Generatie 18, fotodagboek - deel 13, Raven
Ik heb meerdere minnaressen in mijn leven gehad, maar er was er maar een met puntige oortjes. De oren van Raven.Ze stond zachtjes te rillen onder haar paraplu terwijl ze me een beetje angstig aankeek en toen er geen stom woord uit me kwam schraapte ze haar keel: "Vindt u het erg om naar binnen te gaan? Ik heb het zo koud." Ik knikte verdwaasd en wandelde mijn keuken in waar ik haar bleef aanstaren. Ik geloof dat ik een beetje in shock was."Ik snap wel dat u schrikt", zei ze, "volgens mijn moeder weet u niet dat ik besta. Maar u bent echt mijn vader." En toen ik nog steeds geen geluid maakte: "Ik ben net zo'n soort wezen als u. En ze zeggen dat ik op u lijk."
"Ze?", vroeg ik mechanisch.
"Mijn moeder en mijn opa", lichtte ze toe. En toen, verlegen: "U kent mij niet maar ik u wel, een beetje. U bent zo aardig door de telefoon, het spijt me dat ik elke keer niks terug durfde te zeggen. Steeds nam ik het me voor maar ik kon me er toch niet toe zetten. Ik vond het ook prettig om gewoon naar u te luisteren."Eindelijk hervond ik mijn stem. "Dana. Dana is je moeder."
Ze knikte.
"En je opa is mijn oom. Finn."
Opnieuw knikte ze. "Ik weet dat jullie nicht en neef zijn, daarom zeggen ze dat ik debiel ben maar dat slaat nergens op, er is niks mis met me. Ik ben nooit ziek of zo, ik heb me er natuurlijk een beetje in verdiept toen mama het me vertelde. Er zijn risico's en misschien ben ik onvruchtbaar maar dat zien we dan wel weer."Ze had een beetje gejaagd gepraat en toen ze zei dat ze haar debiel noemden kneep ze een fractie van een seconde haar ogen samen alsof ze pijn had. Dat verraadde dat haar woorden nonchalanter werden gepresenteerd dan ze zich voelde.
"Je bent prachtig", zei ik, "ik denk niet dat er veel mensen zijn die een mooiere dochter hebben." Heel even vloog er een glimlach langs haar mond.Ik wees naar de bank. "Kom, dan gaan we even zitten." Ik draaide me om en ineens moest ik aan mijn moeder denken, geen idee waarom. Mijn moeder die zich altijd zo tegen mijn gevoelens voor Dana gekeerd had en die ik nu kon gaan vertellen dat ze haar felbegeerde kleinkind had, van diezelfde Dana. Ik kon er niks aan doen, heel even vond ik het een enorme grap en verheugde me op het moment dat ze het zou horen."Wie zeggen dat je debiel bent?", vroeg ik. Het klonk me akelig wreed en onaardig in de oren en ik hoopte dat ze overdreef.
Ze haalde haar schouders op. "Oh, mijn vader - stiefvader... - en daardoor ook mijn zusje en broertjes en daardoor iedereen op school."Een uur lang zaten we op de bank terwijl ze praatte en praatte. Toen ze eenmaal was begonnen leek het alsof ze niet meer kon stoppen met dingen vertellen die jarenlang opgekropt waren. Alsof er een enorme laadklep was opengegaan en alles eindelijk naar buiten mocht bulken. En al luisterend voelde ik me bozer en bozer worden. Als het allemaal waar was wat ze vertelde, dan was ze jarenlang geestelijk mishandeld, ik kan het niet anders uitdrukken.Dat de elfenprins niet haar eigen vader was bleek ze nog niet eens zo heel lang te weten. Ze was opgegroeid met het idee dat ze een soort mislukte fee was met rare krachten en zonder vleugels. Een buitenbeentje binnen een familie die hoofdzakelijk in kleine elfenhuisjes leefde, terwijl zij in haar eentje in het grote huis vertoefde. Haar enige zonnige momenten waren de keren geweest dat haar opa langskwam. Toen die de laatste keer bij toeval vernam dat ze geacht werd haar krachten te beheersen en te onderdrukken was hij woedend geworden en had zich voor haar ogen een felle ruzie afgespeeld met haar moeder, waarin uiteindelijk mijn naam was gevallen.Op een gegeven moment stond Raven op en begon te ijsberen.
"Je moet wel weten dat ik gevlucht ben, ze zijn vast naar me op zoek en..."
Verbaasd keek ik haar aan. "Je bent volwassen, waarom zou je moeten vluchten? Je mag gaan en staan waar je maar wilt."
"Ze vinden dat ik een elf moet worden, mijn stiefvader en mama, allebei. Eigenlijk wilde ik naar opa vluchten, maar toen ik eenmaal hier was wilde ik het liefst eerst bij jou langs en dat heb ik toen gedaan."
"Hoe willen ze dat doen?", vroeg ik. "Is de elfenprins een alchemist?"Ze lachte. "Noem je hem de elfenprins?"
"Dat is hij toch?"
"Ja", knikte ze, "dat is hij en dat moeten we ongeveer tien keer per dag horen maar onder elfen schijnt dat helemaal zo bijzonder niet te zijn. De status prins of prinses is iets wat je daar vrij gemakkelijk kunt verdienen, denk maar niet dat hij ooit koning wordt of zo."
"Ook daar heb je je in verdiept?", vroeg ik.
"Ja", grinnikte ze.Ik sliep op de bank die nacht. Ik heb maar één bed en daar ga je niet met een jong meisje in liggen vind ik, zelfs al is ze je dochter.
De volgende ochtend was ze vroeg op en nadat we hadden ontbeten droeg ze haar vaat naar de wasbak. Op het moment dat ze de kraan openzette bedacht ze zich ineens en reinigde het huis.
"Dat mag nu", zei ze blij. "Hier mag dat."
Ik had zo met haar te doen dat het bijna zeer deed. "Ja, dat mag", zei ik en reinigde haar. "En dit mag ook."Daarna wilde ik eigenlijk met haar naar mijn ouders, maar op de een of andere manier kwam het daar niet van. Allebei genoten we van het feit dat we elkaar gevonden hadden en dat het zo goed klikte en voor we het wisten was de dag voorbij. Ik was begonnen aan een portret van haar en ze zei dat ze mijn werk kende en bewonderde. Zelf schilderde ze ook, al vanaf haar kindertijd. Maar haar grootste hobby was de viool die ze uit haar weekendtas tevoorschijn toverde, samen met een kooi waarin een nogal eng huisdier zat dat ze liefdevol aan me voorstelde als 'Root'."Root...? Wat is dat voor naam?"
"Root, wortel. Ik vond het een toepasselijke naam. Hij helpt me met tuinieren en ik ben op zoek naar mijn eigen roots."De hele dag schilderde ik, terwijl zij achter me de mooiste melodieën uit haar viool haalde. Liederen die ik niet kende, zacht en melancholisch. En elke keer zeiden we tegen elkaar dat we nu toch eens op pad moesten maar elke keer deden we niks. Zij bleef viool spelen en ik bleef schilderen tot haar portret af was en toen aten we en begon de tweede nacht waarin ik een dochter had. Dana's dochter.
Ik voelde me magisch, trots en zielsgelukkig.Maar aan alles komt een eind. De volgende ochtend zei ik dat het moment was aangebroken uit onze veilige cocon te stappen en haar aan de wereld, mijn wereld te presenteren. En hoewel ik me twee dagen geleden op dat moment verheugd had, moet ik bekennen dat ik doodzenuwachtig was. Uiteindelijk was het dus al diep in de middag vooraleer ik eindelijk aanbelde bij mijn ouders.Mijn moeder deed open en was kennelijk in een van haar buien. Ze keek me kort aan en daarna Raven en toen liep ze plompverloren het huis weer in onder het verzuchten van een vermoeid: "Jeminee Silas, ze worden steeds jonger." Fijn, ze dacht dat Raven een scharrel was en die had dat haarfijn in de gaten. Een beetje verbaasd keek ze me aan en ik haalde mijn schouders op. Toen liepen we het huis verder binnen, op zoek naar mijn moeder die de televisie had aangezet.Welke woorden kies je op zo'n moment? "Mam, dit is Raven en ze is mijn dochter. Ik weet het sinds eergisteren." Zoiets zal ik wel gezegd hebben, terwijl Raven er een beetje opgelaten bij stond.Mijn moeder ogen werden groot en rond, terwijl ze van mij naar Raven keek en weer terug en toen deed ze een paar keer haar mond open en dicht en tenslotte vroeg ze: "En weet je ook wie je moeder is kind?" Wat natuurlijk helemaal nergens op sloeg want natuurlijk weet een kind wie haar moeder is. Raven begon een nerveus en onsamenhangend verhaal over Dana en Dragan Glaenn waar ze vandaan kwam en hoe fijn ze het vond haar oma te ontmoeten en hoe grappig het was dat ze totaal niet op haar broer leek, opa Finn.Opa Finn. Ik was er al bang voor geweest, want zelf zat ik ook wel met een aanzienlijke frustratie in dat opzicht: hoe was het mogelijk dat Finn dit nooit aan ons verteld had. Mijn moeder ontplofte, negeerde mijn arme dochter en mij verder volledig maar greep haar telefoon en begon driftig een nummer in te toetsen. En het was niet zo moeilijk te raden wiens nummer."Finn Kobayne, jij komt nu onmiddellijk hierheen, nú meteen! Hou je mond, dit is werkelijk..., ik kan er niet over uit dat jij dit wist en nooit... nooit..., nu!"Geen blik keurde ze ons verder waardig, maar ze stampte naar de hal waar al snel werd aangebeld want Finn wist natuurlijk donders goed waar het over ging en begreep dat hij zijn zus maar beter niet kon laten wachten op dit moment.Raven en ik volgden alles vanuit de andere kamer. Hoe Finn stotterend begon met een zwak verhaal over 'wat niet weet wat niet deert' en hoe het hem steeds moeilijker was gevallen, zeker toen hij mij leerde kennen, maar dat was ongeveer het laatste wat hij ertussen kreeg. Er spoelde een furieuze scheldkanonnade over hem heen en uiteindelijk riep hij dat er op dit moment niet met mijn moeder te praten viel en beende hij met een ongeduldig gebaar het huis in met de vraag waar Raven was.En toen had je de poppen pas werkelijk aan het dansen. Mijn moeder stierde achter hem aan en begon hem te betoveren, althans, dat probeerde ze maar dat kunnen djinns onder elkaar helemaal niet. Ze was duidelijk buiten zinnen. En Finn draaide zich om en verdedigde zich want het knetterde flink, het was vast geen pretje, en zo stonden ze tegenover elkaar, in een soort bevroren pose, terwijl het flitste en donderde en toen kwam mijn vader binnen.Die kalmeerde mijn moeder in drie zinnen zoals alleen hij dat kan. "Wat is dit?", mimede hij zonder woorden tegen Finn terwijl hij haar stevig tegen zich aan hield, maar die schudde slechts intens verdrietig zijn hoofd, zei dat hij later wel terugkwam en verliet het huis."Silas en Dana hebben een dochter", huilde mijn moeder zacht terwijl mijn vader haar bezorgd aankeek. "En Finn wist het. Finn wist het. En Silas niet en wij ook niet."Zodra hij hoorde dat Raven er was liep hij naar haar toe. Ze was in een hoekje gaan staan, helemaal van streek en bang en ik heb echt bewondering voor mijn vader. Hij stelde haar meteen gerust, verontschuldigde zich en legde uit dat het natuurlijk een enorme schok was voor hen maar dat hij haar van harte welkom heette in onze familie."Schrik niet al te zeer van je oma. Ze is nu even zichzelf niet maar geef haar wat tijd en ze verwent en vertroetelt je tot je geen adem meer kunt halen." Hij weet er altijd een grapje tussendoor te gooien zodat je wel moet lachen en dat deed Raven dan ook. Daarna zei hij nog dat ze sprekend op mij leek maar dan met de schoonheid van haar moeder - ik had hem eerlijk gezegd nooit eerder iets aardigs over Dana horen zeggen - en je zag haar ontdooien.Daarna wendde hij zich tot mij.
"Is het een idee als Raven een nachtje bij ons blijft zodat we kennis kunnen maken met elkaar? Misschien morgen iets gezelligs doen?"
"Wil je dat?", vroeg ik haar.
Ze keek naar mijn vader en knikte toen. Daarna knuffelde ze me - voor het eerst - en toen ging ik weg.Eerlijk gezegd kwam het me niet slecht uit want er was natuurlijk nog iemand in dit hele verhaal die ik bijzonder graag wilde spreken. Dana.
Ik reed naar de kringloopwinkel, kocht een tweedehands feeënhuisje en zette dat achter mijn huis. Dankzij Raven wist ik namelijk hoe het mogelijk was geweest voor Dana die nacht - bijna eenentwintig jaar geleden - bij mij te zijn, zoveel kilometer en twee zeeën verwijderd van huis. Elfen blijken te kunnen reizen via die huisjes. Het bleef even stil aan de andere kant van de lijn toen ik haar belde en zei dat mijn dochter bij me was."Daar was ik al bang voor", klonk het toen, "je weet het dus."
"Ja, ik weet het en misschien is het handig als we even praten, ik heb hier weer zo'n huisje staan."
Opnieuw was het een moment stil, toen klonk het zacht: "Ik kom eraan."
"Ze?", vroeg ik mechanisch.
"Mijn moeder en mijn opa", lichtte ze toe. En toen, verlegen: "U kent mij niet maar ik u wel, een beetje. U bent zo aardig door de telefoon, het spijt me dat ik elke keer niks terug durfde te zeggen. Steeds nam ik het me voor maar ik kon me er toch niet toe zetten. Ik vond het ook prettig om gewoon naar u te luisteren."Eindelijk hervond ik mijn stem. "Dana. Dana is je moeder."
Ze knikte.
"En je opa is mijn oom. Finn."
Opnieuw knikte ze. "Ik weet dat jullie nicht en neef zijn, daarom zeggen ze dat ik debiel ben maar dat slaat nergens op, er is niks mis met me. Ik ben nooit ziek of zo, ik heb me er natuurlijk een beetje in verdiept toen mama het me vertelde. Er zijn risico's en misschien ben ik onvruchtbaar maar dat zien we dan wel weer."Ze had een beetje gejaagd gepraat en toen ze zei dat ze haar debiel noemden kneep ze een fractie van een seconde haar ogen samen alsof ze pijn had. Dat verraadde dat haar woorden nonchalanter werden gepresenteerd dan ze zich voelde.
"Je bent prachtig", zei ik, "ik denk niet dat er veel mensen zijn die een mooiere dochter hebben." Heel even vloog er een glimlach langs haar mond.Ik wees naar de bank. "Kom, dan gaan we even zitten." Ik draaide me om en ineens moest ik aan mijn moeder denken, geen idee waarom. Mijn moeder die zich altijd zo tegen mijn gevoelens voor Dana gekeerd had en die ik nu kon gaan vertellen dat ze haar felbegeerde kleinkind had, van diezelfde Dana. Ik kon er niks aan doen, heel even vond ik het een enorme grap en verheugde me op het moment dat ze het zou horen."Wie zeggen dat je debiel bent?", vroeg ik. Het klonk me akelig wreed en onaardig in de oren en ik hoopte dat ze overdreef.
Ze haalde haar schouders op. "Oh, mijn vader - stiefvader... - en daardoor ook mijn zusje en broertjes en daardoor iedereen op school."Een uur lang zaten we op de bank terwijl ze praatte en praatte. Toen ze eenmaal was begonnen leek het alsof ze niet meer kon stoppen met dingen vertellen die jarenlang opgekropt waren. Alsof er een enorme laadklep was opengegaan en alles eindelijk naar buiten mocht bulken. En al luisterend voelde ik me bozer en bozer worden. Als het allemaal waar was wat ze vertelde, dan was ze jarenlang geestelijk mishandeld, ik kan het niet anders uitdrukken.Dat de elfenprins niet haar eigen vader was bleek ze nog niet eens zo heel lang te weten. Ze was opgegroeid met het idee dat ze een soort mislukte fee was met rare krachten en zonder vleugels. Een buitenbeentje binnen een familie die hoofdzakelijk in kleine elfenhuisjes leefde, terwijl zij in haar eentje in het grote huis vertoefde. Haar enige zonnige momenten waren de keren geweest dat haar opa langskwam. Toen die de laatste keer bij toeval vernam dat ze geacht werd haar krachten te beheersen en te onderdrukken was hij woedend geworden en had zich voor haar ogen een felle ruzie afgespeeld met haar moeder, waarin uiteindelijk mijn naam was gevallen.Op een gegeven moment stond Raven op en begon te ijsberen.
"Je moet wel weten dat ik gevlucht ben, ze zijn vast naar me op zoek en..."
Verbaasd keek ik haar aan. "Je bent volwassen, waarom zou je moeten vluchten? Je mag gaan en staan waar je maar wilt."
"Ze vinden dat ik een elf moet worden, mijn stiefvader en mama, allebei. Eigenlijk wilde ik naar opa vluchten, maar toen ik eenmaal hier was wilde ik het liefst eerst bij jou langs en dat heb ik toen gedaan."
"Hoe willen ze dat doen?", vroeg ik. "Is de elfenprins een alchemist?"Ze lachte. "Noem je hem de elfenprins?"
"Dat is hij toch?"
"Ja", knikte ze, "dat is hij en dat moeten we ongeveer tien keer per dag horen maar onder elfen schijnt dat helemaal zo bijzonder niet te zijn. De status prins of prinses is iets wat je daar vrij gemakkelijk kunt verdienen, denk maar niet dat hij ooit koning wordt of zo."
"Ook daar heb je je in verdiept?", vroeg ik.
"Ja", grinnikte ze.Ik sliep op de bank die nacht. Ik heb maar één bed en daar ga je niet met een jong meisje in liggen vind ik, zelfs al is ze je dochter.
De volgende ochtend was ze vroeg op en nadat we hadden ontbeten droeg ze haar vaat naar de wasbak. Op het moment dat ze de kraan openzette bedacht ze zich ineens en reinigde het huis.
"Dat mag nu", zei ze blij. "Hier mag dat."
Ik had zo met haar te doen dat het bijna zeer deed. "Ja, dat mag", zei ik en reinigde haar. "En dit mag ook."Daarna wilde ik eigenlijk met haar naar mijn ouders, maar op de een of andere manier kwam het daar niet van. Allebei genoten we van het feit dat we elkaar gevonden hadden en dat het zo goed klikte en voor we het wisten was de dag voorbij. Ik was begonnen aan een portret van haar en ze zei dat ze mijn werk kende en bewonderde. Zelf schilderde ze ook, al vanaf haar kindertijd. Maar haar grootste hobby was de viool die ze uit haar weekendtas tevoorschijn toverde, samen met een kooi waarin een nogal eng huisdier zat dat ze liefdevol aan me voorstelde als 'Root'."Root...? Wat is dat voor naam?"
"Root, wortel. Ik vond het een toepasselijke naam. Hij helpt me met tuinieren en ik ben op zoek naar mijn eigen roots."De hele dag schilderde ik, terwijl zij achter me de mooiste melodieën uit haar viool haalde. Liederen die ik niet kende, zacht en melancholisch. En elke keer zeiden we tegen elkaar dat we nu toch eens op pad moesten maar elke keer deden we niks. Zij bleef viool spelen en ik bleef schilderen tot haar portret af was en toen aten we en begon de tweede nacht waarin ik een dochter had. Dana's dochter.
Ik voelde me magisch, trots en zielsgelukkig.Maar aan alles komt een eind. De volgende ochtend zei ik dat het moment was aangebroken uit onze veilige cocon te stappen en haar aan de wereld, mijn wereld te presenteren. En hoewel ik me twee dagen geleden op dat moment verheugd had, moet ik bekennen dat ik doodzenuwachtig was. Uiteindelijk was het dus al diep in de middag vooraleer ik eindelijk aanbelde bij mijn ouders.Mijn moeder deed open en was kennelijk in een van haar buien. Ze keek me kort aan en daarna Raven en toen liep ze plompverloren het huis weer in onder het verzuchten van een vermoeid: "Jeminee Silas, ze worden steeds jonger." Fijn, ze dacht dat Raven een scharrel was en die had dat haarfijn in de gaten. Een beetje verbaasd keek ze me aan en ik haalde mijn schouders op. Toen liepen we het huis verder binnen, op zoek naar mijn moeder die de televisie had aangezet.Welke woorden kies je op zo'n moment? "Mam, dit is Raven en ze is mijn dochter. Ik weet het sinds eergisteren." Zoiets zal ik wel gezegd hebben, terwijl Raven er een beetje opgelaten bij stond.Mijn moeder ogen werden groot en rond, terwijl ze van mij naar Raven keek en weer terug en toen deed ze een paar keer haar mond open en dicht en tenslotte vroeg ze: "En weet je ook wie je moeder is kind?" Wat natuurlijk helemaal nergens op sloeg want natuurlijk weet een kind wie haar moeder is. Raven begon een nerveus en onsamenhangend verhaal over Dana en Dragan Glaenn waar ze vandaan kwam en hoe fijn ze het vond haar oma te ontmoeten en hoe grappig het was dat ze totaal niet op haar broer leek, opa Finn.Opa Finn. Ik was er al bang voor geweest, want zelf zat ik ook wel met een aanzienlijke frustratie in dat opzicht: hoe was het mogelijk dat Finn dit nooit aan ons verteld had. Mijn moeder ontplofte, negeerde mijn arme dochter en mij verder volledig maar greep haar telefoon en begon driftig een nummer in te toetsen. En het was niet zo moeilijk te raden wiens nummer."Finn Kobayne, jij komt nu onmiddellijk hierheen, nú meteen! Hou je mond, dit is werkelijk..., ik kan er niet over uit dat jij dit wist en nooit... nooit..., nu!"Geen blik keurde ze ons verder waardig, maar ze stampte naar de hal waar al snel werd aangebeld want Finn wist natuurlijk donders goed waar het over ging en begreep dat hij zijn zus maar beter niet kon laten wachten op dit moment.Raven en ik volgden alles vanuit de andere kamer. Hoe Finn stotterend begon met een zwak verhaal over 'wat niet weet wat niet deert' en hoe het hem steeds moeilijker was gevallen, zeker toen hij mij leerde kennen, maar dat was ongeveer het laatste wat hij ertussen kreeg. Er spoelde een furieuze scheldkanonnade over hem heen en uiteindelijk riep hij dat er op dit moment niet met mijn moeder te praten viel en beende hij met een ongeduldig gebaar het huis in met de vraag waar Raven was.En toen had je de poppen pas werkelijk aan het dansen. Mijn moeder stierde achter hem aan en begon hem te betoveren, althans, dat probeerde ze maar dat kunnen djinns onder elkaar helemaal niet. Ze was duidelijk buiten zinnen. En Finn draaide zich om en verdedigde zich want het knetterde flink, het was vast geen pretje, en zo stonden ze tegenover elkaar, in een soort bevroren pose, terwijl het flitste en donderde en toen kwam mijn vader binnen.Die kalmeerde mijn moeder in drie zinnen zoals alleen hij dat kan. "Wat is dit?", mimede hij zonder woorden tegen Finn terwijl hij haar stevig tegen zich aan hield, maar die schudde slechts intens verdrietig zijn hoofd, zei dat hij later wel terugkwam en verliet het huis."Silas en Dana hebben een dochter", huilde mijn moeder zacht terwijl mijn vader haar bezorgd aankeek. "En Finn wist het. Finn wist het. En Silas niet en wij ook niet."Zodra hij hoorde dat Raven er was liep hij naar haar toe. Ze was in een hoekje gaan staan, helemaal van streek en bang en ik heb echt bewondering voor mijn vader. Hij stelde haar meteen gerust, verontschuldigde zich en legde uit dat het natuurlijk een enorme schok was voor hen maar dat hij haar van harte welkom heette in onze familie."Schrik niet al te zeer van je oma. Ze is nu even zichzelf niet maar geef haar wat tijd en ze verwent en vertroetelt je tot je geen adem meer kunt halen." Hij weet er altijd een grapje tussendoor te gooien zodat je wel moet lachen en dat deed Raven dan ook. Daarna zei hij nog dat ze sprekend op mij leek maar dan met de schoonheid van haar moeder - ik had hem eerlijk gezegd nooit eerder iets aardigs over Dana horen zeggen - en je zag haar ontdooien.Daarna wendde hij zich tot mij.
"Is het een idee als Raven een nachtje bij ons blijft zodat we kennis kunnen maken met elkaar? Misschien morgen iets gezelligs doen?"
"Wil je dat?", vroeg ik haar.
Ze keek naar mijn vader en knikte toen. Daarna knuffelde ze me - voor het eerst - en toen ging ik weg.Eerlijk gezegd kwam het me niet slecht uit want er was natuurlijk nog iemand in dit hele verhaal die ik bijzonder graag wilde spreken. Dana.
Ik reed naar de kringloopwinkel, kocht een tweedehands feeënhuisje en zette dat achter mijn huis. Dankzij Raven wist ik namelijk hoe het mogelijk was geweest voor Dana die nacht - bijna eenentwintig jaar geleden - bij mij te zijn, zoveel kilometer en twee zeeën verwijderd van huis. Elfen blijken te kunnen reizen via die huisjes. Het bleef even stil aan de andere kant van de lijn toen ik haar belde en zei dat mijn dochter bij me was."Daar was ik al bang voor", klonk het toen, "je weet het dus."
"Ja, ik weet het en misschien is het handig als we even praten, ik heb hier weer zo'n huisje staan."
Opnieuw was het een moment stil, toen klonk het zacht: "Ik kom eraan."