Generatie 16 - deel 17, Herboren
Dorian slaapt nog een volle dag en een volle nacht, maar dan staat hij verkwikt op. Milan is bijna de gehele tijd bij hem gebleven, maar heeft ook van de gelegenheid gebruik gemaakt om Éowyn en Finn te leren kennen. Het ontroert hem hoe vanzelfsprekend het voor de kinderen is dat hij vanaf nu deel zal gaan uitmaken van hun gezin, terwijl hij toch een vreemde is."We wisten al heel lang van jou hoor", zegt Éowyn met haar neus in de lucht. "Amy heeft het ons verteld en ook dat je lief was en hoe erg ze het vond toen het fout ging tussen jou en papa." Milan steekt niet onder stoelen of banken dat hij hen verschrikkelijk dankbaar is dat ze hem hebben gered, en natuurlijk krijgt hij het hele heldhaftige verhaal in geuren en kleuren te horen.De twee gaan er bijna van naast hun schoenen lopen, maar dan komt hun vader zijn bed uit.Ze hebben vroeg ontbeten en spelen in de tuin, als hij op hen af komt lopen en een dreigende djinnpose aanneemt, zodat hij een stukje boven hen uittorent. "Zo, kijk eens wie we daar hebben. De twee ongehoorzaamste en meest roekeloze kinderen van heel Emblesight." "Maar...", stamelt Éowyn.
Finn krimpt alleen in elkaar, hij weet hoe streng zijn vader kan zijn.
"Niks maar", snoert Dorian haar de mond. "Wee je gebeente als jullie het ooit nog in jullie hoofden halen zoiets ondoordachts te doen, verstaan jullie me?"
"Maar..."
"Ik ben nog niet klaar. Verbannen kan loeigevaarlijk zijn, is beslist niet bedoeld als een reismiddel en al zeker niet naar een onbekende bestemming. Er had jullie wel ik-weet-niet-wat kunnen overkomen. Gaan jullie daar maar eens even heel goed over nadenken!"Geschrokken keren de kinderen zich om en barsten in tranen uit.
De een van opstandige woede, de ander van verdrietige verbazing.Dorian kijkt even naar hun schokkende ruggetjes, glimlacht dan een beetje plagerig en vervolgt:
"Zo, genoeg gestraft, kom maar weer. Uiteindelijk hebben jullie het heel wat beter aangepakt dan ik. Maar van dat verbannen meen ik. Nooit meer zomaar doen."Aster nodigt hen uit om nog een paar dagen te blijven en dat vinden ze eigenlijk wel heel prettig. Op die manier kunnen ze de gebeurtenissen in alle rust verwerken, voordat ze naar huis gaan. De fee ontfermt zich over Éowyn en Finn, waardoor Milan en Dorian alle ruimte krijgen om samen op te trekken en daar maken ze graag gebruik van. Ze maken eindeloze wandelingen door Moonlight Falls en praten."Ik heb je zo verschrikkelijk in de steek gelaten", mompelt Dorian verdrietig. "Twee keer heb ik je in de steek gelaten. Nee, drie keer...., vier keer." Milan grinnikt. "Ben je er al uit? Hoeveel keer precies?"
"Eerst door je zonder pardon weg te sturen. En daarna nog een keer, in de tombe. Vervolgens laat ik met mijn stomme hoofd die lamp staan en tenslotte loop ik hier recht in de armen van die kerel."Milan kijkt hem zachtmoedig aan. "Het was volkomen begrijpelijk dat je me liet vallen, Dorian. Je wist immers niet wat er aan de hand was? Ik ook niet, ik had zo’n hekel aan mezelf…"
Zwijgend kijkt Dorian uit over het water en verlegen gaat Milan verder.
"Heb je enig idee hoeveel het voor me betekent dat je me twaalf jaar lang trouw bent gebleven, ondanks alles? Je bent een rechtlijnig mannetje, maar daardoor ook heel standvastig."Hij vertelt wat er gebeurd is, de nacht dat hij thuiskwam na het tombe-avontuur.
Hoe hij Sarasin in de woonkamer aantrof, die bedrieglijk rustig in het vuur stond te poken."Zo, ben je daar? En? Wat zei je vriendje? Zijn jullie weer samen?""Nee", had Milan geantwoord, "dat komt nooit meer goed, dat weet ik nu, maar ik ben erg in de war. Ik moet nadenken."
"Natuurlijk lieverd, natuurlijk. Maar niet nu, lijkt me. Je ziet er koud uit, volgens mij kun je beter naar bed gaan."Milan was naar het vuur gewandeld om zich te warmen, terwijl Sarasin iets sterks voor hem inschonk, 'om wat op krachten te komen'.
En vanaf dat moment hadden de zaken een andere wending genomen."Ik voelde het meteen nadat de duizeling was weggetrokken", zegt Milan. "Hoeveel eeuwen heb ik opgesloten gezeten? Ik weet hoe het voelt als er een lamp aan je trekt, ook al had ik geen idee hoe dat mogelijk was."Hij was achter Sarasin aangewandeld, die hem naar de geheime kamer had gebracht.
"Daar heeft hij me alles verteld. Van de betovering, hoe hij ervan genoten had om me jarenlang telkens op iemand anders verliefd te laten worden, hoe hij met me gespeeld had. Hoeveel lol hij had gehad, die avond dat jij de kroeg kwam binnenstormen en hoe hij daarna langzamerhand zelf verliefd op me was geworden, toen jij eenmaal uit beeld was. En zelfs begonnen was te experimenteren of ik ook zonder toverspreuk van hem kon houden. En hoe ik jammerlijk gefaald had.""Ik heb verder niks meer gezegd, maar ben gewoon mijn lamp in gedoken. Eigenlijk vond ik het helemaal niet zo erg. Ik bleek jarenlang te zijn misbruikt, jij wilde me niet meer, als ik eerlijk ben verlangde ik naar de rust van de lamp. Niet wetende wat een hel me te wachten stond."Dorian knikt. "Ik heb het gehoord. Zag je er daarom uit als de Grote Smurf?"
Milan schiet in de lach. "Van de spanning waarschijnlijk, ja", zegt hij. "Ik ben heel blij met die geluksspreuk van Aster. Het is werkelijk een beetje weggezakt allemaal."Het zijn fijne dagen, na al die jaren eindelijk weer samen. Met niemand tussen hen in, net als in de eerste twee jaar van hun relatie."Weet je dat ik je ten huwelijk wilde vragen?", zegt Milan op een middag.
"Echt? Wanneer?"
"Na onze eerste vakantie. Ik had het artikel over die rechtszaak opgestuurd en was op weg naar mijn auto toen ik een juwelier zag. Ik dacht ik doe het gewoon. Als hij het echt niet wil wordt het een soort running gag, die ring. En anders ben ik de gelukkigste man op aarde.""Maar je hebt het niet gedaan."
"Nee, het was de dag dat ik Aristide ontmoette en daarna werd alles anders. Soms was ik op vier mannen tegelijk verliefd en ik was zo in de war en werd soms zo moe van mezelf. Ik begreep het niet, elke keer wilde ik stoppen en elke keer gebeurde het weer. Een huwelijksaanzoek leek vanaf dat moment te hypocriet om zelfs maar te overwegen."
"En nou houden we erover op", zegt Dorian.De volgende dag wandelen ze toevallig langs een woonwagen, waar je je toekomst kunt laten voorspellen.
"De toekomst", roept Dorian, "het enige wat er nu nog toe doet. Kom, eens kijken wat die voor ons in petto heeft!"Na een uurtje komen ze weer naar buiten. "En?", gniffelt Milan, "is jouw toekomst ook verrijkt met een appelpitje?"
"Oh nee", verzucht Dorian en rekt zich uit. "Ik ga trouwen."
"Hè? Wat? Zei ze dat!?"
"Nee", lacht Dorian. "Dat zeg ik. En ik weet ook al waar we de ringen gaan kopen. In die winkel tegenover de rechtbank."Terwijl Milan en Dorian alleen maar oog hebben gehad voor elkaar zijn Éowyn en Finn gelukkig niets tekort gekomen. Aster heeft vier kinderen grootgebracht en weet prima hoe je die moet vermaken. Het zijn zonnige dagen vol spelletjes, lol en gebakjes eten in het theehuis.Maar dan breekt onverbiddelijk de dag aan van het afscheid."We gaan je echt missen Aster", treurt Éowyn. "Het is gemeen dat we niet makkelijk bij je langs kunnen komen. Dat mag niet van papa."
"We vinden heus wel een manier om elkaar te blijven zien hoor", troost Aster.
"Als je dat maar weet", zegt Finn ernstig. "Later kom ik hier wonen en dan drink je een drankje en dan word je weer jong en dan trouwen we."
Éowyn schatert en Aster lacht een zilveren lachje. Met een plofje tranformeert ze en begint plagerig om hem heen te fladderen."Ja, lach me maar uit", zegt Finn, als ze haar gewone gedaante weer heeft aangenomen. "Maar ik kom terug als ik volwassen ben en dan ben ik onweerstaanbaar en dan wil je niet anders dan met mij trouwen."
"We zien wel", grinnikt Aster en omhelst de kinderen, waarna de djinns achter elkaar terugkeren naar Emblesight.Als laatste is Dorian aan de beurt, die zich laat terugverbannen door een van de bevrijde lampgeesten. Het volgende moment staat hij voor zijn huis en omhelst Georgie, die zielsgelukkig is dat iedereen weer veilig terug is."Mam, Linden doet flauw!", komen Éowyn en Finn net melden. "Hij zit in de boomhut en wil er niet uit komen en wij mogen niet naar boven."
"Hij heeft het een beetje moeilijk", legt Georgie uit, nadat ze de kinderen naar binnen heeft gedirigeerd om de tafel te dekken. "Hij voelt zich buitengesloten omdat hij alle actie gemist heeft."Milan zegt niets, maar wandelt naar de boomhut.
"Linden, mag ik boven komen?", roept hij zachtjes.
Even blijft het stil. Dan klinkt het een beetje timide: "Wie bent u?"
"Ik ben Milan en zonder jou had ik hier niet gestaan."
Weer blijft het even stil. "Oké, kom maar."Vijf minuten later glijdt Linden langs de stang naar beneden, met een trots gezichtje en rechte schouders, en rent het huis binnen.
Milan in zijn kielzog."Kom Milan, ga maar tegenover mij zitten, daar. Dit is onze keuken, hier eten we altijd.""Ja, waar moet hij anders zitten, slimpie. Op papa's schoot?", bromt Éowyn, terwijl ze met haar ogen rolt.
“En hij heeft hier gewoond, hij weet dat dit de keuken is.” "Ik stel voor dat ieder vrouwspersoon in dit huis onder de twaalf het komende halve uur haar waffel houdt", zegt Dorian, terwijl hij haar een strenge blik toewerpt. "Milan mag trouwens best op mijn schoot zitten, vind ik prima."
"Getverdemme!", krijst Éowyn. "Ik vind het leuk dat jullie elkaar weer gevonden hebben en zo hoor, maar jullie gaan niet klef doen! Daar kan ik niet tegen!"
"Voor iemand die een half uur haar mond moet houden maak je veel geluid", zegt Finn droogjes. En dan richting zijn vader: "Maar ze heeft wel gelijk."Georgie verslikt zich in haar burrito van het lachen."Zijn ze allemaal weg?", grinnikt Dorian 's avonds laat, als Georgie terug naar huis is en de kinderen in hun eigen bedden liggen. "Kunnen we niemand voor het hoofd stoten?"
"We zijn alleen", lacht Milan.
"Goed zo", knikt Dorian tevreden. "Welkom thuis."
Finn krimpt alleen in elkaar, hij weet hoe streng zijn vader kan zijn.
"Niks maar", snoert Dorian haar de mond. "Wee je gebeente als jullie het ooit nog in jullie hoofden halen zoiets ondoordachts te doen, verstaan jullie me?"
"Maar..."
"Ik ben nog niet klaar. Verbannen kan loeigevaarlijk zijn, is beslist niet bedoeld als een reismiddel en al zeker niet naar een onbekende bestemming. Er had jullie wel ik-weet-niet-wat kunnen overkomen. Gaan jullie daar maar eens even heel goed over nadenken!"Geschrokken keren de kinderen zich om en barsten in tranen uit.
De een van opstandige woede, de ander van verdrietige verbazing.Dorian kijkt even naar hun schokkende ruggetjes, glimlacht dan een beetje plagerig en vervolgt:
"Zo, genoeg gestraft, kom maar weer. Uiteindelijk hebben jullie het heel wat beter aangepakt dan ik. Maar van dat verbannen meen ik. Nooit meer zomaar doen."Aster nodigt hen uit om nog een paar dagen te blijven en dat vinden ze eigenlijk wel heel prettig. Op die manier kunnen ze de gebeurtenissen in alle rust verwerken, voordat ze naar huis gaan. De fee ontfermt zich over Éowyn en Finn, waardoor Milan en Dorian alle ruimte krijgen om samen op te trekken en daar maken ze graag gebruik van. Ze maken eindeloze wandelingen door Moonlight Falls en praten."Ik heb je zo verschrikkelijk in de steek gelaten", mompelt Dorian verdrietig. "Twee keer heb ik je in de steek gelaten. Nee, drie keer...., vier keer." Milan grinnikt. "Ben je er al uit? Hoeveel keer precies?"
"Eerst door je zonder pardon weg te sturen. En daarna nog een keer, in de tombe. Vervolgens laat ik met mijn stomme hoofd die lamp staan en tenslotte loop ik hier recht in de armen van die kerel."Milan kijkt hem zachtmoedig aan. "Het was volkomen begrijpelijk dat je me liet vallen, Dorian. Je wist immers niet wat er aan de hand was? Ik ook niet, ik had zo’n hekel aan mezelf…"
Zwijgend kijkt Dorian uit over het water en verlegen gaat Milan verder.
"Heb je enig idee hoeveel het voor me betekent dat je me twaalf jaar lang trouw bent gebleven, ondanks alles? Je bent een rechtlijnig mannetje, maar daardoor ook heel standvastig."Hij vertelt wat er gebeurd is, de nacht dat hij thuiskwam na het tombe-avontuur.
Hoe hij Sarasin in de woonkamer aantrof, die bedrieglijk rustig in het vuur stond te poken."Zo, ben je daar? En? Wat zei je vriendje? Zijn jullie weer samen?""Nee", had Milan geantwoord, "dat komt nooit meer goed, dat weet ik nu, maar ik ben erg in de war. Ik moet nadenken."
"Natuurlijk lieverd, natuurlijk. Maar niet nu, lijkt me. Je ziet er koud uit, volgens mij kun je beter naar bed gaan."Milan was naar het vuur gewandeld om zich te warmen, terwijl Sarasin iets sterks voor hem inschonk, 'om wat op krachten te komen'.
En vanaf dat moment hadden de zaken een andere wending genomen."Ik voelde het meteen nadat de duizeling was weggetrokken", zegt Milan. "Hoeveel eeuwen heb ik opgesloten gezeten? Ik weet hoe het voelt als er een lamp aan je trekt, ook al had ik geen idee hoe dat mogelijk was."Hij was achter Sarasin aangewandeld, die hem naar de geheime kamer had gebracht.
"Daar heeft hij me alles verteld. Van de betovering, hoe hij ervan genoten had om me jarenlang telkens op iemand anders verliefd te laten worden, hoe hij met me gespeeld had. Hoeveel lol hij had gehad, die avond dat jij de kroeg kwam binnenstormen en hoe hij daarna langzamerhand zelf verliefd op me was geworden, toen jij eenmaal uit beeld was. En zelfs begonnen was te experimenteren of ik ook zonder toverspreuk van hem kon houden. En hoe ik jammerlijk gefaald had.""Ik heb verder niks meer gezegd, maar ben gewoon mijn lamp in gedoken. Eigenlijk vond ik het helemaal niet zo erg. Ik bleek jarenlang te zijn misbruikt, jij wilde me niet meer, als ik eerlijk ben verlangde ik naar de rust van de lamp. Niet wetende wat een hel me te wachten stond."Dorian knikt. "Ik heb het gehoord. Zag je er daarom uit als de Grote Smurf?"
Milan schiet in de lach. "Van de spanning waarschijnlijk, ja", zegt hij. "Ik ben heel blij met die geluksspreuk van Aster. Het is werkelijk een beetje weggezakt allemaal."Het zijn fijne dagen, na al die jaren eindelijk weer samen. Met niemand tussen hen in, net als in de eerste twee jaar van hun relatie."Weet je dat ik je ten huwelijk wilde vragen?", zegt Milan op een middag.
"Echt? Wanneer?"
"Na onze eerste vakantie. Ik had het artikel over die rechtszaak opgestuurd en was op weg naar mijn auto toen ik een juwelier zag. Ik dacht ik doe het gewoon. Als hij het echt niet wil wordt het een soort running gag, die ring. En anders ben ik de gelukkigste man op aarde.""Maar je hebt het niet gedaan."
"Nee, het was de dag dat ik Aristide ontmoette en daarna werd alles anders. Soms was ik op vier mannen tegelijk verliefd en ik was zo in de war en werd soms zo moe van mezelf. Ik begreep het niet, elke keer wilde ik stoppen en elke keer gebeurde het weer. Een huwelijksaanzoek leek vanaf dat moment te hypocriet om zelfs maar te overwegen."
"En nou houden we erover op", zegt Dorian.De volgende dag wandelen ze toevallig langs een woonwagen, waar je je toekomst kunt laten voorspellen.
"De toekomst", roept Dorian, "het enige wat er nu nog toe doet. Kom, eens kijken wat die voor ons in petto heeft!"Na een uurtje komen ze weer naar buiten. "En?", gniffelt Milan, "is jouw toekomst ook verrijkt met een appelpitje?"
"Oh nee", verzucht Dorian en rekt zich uit. "Ik ga trouwen."
"Hè? Wat? Zei ze dat!?"
"Nee", lacht Dorian. "Dat zeg ik. En ik weet ook al waar we de ringen gaan kopen. In die winkel tegenover de rechtbank."Terwijl Milan en Dorian alleen maar oog hebben gehad voor elkaar zijn Éowyn en Finn gelukkig niets tekort gekomen. Aster heeft vier kinderen grootgebracht en weet prima hoe je die moet vermaken. Het zijn zonnige dagen vol spelletjes, lol en gebakjes eten in het theehuis.Maar dan breekt onverbiddelijk de dag aan van het afscheid."We gaan je echt missen Aster", treurt Éowyn. "Het is gemeen dat we niet makkelijk bij je langs kunnen komen. Dat mag niet van papa."
"We vinden heus wel een manier om elkaar te blijven zien hoor", troost Aster.
"Als je dat maar weet", zegt Finn ernstig. "Later kom ik hier wonen en dan drink je een drankje en dan word je weer jong en dan trouwen we."
Éowyn schatert en Aster lacht een zilveren lachje. Met een plofje tranformeert ze en begint plagerig om hem heen te fladderen."Ja, lach me maar uit", zegt Finn, als ze haar gewone gedaante weer heeft aangenomen. "Maar ik kom terug als ik volwassen ben en dan ben ik onweerstaanbaar en dan wil je niet anders dan met mij trouwen."
"We zien wel", grinnikt Aster en omhelst de kinderen, waarna de djinns achter elkaar terugkeren naar Emblesight.Als laatste is Dorian aan de beurt, die zich laat terugverbannen door een van de bevrijde lampgeesten. Het volgende moment staat hij voor zijn huis en omhelst Georgie, die zielsgelukkig is dat iedereen weer veilig terug is."Mam, Linden doet flauw!", komen Éowyn en Finn net melden. "Hij zit in de boomhut en wil er niet uit komen en wij mogen niet naar boven."
"Hij heeft het een beetje moeilijk", legt Georgie uit, nadat ze de kinderen naar binnen heeft gedirigeerd om de tafel te dekken. "Hij voelt zich buitengesloten omdat hij alle actie gemist heeft."Milan zegt niets, maar wandelt naar de boomhut.
"Linden, mag ik boven komen?", roept hij zachtjes.
Even blijft het stil. Dan klinkt het een beetje timide: "Wie bent u?"
"Ik ben Milan en zonder jou had ik hier niet gestaan."
Weer blijft het even stil. "Oké, kom maar."Vijf minuten later glijdt Linden langs de stang naar beneden, met een trots gezichtje en rechte schouders, en rent het huis binnen.
Milan in zijn kielzog."Kom Milan, ga maar tegenover mij zitten, daar. Dit is onze keuken, hier eten we altijd.""Ja, waar moet hij anders zitten, slimpie. Op papa's schoot?", bromt Éowyn, terwijl ze met haar ogen rolt.
“En hij heeft hier gewoond, hij weet dat dit de keuken is.” "Ik stel voor dat ieder vrouwspersoon in dit huis onder de twaalf het komende halve uur haar waffel houdt", zegt Dorian, terwijl hij haar een strenge blik toewerpt. "Milan mag trouwens best op mijn schoot zitten, vind ik prima."
"Getverdemme!", krijst Éowyn. "Ik vind het leuk dat jullie elkaar weer gevonden hebben en zo hoor, maar jullie gaan niet klef doen! Daar kan ik niet tegen!"
"Voor iemand die een half uur haar mond moet houden maak je veel geluid", zegt Finn droogjes. En dan richting zijn vader: "Maar ze heeft wel gelijk."Georgie verslikt zich in haar burrito van het lachen."Zijn ze allemaal weg?", grinnikt Dorian 's avonds laat, als Georgie terug naar huis is en de kinderen in hun eigen bedden liggen. "Kunnen we niemand voor het hoofd stoten?"
"We zijn alleen", lacht Milan.
"Goed zo", knikt Dorian tevreden. "Welkom thuis."