Generatie 22 - deel 8, Gestrand
Waar moest hij nu heen? Hij kon natuurlijk een hotel boeken, maar eerlijk gezegd voelde hij zich daar veel te zielig en te verlaten voor. Zijn stiefmoeder, de djinn, was zo vriendelijk en gastvrij geweest, Daryl hoefde er niet heel lang over na te denken. Hij stapte in zijn auto en reed opnieuw de heuvels in, terug naar het huis van zijn vader.
Alleen zijn halfzusje Dawn bleek thuis, maar ze herkende hem van gisteren en liet hem binnen. Hij was doorweekt en hoewel zijn lijf water verwelkomde en hij het idee had gekregen dat hij langzamerhand koudbloedig aan het worden was, voelde hij zich oncomfortabel en kil. Terwijl Dawn de keuken in liep met de woorden dat ze aan het koken was en dat hij het zich maar makkelijk moest maken, wandelde Daryl naar de open haard om zich te warmen aan de vlammen. Heel lang hield hij dat niet uit en voelde hij zich ondanks zijn natte kleren in rap tempo uitdrogen, maar voor even was het prettig.
Daarna liep hij de keuken in en ging achter de bar zitten.
"Ik hoorde dat je, net als ik, een bizar lange jeugd hebt", opende hij het gesprek.
Dawn knikte, schepte een bord vol en zette het voor hem neer. Het bleek vissoep, wat een zeer welkom toeval was. Gretig lepelde Daryl het naar binnen. "Ik heb altijd al gedacht dat het iets met pa te maken moest hebben", zei Dawn na een lange stilte, "ook al gaven anderen mijn buitenaardse wortels de schuld. Ik bedoel, hij was echt belachelijk oud, veel te oud voor een mens. Hij had kinderen die ver voor hem overleden zijn van ouderdom. Dat is toch raar? Mama leeft ook veel langer dan gemiddeld, maar zij is een djinn. Dan schijnt dat normaal te zijn, net als de vampiers in de stad."Op dat moment klonk het geluid van een sleutel in de voordeur en bleek Dawns zus Agnes thuis te komen. Nu pas legde Daryl zijn penibele situatie uit en vroeg aarzelend of hij wellicht de nacht zou mogen blijven logeren. Morgen zou hij wel zien wat hij zou doen, voor nu had hij een dak boven zijn hoofd nodig. Na telefonisch overleg met hun moeder werd besloten dat hij welkom was en ze hadden zelfs een slaapzak voor hem te leen. De volgende ochtend ontbeet hij met een blik sardientjes, douchte zich en liep toen de kamer in om te bedanken en afscheid te nemen.
"Kom nog even zitten", nodigde Jeannie hem uit. "Ik heb nagedacht en ik denk dat ik weet wat er met jou en Dawn aan de hand zou kunnen zijn." Dawn stond op en knikte hem bemoedigend toe alvorens de kamer te verlaten. Daryl ging zitten en Jeannie keek hem stralend aan.
"Eigenlijk is het gek dat ikzelf nooit het verband heb gelegd", zei ze, "aangezien ikzelf waarschijnlijk de oorzaak ben van jullie conditie."
"U?", vroeg Daryl verbaasd.
"Ja, ik." "Toen ik nog een lampgeest was, bezat ik het vermogen wensen in te willigen. Mijn eigenaar wreef over mijn lamp, ik verscheen en ze konden een wens doen. Drie in totaal. Als de drie wensen op waren, verdween ik weer eeuwenlang naar de een of andere diepe tombe, wachtend tot iemand anders mijn lamp zou vinden. Door de jaren heen is dat een aantal keer gebeurd en op een dag werd ik gevonden door Lance. Omdat ik de eenzaamheid verschrikkelijk zat was - ik hou van gezelschap - besloot ik voorlopig te verzwijgen dat ik een wensgeest was. Een lampgeest mag er niet over liegen, maar omdat Lance er gelukkig nooit naar vroeg, was dat makkelijk vol te houden.Op een dag echter deed hij iets bijzonder liefs. Hij schonk me een zonsteen, geslepen in de vorm van een hart. Dat raakte me. Ik hield toen al een tijdje van hem, maar bovendien was het voor het eerst in mijn lange leven dat iemand iets liefs voor mij deed, iets onvoorwaardelijks. Als dank heb ik er toen dus op aangestuurd dat hij een wens deed. Hij koos een langer leven en dat is de reden waarom hij zo oud is geworden. Veel ouder dan een mens ooit zou kunnen worden.""En hoe heeft dat met ons te maken dan?", vroeg Daryl. "Denkt u dat het effect had op zijn kinderen?" "De kinderen die hij na die wens gekregen heeft", beaamde Jeannie. "Dat zijn jij, Dawn en Agnes. Agnes is een djinn, net als ik, dus ik vermoed dat het voor haar om die reden net anders is. Omdat haar levensloop sowieso al anders loopt dan bij mensen, net als bij mij. Ik weet niet of het klopt, het is een theorie. Maar ik heb het nagevraagd en geen enkele van zijn kinderen die voor de wens zijn geboren, hebben of hadden een dergelijke afwijking.""Hoe bent u eigenlijk aan die lamp ontsnapt?", vroeg Daryl.
"Dat heb ik aan je moeder te danken", antwoordde Jeannie. "Die wist door jullie voorouders het een en ander over lampgeesten en zij heeft Lance overtuigd zijn derde wens te besteden aan mijn bevrijding."
"Wat was zijn tweede wens?"
Jeannie wees om zich heen. "De inrichting van dit huis", zei ze. "Rijkdom." Daryl stond op en bedankte haar hartelijk voor haar gastvrijheid.
"Wat ga je nu doen?", vroeg ze.
Hij haalde zijn schouders op. "Eerst maar terug naar de stad om te zien of mijn boot wellicht inmiddels gevonden is", zei hij.
"Voor het geval dat niet zo is, neem onze slaapzak maar mee. Wie weet komt die nog van pas en wij gebruiken hem toch niet. En mocht je ooit onderdak zoeken, je bent altijd welkom hier. Je hebt je vaders ogen en zijn stem, het is fijn voor ons om naar je te kijken en je om ons heen te hebben."Het was voor het eerst in zijn leven dat Daryl iemand werkelijk met liefde over zijn vader hoorde praten. River had vooral altijd trots geklonken, vond Lance stoer met zijn enorme huis boven de stad en zijn vrijgevochten geest, maar deze drie vrouwen hadden werkelijk om hem gegeven, van hem gehouden. Daryl startte de auto, reed een paar meter en toen klonk er een harde knal. Hortend en stotend kwam hij, half buiten de garage, tot stilstand en toen hij uitstapte zag hij dat het foute boel was. Er zat niets anders op, hij zou naar de stad moeten wandelen om een monteur te zoeken die het barrel naar de garage zou kunnen slepen. Maar eerlijk gezegd vreesde hij dat het een hopeloze zaak was: Ishmaels autootje was op. Definitief rijp voor de schroothoop. Na een uur wandelen naderde hij een kruising. De weg die hij volgde, leidde terug naar Bridgeport. Als hij linksaf ging, verliet hij de stad. Hij hield een beetje in en dacht na. Toen hakte hij de knoop door. Hij belde een garage, noemde Jeannies adres en vroeg hen zijn auto op te halen om ermee te doen wat ze goed achtten. Misschien hadden ze nog iets aan de losse onderdelen. Hij maakte het gewenste bedrag over via zijn telefoon en sloeg toen de weg in richting de bergen, weg van Bridgeport. Hij was deze wandeltocht even impulsief ingegaan als eerder zijn bootreis vanuit Cielo Insolar en ook nu waren de goden en de elementen hem gunstig gezind. De dagen waren zonnig en windstil en de nachten rustig, met een wolkeloze sterrenhemel. Toen hij even buiten de stadsgrens een klein winkelcentrum was gepasseerd, had hij wel nog even zijn slippers door goede wandelschoenen vervangen want op blaren zat hij natuurlijk niet te wachten.In het begin was zijn humeur nog ver beneden peil geweest, woedend over het verlies van de Nooitlek en gefrustreerd dat zijn auto de geest had gegeven, maar na vier dagen wandelen begon die bui langzamerhand om te slaan. Een prettige bijkomstigheid was dat hij niet alleen was. Vanaf het begin van zijn reis was hij gevolgd door de hond die hij meende te herkennen van het kerkhof. Aanvankelijk had hij het dier gemaand terug te keren naar zijn baasje, maar toen dat aan dovemansoren gericht bleek, had hij zich erbij neergelegd dat hij blijkbaar een reisgenoot had. Het dier was vriendelijk en enthousiast. Heel jong nog vermoedde Daryl en volgens de badge om zijn hals luisterend naar de naam Leo. Hetgeen bleek te kloppen en Leo luisterde goed. Af en toe onderbrak Daryl zijn wandeltocht-naar-nergens om het water in te gaan en dan meteen een maaltijd te scoren. Ook voor Leo, want die bleek dol op rauwe vis. Daryl hoopte maar dat dat geen kwaad kon. Een slaapplaats vinden was iedere avond een uitdaging, maar tot dusver had hij ook in dat opzicht mazzel gehad. Nog niet een keer had hij onder de blote hemel hoeven slapen. En de slaapzak die Jeannie hem zo vriendelijk had gegeven, was inmiddels een zeer welkom geschenk gebleken. "Leo!" Natuurlijk was hij niet zonder zorgen en ook niet volledig gelukkig. Eigenlijk totaal niet. Tevreden ja, dit zwervend bestaan beviel hem op de een of andere manier. En hij mazzelde dat hem daarbij zomaar opnieuw een nieuwe kompaan in de schoot was geworpen, ook al was het dit keer geen mens. Maar ook al had hij geen bepaald doel voor ogen, het kon niet zo zijn dat dit zijn leven zou worden.De Nooitlek en het duiken hadden hem structuur gegeven. Het was zuur dat hij dat had moeten opgeven, maar misschien was het bij nader inzien wel goed dat dat gebeurd was. Het had hem gedwongen het leven dat hij kende vaarwel te zeggen en op zoek te gaan naar een ander leven. Naar een nieuwe uitdaging, iets wat hem opnieuw structuur zou geven. Naarmate de dagen zich aaneenregen, hoe beter Daryl in zijn vel begon te zitten. Hoezeer hij ook van Cielo Insolar had gehouden, al die verschillende landschappen die hij nu doorkruiste en andere culturen die hij leerde kennen, deden hem beseffen hoe beperkt zijn horizon eigenlijk was geweest in een land dat bestond uit louter zon, zee en zand. Altijd zomer. Nu pas ervoer hij hoe heerlijk het was verschillende weertypes mee te maken. Hoeveel vrolijker een zonnige dag voelde na een regenachtige, sombere dag. Hij genoot van iedere stap. Van de frisse geuren in de bergen en het blije gekwetter van vogeltjes. Na drie weken natuur en af en toe een slaperig dorpje waar hij wat hoognodige boodschappen kon doen, bereikte hij voor het eerst weer een stad. Een tijdje stond hij te dubben wat hij zou doen: links laten liggen en voorlopig de rust blijven koesteren, of niet. Uiteindelijk won de behoefte aan wat menselijk contact na zo'n lange periode relatieve eenzaamheid. Hij sloeg dus linksaf, in de richting van een stel wolkenkrabbers. In niets deed het denken aan Bridgeport. Om te beginnen was het klimaat hier beduidend warmer, maar bovendien was de huizenbouw vrolijk, apart. Alsof men alleen architecten in de arm had genomen die er lol in schiepen iets bijzonders neer te zetten in plaats van puur functioneel. Er was één probleem: hij begon inmiddels ernstig uit te drogen. Hij baalde dat hij de rivier niet even was ingedoken en nu was het te laat. De straten kookten van de hitte en zijn huid ook. Hij moest heel snel zijn vochtgehalte op peil brengen. In paniek begon hij te rennen, in de hoop snel een plek te vinden waar hij zich kon douchen of baden. Of dat slim was wist hij niet, maar hij had weinig keus. Er moest vlug iets gebeuren. Uiteindelijk klampte hij iemand aan en hij had zowaar geluk. Hij bleek pal voor een sportcentrum te staan, waar hij tegen een kleine vergoeding een bad kon nemen. Het klonk hem bijzonder in de oren, voor zover hij wist hadden sportcentra douches, maar ze bleek gelijk te hebben en even later liet hij zich kreunend en tegen een appelflauwte aanhangend in het water zakken. Hij zag er niet uit. Gelukkig hadden ze bij de balie niet alleen shampoo en tandpasta verkocht, maar ook wegwerpscheermesjes.
"Ik hoorde dat je, net als ik, een bizar lange jeugd hebt", opende hij het gesprek.
Dawn knikte, schepte een bord vol en zette het voor hem neer. Het bleek vissoep, wat een zeer welkom toeval was. Gretig lepelde Daryl het naar binnen. "Ik heb altijd al gedacht dat het iets met pa te maken moest hebben", zei Dawn na een lange stilte, "ook al gaven anderen mijn buitenaardse wortels de schuld. Ik bedoel, hij was echt belachelijk oud, veel te oud voor een mens. Hij had kinderen die ver voor hem overleden zijn van ouderdom. Dat is toch raar? Mama leeft ook veel langer dan gemiddeld, maar zij is een djinn. Dan schijnt dat normaal te zijn, net als de vampiers in de stad."Op dat moment klonk het geluid van een sleutel in de voordeur en bleek Dawns zus Agnes thuis te komen. Nu pas legde Daryl zijn penibele situatie uit en vroeg aarzelend of hij wellicht de nacht zou mogen blijven logeren. Morgen zou hij wel zien wat hij zou doen, voor nu had hij een dak boven zijn hoofd nodig. Na telefonisch overleg met hun moeder werd besloten dat hij welkom was en ze hadden zelfs een slaapzak voor hem te leen. De volgende ochtend ontbeet hij met een blik sardientjes, douchte zich en liep toen de kamer in om te bedanken en afscheid te nemen.
"Kom nog even zitten", nodigde Jeannie hem uit. "Ik heb nagedacht en ik denk dat ik weet wat er met jou en Dawn aan de hand zou kunnen zijn." Dawn stond op en knikte hem bemoedigend toe alvorens de kamer te verlaten. Daryl ging zitten en Jeannie keek hem stralend aan.
"Eigenlijk is het gek dat ikzelf nooit het verband heb gelegd", zei ze, "aangezien ikzelf waarschijnlijk de oorzaak ben van jullie conditie."
"U?", vroeg Daryl verbaasd.
"Ja, ik." "Toen ik nog een lampgeest was, bezat ik het vermogen wensen in te willigen. Mijn eigenaar wreef over mijn lamp, ik verscheen en ze konden een wens doen. Drie in totaal. Als de drie wensen op waren, verdween ik weer eeuwenlang naar de een of andere diepe tombe, wachtend tot iemand anders mijn lamp zou vinden. Door de jaren heen is dat een aantal keer gebeurd en op een dag werd ik gevonden door Lance. Omdat ik de eenzaamheid verschrikkelijk zat was - ik hou van gezelschap - besloot ik voorlopig te verzwijgen dat ik een wensgeest was. Een lampgeest mag er niet over liegen, maar omdat Lance er gelukkig nooit naar vroeg, was dat makkelijk vol te houden.Op een dag echter deed hij iets bijzonder liefs. Hij schonk me een zonsteen, geslepen in de vorm van een hart. Dat raakte me. Ik hield toen al een tijdje van hem, maar bovendien was het voor het eerst in mijn lange leven dat iemand iets liefs voor mij deed, iets onvoorwaardelijks. Als dank heb ik er toen dus op aangestuurd dat hij een wens deed. Hij koos een langer leven en dat is de reden waarom hij zo oud is geworden. Veel ouder dan een mens ooit zou kunnen worden.""En hoe heeft dat met ons te maken dan?", vroeg Daryl. "Denkt u dat het effect had op zijn kinderen?" "De kinderen die hij na die wens gekregen heeft", beaamde Jeannie. "Dat zijn jij, Dawn en Agnes. Agnes is een djinn, net als ik, dus ik vermoed dat het voor haar om die reden net anders is. Omdat haar levensloop sowieso al anders loopt dan bij mensen, net als bij mij. Ik weet niet of het klopt, het is een theorie. Maar ik heb het nagevraagd en geen enkele van zijn kinderen die voor de wens zijn geboren, hebben of hadden een dergelijke afwijking.""Hoe bent u eigenlijk aan die lamp ontsnapt?", vroeg Daryl.
"Dat heb ik aan je moeder te danken", antwoordde Jeannie. "Die wist door jullie voorouders het een en ander over lampgeesten en zij heeft Lance overtuigd zijn derde wens te besteden aan mijn bevrijding."
"Wat was zijn tweede wens?"
Jeannie wees om zich heen. "De inrichting van dit huis", zei ze. "Rijkdom." Daryl stond op en bedankte haar hartelijk voor haar gastvrijheid.
"Wat ga je nu doen?", vroeg ze.
Hij haalde zijn schouders op. "Eerst maar terug naar de stad om te zien of mijn boot wellicht inmiddels gevonden is", zei hij.
"Voor het geval dat niet zo is, neem onze slaapzak maar mee. Wie weet komt die nog van pas en wij gebruiken hem toch niet. En mocht je ooit onderdak zoeken, je bent altijd welkom hier. Je hebt je vaders ogen en zijn stem, het is fijn voor ons om naar je te kijken en je om ons heen te hebben."Het was voor het eerst in zijn leven dat Daryl iemand werkelijk met liefde over zijn vader hoorde praten. River had vooral altijd trots geklonken, vond Lance stoer met zijn enorme huis boven de stad en zijn vrijgevochten geest, maar deze drie vrouwen hadden werkelijk om hem gegeven, van hem gehouden. Daryl startte de auto, reed een paar meter en toen klonk er een harde knal. Hortend en stotend kwam hij, half buiten de garage, tot stilstand en toen hij uitstapte zag hij dat het foute boel was. Er zat niets anders op, hij zou naar de stad moeten wandelen om een monteur te zoeken die het barrel naar de garage zou kunnen slepen. Maar eerlijk gezegd vreesde hij dat het een hopeloze zaak was: Ishmaels autootje was op. Definitief rijp voor de schroothoop. Na een uur wandelen naderde hij een kruising. De weg die hij volgde, leidde terug naar Bridgeport. Als hij linksaf ging, verliet hij de stad. Hij hield een beetje in en dacht na. Toen hakte hij de knoop door. Hij belde een garage, noemde Jeannies adres en vroeg hen zijn auto op te halen om ermee te doen wat ze goed achtten. Misschien hadden ze nog iets aan de losse onderdelen. Hij maakte het gewenste bedrag over via zijn telefoon en sloeg toen de weg in richting de bergen, weg van Bridgeport. Hij was deze wandeltocht even impulsief ingegaan als eerder zijn bootreis vanuit Cielo Insolar en ook nu waren de goden en de elementen hem gunstig gezind. De dagen waren zonnig en windstil en de nachten rustig, met een wolkeloze sterrenhemel. Toen hij even buiten de stadsgrens een klein winkelcentrum was gepasseerd, had hij wel nog even zijn slippers door goede wandelschoenen vervangen want op blaren zat hij natuurlijk niet te wachten.In het begin was zijn humeur nog ver beneden peil geweest, woedend over het verlies van de Nooitlek en gefrustreerd dat zijn auto de geest had gegeven, maar na vier dagen wandelen begon die bui langzamerhand om te slaan. Een prettige bijkomstigheid was dat hij niet alleen was. Vanaf het begin van zijn reis was hij gevolgd door de hond die hij meende te herkennen van het kerkhof. Aanvankelijk had hij het dier gemaand terug te keren naar zijn baasje, maar toen dat aan dovemansoren gericht bleek, had hij zich erbij neergelegd dat hij blijkbaar een reisgenoot had. Het dier was vriendelijk en enthousiast. Heel jong nog vermoedde Daryl en volgens de badge om zijn hals luisterend naar de naam Leo. Hetgeen bleek te kloppen en Leo luisterde goed. Af en toe onderbrak Daryl zijn wandeltocht-naar-nergens om het water in te gaan en dan meteen een maaltijd te scoren. Ook voor Leo, want die bleek dol op rauwe vis. Daryl hoopte maar dat dat geen kwaad kon. Een slaapplaats vinden was iedere avond een uitdaging, maar tot dusver had hij ook in dat opzicht mazzel gehad. Nog niet een keer had hij onder de blote hemel hoeven slapen. En de slaapzak die Jeannie hem zo vriendelijk had gegeven, was inmiddels een zeer welkom geschenk gebleken. "Leo!" Natuurlijk was hij niet zonder zorgen en ook niet volledig gelukkig. Eigenlijk totaal niet. Tevreden ja, dit zwervend bestaan beviel hem op de een of andere manier. En hij mazzelde dat hem daarbij zomaar opnieuw een nieuwe kompaan in de schoot was geworpen, ook al was het dit keer geen mens. Maar ook al had hij geen bepaald doel voor ogen, het kon niet zo zijn dat dit zijn leven zou worden.De Nooitlek en het duiken hadden hem structuur gegeven. Het was zuur dat hij dat had moeten opgeven, maar misschien was het bij nader inzien wel goed dat dat gebeurd was. Het had hem gedwongen het leven dat hij kende vaarwel te zeggen en op zoek te gaan naar een ander leven. Naar een nieuwe uitdaging, iets wat hem opnieuw structuur zou geven. Naarmate de dagen zich aaneenregen, hoe beter Daryl in zijn vel begon te zitten. Hoezeer hij ook van Cielo Insolar had gehouden, al die verschillende landschappen die hij nu doorkruiste en andere culturen die hij leerde kennen, deden hem beseffen hoe beperkt zijn horizon eigenlijk was geweest in een land dat bestond uit louter zon, zee en zand. Altijd zomer. Nu pas ervoer hij hoe heerlijk het was verschillende weertypes mee te maken. Hoeveel vrolijker een zonnige dag voelde na een regenachtige, sombere dag. Hij genoot van iedere stap. Van de frisse geuren in de bergen en het blije gekwetter van vogeltjes. Na drie weken natuur en af en toe een slaperig dorpje waar hij wat hoognodige boodschappen kon doen, bereikte hij voor het eerst weer een stad. Een tijdje stond hij te dubben wat hij zou doen: links laten liggen en voorlopig de rust blijven koesteren, of niet. Uiteindelijk won de behoefte aan wat menselijk contact na zo'n lange periode relatieve eenzaamheid. Hij sloeg dus linksaf, in de richting van een stel wolkenkrabbers. In niets deed het denken aan Bridgeport. Om te beginnen was het klimaat hier beduidend warmer, maar bovendien was de huizenbouw vrolijk, apart. Alsof men alleen architecten in de arm had genomen die er lol in schiepen iets bijzonders neer te zetten in plaats van puur functioneel. Er was één probleem: hij begon inmiddels ernstig uit te drogen. Hij baalde dat hij de rivier niet even was ingedoken en nu was het te laat. De straten kookten van de hitte en zijn huid ook. Hij moest heel snel zijn vochtgehalte op peil brengen. In paniek begon hij te rennen, in de hoop snel een plek te vinden waar hij zich kon douchen of baden. Of dat slim was wist hij niet, maar hij had weinig keus. Er moest vlug iets gebeuren. Uiteindelijk klampte hij iemand aan en hij had zowaar geluk. Hij bleek pal voor een sportcentrum te staan, waar hij tegen een kleine vergoeding een bad kon nemen. Het klonk hem bijzonder in de oren, voor zover hij wist hadden sportcentra douches, maar ze bleek gelijk te hebben en even later liet hij zich kreunend en tegen een appelflauwte aanhangend in het water zakken. Hij zag er niet uit. Gelukkig hadden ze bij de balie niet alleen shampoo en tandpasta verkocht, maar ook wegwerpscheermesjes.