Generatie 22 - deel 11, De bom barst
Daryl begon aardig te wennen in Roaring Heights, met een lidmaatschap bij de plaatselijke bibliotheek én het sportcentrum. Zelfs van de in het openbaar rondwandelende celebrities keek hij niet meer op. Tussen de workouts door ineens Mae West tegen het weelderige lijf lopen? Dagelijkse routine. Verder had hij met zo'n beetje iedere vrouw tussen de 25 en 35 jaar wel een keer het bed gedeeld, af en toe voelde hij zich als Hansje in Bessenland.
"Bij jou of bij mij? Victor is op zakenreis."
"Bij jou dan maar, anders krijg ik het weer aan de stok met hare Zurigheid beneden." Tot dusver had zijn hospita hem nog nimmer weten te betrappen op het streng verboden vrouwelijk bezoek, maar Daryl vreesde dat het een kwestie van tijd was. Ze hield hem na hun aanvaring rond Leo nog scherper in de gaten dan voorheen, Daryl wist niet hoe lang hij het nog zou volhouden. Hij was op zijn vrijheid gesteld en had er een hekel aan als een soort kleuter behandeld te worden. Maar op zich beviel zijn etage hem goed en hij zou hier toch niet eeuwig blijven.Met enige regelmaat zocht hij de eenhoorn op, zodra hij de bekende stralen ergens in de lucht zag opdoemen 's avonds. Het dier begon hem warempel te vertrouwen en draafde tegenwoordig zelfs naar hem toe zodra hij uit zijn auto stapte. Deze keer gebeurde er iets miraculeus. Prompt nadat hij de eenhoorn een wortel gevoerd had die hij tegenwoordig standaard bij zich had, voelde hij hoe hij de lucht in werd getild en een weldadige kracht stroomde door zijn aderen. Hij had geen idee wat het dier had gedaan maar dat het goedbedoeld was, stond buiten kijf. Daryl voelde zich op een onverklaarbare manier diep vereerd. Wat een bijzonder en edel wezen was dit toch. In een opwelling boog hij voorover. "Waarom blijf je niet bij me?", fluisterde hij zacht.
Waarom vroeg hij dat, wat een idioot voorstel. Hij bezat niet eens een stal waarin hij het dier zou kunnen huisvesten... Ineens was het alsof hij een stem in zijn hoofd hoorde.
"Je bent een beste knul en ik mag je graag, maar bewijs eerst maar eens dat je een vriend van alle dieren bent." Had hij het zich verbeeld? Of had het dier werkelijk tot hem gesproken? Daryl wist het niet zeker, maar een tikje beschaamd liep hij terug naar de auto en reed weg. Een paar dagen later besloot hij het museum eens met een bezoek te vereren. Dat bleek een enigszins teleurstellende ervaring. Zo bijzonder als de architectuur van Roaring Heights was, zo absurd de hier tentoongestelde kunst. Vond Daryl. Hij stond net te bakkeleien met iemand over een gigantische plastic kers (Daryl vond het geen kunst, zij wel), toen het mooiste meisje dat hij ooit gezien had kwam binnenwandelen. Daryl vergat even totaal waar hij was en cirkelde een tijdje doelloos om haar heen. Uiteindelijk sprak hij haar aan.
"Een rijkdom aan schoonheid hier", opende hij naar wat hij hoopte een conversatie zou worden. "En het meesterstuk heb ik nu gevonden." Licht spottend en een tikje verbaasd keek ze hem aan.
"Bedoel je mij? Dit moet de allerbelabberdste openingszin zijn die ooit is uitgesproken." Hierna wandelde ze weg en begon theatraal en op luide toon de schoonheid van de uitgestalde kunst te bejubelen.
"Hou maar op", gromde Daryl, "ik heb het al begrepen. Trouwens, zo mooi vind ik het allemaal niet. Volgens mij hebben ze dit museum gevuld met wat ze op rommelmarkten bij elkaar konden scharrelen. Je bent het meesterstuk van een verzameling triviale troep" Hij liep naar de trap en wandelde naar beneden, vooral eigenlijk omdat hij zich schaamde zodra de woorden over zijn lippen gerold waren. Zo onaardig was hij normaal nooit. Maar hij liep ook vrijwel nooit een blauwtje. Niet veel later kwam ze ook de trap af lopen. Daryl had haar kunnen negeren, maar dat deed hij niet. "Ik vergiste me", zei hij, "er zitten wel degelijk een paar klassieke meesterwerken tussen. Zoals die grijs metalen panelen daar, waarin op ingenieuze wijze de symboliek van masculiniteit en feminiteit is verwerkt, in - mag ik wel zeggen - een zeer gewaagde en robuuste kleurkeuze."
Tot zijn opluchting grinnikte ze. "Geen kunstliefhebber begrijp ik?", vroeg ze. "Beslist wel", wierp Daryl tegen. "Die zonnebloemen vind ik knap gemaakt."
"Is dat noodzakelijk? Dat het knap gemaakt is? Misschien willen de kunstenaars je wel op een andere manier raken. En blijkbaar lukt dat." Hierna vielen ze stil. Daryl wilde zeggen dat hij liever geraakt werd door schoonheid. Zoals haar lieve, ovale gezichtje met de grote grijze ogen, vrolijk en tegelijkertijd een tikje melancholiek. En haar mond, zacht en vol als rozenblaadjes, wachtend om door hem gekust te worden. Maar hij zweeg, ze zou hem maar uitlachen. Toen hij thuiskwam was hij rusteloos. Hij douchte zich en pakte zijn telefoon. Hij had liefde nodig.
"Tuurlijk", klonk het aan de andere kant van de lijn. "waar wil je afspreken?" "Zullen we...?"
"Bij mij kan het helaas niet nu."
"Dan gaan we bij mij." Daryls liefjes bleven nooit slapen, maar net vannacht was dat wel gebeurd. En net vanmorgen besloot mevrouw Robinson onverwacht zijn huis binnen te vallen omdat ze duidelijk een vrouwenstem gehoord had boven en óf ze ook gelijk had gehad! De arme Janet werd zonder pardon in haar duster het balkon op geduwd, Daryl kon haar nog net haar kleren na werpen. En daarna wierp hij woedend de hospita erachteraan naar buiten. Die liet zich zowaar even door hem intimideren, maar een kwartier later bonkte ze alweer op de deur en kwam opnieuw en zonder zijn toestemming af te wachten naar binnen. "Je kent de afspraken en je houdt je er niet aan", snauwde ze. "Géén huisdieren en géén meiden over de vloer, zo ingewikkeld is het niet. Maar op de een of andere manier lukt het je niet respect op te brengen en..."
"Respect op te brengen?", hoonde Daryl. "Mens, ik ben een volwassen man, hoe kun je in hemelsnaam van mij verwachten dat ik voor jouw preutsheid mijn liefdesleven in de koelkast zet. Zorg zelf eens dat je een goeie beurt krijgt, daar knap je vast van op!"Even was ze met stomheid geslagen en opende en sloot slechts haar mond een paar keer, als een vis op het droge. "VLERK!", krijste ze toen. "Smerige, respectloze vlérk! Wie denk je wel dat je bent!"
"Vlérk", bouwde Daryl haar na, "smérige vlérk! Mens, doe normaal." "En nu is het afgelopen!", schreeuwde ze, "dit was de druppel! Eruit! Vandaag nog! Ik krijg nog huur van je en ik wil mijn sleutel terug. Nu! En dan vertrek je!" "Ja ja ja, kalm maar, ik ga al", zei Daryl. "Mag ik me wel nog even netjes aankleden en mijn spullen pakken? Bedankt." Hij douchte zich snel en schoot zijn kleren aan. Eigenlijk kwam het slecht uit dat hij precies nu weg moest, want hij voelde zich helemaal niet lekker. Hij had Janet de deur uit willen werken en dan nog een paar uurtjes willen slapen. Hij had enorme dorst en had al vijf glazen water achterover geslagen, maar het hielp niet erg. Hij was misselijk en warm, alsof hij koorts had. Maar zijn voorhoofd voelde koel aan. Hij begreep meteen wat er gebeurd was want hij had het al eens meegemaakt, alleen andersom. Kennelijk zat er een uiterste houdbaarheidsdatum aan de zeemeerminnenbetovering, hij was weer normaal. Voor de zekerheid checkte hij zijn benen en inderdaad, de schubben waren verdwenen. Hij was geen zeemeermin meer. En hij voelde zich als bij toverslag ook weer kiplekker. Een paar uur later liep hij buiten. De sleutel had hij door de brievenbus gegooid, huur had hij uiteraard niet meer betaald. Hij bracht de auto terug naar het verhuurbedrijf en kocht wat proviand voor hemzelf en voor Leo. En een nieuwe slaapzak, want Jeannies oude slaapzak was wel erg geschonden uit zijn eerdere zwerftocht gekomen dus die had hij weggegooid.Even had hij overwogen op zoek te gaan naar andere huisvesting maar als hij eerlijk was, moest hij bekennen dat hij het hier wel gezien had. Eigenlijk was het een mooie aanleiding om zijn boeltje te pakken en weer verder te trekken. Jammer dat het weer niet mee zat. Toen de avond viel, was het wel heel bar en boos. De regen striemde neer en Leo had hem al herhaaldelijk zielig aangekeken vanonder zijn aandoenlijke wenkbrauwen. Bovendien begon het te onweren. Toen Daryl dus in de verte een soort prieel zag, besloot hij dat het wijzer was hier de nacht maar door te brengen, "Gauw wat eten en dan lekker slapen", zei hij tegen Leo, die zich dankbaar op een van de banken nestelde nadat hij zich eerst flink uitgeschud had. In de loop van de nacht klaarde het weer op en de nieuwe slaapzak was zeer comfortabel, dus Daryl ontwaakte volkomen uitgerust en klaar om het avontuur aan te gaan. Leo bleek al ergens rond te rennen en had allerlei schatten verzameld en onderaan de trap gelegd. Daryl raapte ze op en stopte ze in zijn rugzak; hij zou later wel kijken of er iets van waarde tussen zat.Hij floot zijn vriend bij zich en gaf hem iets te eten. Zelf ontbeet hij met een mueslireep, zielsgelukkig dat gewoon voedsel hem weer smaakte. Het zeewier dat hij al die tijd als voedsel gebruikt had, was thuis in de vuilnisbak beland. En toen ontdekte hij dat deze stralende ochtend helaas niet volledig zonder minpuntjes was: Leo zat weer eens onder de vlooien en binnen de kortste keren hij dus ook. En voorlopig hadden ze natuurlijk geen bad tot hun beschikking. Daryl vloekte hartgrondig. Niks aan te doen, voorlopig zouden ze de jeuk moeten trotseren. Daryl kleedde zich aan, rolde zijn slaapzak op, pakte zijn rugzak en vertrok. Met een "nee jongen, ándere kant op!" naar Leo die instinctief terug naar Roaring Heights begon te rennen. En toen lachte het geluk hen alsnog toe, toen ze ergens op een boerenerf een badkuip aantroffen die nog op de waterleiding aangesloten bleek ook. Toch handig om altijd vlooienmiddel bij je te hebben.
"Bij jou dan maar, anders krijg ik het weer aan de stok met hare Zurigheid beneden." Tot dusver had zijn hospita hem nog nimmer weten te betrappen op het streng verboden vrouwelijk bezoek, maar Daryl vreesde dat het een kwestie van tijd was. Ze hield hem na hun aanvaring rond Leo nog scherper in de gaten dan voorheen, Daryl wist niet hoe lang hij het nog zou volhouden. Hij was op zijn vrijheid gesteld en had er een hekel aan als een soort kleuter behandeld te worden. Maar op zich beviel zijn etage hem goed en hij zou hier toch niet eeuwig blijven.Met enige regelmaat zocht hij de eenhoorn op, zodra hij de bekende stralen ergens in de lucht zag opdoemen 's avonds. Het dier begon hem warempel te vertrouwen en draafde tegenwoordig zelfs naar hem toe zodra hij uit zijn auto stapte. Deze keer gebeurde er iets miraculeus. Prompt nadat hij de eenhoorn een wortel gevoerd had die hij tegenwoordig standaard bij zich had, voelde hij hoe hij de lucht in werd getild en een weldadige kracht stroomde door zijn aderen. Hij had geen idee wat het dier had gedaan maar dat het goedbedoeld was, stond buiten kijf. Daryl voelde zich op een onverklaarbare manier diep vereerd. Wat een bijzonder en edel wezen was dit toch. In een opwelling boog hij voorover. "Waarom blijf je niet bij me?", fluisterde hij zacht.
Waarom vroeg hij dat, wat een idioot voorstel. Hij bezat niet eens een stal waarin hij het dier zou kunnen huisvesten... Ineens was het alsof hij een stem in zijn hoofd hoorde.
"Je bent een beste knul en ik mag je graag, maar bewijs eerst maar eens dat je een vriend van alle dieren bent." Had hij het zich verbeeld? Of had het dier werkelijk tot hem gesproken? Daryl wist het niet zeker, maar een tikje beschaamd liep hij terug naar de auto en reed weg. Een paar dagen later besloot hij het museum eens met een bezoek te vereren. Dat bleek een enigszins teleurstellende ervaring. Zo bijzonder als de architectuur van Roaring Heights was, zo absurd de hier tentoongestelde kunst. Vond Daryl. Hij stond net te bakkeleien met iemand over een gigantische plastic kers (Daryl vond het geen kunst, zij wel), toen het mooiste meisje dat hij ooit gezien had kwam binnenwandelen. Daryl vergat even totaal waar hij was en cirkelde een tijdje doelloos om haar heen. Uiteindelijk sprak hij haar aan.
"Een rijkdom aan schoonheid hier", opende hij naar wat hij hoopte een conversatie zou worden. "En het meesterstuk heb ik nu gevonden." Licht spottend en een tikje verbaasd keek ze hem aan.
"Bedoel je mij? Dit moet de allerbelabberdste openingszin zijn die ooit is uitgesproken." Hierna wandelde ze weg en begon theatraal en op luide toon de schoonheid van de uitgestalde kunst te bejubelen.
"Hou maar op", gromde Daryl, "ik heb het al begrepen. Trouwens, zo mooi vind ik het allemaal niet. Volgens mij hebben ze dit museum gevuld met wat ze op rommelmarkten bij elkaar konden scharrelen. Je bent het meesterstuk van een verzameling triviale troep" Hij liep naar de trap en wandelde naar beneden, vooral eigenlijk omdat hij zich schaamde zodra de woorden over zijn lippen gerold waren. Zo onaardig was hij normaal nooit. Maar hij liep ook vrijwel nooit een blauwtje. Niet veel later kwam ze ook de trap af lopen. Daryl had haar kunnen negeren, maar dat deed hij niet. "Ik vergiste me", zei hij, "er zitten wel degelijk een paar klassieke meesterwerken tussen. Zoals die grijs metalen panelen daar, waarin op ingenieuze wijze de symboliek van masculiniteit en feminiteit is verwerkt, in - mag ik wel zeggen - een zeer gewaagde en robuuste kleurkeuze."
Tot zijn opluchting grinnikte ze. "Geen kunstliefhebber begrijp ik?", vroeg ze. "Beslist wel", wierp Daryl tegen. "Die zonnebloemen vind ik knap gemaakt."
"Is dat noodzakelijk? Dat het knap gemaakt is? Misschien willen de kunstenaars je wel op een andere manier raken. En blijkbaar lukt dat." Hierna vielen ze stil. Daryl wilde zeggen dat hij liever geraakt werd door schoonheid. Zoals haar lieve, ovale gezichtje met de grote grijze ogen, vrolijk en tegelijkertijd een tikje melancholiek. En haar mond, zacht en vol als rozenblaadjes, wachtend om door hem gekust te worden. Maar hij zweeg, ze zou hem maar uitlachen. Toen hij thuiskwam was hij rusteloos. Hij douchte zich en pakte zijn telefoon. Hij had liefde nodig.
"Tuurlijk", klonk het aan de andere kant van de lijn. "waar wil je afspreken?" "Zullen we...?"
"Bij mij kan het helaas niet nu."
"Dan gaan we bij mij." Daryls liefjes bleven nooit slapen, maar net vannacht was dat wel gebeurd. En net vanmorgen besloot mevrouw Robinson onverwacht zijn huis binnen te vallen omdat ze duidelijk een vrouwenstem gehoord had boven en óf ze ook gelijk had gehad! De arme Janet werd zonder pardon in haar duster het balkon op geduwd, Daryl kon haar nog net haar kleren na werpen. En daarna wierp hij woedend de hospita erachteraan naar buiten. Die liet zich zowaar even door hem intimideren, maar een kwartier later bonkte ze alweer op de deur en kwam opnieuw en zonder zijn toestemming af te wachten naar binnen. "Je kent de afspraken en je houdt je er niet aan", snauwde ze. "Géén huisdieren en géén meiden over de vloer, zo ingewikkeld is het niet. Maar op de een of andere manier lukt het je niet respect op te brengen en..."
"Respect op te brengen?", hoonde Daryl. "Mens, ik ben een volwassen man, hoe kun je in hemelsnaam van mij verwachten dat ik voor jouw preutsheid mijn liefdesleven in de koelkast zet. Zorg zelf eens dat je een goeie beurt krijgt, daar knap je vast van op!"Even was ze met stomheid geslagen en opende en sloot slechts haar mond een paar keer, als een vis op het droge. "VLERK!", krijste ze toen. "Smerige, respectloze vlérk! Wie denk je wel dat je bent!"
"Vlérk", bouwde Daryl haar na, "smérige vlérk! Mens, doe normaal." "En nu is het afgelopen!", schreeuwde ze, "dit was de druppel! Eruit! Vandaag nog! Ik krijg nog huur van je en ik wil mijn sleutel terug. Nu! En dan vertrek je!" "Ja ja ja, kalm maar, ik ga al", zei Daryl. "Mag ik me wel nog even netjes aankleden en mijn spullen pakken? Bedankt." Hij douchte zich snel en schoot zijn kleren aan. Eigenlijk kwam het slecht uit dat hij precies nu weg moest, want hij voelde zich helemaal niet lekker. Hij had Janet de deur uit willen werken en dan nog een paar uurtjes willen slapen. Hij had enorme dorst en had al vijf glazen water achterover geslagen, maar het hielp niet erg. Hij was misselijk en warm, alsof hij koorts had. Maar zijn voorhoofd voelde koel aan. Hij begreep meteen wat er gebeurd was want hij had het al eens meegemaakt, alleen andersom. Kennelijk zat er een uiterste houdbaarheidsdatum aan de zeemeerminnenbetovering, hij was weer normaal. Voor de zekerheid checkte hij zijn benen en inderdaad, de schubben waren verdwenen. Hij was geen zeemeermin meer. En hij voelde zich als bij toverslag ook weer kiplekker. Een paar uur later liep hij buiten. De sleutel had hij door de brievenbus gegooid, huur had hij uiteraard niet meer betaald. Hij bracht de auto terug naar het verhuurbedrijf en kocht wat proviand voor hemzelf en voor Leo. En een nieuwe slaapzak, want Jeannies oude slaapzak was wel erg geschonden uit zijn eerdere zwerftocht gekomen dus die had hij weggegooid.Even had hij overwogen op zoek te gaan naar andere huisvesting maar als hij eerlijk was, moest hij bekennen dat hij het hier wel gezien had. Eigenlijk was het een mooie aanleiding om zijn boeltje te pakken en weer verder te trekken. Jammer dat het weer niet mee zat. Toen de avond viel, was het wel heel bar en boos. De regen striemde neer en Leo had hem al herhaaldelijk zielig aangekeken vanonder zijn aandoenlijke wenkbrauwen. Bovendien begon het te onweren. Toen Daryl dus in de verte een soort prieel zag, besloot hij dat het wijzer was hier de nacht maar door te brengen, "Gauw wat eten en dan lekker slapen", zei hij tegen Leo, die zich dankbaar op een van de banken nestelde nadat hij zich eerst flink uitgeschud had. In de loop van de nacht klaarde het weer op en de nieuwe slaapzak was zeer comfortabel, dus Daryl ontwaakte volkomen uitgerust en klaar om het avontuur aan te gaan. Leo bleek al ergens rond te rennen en had allerlei schatten verzameld en onderaan de trap gelegd. Daryl raapte ze op en stopte ze in zijn rugzak; hij zou later wel kijken of er iets van waarde tussen zat.Hij floot zijn vriend bij zich en gaf hem iets te eten. Zelf ontbeet hij met een mueslireep, zielsgelukkig dat gewoon voedsel hem weer smaakte. Het zeewier dat hij al die tijd als voedsel gebruikt had, was thuis in de vuilnisbak beland. En toen ontdekte hij dat deze stralende ochtend helaas niet volledig zonder minpuntjes was: Leo zat weer eens onder de vlooien en binnen de kortste keren hij dus ook. En voorlopig hadden ze natuurlijk geen bad tot hun beschikking. Daryl vloekte hartgrondig. Niks aan te doen, voorlopig zouden ze de jeuk moeten trotseren. Daryl kleedde zich aan, rolde zijn slaapzak op, pakte zijn rugzak en vertrok. Met een "nee jongen, ándere kant op!" naar Leo die instinctief terug naar Roaring Heights begon te rennen. En toen lachte het geluk hen alsnog toe, toen ze ergens op een boerenerf een badkuip aantroffen die nog op de waterleiding aangesloten bleek ook. Toch handig om altijd vlooienmiddel bij je te hebben.