Generatie 17 - deel 2, Tovertrucjes
De weken erna draait Éowyn een beetje om de jongen heen, die - zo heeft haar nieuwe vriendin Tonya giechelend verteld - James Douglas heet. "Hij is aardig, maar heeft ook een reputatie hoor. Hij is kunstenaar. Exposeert nu en dan, maakt alleen wel een beetje rare dingen vind ik. Je moet ervan houden."Een kunstenaar, kan het romantischer? Éowyn is in de wolken. Ze gelooft nog steeds niet in toekomstvoorspellingen, maar nu is het wel even leuk erin mee te gaan. Voorlopig onderneemt ze nog geen stappen, dat durft ze niet. Ze doet wel iets anders: ze koopt een leuk autootje dat helemaal bij Sunlit Tides past. Urenlang crosst ze over het eiland, haar haren in de wind, en geniet met volle teugen van de schoonheid om zich heen.Op een broeierig hete dag begin september is het lot haar goedgezind. Als ze het festivalpark bezoekt - dat er nu vrij verlaten bij ligt - ziet ze James, die zo te zien het landschap staat te schilderen. Ze verzamelt alle moed die ze in zich heeft, wandelt nonchalant naar hem toe en gaat in een van de stoelen liggen.De tijd verstrijkt en terwijl James vormen op het doek creëert die helemaal niets met het uitzicht te maken lijken te hebben, zoekt zij koortsachtig naar mogelijkheden om het woord tot hem te richten. Ze is bang dat ze met "goh, mooi hoor" of "wat stelt het eigenlijk voor?" geen punten gaat scoren. Voorlopig houdt ze dus haar mond en kijkt uit over de zee, terwijl langzaamaan de lucht betrekt en er een storm opsteekt.Plotseling klinkt er een enorme donderslag en van de ene op de andere seconde begint het te hozen.
"Damn...", hoort ze James prevelen. En nog voordat ze haar medeleven heeft kunnen betuigen over de verf, die vermengd met het neervallende water kleurige, wanordelijke stroompjes begint te vormen op het doek, draaft hij weg. Gemiste kans en ze moet trouwens naar haar werk ook. Om onderweg tot de ontdekking te komen dat zo'n auto met open dak leuk is met mooi weer, maar nu even niet zo heel handig.Enkele weken later is het feest. Iedereen heeft een dag vrij en het hele dorp stroomt samen in het park om mee te doen aan allerlei vrolijke spelletjes. Tonya is een paar dagen naar haar ouders, dus in haar eentje slentert Éowyn over het terrein en kijkt een beetje rond. Aan het rolschaatsen waagt ze zich niet, maar voetballen heeft ze altijd al eens willen proberen. Ze trekt haar sportkleren aan en oefent een tijdje op het doel, waarna ze zichzelf verhit op een ijsco trakteert.Daarna doet ze mee met een vreetwedstrijd, maar moet als een van de eersten opgeven. Zoals alle djinns is ze nogal verwend op eetgebied en deze hotdogs zijn ronduit walgelijk. Ranzig en vet.Ze keert dus terug naar het voetbalveldje en oefent tot de avond valt. Als ze honger krijgt, waagt ze zich toch nog een keer aan de vreetwedstrijd, maar ze is geen partij voor de professionals, die de broodjes soms met drie tegelijk naar binnen proppen en geen bodem in hun maag lijken te hebben.Ze wil net naar huis gaan als iemand haar roept. "Hé, schoonheid! Probeer me eens te passeren!"
Noemt die gozer ieder rondlopend meisje soms schoonheid? Wat een aansteller. Ze legt aan en schiet de bal met een enorme poeier recht het doel in. "Zo, daar had je me. Goed geraakt", lacht hij.
"Volstrekt niet", antwoordt ze bits. "Ik mikte op je hoofd."Haar gevoelens voor de mysterieuze James Douglas hebben inmiddels allesverterende vormen aangenomen en om een beetje stoom af te blazen schrijft ze hem een liefdesbrief. Anoniem, uiteraard, maar het is zalig om even haar diepste zieleroerselen van zich af te schrijven en hem te laten weten hoeveel ze van hem houdt. Wie weet kan hij raden van wie de brief afkomstig is, wat ze stiekem natuurlijk hoopt.
Ze hoort echter helaas niks."Misschien is hij net zo verlegen als ik", zegt ze hoopvol tegen Tonya, die haar bedenkelijk aankijkt.
"Hij is anders bepaald niet bleu met meisjes, maar jij moet gewoon eens wat meer initiatief nemen. Kom op, wedstrijdje adem inhouden."Éowyn besluit de raad van haar vriendin op te volgen en nu eindelijk de eerstvolgende keer dat ze James ziet eens een praatje aan te knopen. Om haar kansen op een toevallige ontmoeting te vergroten gaat ze er veel op uit, maar hij lijkt van de aardbodem verdwenen.
"Ik heb gehoord dat hij een expositie heeft in de stad", verklaart Tonya. "Je zult even geduld moeten hebben."Ze loopt wel iemand anders tegen het lijf, alweer. Op een middag heeft ze net een hamburger tevoorschijn getoverd, als ze wordt opgeschrikt door een vrolijk 'ha schoonheid'.
"Je moet eens een originelere aanspreekvorm verzinnen", roept ze kattig en loopt verder om haar broodje te gaan opeten.Als ze terugkomt bij het zwembad krijgt ze de schok van haar leven. De tovenaar blijkt spiernaakt in het water rond te plonzen, zijn kleren liggen op een slordig stapeltje aan de kant. Zijn er geen grenzen aan de smakeloosheid van die jongen? Snel graait ze de kleren bij elkaar om ze te gaan verstoppen, maar ze blijkt net te laat."Vind je dat humor?", vraagt hij.
Ze giechelt. "Ja", zegt ze. "Wie trekt er nou zijn broek uit in een zwembad. Straks komen er kinderen."
"Er mogen geen kinderen in dit bad, fatsoensrakkertje. Naaktzwemmen is toegestaan en als je het hier iets langer wilt volhouden, zul je eraan moeten wennen dat dit voor de gemiddelde inwoner van Sunlit Tides heel normaal is." Vanuit het zwembad grinnikt een meisje: "En sowieso heeft niemand er problemen mee als Demyan Safin uit de kleren gaat, madame."
Ze klimt via het trappetje op het droge en heupwiegt bevallig weg, terwijl Demyan haar goedkeurend nakijkt.
Dan wandelt hij naar Éowyn.Die verlamt op hetzelfde moment, zich nu pas realiserend dat hij dus... naakt is. Éowyn mag dan opgegroeid zijn in een gezin met vier mannen, door hun zelfreinigend vermogen hoeft een djinn zelden uit de kleren. Bovendien zijn djinns, misschien wel daardoor, van nature een tikje preuts.Demyan ziet haar verschieten en lacht.
"Waar is nou je grote mond? Nou, kom op en geef me mijn kleren terug. Vergeet niet dat ik een tovenaar ben..." - hij maakt een quasi griezelig gebaar met zijn handen - "voor je het weet verander ik je in een tuinkabouter."Éowyn verstrakt. Op slag is ze al haar schaamte vergeten en bijt hem toe: "Denk jij soms dat je de enige bent die kan toveren?" Het volgende moment heeft ze hem - zonder erbij na te denken - met een verbeten trek om haar mond verbannen.Vrijwel meteen komt ze bij zinnen en realiseert zich wat ze gedaan heeft. Ze heeft geen idee waar ze hem heeft heengezonden in haar drift, ze weet alleen dat het heel ver weg is en dat hij poedelnaakt is.In de uren daarna spreekt ze zichzelf toe dat het zijn eigen schuld is en net goed, maar daar doorheen zeurt een vervelend stemmetje.
"Hij deed niks, hij maakte een grapje, dat weet je best. Misschien is hij middenin een druk winkelcentrum terechtgekomen..."Bezorgd gaat ze naar huis. Wat nou als hij vreselijk boos is op haar? Éowyn is bang.Hoe boos hij is ontdekt ze een week later, als ze met Tonya een ijsje haalt in het restaurant en de tovenaar net naar buiten komt lopen.
Snel draait ze zich om, in de hoop dat hij haar niet ziet, maar vergeefs."Dat was echt bijzonder verkeerd wat je daar hebt gedaan", zegt hij nors.
"Ik weet het", mompelt ze, "waar kwam je terecht?"
"Ergens in een afgelegen bos gelukkig", zegt hij. "Ik heb Pearl gebeld om me op te halen, maar die vond het nogal vreemd dat ik naakt middenin een bos stond en nou vertrouwt ze me niet meer."
Verbaasd kijkt Éowyn hem aan. "Geloofde ze je dan niet...?"
"Ik had geen goeie smoes voor handen. Kon moeilijk zeggen wat er gebeurd was, dan heb jij hier geen leven meer, troela. Dan loopt iedereen vanaf nu met een wijde boog om je heen."Éowyn zwijgt beschaamd, zich realiserend dat hij gelijk heeft.
"Hela, maar dat is toevallig", vervolgt Demyan en zijn stem klinkt verbeten. "Als we daar je droomprins niet hebben. Ik heb je gestumper op liefdesgebied nou een tijdje aangekeken, ik zal eens een handje helpen mijn voorspelling eindelijk uit te laten komen. Met mijn toverkracht."Tot haar verbijstering zet hij zijn bord neer, stapt met een getrokken toverstok op James af en lijkt iets op hem af te vuren. "Hij is van jou", zegt hij kortaf. "Je hoeft alleen het woord tot hem te richten. Nou, is dat geen hulpvaardig staaltje magie?""Die spreuk is verschrikkelijk, jij bent verschrikkelijk", stamelt Éowyn half huilend en draait zich naar James. Even weet ze niet wat ze moet doen. Ze kent de gevolgen van deze spreuk maar al te goed, ze heeft Milans boek wel drie keer gelezen.Wat kán ze doen... James Douglas is het haasje, tot wie hij zich ook wendt. Dan kan ze maar beter zorgen dat zij dat is. Langzaam heft ze haar gezicht op en kijkt hem in de ogen. "Hoi", mompelt ze verlegen.
"Damn...", hoort ze James prevelen. En nog voordat ze haar medeleven heeft kunnen betuigen over de verf, die vermengd met het neervallende water kleurige, wanordelijke stroompjes begint te vormen op het doek, draaft hij weg. Gemiste kans en ze moet trouwens naar haar werk ook. Om onderweg tot de ontdekking te komen dat zo'n auto met open dak leuk is met mooi weer, maar nu even niet zo heel handig.Enkele weken later is het feest. Iedereen heeft een dag vrij en het hele dorp stroomt samen in het park om mee te doen aan allerlei vrolijke spelletjes. Tonya is een paar dagen naar haar ouders, dus in haar eentje slentert Éowyn over het terrein en kijkt een beetje rond. Aan het rolschaatsen waagt ze zich niet, maar voetballen heeft ze altijd al eens willen proberen. Ze trekt haar sportkleren aan en oefent een tijdje op het doel, waarna ze zichzelf verhit op een ijsco trakteert.Daarna doet ze mee met een vreetwedstrijd, maar moet als een van de eersten opgeven. Zoals alle djinns is ze nogal verwend op eetgebied en deze hotdogs zijn ronduit walgelijk. Ranzig en vet.Ze keert dus terug naar het voetbalveldje en oefent tot de avond valt. Als ze honger krijgt, waagt ze zich toch nog een keer aan de vreetwedstrijd, maar ze is geen partij voor de professionals, die de broodjes soms met drie tegelijk naar binnen proppen en geen bodem in hun maag lijken te hebben.Ze wil net naar huis gaan als iemand haar roept. "Hé, schoonheid! Probeer me eens te passeren!"
Noemt die gozer ieder rondlopend meisje soms schoonheid? Wat een aansteller. Ze legt aan en schiet de bal met een enorme poeier recht het doel in. "Zo, daar had je me. Goed geraakt", lacht hij.
"Volstrekt niet", antwoordt ze bits. "Ik mikte op je hoofd."Haar gevoelens voor de mysterieuze James Douglas hebben inmiddels allesverterende vormen aangenomen en om een beetje stoom af te blazen schrijft ze hem een liefdesbrief. Anoniem, uiteraard, maar het is zalig om even haar diepste zieleroerselen van zich af te schrijven en hem te laten weten hoeveel ze van hem houdt. Wie weet kan hij raden van wie de brief afkomstig is, wat ze stiekem natuurlijk hoopt.
Ze hoort echter helaas niks."Misschien is hij net zo verlegen als ik", zegt ze hoopvol tegen Tonya, die haar bedenkelijk aankijkt.
"Hij is anders bepaald niet bleu met meisjes, maar jij moet gewoon eens wat meer initiatief nemen. Kom op, wedstrijdje adem inhouden."Éowyn besluit de raad van haar vriendin op te volgen en nu eindelijk de eerstvolgende keer dat ze James ziet eens een praatje aan te knopen. Om haar kansen op een toevallige ontmoeting te vergroten gaat ze er veel op uit, maar hij lijkt van de aardbodem verdwenen.
"Ik heb gehoord dat hij een expositie heeft in de stad", verklaart Tonya. "Je zult even geduld moeten hebben."Ze loopt wel iemand anders tegen het lijf, alweer. Op een middag heeft ze net een hamburger tevoorschijn getoverd, als ze wordt opgeschrikt door een vrolijk 'ha schoonheid'.
"Je moet eens een originelere aanspreekvorm verzinnen", roept ze kattig en loopt verder om haar broodje te gaan opeten.Als ze terugkomt bij het zwembad krijgt ze de schok van haar leven. De tovenaar blijkt spiernaakt in het water rond te plonzen, zijn kleren liggen op een slordig stapeltje aan de kant. Zijn er geen grenzen aan de smakeloosheid van die jongen? Snel graait ze de kleren bij elkaar om ze te gaan verstoppen, maar ze blijkt net te laat."Vind je dat humor?", vraagt hij.
Ze giechelt. "Ja", zegt ze. "Wie trekt er nou zijn broek uit in een zwembad. Straks komen er kinderen."
"Er mogen geen kinderen in dit bad, fatsoensrakkertje. Naaktzwemmen is toegestaan en als je het hier iets langer wilt volhouden, zul je eraan moeten wennen dat dit voor de gemiddelde inwoner van Sunlit Tides heel normaal is." Vanuit het zwembad grinnikt een meisje: "En sowieso heeft niemand er problemen mee als Demyan Safin uit de kleren gaat, madame."
Ze klimt via het trappetje op het droge en heupwiegt bevallig weg, terwijl Demyan haar goedkeurend nakijkt.
Dan wandelt hij naar Éowyn.Die verlamt op hetzelfde moment, zich nu pas realiserend dat hij dus... naakt is. Éowyn mag dan opgegroeid zijn in een gezin met vier mannen, door hun zelfreinigend vermogen hoeft een djinn zelden uit de kleren. Bovendien zijn djinns, misschien wel daardoor, van nature een tikje preuts.Demyan ziet haar verschieten en lacht.
"Waar is nou je grote mond? Nou, kom op en geef me mijn kleren terug. Vergeet niet dat ik een tovenaar ben..." - hij maakt een quasi griezelig gebaar met zijn handen - "voor je het weet verander ik je in een tuinkabouter."Éowyn verstrakt. Op slag is ze al haar schaamte vergeten en bijt hem toe: "Denk jij soms dat je de enige bent die kan toveren?" Het volgende moment heeft ze hem - zonder erbij na te denken - met een verbeten trek om haar mond verbannen.Vrijwel meteen komt ze bij zinnen en realiseert zich wat ze gedaan heeft. Ze heeft geen idee waar ze hem heeft heengezonden in haar drift, ze weet alleen dat het heel ver weg is en dat hij poedelnaakt is.In de uren daarna spreekt ze zichzelf toe dat het zijn eigen schuld is en net goed, maar daar doorheen zeurt een vervelend stemmetje.
"Hij deed niks, hij maakte een grapje, dat weet je best. Misschien is hij middenin een druk winkelcentrum terechtgekomen..."Bezorgd gaat ze naar huis. Wat nou als hij vreselijk boos is op haar? Éowyn is bang.Hoe boos hij is ontdekt ze een week later, als ze met Tonya een ijsje haalt in het restaurant en de tovenaar net naar buiten komt lopen.
Snel draait ze zich om, in de hoop dat hij haar niet ziet, maar vergeefs."Dat was echt bijzonder verkeerd wat je daar hebt gedaan", zegt hij nors.
"Ik weet het", mompelt ze, "waar kwam je terecht?"
"Ergens in een afgelegen bos gelukkig", zegt hij. "Ik heb Pearl gebeld om me op te halen, maar die vond het nogal vreemd dat ik naakt middenin een bos stond en nou vertrouwt ze me niet meer."
Verbaasd kijkt Éowyn hem aan. "Geloofde ze je dan niet...?"
"Ik had geen goeie smoes voor handen. Kon moeilijk zeggen wat er gebeurd was, dan heb jij hier geen leven meer, troela. Dan loopt iedereen vanaf nu met een wijde boog om je heen."Éowyn zwijgt beschaamd, zich realiserend dat hij gelijk heeft.
"Hela, maar dat is toevallig", vervolgt Demyan en zijn stem klinkt verbeten. "Als we daar je droomprins niet hebben. Ik heb je gestumper op liefdesgebied nou een tijdje aangekeken, ik zal eens een handje helpen mijn voorspelling eindelijk uit te laten komen. Met mijn toverkracht."Tot haar verbijstering zet hij zijn bord neer, stapt met een getrokken toverstok op James af en lijkt iets op hem af te vuren. "Hij is van jou", zegt hij kortaf. "Je hoeft alleen het woord tot hem te richten. Nou, is dat geen hulpvaardig staaltje magie?""Die spreuk is verschrikkelijk, jij bent verschrikkelijk", stamelt Éowyn half huilend en draait zich naar James. Even weet ze niet wat ze moet doen. Ze kent de gevolgen van deze spreuk maar al te goed, ze heeft Milans boek wel drie keer gelezen.Wat kán ze doen... James Douglas is het haasje, tot wie hij zich ook wendt. Dan kan ze maar beter zorgen dat zij dat is. Langzaam heft ze haar gezicht op en kijkt hem in de ogen. "Hoi", mompelt ze verlegen.