Generatie 17 - deel 8, Djinn of tovenaar
De zomer komt en gaat en aan het begin van de herfst gebeuren er twee belangrijke dingen in Éowyns leven.
Het eerste is, dat ze andermaal haar baan opzegt."Waarom!?", vraagt Linden verbaasd aan de telefoon, "je deed het hartstikke goed, iedereen was heel tevreden over je."
"Dank je, dat is fijn om te horen, maar ik weet het niet Linden. Ik merk dat die literatuur steeds ingewikkelder wordt. Tot dit niveau heb ik het allemaal net kunnen bijbenen, ik ben gewoon niet zo'n slimmerik als jij."
"En nu?"
"Och, ik denk nog even. Misschien is de journalistiek iets voor me en ga ik Milan achterna. Wil alleen eerst wat schrijfcursussen volgen. Ik heb de tijd, ik doe het lekker even rustig aan."De reden dat Éowyn niet zoveel haast maakt een andere baan te vinden, is dat ze een blij vermoeden heeft dat op een ochtend in oktober wordt bevestigd. Zielsgelukkig rijdt ze naar het festivalterrein, waar ze Demyan aantreft met zijn hoofd in een bak water."Demyan, ik wil je wat vertellen", straalt ze.
"Vvvwwchtnmmmmmstrkjsvvvvvwwwwwchtn."
"Wat zegt u?"
Hij vist met zijn tanden een appel uit het water, gooit die over zijn schouder en zegt snel: "Evenwachteneerstditafmaken!", om daarna weer terug te plonzen.Ze lacht en schudt even haar hoofd. "Als je me zoekt, ik ben in het spookhuis."Even later komt hij met een tevreden 'gewonnen!' naar haar toe, gevolgd door een bezorgd: "Was dat nou wel verstandig in jouw positie, het spookhuis? Kijk nou naar je!"
"Ik botste op een heks, ik wist wel dat die wezens niet te vertrouwen zijn", zegt ze plagerig. "Duurt maar een paar uur hoor. En wat bedoel je precies met 'in mijn positie'?"
Hij grijnst. "Je denkt toch niet dat ik gek ben, met je 'ik wil je wat vertellen'? Nadat je nu al wekenlang elke ochtend met je hoofd boven de wc-pot hangt." Hij slaat zijn armen om haar heen en drukt haar even stevig tegen zich aan. "Dit ga ik straks overdoen, als je weer wat stoffelijker bent. Ik heb nu het gevoel dat ik in dichte mist sta te knijpen."Éowyn is dus zwanger en in de zevende hemel. Op de misselijkheid in de eerste weken na gaat alles voorspoedig en al snel ontwikkelt ze een gezellig buikje. Demyan ontpopt zich als een overbezorgde aanstaande vader die haar continu in de watten legt en zorgt dat ze niets tekort komt. Af en toe ontvlucht ze hem gewoon even, met de schaterende uitroep dat ze haast stikt."Waar ga je heen, ik wil weten waar je heen gaat!"
"Naar de bieb en ik verbied je met me mee te gaan! Mensen gaan nog denken dat ik een donkerbruinharige bult met een toverstaf heb."
Ze lacht en Demyan glimlacht een beetje betrapt terug. "Ik wil gewoon niet dat je iets overkomt, dat is alles."
"Weet ik wel", zegt ze en kust hem. "Maar ik ben echt niet van suiker.""Van mijn voeten af, jongen. Ik moet oefenen. En waar blijft ze nou weer..."In de lente is alles gereed voor de geboorte. Ruimte voor een aparte kinderkamer is er niet, maar dat vinden ze geen van beiden een probleem. Voorlopig zal het kindje hun slaapkamer delen en daarna zien ze wel verder.
"Misschien wordt het dan eens tijd om te verhuizen", zegt Demyan. Om met een hoog stemmetje tegen Éowyns buik te vervolgen: "Want papa is nog heel veel broertjes en zusjes van plan voor jou, en die passen hier allemaal niet."
"Is dat zo?", grinnikt Éowyn. "Eerst deze maar eens gezond op aarde zetten."Precies rond de uitgerekende datum zetten de weeën in en hoewel Demyan het liefst naar het ziekenhuis zou gaan, staat Éowyn er op thuis te bevallen. "Veel gezelliger" is haar motivatie."Vind je het hier ook zo gezellig?", vraagt Demyan aan Toermalijn, terwijl Éowyn kreunend en puffend de weeën staat op te vangen. "Alleen een beetje lawaaiig misschien."
"Stop met grapjes maken, help me liever!"
"Helpen? Hoe moet ik helpen, elke keer als ik iets voor je wil doen sla je me!"
"Het doet pijijijnnn!"
"Helpen, helpen, hoe kan ik nou helpen", bromt Demyan verder tegen de kat. "Misschien wil het vrouwtje dat ik een lekkere warme doos voor haar maak waar ze in kan gaan liggen bevallen. Net als jouw minnaressen."
"Stop... met... grapjeeeees, je bent echt niet leuk!"En zo worden ze de trotse ouders van een klein jongetje, dat ze Lucca noemen.De maanden gaan voorbij en Lucca groeit als kool. Hij is een makkelijk kindje, dat slechts af en toe papa of mama uit hun slaap haalt en zich dan gelukkig snel laat troosten. "Blij toe, als ik soms hoor hoe dat bij Finn thuis gaat", verzucht Demyan, die ook met zijn andere zwager goed contact heeft. "Het is een snel tevreden baasje, net als zijn vader."
"Snel tevreden met jezelf bedoel je", smaalt Éowyn. Meestal is zij degene die Lucca 's nachts troost. Demyan slaapt overal doorheen.Na twee jaar vieren ze Lucca’s verjaardag. Hij is nu een peutertje, dat lief overal tussendoor scharrelt en inmiddels een diepe vriendschap met Toermalijn heeft gesloten. "Zijn tweede vader" noemt Éowyn hem wel eens gekscherend, waarop Demyan spot dat dat op zich best zou kunnen, omdat die nogal een reputatie heeft en hijzelf zo te zien weinig heeft bijgedragen aan zijn kind."Volgens mij heb je jezelf onder een kopieerapparaat gelegd, alleen zijn donkerbruine ogen bewijzen dat hij een Safin is."Nog steeds doet Demyan dagelijks urenlang toveroefeningen, met onverminderde passie, en zijn toverstok heeft hij inmiddels niet meer nodig."Vraag jij je ook wel eens af wat hij nou is? Djinn of tovenaar?", vraagt hij aan Éowyn. Die knikt.
"Pas vanaf een jaar of zes kun je zien of hij een djinn is", zegt ze. "Hoe zit dat met tovenaars?"
"Ook. Hoewel mijn ouders wel vertelden dat ik als peuter soms op onverklaarbare wijze mijn speelgoed kwijt maakte en weer tevoorschijn toverde. Een beetje ongecontroleerd dus."Af en toe gaat hij bij zijn zoon zitten om hem daar op te betrappen, maar Lucca doet - voor zover hij kan zien - niks vreemds met zijn speelgoed.Aan het begin van de zomer komen Dorian en Milan weer eens op bezoek en de opa's nemen een toepasselijk cadeautje voor Lucca mee. Een cadeautje waar Demyan zo zijn bedenkingen bij heeft. "Als hij een tovenaartje is komt hij nog in een lelijke identiteitscrisis terecht met Djinn de beer in zijn ledikant", protesteert hij.
Éowyn lacht hem vierkant uit. "Volgens mij zal dat wel loslopen", zegt ze. "Hij is wat hij is."
"Ja ja...", mompelt Demyan op een ochtend en krijgt een idee.Later op de dag gaat hij bij Lucca zitten. "Kijk Lucca, een lief vriendje voor Djinn de beer. Dit is... dit is... Dit is Magische Harry, de toverbeer." En dan met een gek stemmetje: "Dag Lucca, ik ben Magische Harry en ik wil jouw vriendje zijn. Mag dat?"Lucca vindt alles prima.
Djinn de beer of Magische Harry, ze zijn allebei even lief.Die avond wil Éowyn Lucca op bed leggen en ziet de nieuwe beer. Grinnikend pakt ze hem op en loopt naar Demyan toe.
"Djinn de beer heeft een vriendje gekregen zie ik?"
"Een beer alleen is maar alleen, ze mochten elkaar direct", verklaart Demyan plechtig en klapt zijn boek dicht.
"Net als wij", lacht Éowyn, zet de beer terug, doet haar pyjama aan en tilt Lucca op. "One happy family.""Zo is het maar net", zegt Demyan en knuffelt Toermalijn. "En daar hoor jij ook bij, Casanova."
"Je papa is een rare snuiter vent, wen er maar vast aan", lacht Éowyn terwijl ze haar zoon kietelt.
Die schatert het uit.Daarna kussen Éowyn en Demyan elkaar, zeggen hoe lief ze elkaar vinden en kruipen in bed.
Buiten stopt het met stormen en regenen, de nacht is helder en rustig.
Het eerste is, dat ze andermaal haar baan opzegt."Waarom!?", vraagt Linden verbaasd aan de telefoon, "je deed het hartstikke goed, iedereen was heel tevreden over je."
"Dank je, dat is fijn om te horen, maar ik weet het niet Linden. Ik merk dat die literatuur steeds ingewikkelder wordt. Tot dit niveau heb ik het allemaal net kunnen bijbenen, ik ben gewoon niet zo'n slimmerik als jij."
"En nu?"
"Och, ik denk nog even. Misschien is de journalistiek iets voor me en ga ik Milan achterna. Wil alleen eerst wat schrijfcursussen volgen. Ik heb de tijd, ik doe het lekker even rustig aan."De reden dat Éowyn niet zoveel haast maakt een andere baan te vinden, is dat ze een blij vermoeden heeft dat op een ochtend in oktober wordt bevestigd. Zielsgelukkig rijdt ze naar het festivalterrein, waar ze Demyan aantreft met zijn hoofd in een bak water."Demyan, ik wil je wat vertellen", straalt ze.
"Vvvwwchtnmmmmmstrkjsvvvvvwwwwwchtn."
"Wat zegt u?"
Hij vist met zijn tanden een appel uit het water, gooit die over zijn schouder en zegt snel: "Evenwachteneerstditafmaken!", om daarna weer terug te plonzen.Ze lacht en schudt even haar hoofd. "Als je me zoekt, ik ben in het spookhuis."Even later komt hij met een tevreden 'gewonnen!' naar haar toe, gevolgd door een bezorgd: "Was dat nou wel verstandig in jouw positie, het spookhuis? Kijk nou naar je!"
"Ik botste op een heks, ik wist wel dat die wezens niet te vertrouwen zijn", zegt ze plagerig. "Duurt maar een paar uur hoor. En wat bedoel je precies met 'in mijn positie'?"
Hij grijnst. "Je denkt toch niet dat ik gek ben, met je 'ik wil je wat vertellen'? Nadat je nu al wekenlang elke ochtend met je hoofd boven de wc-pot hangt." Hij slaat zijn armen om haar heen en drukt haar even stevig tegen zich aan. "Dit ga ik straks overdoen, als je weer wat stoffelijker bent. Ik heb nu het gevoel dat ik in dichte mist sta te knijpen."Éowyn is dus zwanger en in de zevende hemel. Op de misselijkheid in de eerste weken na gaat alles voorspoedig en al snel ontwikkelt ze een gezellig buikje. Demyan ontpopt zich als een overbezorgde aanstaande vader die haar continu in de watten legt en zorgt dat ze niets tekort komt. Af en toe ontvlucht ze hem gewoon even, met de schaterende uitroep dat ze haast stikt."Waar ga je heen, ik wil weten waar je heen gaat!"
"Naar de bieb en ik verbied je met me mee te gaan! Mensen gaan nog denken dat ik een donkerbruinharige bult met een toverstaf heb."
Ze lacht en Demyan glimlacht een beetje betrapt terug. "Ik wil gewoon niet dat je iets overkomt, dat is alles."
"Weet ik wel", zegt ze en kust hem. "Maar ik ben echt niet van suiker.""Van mijn voeten af, jongen. Ik moet oefenen. En waar blijft ze nou weer..."In de lente is alles gereed voor de geboorte. Ruimte voor een aparte kinderkamer is er niet, maar dat vinden ze geen van beiden een probleem. Voorlopig zal het kindje hun slaapkamer delen en daarna zien ze wel verder.
"Misschien wordt het dan eens tijd om te verhuizen", zegt Demyan. Om met een hoog stemmetje tegen Éowyns buik te vervolgen: "Want papa is nog heel veel broertjes en zusjes van plan voor jou, en die passen hier allemaal niet."
"Is dat zo?", grinnikt Éowyn. "Eerst deze maar eens gezond op aarde zetten."Precies rond de uitgerekende datum zetten de weeën in en hoewel Demyan het liefst naar het ziekenhuis zou gaan, staat Éowyn er op thuis te bevallen. "Veel gezelliger" is haar motivatie."Vind je het hier ook zo gezellig?", vraagt Demyan aan Toermalijn, terwijl Éowyn kreunend en puffend de weeën staat op te vangen. "Alleen een beetje lawaaiig misschien."
"Stop met grapjes maken, help me liever!"
"Helpen? Hoe moet ik helpen, elke keer als ik iets voor je wil doen sla je me!"
"Het doet pijijijnnn!"
"Helpen, helpen, hoe kan ik nou helpen", bromt Demyan verder tegen de kat. "Misschien wil het vrouwtje dat ik een lekkere warme doos voor haar maak waar ze in kan gaan liggen bevallen. Net als jouw minnaressen."
"Stop... met... grapjeeeees, je bent echt niet leuk!"En zo worden ze de trotse ouders van een klein jongetje, dat ze Lucca noemen.De maanden gaan voorbij en Lucca groeit als kool. Hij is een makkelijk kindje, dat slechts af en toe papa of mama uit hun slaap haalt en zich dan gelukkig snel laat troosten. "Blij toe, als ik soms hoor hoe dat bij Finn thuis gaat", verzucht Demyan, die ook met zijn andere zwager goed contact heeft. "Het is een snel tevreden baasje, net als zijn vader."
"Snel tevreden met jezelf bedoel je", smaalt Éowyn. Meestal is zij degene die Lucca 's nachts troost. Demyan slaapt overal doorheen.Na twee jaar vieren ze Lucca’s verjaardag. Hij is nu een peutertje, dat lief overal tussendoor scharrelt en inmiddels een diepe vriendschap met Toermalijn heeft gesloten. "Zijn tweede vader" noemt Éowyn hem wel eens gekscherend, waarop Demyan spot dat dat op zich best zou kunnen, omdat die nogal een reputatie heeft en hijzelf zo te zien weinig heeft bijgedragen aan zijn kind."Volgens mij heb je jezelf onder een kopieerapparaat gelegd, alleen zijn donkerbruine ogen bewijzen dat hij een Safin is."Nog steeds doet Demyan dagelijks urenlang toveroefeningen, met onverminderde passie, en zijn toverstok heeft hij inmiddels niet meer nodig."Vraag jij je ook wel eens af wat hij nou is? Djinn of tovenaar?", vraagt hij aan Éowyn. Die knikt.
"Pas vanaf een jaar of zes kun je zien of hij een djinn is", zegt ze. "Hoe zit dat met tovenaars?"
"Ook. Hoewel mijn ouders wel vertelden dat ik als peuter soms op onverklaarbare wijze mijn speelgoed kwijt maakte en weer tevoorschijn toverde. Een beetje ongecontroleerd dus."Af en toe gaat hij bij zijn zoon zitten om hem daar op te betrappen, maar Lucca doet - voor zover hij kan zien - niks vreemds met zijn speelgoed.Aan het begin van de zomer komen Dorian en Milan weer eens op bezoek en de opa's nemen een toepasselijk cadeautje voor Lucca mee. Een cadeautje waar Demyan zo zijn bedenkingen bij heeft. "Als hij een tovenaartje is komt hij nog in een lelijke identiteitscrisis terecht met Djinn de beer in zijn ledikant", protesteert hij.
Éowyn lacht hem vierkant uit. "Volgens mij zal dat wel loslopen", zegt ze. "Hij is wat hij is."
"Ja ja...", mompelt Demyan op een ochtend en krijgt een idee.Later op de dag gaat hij bij Lucca zitten. "Kijk Lucca, een lief vriendje voor Djinn de beer. Dit is... dit is... Dit is Magische Harry, de toverbeer." En dan met een gek stemmetje: "Dag Lucca, ik ben Magische Harry en ik wil jouw vriendje zijn. Mag dat?"Lucca vindt alles prima.
Djinn de beer of Magische Harry, ze zijn allebei even lief.Die avond wil Éowyn Lucca op bed leggen en ziet de nieuwe beer. Grinnikend pakt ze hem op en loopt naar Demyan toe.
"Djinn de beer heeft een vriendje gekregen zie ik?"
"Een beer alleen is maar alleen, ze mochten elkaar direct", verklaart Demyan plechtig en klapt zijn boek dicht.
"Net als wij", lacht Éowyn, zet de beer terug, doet haar pyjama aan en tilt Lucca op. "One happy family.""Zo is het maar net", zegt Demyan en knuffelt Toermalijn. "En daar hoor jij ook bij, Casanova."
"Je papa is een rare snuiter vent, wen er maar vast aan", lacht Éowyn terwijl ze haar zoon kietelt.
Die schatert het uit.Daarna kussen Éowyn en Demyan elkaar, zeggen hoe lief ze elkaar vinden en kruipen in bed.
Buiten stopt het met stormen en regenen, de nacht is helder en rustig.