raven keek verbaasd opzij en zag Shayne, die kennelijk zojuist was binnengekomen. Argwanend keek Nadia hem aan en daarna weer naar haar. "Je bent nog hetzelfde", ging ze verder alsof ze niet was onderbroken. "Je bent niet anders. Vaak zijn ze... anders na de winter. Je bent geen parasiet geworden."
Naast haar begon Jin Sang te knikken. "Ja, geen parasiet", mompelde hij een beetje verward en liep toen weg om naar wat winkelwaar te gaan kijken. Nadia liet zich echter minder makkelijk afschepen.
"Waarom ben jij geen parasiet geworden?", vroeg ze nieuwsgierig en keek Raven aan."Niet zo doordrammen hoor", kwam Shayne naderbij. Zijn stem klonk als fluweel, zijn tred leek op die van een panter en zijn ogen fixeerden die van Nadia. Toen hij vlakbij haar stond boog hij naar voren, legde zachtjes een hand in de nek van het meisje en begroef zijn gezicht in haar hals. Alles gebeurde in een vloeiende beweging en een moment voelde Raven een vreemde mengeling van schaamte en jaloezie. Toen besefte ze ineens wat hij deed. Ze merkte het aan Nadia, die langzaam slap leek te worden en zeker zou zijn omgevallen als Shayne haar niet stevig had vastgehouden.Uiteindelijk trok hij zijn gezicht terug en veegde zijn mond af aan zijn mouw. "Als je je gedraagt kom ik vanavond voor meer", zei hij. "En nu wegwezen allebei." Daarna keek hij naar Raven en begon een beetje geschrokken te grinniken. "Wat kijk je boos."
"Dat was weerzinwekkend", zei ze afgemeten.
"Sorry, ik wilde je niet shockeren. Maar dit beviel me niks, het leek alsof ze een soort link begon te leggen. Ik moest haar afleiden en ze vinden het alleen maar prettig hoor. Ga je mee?"
"Mee? Waarheen? Mijn dienst zit er nog niet op."
"Dan sluit je maar wat eerder, ik wil je voorstellen aan iemand."Een kwartier later stonden ze voor een huis en was Shayne aan het bakkeleien met een van de engste mannetjes die Raven ooit had gezien.
"Ik snap het niet helemaal", zei het kereltje zalvend. "Je bent vorige week nog met haar uit geweest."
"Een keer per week Roderick, dat is de afspraak. Ik heb geen zin deze discussie elke keer opnieuw te moeten voeren."
Shayne klonk zowel geërgerd als vermoeid merkte Raven en uiteindelijk mochten ze naar binnen, waar ze meteen een trap afdaalden een kelder in. Wat Raven ook verwacht had, niet het tafereel dat zich nu aan haar openbaarde. In een kleine vierkante kooi zat een meisje op een stoel te lezen. Ze kwam Raven niet onbekend voor, ze had het idee dat ze haar eerder had gezien maar ze kon zich niet meer herinneren waar precies."Hallo Sarah", zei Shayne op een toon alsof hij tegen een klein kind sprak, "daar ben ik weer. Ga je met ons mee?"
"Hoi Shayne", zei het meisje met een lief stemmetje, legde haar boek neer en stond op, "maar vindt Roderick dat wel goed? Hij heeft het vast liever niet. Hij heeft het altijd liever niet."
"Natuurlijk vindt Roderick het goed, dat hebben we toch afgesproken? Kom."
Het meisje keek over zijn schouder. "Wie heb je daar meegenomen Shayne?"
"Dit is Raven, ze is hier nieuw en wil graag met je kennismaken. Ze is heel aardig, jullie worden vast vriendinnen."
"Hallo Sarah", zei Raven.
"Mijn vis heeft honger", zei Sarah."Raven voert hem wel even", zei Shayne. "Hè Raven?"
"Ja hoor", zei Raven, die het idee had in een surrealistische film te zijn terechtgekomen, "geen probleem."
Ze liep naar een tafel met een lege vissenkom, pakte de bus met voer die ernaast stond en strooide wat in het water. Achter haar ging Shayne verder het meisje ervan te overtuigen mee te komen met hen, maar net op het moment dat dat leek te lukken kwam het engerdje naar beneden lopen."Ik moet jullie vragen weer te gaan, Sarah heeft vandaag geen zin", zei hij en richtte zich toen rechtstreeks tot Raven. "En mag ik u verzoeken met uw handen van onze spullen af te blijven?"
Voordat Raven iets kon antwoorden schoot Shayne uit zijn slof. "Sarah gaat gewoon met ons mee naar het strand en tegen de avond brengen we haar weer keurig thuis", zei hij. "En dit keer kom je ons niet storen."
"Ja! Ja! Het strand!", juichte Sarah en stapte eindelijk uit de kooi. Het mannetje wilde een stap naar voren doen, maar Shayne blokkeerde hem de weg. "En nu afgelopen", zei hij dreigend. "Of wil je eindigen als je broer?"
Het mannetje kneep zijn ogen tot spleetjes. "Mijn broer...", zei hij heel zacht, alsof hij diep nadacht. En toen nog eens, peinzend: "Mijn broer..."
Shayne keek hem strak aan. "Je broer ja, opzij Roderick. Kom op dames, we gaan."Ze reden naar het strand en stapten uit. Sarah huppelde naast hen terwijl ze honderduit kwebbelde, maar toen ze langs de strandhuisjes kwamen trok ze een bewolkt gezichtje.
"Verdrietig", pruilde ze. "Heel verdrietig. Sarah koud. En alleen."
"Kun je je nog herinneren dat je hier woonde Sarah?", vroeg Shayne belangstellend.
Blijmoedig keek het meisje hem aan, deed even haar mond open alsof ze antwoord wilde geven maar schudde toen treurig haar hoofd en rende naar het water."Dit is de plek waar al je voorgangers woonden voordat ze bij ons werden ingelijfd", legde Shayne uit. "Ikzelf ook trouwens, voordat ik een manier vond om me te handhaven. Ik zei al dat je een uitzonderingspositie bekleedt omdat Nadia je een relatief comfortabel huisje in het dorp toewees."
Ze hadden inmiddels ook de zee bereikt. "Kom je Sarah?", riep Raven naar het meisje dat nog op het strand stond en verlangend naar het water keek. "Het is volstrekt niet koud."Shayne klapte de parasol in die hij had meegenomen en legde die op het zwarte zand.
"Red je me als ik ineen zijg?", vroeg hij, "ik kan niet zo goed tegen de zon."
"Welke zon?", vroeg Raven en keek plagerig naar de sombere lucht.
"Ik ben nu eenmaal een gevoelige jongen", mompelde hij half lachend en waadde naar haar toe. Ook Sarah voegde zich bij hen, aanvankelijk verlegen en bibberend, maar toen Raven haar speels nat begon te spetteren kirde ze opgetogen en spetterde terug. "Jij bent erg ondeugend", riep ze stralend en Raven kon zien dat ze het naar haar zin had. Ook Shayne begon aan hun spelletje mee te doen, wat Raven nogal verraste.Tot Ravens verbijstering kwam echter vrij snel Sarah's strenge oppasser ineens het strand op draven en voordat ze Sarah kon tegenhouden was het meisje al met een braaf uitroepje naar hem toe gerend. Bezitterig sloeg Roderick een arm om haar heen, wierp nog een laatste koele blik op Raven en Shayne en nam Sarah toen mee.
"Sta je dat toe?", vroeg Raven opstandig. "Wat zijn ze eigenlijk van elkaar? Vader en dochter? Broer en zus?""Roderick is een inlander", antwoordde Shayne toonloos. "Hij heeft haar op een onverwacht moment te pakken gekregen voordat we haar konden transformeren. We verwachtten het niet, het was herfst dus we waren niet heel alert nog, ineens was ze verdwenen. Hij heeft een pop van haar willen maken, het moet gruwelijk geweest zijn. We hebben geen idee wat hij precies met haar heeft gedaan, maar haar bloed is synthetisch en haar hersenen... ze heeft het verstand van een kleuter. We laten haar nu maar met rust, ze lijkt relatief gelukkig bij hem en hij beschermt haar tegen de anderen. Buiten de wintermaanden haal ik haar geregeld op zodat ze tenminste ook nog buiten komt.""Wat is er met zijn broer gebeurd?", vroeg Raven achteloos.
Als reactie schepte hij een handvol water over haar heen die ze natuurlijk niet onbeantwoord kon laten en er ontstond een wild watergevecht. Raven had haarfijn in de gaten dat hij op die manier haar vraag omzeild had, maar ze liet het zo.
Wat hij niet wilde vertellen kreeg ze er toch niet uit.