Generatie 19 - deel 21, Operatie E.L.F.

Al meer dan een jaar ging het dorp gebukt onder een broeierige hitte, die was begonnen in de nacht dat ze onverwacht afscheid hadden genomen van Raven en die voortduurde tot nu. Trang hield al zolang ze hier was de dagen bij door een streepje te kerven in het zachte hout van een deurpost, driehonderdtachtig dagen was het inmiddels geleden. De ochtend erna was alle sneeuw als bij toverslag verdwenen en sindsdien had het niet meer geregend of gesneeuwd. Alsof de duistere macht die hen in zijn greep hield zo genoot van het intense verdriet dat een van de inwoners had getroffen, dat het zijn ijzige hart ontdooide.



"Vermoord ons maar dan", had Nadia gesist. "En kijk waar het je brengt."Er was inderdaad een dode gevallen. Lucien had haar met een woedende brul aangevallen en de anderen waren te verbouwereerd geweest om hem te stoppen. Geholpen had het niet. De sfeer was alleen grimmiger geworden, de kloof tussen de vampiers en de inlanders groter. Verdrietig hadden de laatsten Nadia begraven om haar daarna te vergeten.
En nu werd alles langzamerhand weer normaal, op die aanhoudende hitte na.

"Raven zou ons nooit laten stikken, zeker hem niet", antwoordde Trang. "Jij hebt haar niet gezien toen ze vertrok. Ze zei dat ze zou terugkomen om ons te halen, er moet een reden zijn dat dat nog niet is gebeurd."
Liese snoof en Trang verliet het huis.


"Hoe is het?", vroeg ze, zoals ze iedere middag vroeg.
"Goed", antwoordde hij automatisch zoals hij iedere middag antwoordde en klapte zijn boek dicht.


Hij knikte verstrooid. "Ik geloof het wel."
"Je liegt", zei ze en wilde naar de keuken lopen om wat plasmasap te halen toen hij verdrietig opkeek."Het heeft geen zin, Trang. Ik zit hier en zit hier en de pijn blijft. Het wordt niet minder, er zit geen ontwikkeling in. Het is net als met... dat andere. Het slijt niet. Ik heb het gevoel dat ze ieder moment de kamer binnen kan komen wandelen met een grapje of een kus."
"Ik weet het", zei Trang zacht. "Het is de tijd die stilstaat. Niets slijt. Alles hier lijkt gisteren gebeurd."
Ze legde haar hand op zijn schouder, kneep die even en liep toen naar de keuken.






"Zo, nu is er geen weg meer terug", zei de visser tegen hen, startte de motor weer en spoot weg in de richting van de zee.
"Dat zullen we nog weleens zien", smaalde Éowyn. "Nou jongens, daar zijn we dan. Inderdaad een opgewekte boel hier, daar was niets aan overdreven."
"Laten we maar gaan lopen", stelde Finn voor. "Ik zie slechts één weg dus dat is makkelijk."

"Mag ik vragen waar je het in hemelsnaam over hebt?"
Waarop hij haar het hele fantastische verhaal verteld had zoals Raven het hem op het strand had toevertrouwd en hij was geëindigd met de woorden: "Ik heb haar aangeraden alles achter zich te laten en terug te keren naar Merril, dwaas die ik ben. Niet dat dat een verkeerd advies is, die jongen is een schat en zal Saul opvoeden als zijn eigen kind. Maar ondertussen zit er een hele groep mensen opgesloten daar, waaronder de vader van onze achterkleinzoon en wat Raven ook voor Merril voelt, deze man kan ze blijkbaar niet vergeten."Nadat hij zijn plan had voorgelegd aarzelde Éowyn geen seconde, nog diezelfde avond zat ze bij haar broers en vroeg hoe die erover dachten.
"Willen jullie tot aan je laatste adempufje blijven teren op een avontuur dat je bijna een eeuw geleden hebt beleefd, of gaan we er een nieuw aan toevoegen?", besloot ze haar relaas. "Het is daar gevaarlijk en ik denk dat we met z'n drieën sterker staan dan ik alleen."
"Dus ik mag dit keer mee?", had Linden minzaam gevraagd en toen wist Éowyn dat de zaak beklonken was.De visser vinden was geen probleem geweest, al tijdens Ravens verhaal had Demyan begrepen dat de zeemeerminnen een sleutelrol speelden en heel toevallig kende hij een zeemeermin. Een halve week later stonden ze bij Silas op de stoep en vroegen hem Maya te laten komen.
Silas had er niets van gemerkt. Dat zijn vriendin al heel snel ten prooi was gevallen aan de betovering van zijn moeder en louter om die reden braaf met hen vertrok, zogenaamd om het zeemeerminneneiland te laten zien.


"Nieuwelingen?", mompelde ze. "En zoveel?""Goedendag", begroette Demyan haar en stelde zich voor. "We zijn op zoek naar Shayne Boleyn. Kunt u ons alstublieft bij hem brengen?"
Met een blanco gezichtje keek het meisje hem aan. "Wie?", vroeg ze verbouwereerd en fronste toen haar wenkbrauwen. "Shayne...", mompelde ze toen, "Shayne, ja, natuurlijk... Dat was... Maar ik weet niet..."
"Of kun je ons anders naar de vampiers brengen?", viel Finn haar in de rede.
"De parasieten", verbeterde Linden hem. "Kunt u ons naar de parasieten brengen."
"Nee", zei Kara beslist. "De parasieten zijn gevaarlijk en ik ga daar niet heen."Daarna draaide ze zich om en wandelde de winkel weer in die ze zojuist verlaten had.
"Juist ja", zei Éowyn die het vanaf een afstandje had staan volgen en liep langs de mannen heen achter haar aan.
"De parasieten dus", herhaalde ze even later Lindens woorden. "En snel een beetje alsjeblieft."




"Ze weet echt niet precies wie Shayne is", fluisterde Éowyn bezorgd tegen Demyan. "Dat is wel gek."
Ze stopten bij een villa waar net Mai kwam aanwandelen na een geslaagde jachtpartij. Volkomen overdonderd staarde ze hen aan nadat ze zich hadden voorgesteld en nodigde hen uit verder te komen.

"Dat weten we", zei Demyan, "maar het lijkt me dat die straf nu wel lang genoeg geduurd heeft en dan ook nog eens voor iets waar hij feitelijk niks aan kon doen. Ik zou hem graag willen spreken."

Demyan knikte en zei tegen de anderen: "Ik denk dat het slim is als we niet met z'n vieren gaan, dan voelt hij zich misschien overrompeld."
"Ga jij maar", beaamde Éowyn. "Mensen worden altijd zo rustig van jou. Mij willen ze alleen maar gaan tegenspreken." Haar broers schoten in de lach en Demyan wandelde naar het huis.


"Het heeft even tijd nodig", zei Demyan. "Hij vermoedde al dat hij terug zou keren naar het tijdstip waarop hij de wereld verliet en niet alleen zijn Raven en Saul daar niet, bovendien wacht hem er de galg. Ik heb hem mijn plan voorgelegd, laat hem er maar even op kauwen. We gaan eerst aan onze andere missie beginnen."De eerste gelukkige was Lucien Hyde. Ze lieten Kara bellen en wachtten daarna in spanning of de visser inderdaad zou komen. Ineens waren ze zenuwachtig. Stel dat hun plan niet werkte. Dat na Ravens actie er een veiligheidsmechanisme in werking was getreden waardoor de visser zich niet meer door een betoverde inlander liet ontbieden. Wat als ze hier voor eeuwig opgesloten zouden zitten, evenals de vampiers.




"Al moet ik met een waterfiets", antwoordde Lucien, "zolang ik hier maar weg kan.""Eerst nog even dit", zei Demyan en reikte hem een flesje aan. "En je weet het, je mag met niemand over Midnight Hollow praten, nooit. En onder geen beding mag je pad ooit dat van Raven kruisen als je terug bent. We moeten koste wat kost vermijden dat er iets gebeurt dat de loop der dingen verstoort en haar er om wat voor reden dan ook van weerhoudt naar Midnight Hollow af te reizen. We zitten hier in een vreemde time loop en mogen geen enkel risico nemen."


Hij wees naar Conrad.
"Jij mag Conrad opzoeken zodra je terug bent", knikte Demyan. En toen met een blik richting Conrad: "En daar wacht jij natuurlijk op, hij mag jou niet zien voor het moment dat hij naar Midnight Hollow vertrekt."
Conrad knikte dat hij het begreep en gaf zijn vriend een high five. "Je ziet me straks aan de andere kant makker. Je zult me wel een ouwe kerel vinden, ik zal vijftien jaar ouder zijn."

"Is dat wel slim? Straks waarschuwt hij iemand. Of iets. Of weigert nog te komen."
Demyan schudde zijn hoofd. "Hij is in orde. Hij is slechts een instrument dat wordt gebruikt dit werk te doen maar het is geen slechte vent."
Éowyn vroeg niet hoe hij dat wist. Inmiddels kende ze Demyan goed genoeg om te weten dat ze zijn beoordelingsvermogen blindelings kon vertrouwen. En hij had gelijk. De visser bleef trouw de telefoontjes gehoorzamen en leek er zelfs plezier in te krijgen zulke blijde gezichten aan te treffen elke keer dat hij opdook.In de praktijk betekende hun missie niet heel veel meer dan eindeloos wachten en de tijd doden met spelletjes. Het gevaar dat Éowyn gevreesd had bleek er niet te zijn. Af en toen zagen ze een inlander die hen nieuwsgierig aankeek. Dan liet Éowyn Kara vrolijk groeten en beaamden ze dat ze in de huisjes overnachtten. Wat niet zo was, want Shayne had zijn huis aangeboden als overnachtingsadres en daar waren ze graag op ingegaan.



"Wat voor de rest een groot feest betekent, zal voor jou slechts een kwelling zijn", had Demyan hem al verteld. "Merril en zijn moeder mogen beslist niet van je bestaan weten. Alles wat anders loopt in zijn leven kan namelijk van invloed zijn op latere gebeurtenissen. En hij is nu eenmaal degene die ervoor gezorgd heeft dat Raven hierheen kwam. Als Raven om wat voor reden dan ook niet naar Midnight Hollow gaat, dan zal deze hele operatie nooit in gang worden gezet en blijven jullie hier tot in de eeuwigheid opgesloten. Dat betekent dat je pas in hun leven mag verschijnen nadat ik ben teruggekeerd hiervandaan. Begrijp je dat? Er mag niets anders lopen tot het moment dat Raven haar hart lucht bij mij en ik en mijn vrouw besluiten jullie te komen bevrijden en ook daadwerkelijk vertrokken zijn."Guillaume had het zwaar gehad maar zich intussen bij zijn lot neergelegd en besloten dat het alternatief nog veel slechter was. Hij zou proberen een ander leven op te bouwen en zich richten op het moment dat hij eindelijk herenigd zou mogen worden met zijn vrouw en zijn zoon.


"Er is nog iemand die we niet mogen vergeten", zei hij. "Ze is alleen geen vampier en het kan een probleem zijn haar terug te sturen omdat ze zo is toegetakeld."
"Sarah", zei Demyan.
"Raven heeft dus over haar verteld", knikte Shayne. "Inderdaad, Sarah. We kunnen haar hier niet alleen achterlaten." Hij pauzeerde. "Stel dat ik ook ga bedoel ik", voegde hij er aan toe.




"Dat heb ik ook al bedacht", zei Shayne. "Maar ze kan helaas niet vertellen wat de datum was dat ze hierheen kwam en waarvandaan."


"Dat zou ik ook niet willen. Ik wens je het allerbeste, ik hoop dat je het zult aandurven en ooit Raven en je zoon in de armen kunt sluiten. Doe haar dan de lieve groeten van mij, ik zal er helaas geen getuige meer van kunnen zijn."


"Ze weet het zelf niet meer maar jij wel. Vertel het ons, dan kun je haar meenemen en kan Shayne met een gerust hart vertrekken en haar opwachten."
"Hij weet het allemaal mooi te brengen, die zwager van je", grijnsde Beo naar Finn, maar noemde toen een plaats en een datum. "En ik pik haar morgennacht zelf wel op met Dancer. Het is beter als Roderick er niets van merkt."Beo had zojuist een opdracht van hen aangenomen zonder het bevel van een inlander af te wachten.






"Rustig maar kind, ik breng je naar een plek waar het beter is dan hier.
"Maar Roderick zal boos zijn. Ik ben bang."
"Waar ik je breng zal Roderick nooit meer bij je kunnen komen missy, vertrouw me nou maar."

"We hebben Kara zojuist laten bellen", zei Demyan. "Je hebt nog even, ben je er klaar voor? Jouw avontuur zal vooral bestaan uit je verstoppen en anderhalve eeuw wachten. Ik hoop dat je het zult kunnen opbrengen. Je weet de plaats, datum en tijd waarop je je bij ons kunt melden, ik hoop van harte je op mijn stoep aan te treffen als we thuiskomen."
"Ik hoop vooral dat het versje van Shayne Boleyn geen onaangename wending zal hebben genomen", zei Shayne. "Dat wachten zal zo erg niet zijn, wij vampiers kunnen lang en diep slapen."


"Zo, daar zitten we weer", zei die. "Ik herinner me hoe gefrustreerd je was dat je nog leefde en door de zeemeerminnen op mijn eiland was neergekwakt."
"Ik was vooral gefrustreerd dat ik niet bleek te kunnen sterven", antwoordde Shayne. "Maar ik hoop nu eindelijk aan een nieuw hoofdstuk te gaan beginnen en zal weten te ontsnappen. Het is niet eenvoudig Dragan Glaenn te verlaten, ik heb nog geen idee hoe ik dat ga doen."



"Het is volbracht, zou hij het redden denken jullie?", vroeg Linden.
"Morgen weten we het", antwoordde Finn. "Ik ben anders wel blij dat wij niet in zo'n slome roeiboot hoeven. Met mijn arme rug..."