Generatie 17 - deel 18, Ridder Roeland
Ongemerkt verstrijken de jaren. Demyan en Éowyn wonen in het landhuis van de Safins, dat niet langer te koop staat, en zijn gelukkig.
Lucca is intussen geen peuter meer en vertrekt iedere ochtend vroeg met de schoolbus, Demyan maakt gestaag carrière als tijd- en ruimtereiziger en ook Éowyn heeft sinds een jaar weer een baan. Na enig peinzen en op advies van Milan - "Je schreef altijd zulke leuke opstellen vroeger" - heeft ze gekozen voor de journalistiek. Vooralsnog houdt haar werk echter niet veel meer in dan het redigeren van andermans werk, wat een duur woord is voor het verbeteren van taalfouten. Op haar schrijftalent zit niemand te wachten.Demyan voelt zich als een vis in het water nu hij terug is in zijn geboorteland, en haalt enthousiast de banden aan met vroegere vrienden, die hij soms jaren niet meer gesproken heeft.Nog steeds besteedt hij iedere vrije minuut aan het bestuderen van alchemie en het brouwen van elixers. En omdat hij een broertje dood heeft aan tuinieren, is hij een vaste klant van Aleisters Kringloopwinkel voor Elixers en Gedroogde Vruchten. Urenlang kan men hem in razendsnel Italiaans over woekerprijzen horen bakkeleien met winkelbediendes, die echter van geen wijken weten en nog geen dollar van de prijs afhalen. Dat weerhoudt hem er niet van het te blijven proberen, afdingen is een sport.Inmiddels heeft hij Éowyn toevertrouwd wat hij wil bereiken en ondanks haar gemengde gevoelens steunt ze hem wel.Ook Linden woont inmiddels in Monte Castiglione - op een steenworp afstand van zijn zus - en Dorian en Milan zijn geregeld terugkerende gasten.
Logeren doen ze altijd bij Éowyn, maar omdat Linden een zwembad heeft, brengen ze hun vakantiedagen meestal daar door. Soms komt ook Georgie met hen mee, hoewel ze langzamerhand eigenlijk te oud wordt om te reizen. Daar denkt ze zelf overigens anders over."Ik voel me weer jong", kraait ze, terwijl ze in de stralen van een watersproeier rondspringt. "Dit deed ik vroeger altijd bij je vader in de tuin, toen hij zijn moestuintje nog had."
"Moestuintje? Wijngaard zul je bedoelen", klinkt het afgemeten vanuit een tuinstoel.
"Oeps, wijngaard zal ik bedoelen, excuses", giechelt Georgie.Hoewel ook Éowyn gelukkig is, blijft de onvervulde kinderwens aan haar knagen. Demyan valt ze er niet mee lastig, omdat ze dat vreselijk ondankbaar en klagerig zou vinden, maar tegen haar broer spreekt ze haar verdriet soms uit.Ook Linden heeft zo zijn zorgen, het is inmiddels twee jaar geleden dat hij Xokop voor het laatst zag. Ze heeft afscheid van hem genomen met de vage woorden dat er 'ontwikkelingen gaande waren', maar Linden heeft geen idee hoe ver het dan staat met die ontwikkelingen en of hij haar ooit nog terug zal zien. Hij mist haar.Éowyn mag dan denken dat Demyan niets merkt van haar verdriet, hij is niet gek. En ook Dorian voelt dat er een schaduw boven het jonge gezin hangt. Als hij Demyan daar op aanspreekt - hij vermoedt huwelijksperikelen en weet precies 'hoe die Italianen in elkaar zitten' - stort Demyan geprikkeld zijn hart uit. Alle frustratie over het onrechtvaardige noodlot dat hen heeft getroffen stroomt naar buiten en nee, hij houdt er geen ander liefje op na."Ik wilde maar dat ze gelukkig kon zijn met Lucca en mij. Ik beweer niet dat ze dat niet is, maar ik zou willen dat het genoeg was."
Verdrietig staat hij op. "Ik heb teveel gezegd", mompelt hij, "vergeet het, het gaat goed met ons.""Het gaat helemaal niet goed met jullie, ik merk het", zegt Dorian streng. "En net doen alsof het probleem niet bestaat helpt je niet verder."Een paar avonden nadat Dorian, Milan en Georgie naar Emblesight zijn teruggekeerd, wordt Demyan opgeschrikt door een vreemd gesuis buiten, dat hem in een klap een aantal jaar terugwerpt in de tijd. Verbijsterd kijkt hij door het raam en ziet dat hij het goed heeft gehoord.Even later begroet hij zijn oude vriend, die hem dolblij om de hals vliegt en roept dat hij geen spat veranderd is. Daarna valt Xot'rs oog op Lucca, die een beetje beduusd naar de vreemde bezoekers staat te kijken. Vriendelijk glimlacht de alien naar hem."En jij moet Lucca zijn", zegt hij, ik heb veel over je gehoord, je hebt inderdaad het kastanjebruine haar van je moeder. En? Vertel me eens? Ben je een tovenaar zoals je vader? Of toch een djinn?"
"Een djinn meneer", prevelt Lucca verlegen.Xot'r en Kon'ja kunnen maar heel even blijven.
"We hebben goed nieuws voor je broer, Éowyn. Heel goed nieuws. Maar eerst wilde ik mijn oude vriend hier gedag zeggen. En hem een mooi cadeau geven." Zijn zwarte amandelvormige ogen glimmen vrolijk."Cadeau?", vraagt Demyan nieuwsgierig.
"Kijk maar naar buiten. Helemaal voor jou, het ruimteschip waarmee jullie vanuit Sininen Kuu terug naar huis zijn gereisd. Je kunt er niet meer mee de ruimte in, maar er is geen plekje op aarde te vinden dat niet in het navigatiesysteem zit."Demyan is sprakeloos, maar voordat hij heeft kunnen bedanken steekt Xot'r een hand op.
"Het is goed zo, ik weet wat je wilt zeggen. Ik ben de allerbeste vriend die je hebt en je baalt dat ik zo verrekte ver weg woon."
Demyan lacht en knikt dan. "Dat zeker. Heel erg bedankt, het is een prachtig cadeau.""Xot'r, mag ik eerst nog iets vragen voordat je gaat?", zegt Éowyn zacht.
Demyan kijkt haar een beetje gegeneerd aan. "Éowyn...", fluistert hij, "niet doen...."
"Het kan toch dat ze iets gevonden hebben, nieuwe technieken, dat kán toch?" Hoopvol kijkt ze de aliens aan, die precies weten waarover ze het heeft.
"Het spijt me", is het enige dat Xot'r zegt en hij schudt ongemakkelijk zijn hoofd.Hierna praat Éowyn drie dagen niet tegen Demyan. Ze heeft hem nooit lastiggevallen met haar verdriet en dat hij haar de mond wilde snoeren en zich zelfs leek te schamen voor haar vraag - die ze heel legitiem vond - krenkt haar diep.Demyan weet niet wat hij ermee aan moet en stort zich dus vol overgave op zijn nieuwe speelgoed. Hij jakkert heel Monte Castiglione af en wipt dan op zondagmiddag even met Lucca langs bij Dorian en Milan in Emblesight.Lucca is dus een kleine djinn, en dat zal het gezin weten.
Zijn lievelingskostje is Dim Sum en dat betekent dat Demyan en Éowyn geregeld porties Dim Sum verspreid door het huis vinden, omdat hun zoon daar toevallig midden op de dag even trek in had. Soms is het al bedorven, soms zijn ze er net op tijd bij om het in de koelkast te zetten, maar na weken Dim Sum komt het hen op een gegeven moment de neus wel uit."Het wordt tijd dat we je wat lessen gaan leren op djinngebied, jongeman", zegt Éowyn op een avond streng. "Dat je eten zo makkelijk kunt bereiden, betekent nog niet dat je het mag verspillen. Alles wat je maakt, dat eet je ook op. In Afrika lijden kindertjes honger, denk daar maar aan."
"Dan moeten ze djinns naar Afrika sturen", antwoordt Lucca.Hij bedoelt het niet brutaal, hij is namelijk volstrekt geen brutaal jongetje. Hij flapt het er gewoon uit, zonder erbij na te denken, en eigenlijk vindt hij het wel een goed idee. Éowyn wordt echter woedend, begint tegen hem te tieren en eindigt met de mededeling dat ze, zolang hij thuis woont, nooit meer Dim Sum op tafel wil zien.Demyan heeft het gesprek met een glimlach gevolgd en als de stilte is weergekeerd zegt hij met een guitige blik: "Tja, was hij nou toch maar een klein tovenaartje geweest, dan hadden we dit probleem niet gehad."Dat valt volkomen verkeerd.
Met een ijskoude blik kijkt Éowyn hem aan, bijt hem toe dat ze het heel erg betreurt dat ze hem geen tovenaar heeft kunnen leveren en dat, als hij zonodig een tovenaarsleerling wil, hij die maar bij een ander moet verwekken.Demyan krimpt in elkaar. "Éowyn, zo bedoel ik het helemaal niet, je snapt me niet. Het was een grapje, sorry, het spijt me."
Zonder nog een woord te zeggen staat Éowyn op en verlaat de eetkamer.Het nieuws dat Xot'r had voor Linden, is precies wat Éowyn en Demyan hoopten. De vihria zijn er inmiddels achter dat hun bestaan op aarde minder geheim is dan ze dachten, en dat de eis tot geheimhouding inmiddels tot tragische situaties leidt. Linden en Xokop zijn slechts één voorbeeld."Of, om het samen te vatten", zegt Linden op de avond dat ze het komen vertellen, "Xokop en ik zijn nu openlijk een paar en ik heb haar gevraagd mijn vrouw te worden." "Ik heb mijn komst alvast voorbereid door ook mijn hoofdbedekking te laten groeien", lacht de jonge vrouw verlegen, terwijl ze een beetje onwennig haar hand door haar haren haalt.Demyan en Éowyn feliciteren hen blij.En dan, op een mooie dag, lukt het Demyan eindelijk te brouwen wat hij wilde brouwen.
"Gelukt!", jubelt hij tegen Éowyn.
"Dat is fijn", knikt die koel. "En nu maar hopen dat je er iets mee bereikt."Éowyn kan het niet helpen dat ze haar verloofde de laatste tijd met andere ogen bekijkt.
Steeds vaker blijft hij zonder opgave van redenen halve nachten weg, soms merkt ze niet eens dat hij thuiskomt.
In het begin bleef ze nog op, in de veronderstelling dat hij ergens werd opgehouden, maar inmiddels kruipt ze gewoon in bed en valt in slaap. Of houdt zich slapende als ze hem rond een uur of vier hoort thuiskomen, een douche hoort nemen en voelt hoe hij naast haar in bed stapt.Vragen waar hij uithangt durft ze niet, omdat ze bang is voor het antwoord. In plaats daarvan doet ze dus maar alsof ze het niet merkt.Als ze op een namiddag toevallig Boris tegen het lijf loopt, die met flinke passen op weg is naar huis, nodigt ze zichzelf uit en begint voorzichtig te vissen wie wellicht haar rivale zou kunnen zijn. Een collega? Een vroeger vriendinnetje?
Boris kijkt haar nerveus aan. "Demyan bedriegt jou niet", zegt hij een beetje gejaagd. "Om te beginnen zit dat niet in hem, maar bovendien is hij gek op je. Waar haal je dit vandaan?"
Éowyn haalt haar schouders op en gaat zitten, niet in staat om te antwoorden, omdat ze weet dat ze dan gaat huilen.Zenuwachtig kijkt Boris naar de klok en beseft op hetzelfde moment dat het te laat is. Hij voelt hoe zijn neusvleugels gaan trillen, zijn nagelriemen beginnen te branden en hoe zijn hele huid prikt en tintelt.
"Éowyn, je moet weg," gromt hij in paniek. "Je kunt hier niet blijven!"Verbaasd kijkt Éowyn om en slaakt dan een kreet.
Grommend loopt Boris op haar af, maar in plaats van haar te bespringen - wat ze even vreest - gaat hij treurig op de bank zitten.
"Ben ik in gevaar?", piept ze.
Het beest schudt zijn hoofd. "Vannacht wordt het pas zwaar", gromt hij, "rond een uur of twaalf. Ga naar huis en praat met Demyan."Éowyn kijkt hem aan en gaat naast hem zitten.
"Heb je wel eens iemand gedood?"
"Welnee", schudt Boris zijn hoofd. "Nou ja, kippen soms, en een keer een schaap. Geen mensen."
"Dan vertrouw ik je", zegt Éowyn. "Demyan wil je helpen, weet je dat?"
"Zoals mijn moeder ons wilde helpen zeker. Met een drankje. Als iemand zou moeten weten hoe verkeerd dat is, dan ben jij het wel."
Éowyn aarzelt."Dat is anders Boris", zegt ze dan. "Volgens mij is het anders. Het is prettig om een djinn te zijn. Maar wat jij hebt is niet prettig. Volgens mij lijd je eronder, Demyan heeft gelijk. Je eigen vader nota bene noemde het een vloek. Een vloek waarvan hij hoopte dat het zijn kleinkinderen bespaard zou blijven."
"Je moet naar huis", herhaalt Boris.Maar buiten hoort ze hoe de ondoden uit de grond kruipen en rond de voordeur scharrelen en ze denkt aan Demyan en zijn nachtelijke avontuurtjes en haar hart wordt bitter en zwaar.
"Ik ga niet naar huis", zegt ze koppig. "Ik blijf bij je, zoals Demyan altijd bij je blijft als het volle maan is."
"Dat is waar", gromt Boris. "Demyan zal zo wel komen."Maar Demyan komt niet. Hij wacht thuis op Éowyn, omdat hij vannacht samen met haar naar zijn broer wil. Omdat hij weet dat hij meer kans maakt dat die zijn drankje zal drinken als zij erbij is.
Hij zit in de stoel van zijn vader en kijkt af en toe bezorgd op zijn horloge. Dan staat hij op en belt Éowyn."Waar zit je?"Even later verbreekt hij verbaasd de verbinding en staat binnen vijf minuten bij zijn broer in de kamer."Wat bedoel je met ik blijf vannacht bij Boris en je zult maar moeten afwachten wat er tussen ons gebeurt?"
"Precies wat ik zei. Vannacht heb ik eens recht op een leuk verzetje."
Ongerust kijkt Boris zijn broer aan. "Ik heb hier helemaal niks mee te maken, Demyan, ik heb niks gedaan."
"In jouw huidige toestand lijkt me dat ook geen wonder", zegt Demyan droog.Hij gaat tegenover Éowyn zitten en kijkt haar aan. "Waar gaat dit over?"
Éowyn opent haar mond, hapt naar adem en sluit hem weer. Ineens bang, omdat het uitspreken van haar angst hem concreet zal maken en er geen weg terug meer zal zijn. "Dat je steeds weg bent 's nachts", zegt ze dan verdrietig. "En ik wil weten met wie."Ze staat op en gaat met haar rug naar hem toe staan.
Demyan loopt naar haar toe en dwingt haar hem aan te kijken. "Heb ik ooit je vertrouwen beschaamd?", vraagt hij zacht.Ze schudt haar hoofd. "Je mag wat je voor me gedaan hebt niet misbruiken door mijn vertrouwen op de proef te gaan stellen", zegt ze.
En dan kleintjes: "Ik weet best dat ik niet altijd even aardig ben de laatste tijd."
"Wil je me alsjeblieft vertrouwen Éowyn? Wat ik 's nachts uitspook heeft niets te maken met wat jij denkt. Als het je geruststelt, ik ben volkomen alleen."
"Maar wat doe je dan?"
"Vertrouw me. Het duurt niet lang meer, ik beloof het je." En dan, aarzelend: "Ik doe het voor ons."Dan pakt hij een helderblauwe flacon, trekt de stop eraf en giet de vloeistof in een glas."We gaan nu naar huis, Boris," zegt hij. "Je weet wat dit is, ik laat het hier op tafel staan. Kijk zelf maar wat je doet, de keuze is aan jou.
Maar bedenk dat pa dit nooit voor je gewild heeft. Dat je alleen jezelf dat altijd hebt aangepraat. Pa was lid van een roedel, die banden wilde hij niet doorsnijden. Jij bent alleen. En als je dit niet opdrinkt, zul je altijd alleen blijven.""Ridder Roeland", smaalt Boris en kijkt zijn broer met een duistere blik aan. "Het onuitstaanbare zondagskind."Demyan haalt zijn schouders op.
"Kijk maar wat je doet", herhaalt hij. "Wij gaan nu."
Logeren doen ze altijd bij Éowyn, maar omdat Linden een zwembad heeft, brengen ze hun vakantiedagen meestal daar door. Soms komt ook Georgie met hen mee, hoewel ze langzamerhand eigenlijk te oud wordt om te reizen. Daar denkt ze zelf overigens anders over."Ik voel me weer jong", kraait ze, terwijl ze in de stralen van een watersproeier rondspringt. "Dit deed ik vroeger altijd bij je vader in de tuin, toen hij zijn moestuintje nog had."
"Moestuintje? Wijngaard zul je bedoelen", klinkt het afgemeten vanuit een tuinstoel.
"Oeps, wijngaard zal ik bedoelen, excuses", giechelt Georgie.Hoewel ook Éowyn gelukkig is, blijft de onvervulde kinderwens aan haar knagen. Demyan valt ze er niet mee lastig, omdat ze dat vreselijk ondankbaar en klagerig zou vinden, maar tegen haar broer spreekt ze haar verdriet soms uit.Ook Linden heeft zo zijn zorgen, het is inmiddels twee jaar geleden dat hij Xokop voor het laatst zag. Ze heeft afscheid van hem genomen met de vage woorden dat er 'ontwikkelingen gaande waren', maar Linden heeft geen idee hoe ver het dan staat met die ontwikkelingen en of hij haar ooit nog terug zal zien. Hij mist haar.Éowyn mag dan denken dat Demyan niets merkt van haar verdriet, hij is niet gek. En ook Dorian voelt dat er een schaduw boven het jonge gezin hangt. Als hij Demyan daar op aanspreekt - hij vermoedt huwelijksperikelen en weet precies 'hoe die Italianen in elkaar zitten' - stort Demyan geprikkeld zijn hart uit. Alle frustratie over het onrechtvaardige noodlot dat hen heeft getroffen stroomt naar buiten en nee, hij houdt er geen ander liefje op na."Ik wilde maar dat ze gelukkig kon zijn met Lucca en mij. Ik beweer niet dat ze dat niet is, maar ik zou willen dat het genoeg was."
Verdrietig staat hij op. "Ik heb teveel gezegd", mompelt hij, "vergeet het, het gaat goed met ons.""Het gaat helemaal niet goed met jullie, ik merk het", zegt Dorian streng. "En net doen alsof het probleem niet bestaat helpt je niet verder."Een paar avonden nadat Dorian, Milan en Georgie naar Emblesight zijn teruggekeerd, wordt Demyan opgeschrikt door een vreemd gesuis buiten, dat hem in een klap een aantal jaar terugwerpt in de tijd. Verbijsterd kijkt hij door het raam en ziet dat hij het goed heeft gehoord.Even later begroet hij zijn oude vriend, die hem dolblij om de hals vliegt en roept dat hij geen spat veranderd is. Daarna valt Xot'rs oog op Lucca, die een beetje beduusd naar de vreemde bezoekers staat te kijken. Vriendelijk glimlacht de alien naar hem."En jij moet Lucca zijn", zegt hij, ik heb veel over je gehoord, je hebt inderdaad het kastanjebruine haar van je moeder. En? Vertel me eens? Ben je een tovenaar zoals je vader? Of toch een djinn?"
"Een djinn meneer", prevelt Lucca verlegen.Xot'r en Kon'ja kunnen maar heel even blijven.
"We hebben goed nieuws voor je broer, Éowyn. Heel goed nieuws. Maar eerst wilde ik mijn oude vriend hier gedag zeggen. En hem een mooi cadeau geven." Zijn zwarte amandelvormige ogen glimmen vrolijk."Cadeau?", vraagt Demyan nieuwsgierig.
"Kijk maar naar buiten. Helemaal voor jou, het ruimteschip waarmee jullie vanuit Sininen Kuu terug naar huis zijn gereisd. Je kunt er niet meer mee de ruimte in, maar er is geen plekje op aarde te vinden dat niet in het navigatiesysteem zit."Demyan is sprakeloos, maar voordat hij heeft kunnen bedanken steekt Xot'r een hand op.
"Het is goed zo, ik weet wat je wilt zeggen. Ik ben de allerbeste vriend die je hebt en je baalt dat ik zo verrekte ver weg woon."
Demyan lacht en knikt dan. "Dat zeker. Heel erg bedankt, het is een prachtig cadeau.""Xot'r, mag ik eerst nog iets vragen voordat je gaat?", zegt Éowyn zacht.
Demyan kijkt haar een beetje gegeneerd aan. "Éowyn...", fluistert hij, "niet doen...."
"Het kan toch dat ze iets gevonden hebben, nieuwe technieken, dat kán toch?" Hoopvol kijkt ze de aliens aan, die precies weten waarover ze het heeft.
"Het spijt me", is het enige dat Xot'r zegt en hij schudt ongemakkelijk zijn hoofd.Hierna praat Éowyn drie dagen niet tegen Demyan. Ze heeft hem nooit lastiggevallen met haar verdriet en dat hij haar de mond wilde snoeren en zich zelfs leek te schamen voor haar vraag - die ze heel legitiem vond - krenkt haar diep.Demyan weet niet wat hij ermee aan moet en stort zich dus vol overgave op zijn nieuwe speelgoed. Hij jakkert heel Monte Castiglione af en wipt dan op zondagmiddag even met Lucca langs bij Dorian en Milan in Emblesight.Lucca is dus een kleine djinn, en dat zal het gezin weten.
Zijn lievelingskostje is Dim Sum en dat betekent dat Demyan en Éowyn geregeld porties Dim Sum verspreid door het huis vinden, omdat hun zoon daar toevallig midden op de dag even trek in had. Soms is het al bedorven, soms zijn ze er net op tijd bij om het in de koelkast te zetten, maar na weken Dim Sum komt het hen op een gegeven moment de neus wel uit."Het wordt tijd dat we je wat lessen gaan leren op djinngebied, jongeman", zegt Éowyn op een avond streng. "Dat je eten zo makkelijk kunt bereiden, betekent nog niet dat je het mag verspillen. Alles wat je maakt, dat eet je ook op. In Afrika lijden kindertjes honger, denk daar maar aan."
"Dan moeten ze djinns naar Afrika sturen", antwoordt Lucca.Hij bedoelt het niet brutaal, hij is namelijk volstrekt geen brutaal jongetje. Hij flapt het er gewoon uit, zonder erbij na te denken, en eigenlijk vindt hij het wel een goed idee. Éowyn wordt echter woedend, begint tegen hem te tieren en eindigt met de mededeling dat ze, zolang hij thuis woont, nooit meer Dim Sum op tafel wil zien.Demyan heeft het gesprek met een glimlach gevolgd en als de stilte is weergekeerd zegt hij met een guitige blik: "Tja, was hij nou toch maar een klein tovenaartje geweest, dan hadden we dit probleem niet gehad."Dat valt volkomen verkeerd.
Met een ijskoude blik kijkt Éowyn hem aan, bijt hem toe dat ze het heel erg betreurt dat ze hem geen tovenaar heeft kunnen leveren en dat, als hij zonodig een tovenaarsleerling wil, hij die maar bij een ander moet verwekken.Demyan krimpt in elkaar. "Éowyn, zo bedoel ik het helemaal niet, je snapt me niet. Het was een grapje, sorry, het spijt me."
Zonder nog een woord te zeggen staat Éowyn op en verlaat de eetkamer.Het nieuws dat Xot'r had voor Linden, is precies wat Éowyn en Demyan hoopten. De vihria zijn er inmiddels achter dat hun bestaan op aarde minder geheim is dan ze dachten, en dat de eis tot geheimhouding inmiddels tot tragische situaties leidt. Linden en Xokop zijn slechts één voorbeeld."Of, om het samen te vatten", zegt Linden op de avond dat ze het komen vertellen, "Xokop en ik zijn nu openlijk een paar en ik heb haar gevraagd mijn vrouw te worden." "Ik heb mijn komst alvast voorbereid door ook mijn hoofdbedekking te laten groeien", lacht de jonge vrouw verlegen, terwijl ze een beetje onwennig haar hand door haar haren haalt.Demyan en Éowyn feliciteren hen blij.En dan, op een mooie dag, lukt het Demyan eindelijk te brouwen wat hij wilde brouwen.
"Gelukt!", jubelt hij tegen Éowyn.
"Dat is fijn", knikt die koel. "En nu maar hopen dat je er iets mee bereikt."Éowyn kan het niet helpen dat ze haar verloofde de laatste tijd met andere ogen bekijkt.
Steeds vaker blijft hij zonder opgave van redenen halve nachten weg, soms merkt ze niet eens dat hij thuiskomt.
In het begin bleef ze nog op, in de veronderstelling dat hij ergens werd opgehouden, maar inmiddels kruipt ze gewoon in bed en valt in slaap. Of houdt zich slapende als ze hem rond een uur of vier hoort thuiskomen, een douche hoort nemen en voelt hoe hij naast haar in bed stapt.Vragen waar hij uithangt durft ze niet, omdat ze bang is voor het antwoord. In plaats daarvan doet ze dus maar alsof ze het niet merkt.Als ze op een namiddag toevallig Boris tegen het lijf loopt, die met flinke passen op weg is naar huis, nodigt ze zichzelf uit en begint voorzichtig te vissen wie wellicht haar rivale zou kunnen zijn. Een collega? Een vroeger vriendinnetje?
Boris kijkt haar nerveus aan. "Demyan bedriegt jou niet", zegt hij een beetje gejaagd. "Om te beginnen zit dat niet in hem, maar bovendien is hij gek op je. Waar haal je dit vandaan?"
Éowyn haalt haar schouders op en gaat zitten, niet in staat om te antwoorden, omdat ze weet dat ze dan gaat huilen.Zenuwachtig kijkt Boris naar de klok en beseft op hetzelfde moment dat het te laat is. Hij voelt hoe zijn neusvleugels gaan trillen, zijn nagelriemen beginnen te branden en hoe zijn hele huid prikt en tintelt.
"Éowyn, je moet weg," gromt hij in paniek. "Je kunt hier niet blijven!"Verbaasd kijkt Éowyn om en slaakt dan een kreet.
Grommend loopt Boris op haar af, maar in plaats van haar te bespringen - wat ze even vreest - gaat hij treurig op de bank zitten.
"Ben ik in gevaar?", piept ze.
Het beest schudt zijn hoofd. "Vannacht wordt het pas zwaar", gromt hij, "rond een uur of twaalf. Ga naar huis en praat met Demyan."Éowyn kijkt hem aan en gaat naast hem zitten.
"Heb je wel eens iemand gedood?"
"Welnee", schudt Boris zijn hoofd. "Nou ja, kippen soms, en een keer een schaap. Geen mensen."
"Dan vertrouw ik je", zegt Éowyn. "Demyan wil je helpen, weet je dat?"
"Zoals mijn moeder ons wilde helpen zeker. Met een drankje. Als iemand zou moeten weten hoe verkeerd dat is, dan ben jij het wel."
Éowyn aarzelt."Dat is anders Boris", zegt ze dan. "Volgens mij is het anders. Het is prettig om een djinn te zijn. Maar wat jij hebt is niet prettig. Volgens mij lijd je eronder, Demyan heeft gelijk. Je eigen vader nota bene noemde het een vloek. Een vloek waarvan hij hoopte dat het zijn kleinkinderen bespaard zou blijven."
"Je moet naar huis", herhaalt Boris.Maar buiten hoort ze hoe de ondoden uit de grond kruipen en rond de voordeur scharrelen en ze denkt aan Demyan en zijn nachtelijke avontuurtjes en haar hart wordt bitter en zwaar.
"Ik ga niet naar huis", zegt ze koppig. "Ik blijf bij je, zoals Demyan altijd bij je blijft als het volle maan is."
"Dat is waar", gromt Boris. "Demyan zal zo wel komen."Maar Demyan komt niet. Hij wacht thuis op Éowyn, omdat hij vannacht samen met haar naar zijn broer wil. Omdat hij weet dat hij meer kans maakt dat die zijn drankje zal drinken als zij erbij is.
Hij zit in de stoel van zijn vader en kijkt af en toe bezorgd op zijn horloge. Dan staat hij op en belt Éowyn."Waar zit je?"Even later verbreekt hij verbaasd de verbinding en staat binnen vijf minuten bij zijn broer in de kamer."Wat bedoel je met ik blijf vannacht bij Boris en je zult maar moeten afwachten wat er tussen ons gebeurt?"
"Precies wat ik zei. Vannacht heb ik eens recht op een leuk verzetje."
Ongerust kijkt Boris zijn broer aan. "Ik heb hier helemaal niks mee te maken, Demyan, ik heb niks gedaan."
"In jouw huidige toestand lijkt me dat ook geen wonder", zegt Demyan droog.Hij gaat tegenover Éowyn zitten en kijkt haar aan. "Waar gaat dit over?"
Éowyn opent haar mond, hapt naar adem en sluit hem weer. Ineens bang, omdat het uitspreken van haar angst hem concreet zal maken en er geen weg terug meer zal zijn. "Dat je steeds weg bent 's nachts", zegt ze dan verdrietig. "En ik wil weten met wie."Ze staat op en gaat met haar rug naar hem toe staan.
Demyan loopt naar haar toe en dwingt haar hem aan te kijken. "Heb ik ooit je vertrouwen beschaamd?", vraagt hij zacht.Ze schudt haar hoofd. "Je mag wat je voor me gedaan hebt niet misbruiken door mijn vertrouwen op de proef te gaan stellen", zegt ze.
En dan kleintjes: "Ik weet best dat ik niet altijd even aardig ben de laatste tijd."
"Wil je me alsjeblieft vertrouwen Éowyn? Wat ik 's nachts uitspook heeft niets te maken met wat jij denkt. Als het je geruststelt, ik ben volkomen alleen."
"Maar wat doe je dan?"
"Vertrouw me. Het duurt niet lang meer, ik beloof het je." En dan, aarzelend: "Ik doe het voor ons."Dan pakt hij een helderblauwe flacon, trekt de stop eraf en giet de vloeistof in een glas."We gaan nu naar huis, Boris," zegt hij. "Je weet wat dit is, ik laat het hier op tafel staan. Kijk zelf maar wat je doet, de keuze is aan jou.
Maar bedenk dat pa dit nooit voor je gewild heeft. Dat je alleen jezelf dat altijd hebt aangepraat. Pa was lid van een roedel, die banden wilde hij niet doorsnijden. Jij bent alleen. En als je dit niet opdrinkt, zul je altijd alleen blijven.""Ridder Roeland", smaalt Boris en kijkt zijn broer met een duistere blik aan. "Het onuitstaanbare zondagskind."Demyan haalt zijn schouders op.
"Kijk maar wat je doet", herhaalt hij. "Wij gaan nu."